Regeling vervallen per 10-07-2014

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften sociale zekerheid 2010

Geldend van 13-07-2013 t/m 09-07-2014 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2013

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften sociale zekerheid 2010

De raad van de gemeente Hellendoorn;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 31 augustus 2010;

gelet op de artikelen 84 en 149 van de Gemeentewet en de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t:

I.vast te stellen de

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften sociale zekerheid 2010.

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften sociale zekerheid;

  • c.

    wet: Algemene wet bestuursrecht.

Hoofdstuk 2 Behandeling van de bezwaarschriften

Paragraaf 1 De commissie

Artikel 2 Inleidende bepaling

  • 1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op gemaakte bezwaren als bedoeld in artikel 1:5 van de wet.

  • 2. De commissie is bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      de Wet werk en bijstand;

    • b.

      de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2013;

    • c.

      de Verordening maatregelen en boete WWB/Bbz gemeente Hellendoorn 2013;

    • d.

      de Verordening langdurigheidstoeslag Wet werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2013;

    • e.

      de Verordening maatschappelijke participatie WWB gemeente Hellendoorn 2012;

    • f.

      de Verordening cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en Wet investeren in jongeren gemeente Hellendoorn 2009;

    • g.

      de Re-integratieverordening gemeente Hellendoorn 2012;

    • h.

      de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen werknemers;

    • i.

      de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • j.

      de Maatregelenverordening IOAW en IOAZ gemeente Hellendoorn 2013;

    • k.

      de Wet sociale werkvoorziening;

    • l.

      de Verordening persoonsgebonden budget begeleid werken Wet sociale werkvoorziening;

    • m.

      de Verordening wachtlijstbeheer Wet sociale werkvoorziening gemeente Hellendoorn 2010;

    • n.

      de Wet maatschappelijke ondersteuning;

    • o.

      de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hellendoorn 2011;

    • p.

      artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

    • q.

      de Wet inburgering;

    • r.

      de Verordening Wet inburgering gemeente Hellendoorn 2013;

    • s.

      de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

    • t.

      de Verordening kinderopvang gemeente Hellendoorn 2013;

    • u.

      de Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen gemeente Hellendoorn 2012;

    • w.

      de Verordening leerlingenvervoer gemeente Hellendoorn 2003.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en twee andere leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door Burgemeester en Wethouders.

  • 2. Burgemeester en Wethouders benoemen, schorsen en ontslaan eveneens de plaatsvervangende leden.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Hellendoorn.

  • 4. De commissie regelt de vervanging van de voorzitter.

Artikel 4 Secretaris

Onverminderd het bepaalde in artikel 103 van de Gemeentewet kan de gemeentesecretaris één of meer gemeenteambtenaren aanwijzen voor de vervulling van de functie van secretaris van de commissie.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie treden af op de dag van het aftreden van de gemeenteraad.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op ieder moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Paragraaf 2 Procedure

Artikel 6 Ingediend bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de commissie gesteld.

Artikel 7 Mandatering bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de artikelen:

  • -

    2:1, lid 2;

  • -

    6:6, voor wat betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in de zin van het niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet, kan worden hersteld;

  • -

    6:17, voor zover het betreft de verzending van stukken tijdens de behandeling door de commissie;

  • -

    7:4, lid 2; en

  • -

    7:6, lid 4,

van de wet worden voor de toepassing van deze verordening opgedragen aan de commissie.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van het bezwaarschrift bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te doen inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en deze zo nodig uitnodigen daartoe op de zitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van Burgemeester en Wethouders vereist.

Artikel 9 Bemiddeling

De secretaris kan, na overleg met het verwerend orgaan, onderzoeken of het bezwaar op andere wijze bijgelegd kan worden en daartoe de nodige handelingen verrichten.

Artikel 10 Verweerschrift

  • 1. Een commissie nodigt het verwerend orgaan uit een op het bezwaarschrift betrekking hebbend verweerschrift in te dienen.

  • 2. Het verweerschrift wordt zo mogelijk drie weken, maar uiterlijk tien dagen voor het horen, in handen van de secretaris van een commissie gesteld.

  • 3. Het verweerschrift wordt na ontvangst bij de overige op het bezwaarschrift betrekking hebbende stukken gevoegd.

Artikel 11 Hoorzitting

  • 1. De voorzitter van de commissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de belanghebbenden en het verwerend orgaan in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te doen horen.

  • 2. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de wet.

  • 3. Indien de voorzitter op grond van het in het tweede lid genoemde artikel besluit van het horen af te zien doet hij daarvan mededeling aan:

    • a.

      de belanghebbenden;

    • b.

      het verwerend orgaan.

  • 4. Een gemachtigde moet een schriftelijke en door de indiener van het bezwaarschrift ondertekende machtiging overleggen, tenzij hij als advocaat of procureur is ingeschreven of de indiener van het bezwaarschrift met de gemachtigde verschijnt.

Artikel 12 Uitnodiging zitting

  • 1. De voorzitter deelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan tenminste twee weken voor de zitting schriftelijk mee, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.

  • 2. Binnen drie werkdagen na de in het eerste lid bedoelde mededeling kunnen de belanghebbenden of het verwerend orgaan, onder opgaaf van redenen de voorzitter verzoeken het tijdstip van de zitting te wijzigen.

  • 3. De beslissing van de voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

  • 4. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen als genoemd in het eerste, tweede en derde lid.

Artikel 13 Quorum

Voor het houden van een zitting is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter dan wel zijn plaatsvervanger, aanwezig is.

Artikel 14 Niet deelneming aan de behandeling

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 15 Openbaarheid zitting

De zitting van de commissie vindt met gesloten deuren plaats.

Artikel 16 Schriftelijke verslaglegging

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de wet vermeldt de namen van de aanwezigen, met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een korte vermelding in van hetgeen over en weer is gezegd en verder ter zitting is voorgevallen.

  • 3. Indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de commissie.

Artikel 17 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie aan de voorzitter van de commissie een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting, als bedoeld in het derde lid, zijn de bepalingen in deze verordening, die betrekking hebben op de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 18 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist nadat de belanghebbende(n) en het verwerend orgaan vertrokken zijn over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    • a.

      De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

    • b.

      Indien bij een stemming de stemmen staken beslist de stem van de voorzitter.

    • c.

      Van een minderheidsstandpunt wordt bij het advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 4. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris van de commissie ondertekend.

Artikel 19 Uitbrengen advies

  • 1. Het advies wordt, onder medezending van het verslag als bedoeld in artikel 16 en eventueel door de commissie ontvangen nadere informatie, tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel 7:10 eerste lid van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing verzoekt hij het in het eerste lid bedoelde bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

  • 3. Van een besluit tot verdaging ontvangen de commissie en de belanghebbenden een afschrift.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 20 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen Burgemeester en Wethouders en, als de zaak tijdens een vergadering geen uitstel toelaat, beslist de voorzitter.

Artikel 21 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening behandeling bezwaarschriften sociale zekerheid 2010.

Artikel 22 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag, volgende op die van haar bekendmaking en werkt terug tot 1 juni 2010.

II. De Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften sociale zekerheid in te trekken met ingang van de dag, volgende op die van de bekendmaking van dit besluit, met dien verstande dat het besluit terug werkt tot 1 juni 2010.

De raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,