Regeling vervallen per 13-06-2015

Verordening Economische Raad Hellevoetsluis 2006.

Geldend van 01-03-2006 t/m 12-06-2015

Intitulé

Verordening Economische Raad Hellevoetsluis 2006.

Nummer: 02-02-06/10

De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Hellevoetsluis, ieder voor zoveel het hun bevoegdheden betreft; gehoord de commissie stadsontwikkeling en beheer;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 december 2005, nummer 02-02-06/10;

gelet op de bepalingen van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening, regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de Economische Raad, zijnde een commissie van advies aan de raad, het college van burgemeester en wethouders en de

burgemeester.

Hoofdstuk 1 Algemeen

Artikel 1 Economische Raad

Er is een commissie van advies aan de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester als bedoeld in artikel 84 Gemeentewet, genaamd de Economische Raad.​

Artikel 2 Bevoegdheid

De Economische Raad is bevoegd gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen ten aanzien van aangelegenheden en beleidsontwikkelingen van belang voor het bedrijfsleven in Hellevoetsluis, een en ander in de breedste zin van het woord.

Hoofdstuk II Samenstelling economische raad en vervanging leden

Artikel 3 Samenstelling

  • 1. De Economische Raad bestaat uit tenminste vijf leden en ten hoogste zeven leden.

  • 2. De voorzitter en vice-voorzitter worden door de Economische Raad uit zijn midden gekozen.

  • 3. De leden van de Economische Raad worden door de raad benoemd op voordracht van het college van burgemeester en wethouders.

  • 4. De voordracht door het college van burgemeester en wethouders vloeit voort uit een voordracht door het Platform Bedrijfsleven Hellevoetsluis.

  • 5. Aan de Economische Raad worden voorts 2 adviserende leden toegevoegd, zijnde

    • a.

      een lid van het college van burgemeester en wethouders, welk lid verantwoordelijk is voor de portefeuille economische zaken;

    • b.

      een lid aan te wijzen door de Kamer van Koophandel Rotterdam.

Artikel 4 Vervanging leden

  • 1. Bij verhindering van de voorzitter neemt de vice-voorzitter het voorzitterschap waar.

  • 2. Een lid kan bij verhindering één der andere leden het woord laten voeren en namens hem/haar zijn stem laten uitbrengen. Hiertoe dient het waarnemend lid schriftelijk gemachtigd te zijn.

  • 3. Een lid kan slechts door één der andere leden het woord laten voeren en/of een stem laten uitbrengen.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De leden van de Economische Raad worden benoemd voor een periode van 4 jaar.

  • 2. In een ontstane vacature wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Het Platform Bedrijfsleven Hellevoetsluis draagt zo spoedig mogelijk een nieuwe kandidaat voor aan het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 6 Ontslag/beëindiging lidmaatschap

  • 1. Een lid kan te allen tijde ontslag nemen.

  • 2. Een lid dat via de voordracht van het Platform Bedrijfsleven Hellevoetsluis zoals bedoeld in artikel 3 lid 4 is benoemd, houdt terstond op lid van de Economische Raad te zijn, indien de voordracht schriftelijk door het Platform Bedrijfsleven Hellevoetsluis wordt ingetrokken.

  • 3. Het adviserend lid van het college van burgemeester en wethouders omwille de portefeuille economische zaken, houdt op adviserend lid te zijn van de Economische Raad zodra dat adviserend lid de portefeuille economische zaken niet meer heeft.

  • 4. Het adviserend lid dat is aangewezen door de Kamer van Koophandel Rotterdam houdt op adviserend lid te zijn, indien de aanwijzing schriftelijk door de kamer van Koophandel Rotterdam wordt ingetrokken.

Artikel 7 Secretaris

Aan de Economische Raad wordt door de gemeentesecretaris een ambtenaar als secretaris toegevoegd, die zorg draagt voor het houden van de notulen der vergadering. De ambtelijk secretaris maakt geen deel uit van de Economische Raad.

Hoofdstuk III Werkwijze van de Economische Raad

Artikel 8 Vergaderingen

De Economische Raad vergadert maximaal 6 maal per jaar.

Artikel 9 Oproeping

  • 1. De oproeping ter vergadering geschiedt door de voorzitter met opgaaf, voor zover mogelijk, van de te behandelen onderwerpen en tenzij uitgezonderd in spoedeisende gevallen ten minste tien dagen van te voren.

  • 2. De voorzitter is bevoegd ambtenaren, externe deskundigen en belanghebbenden uit te nodigen de vergadering van de Economische Raad bij te wonen ten einde tijdens die vergadering gewenste informatie en toelichting te verstrekken.

