Regeling vervallen per 16-12-2023

Verordening eenmalig rioolaansluitrecht Hellevoetsluis 2015

Geldend van 16-01-2015 t/m 15-12-2023 met terugwerkende kracht vanaf 16-01-2015

Intitulé

Verordening eenmalig rioolaansluitrecht Hellevoetsluis 2015

Nummer: 18-12-14/07

De raad van de gemeente Hellevoetsluis;

gehoord de commissie wonen, werk en recreatie;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014, nummer: 18-12-14/07;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de Verordening op de heffing en de invordering van een eenmalig rioolaansluitrecht Hellevoetsluis 2015(Verordening eenmalig rioolaansluitrecht Hellevoetsluis 2015)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt:

  • a

    onder gemeentelijke riolering mede het voor de openbare dienst bestemde gemeentewater begrepen;

  • b

    onder eigendom verstaan een roerende of onroerende zaak;

  • c

    onder aansluiting van een eigendom verstaan het leggen door de gemeente van een buisleiding van het in de openbare weg aanwezige afvoerstelsel tot aan het eigendom waarvoor de aansluiting plaatsvindt, om voor dat eigendom een directe of indirecte lozing op de gemeentelijke riolering mogelijk te maken;

  • d

    onder aansluitpunt verstaan de ontstoppingsvoorziening, gelegen op een afstand van minder dan één meter van de kadastrale eigendomsgrens of bij afwezigheid hiervan het punt waar de aansluitleiding de kadastrale eigendomsgrens snijdt. Uitgezonderd zijn pompputten ten behoeve van drukriolering en eventuele andere voorzieningen die al dan niet met een zakelijk recht op particulier terrein zijn gelegen, waarbij bedoelde pompputten en andere voorzieningen het aansluitpunt zijn;

  • e

    onder perceelaansluitleiding verstaan het deel van de aansluitleiding gelegen in gemeentelijke grond, dus van aansluitpunt tot openbaar riool in beheer bij de gemeente. Bij afwezigheid van een terreinleiding inclusief ontstoppingsstuk;

  • f

    onder terreinleiding verstaan de binnen de kadastrale eigendomsgrenzen van het aan te sluiten perceel gelegen binnen- of buitenleiding, inclusief ontstoppingsstuk, tot aansluitpunt, in beheer bij eigenaar/rechthebbende. De terreinleiding wordt ook wel particulier riool genoemd.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam eenmalig rioolaansluitrecht wordt een recht geheven ter zake van het genot van door het gemeentebestuur verstrekte diensten in verband met het tot stand brengen van een directe of indirecte aansluiting van een eigendom op de gemeentelijke riolering.

Artikel 3 Belastingplicht

Het recht wordt geheven van de aanvrager van de dienst dan wel van degene voor wie de dienst wordt verleend.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

Het recht bedoeld in artikel 2 bedraagt per eigendom voor één aansluiting € 1.180,--.

Artikel 5 Wijze van heffing

Het recht wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

Het recht is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1 De aanslag moet worden betaald in één termijn, welke vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand vermeld in de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van het recht wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders

Het College van Burgemeester en Wethouders kan nadere regels geven voor de heffing eninvordering van het eenmalig rioolaansluitrecht.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2

    De ingangsdatum van de heffing is 1 januari 2015.

  • 3

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening eenmalig rioolaansluitrecht Hellevoetsluis 2015’.

Ondertekening

Aldus is vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2014.
De raad voornoemd,
de griffier,
H.J. van der Wel.
de voorzitter,
Ir. W.J.Tempel.

Toelichting op de verordening eenmalig aansluitrecht

Toelichting per artikel

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de duidelijkheid is in het eerste artikel een brede omschrijving opgenomen van de in de verordening voorkomende begrippen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Het belastbare feit is de omschrijving van de activiteit waarvoor de gemeente de belasting in rekening brengt. In dit geval dus realisatie van een aansluiting op de gemeentelijke riolering.

