Regeling vervallen per 01-01-2011

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010

Geldend van 28-11-2009 t/m 31-12-2010

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010

De raad van de gemeente Hellendoorn;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 15 september 2009;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

b e s l u i t :

vast te stellen de

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2010

Artikel 1 Belastbaar feit

Ter zake van het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in hotels, pensions, bed&breakfast accommodaties, boerderijkamers, vakantie-onder­komens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten, groepsaccommodaties en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens van de gemeente zijn opgenomen, wordt onder de naam "toeristenbelasting" een directe belasting geheven.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a

    vakantie-onderkomens: woningen en andere verblijven, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens, in hoofdzaak bestemd voor en gebezigd als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • b.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto's, toercaravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen welke bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden;

  • c.

    niet-beroepsmatig verhuurde ruimten: woningen en andere verblijven, of gedeelten daarvan, niet-zijnde mobiele kampeeronderkomens of stacaravans, welke niet in hoofdzaak bestemd zijn als verblijf voor vakantie- en andere recreatieve doeleinden, doch wel in bepaalde perioden van het jaar voor die doeleinden worden verhuurd dan wel te huur worden aangeboden;

  • d.

    vaste standplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende één seizoen of één jaar plaatsen van een zelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan, waarbij gedurende de hiervoor genoemde periode slechts een zelfde huurder gebruik maakt van het mobiel kampeeronderkomen of stacaravan;

  • e.

    groepsaccommodatie: een kampeerboerderij of een jeugdherberg.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1 in hem ter beschikking staande ruimten dan wel op hem ter beschikking staande terreinen.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene, ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3. Indien met toepassing van het eerste lid geen belastingplichtige is aan te wijzen, is belastingplichtig degene die overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 verblijf houdt.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

  • a.

    door degene die als verpleegde of verzorgde in een inrichting tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van ouden van dagen verblijft;

  • b.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt in een gelegenheid als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • c.

    van groepen kinderen tot en met 12 jaar en hun begeleiders, niet zijnde een gezin.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen.

Artikel 6 Overnachtingen op vaste standplaatsen

Per vaste standplaats, zoals bedoeld in artikel 2, onderdeel d, wordt het aantal overnachtingen gesteld op 150 per jaar.

Artikel 7 Belastingtarief

  • 1. Het tarief bedraagt per overnachting op of in een:

    Categorie

    Omschrijving

    Tarief

    A

    camping, terrein voor groepskamperen, groepsaccom­modatie, bed & breakfast accommodatie, pension ofboerderijkamer

    € 

    0,50

    B

    woning

    € 

    0,75

    C

    hotel

    1,17

  • 2. De accommodatie is bepalend voor het belastingtarief.

Artikel 8 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderkwartaal.

Artikel 9 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van voldoening op aangifte geheven.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 10, tweede lid, en artikel 19, eerste, derde en vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, wordt de aldaar genoemde termijn van betaling binnen één maand na het einde van het belastingtijdvak gesteld op 21 dagen na het einde van het belastingtijdvak.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet de verschuldigde belasting worden betaald conform de bepaling van het vorige lid.

  • 3. Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete, zijn de vorige leden van dit artikel van overeenkomstige toepassing, voor zover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de voldoening op de aangifte.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van Burgemeester en Wethouders

Het college van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 13 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van Burgemeester en Wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 14 Overgangsrecht

De "Verordening Toeristenbelasting 2009", vastgesteld bij raadsbesluit van 11 november 2008, nr. 08INT01192, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2010, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór die datum hebben voorgedaan.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2010.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening Toeristenbelasting 2010".

Ondertekening

De raad voornoemd,
De griffier, de voorzitter,