Artikel 10 Wijze van advisering

De adviezen van de Economische Raad worden schriftelijk gegeven en behelzen het gevoelen van de meerderheid, tenzij de minderheid verlangt dat ook haar gevoelen daarin wordt vermeld.

Artikel 11 Jaarlijkse rapportage

De Economische Raad rapporteert jaarlijks via een verslag van de werkzaamheden. Het verslag wordt ter kennis gebracht aan de desbetreffende raadscommissie waarin economische zaken wordt behandeld.

Artikel 12 Besluitvorming

  • 1. De Economische Raad mag niet beraadslagen en besluiten indien niet ten minste de helft van zijn leden en de voorzitter of de vice-voorzitter vertegenwoordigd zijn.

  • 2. De besluiten van de Economische Raad worden genomen bij meerderheid van stemmen.

  • 3. Bij staking van stemmen wordt geacht geen besluit genomen te zijn. In dit geval worden de verschillende gevoelens van de leden van de Economische Raad medegedeeld.

Artikel 13 Openbare vergaderingen

De vergaderingen van de Economische Raad worden in het openbaar gehouden.

Artikel 14 Sluiten vergaderingen voor publiek

Een vergadering wordt voor het publiek gesloten indien drie der aanwezige leden dit verlangen of de voorzitter het nodig acht. De Economische Raad besluit vervolgens dat (verder) in besloten zitting zal worden vergaderd indien hem blijkt dat bij (verdere) openbare beraadslaging private of openbare belangen door de openbaarheid wezenlijk zouden kunnen worden geschaad.

Artikel 15 Geheimhouding

  • 1. De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester kunnen geheimhouding opleggen omtrent aangelegenheden, die zij aan de Economische Raad voorleggen. Deze geheimhouding geldt totdat zij is opgeheven.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het vorige lid kan de Economische Raad omtrent het in besloten vergaderingen behandelde en omtrent de inhoud van stukken die aan de Economische raad worden voorgelegd, geheimhouding opleggen.

  • 3. De voorzitter kan bij toezending van stukken voor een vergadering, voor zover niet reeds door de raad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester geheimhouding is opgelegd, een voorlopige geheimhouding opleggen. De Economische raad beslist in zijn eerstvolgende vergadering over definitieve oplegging van geheimhouding omtrent die stukken.

  • 4. De geheimhouding wordt door alle leden van de Economische Raad in acht genomen totdat zij door de raad, het college van burgemeester en wethouders, de burgemeester of door de Economische Raad is opgeheven. Dit geldt eveneens voor de secretaris en andere ambtenaren.

  • 5. De bepalingen in de Gemeentewet en de Wet Openbaarheid van Bestuur zijn op dit artikel van toepassing.

Artikel 16 Spreekrecht

  • 1. De voorzitter stelt toehoorders bij een openbare vergadering van de Economische Raad op hun verzoek in de gelegenheid het woord te voeren tijdens de vergadering.

  • 2. Een verzoek als bedoeld in lid 1 dient voor het begin van de vergadering, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling door tussenkomst van de secretaris bij de voorzitter te worden ingediend, onder vermelding van het punt of de punten waarover men het woord wil voeren.

  • 3. Onmiddellijk na de opening van een vergadering stelt de voorzitter degene die een daartoe strekkend verzoek heeft ingediend, in de gelegenheid het woord te voeren over niet op de agenda staande, maar wel op het terrein van de Economische Raad liggende punten.

  • 4. Bij de behandeling van ieder agendapunt, met uitzondering van de rondvraag, stelt de voorzitter degene die daartoe een strekkend verzoek heeft ingediend, in de gelegenheid het woord te voeren over het aan de orde zijnde agendapunt, voordat de leden en de voorzitter daarover in eerste termijn het woord voeren.

  • 5. Voor de toehoorder die in de gelegenheid wordt gesteld het woord te voeren, geldt een spreektijd van ten hoogste 5 minuten per agendapunt.

  • 6. Per agendapunt kan de voorzitter bepalen dat de totale spreektijd van degenen die in de gelegenheid worden gesteld het woord te voeren, ten hoogste 15 minuten bedraagt.

  • 7. De voorzitter kan toehoorders, die de hun toegemeten spreektijd overschrijden of die zich op onbehoorlijke of beledigende wijze uitdrukken het woord ontnemen.

Artikel 17 Slotbepaling

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Economische Raad Hellevoetsluis 2006.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2006.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 februari 2006.
De raad voornoemd,
de plv. griffier, de voorzitter,
Y. Brouwer-Stam. C.A. Kleijwegt.