Artikel 3 Belastingplicht

Degene die de belasting moet betalen, is degene die de gemeente vraagt de riolering aan te leggen. In dit geval dus de aanvrager van de dienst. Over het algemeen is dat de eigenaar van het eigendom, maar het kan ook iemand anders zijn. Daarom staat in de omschrijving dat degene voor wie de gemeente de dienst verleent, belastingplichtig kan zijn. Als de aannemer de aanvraag bijvoorbeeld voor de particulier indient, kan de particulier toch de belastingplichtige blijven. In zo’n geval kan de gemeente kiezen tussen twee belastingplichtigen. Win dan bij de belanghebbenden nadere informatie in over wie de gemeente als belastingplichtige moet zien. Is daarover geen uitsluitsel, dan kan de gemeente de aanslag sturen naar degene die het meeste belang heeft bij de dienst.

Een belangrijk element van een heffing gebaseerd op gemeentelijke dienstverlening is dat iemand daadwerkelijk om de dienst vraagt. Dat klinkt in eerste instantie problematischer dan het in de praktijk vaak is. Natuurlijk zitten veel mensen niet te wachten op een gemeentelijke belastingheffing op verzoek, maar in vrijwel alle gevallen weegt het hebben van een aansluiting op tegen het treffen van eigen voorzieningen.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief

Op grond van artikel 219 Gw, tweede lid, kan een gemeente belastingen heffen naar heffingsmaatstaven die zij in de belastingverordening bepaalt. Maar het bedrag mag niet afhankelijk zijn van inkomen, winst of vermogen. De gemeente mag haar belastingen namelijk niet naar draagkracht heffen. Alleen het Rijk mag inkomensbeleid voeren.

Bij het eenmalig rioolaansluitrecht speelt vooral mee dat er geen sprake is van een zuivere belastingheffing, maar van kostenverhaal van gemeentelijke dienstverlening. De verordening gaat voor de heffing uit van een vast bedrag per aansluiting. Dit is een doelmatige en eenvoudige variant. In feite vraagt de gemeente met deze tariefstelling van elke belastingplichtige een bijdrage in de kosten. Daarbij doen de werkelijke kosten van de aansluiting per individueel geval er niet toe.

Artikel 5 Wijze van heffing

Dit artikel bepaalt dat de gemeente een aanslag verstuurt. De gemeente neemt dus het initiatief voor de belastingheffing door een aanslagbiljet te sturen.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

Dit artikel bepaalt dat de gemeente direct na het indienen van de aanvraag om aansluiting op de riolering met het kostenverhaal begint.

Artikel 7 Termijnen van betaling

Omdat het om een relatief beperkt bedrag gaat, is gekozen voor een betaling in één termijn. Lid 2 is opgenomen om enkele uitzonderingen over onder meer feestdagen in de algemene termijnenwet niet van toepassing te verklaren. Dit is voor gemeentelijke belastingen gebruikelijk.

Artikel 8 Kwijtschelding

In principe is kwijtschelding van deze belasting mogelijk. Maar dit is niet redelijk, het gaat tenslotte om het verhaal van kosten voor dienstverlening op verzoek. Bovendien leidt deze dienstverlening meestal tot waardevermeerdering van het eigendom van de aanvrager.

Artikel 9 Nadere regels door het College van Burgemeester en Wethouders

Dit artikel bepaalt dat het College van Burgemeester en Wethouders uitvoeringstechnische zaken voor de heffing en invordering kan regelen. Het betreft hier zaken als het openen van de mogelijkheid om een voorlopige aanslag op te leggen of de wijze waarop de gemeente de invorderingsrente berekent.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

Naast een tijdstip van inwerkingtreding moet een belastingverordening bepalen vanaf wanneer de gemeente de heffing toepast (de ingangsdatum van de heffing). Deze tijdstippen kunnen samenvallen. Meestal is het tijdstip van inwerkingtreding afhankelijk van de datum waarop de gemeente de belasting-verordening bekendmaakt. Zonder bekendmaking is de verordening niet bindend (artikel 139 Gw). De datum van inwerkingtreding ligt ná die van de bekendmaking. De ingangsdatum van de heffing moet ná de datum liggen waarop de raad de verordening heeft vastgesteld, anders is sprake van terugwerkende kracht. Bij invoering van een nieuwe heffing is terugwerkende kracht niet mogelijk,tenzij de heffing was te voorzien.

De citeertitel vergemakkelijkt de verwijzing naar de verordening.