Regeling vervallen per 06-11-2018

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2008.

Geldend van 20-03-2014 t/m 05-11-2018

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2008.

Nummer: 13-03-14/07

De raad der gemeente Hellevoetsluis;

gehoord de commissie algemene zaken en middelen;

gelezen het voorstel van voorzitter en de griffier van 30 januari 2014, nummer 13-03-14/07;

besluit:

vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2008.

HOOFDSTUK I BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie : een commissie als bedoeld in hoofdstuk V van de Gemeentewet;

  • b.

    Rechtspositiebesluit

    wethouders : het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Staatsblad 243;

  • c.

    Rechtspositiebesluit raads-

    en commissieleden : het Koninklijk Besluit van 22 maart 1994, Staatblad 244;

  • d.

    Regeling rechtspositie

    wethouders : de ministeriële regeling van 20 februari 2001, Staatscourant 41 als bedoeld in artikel 23 van het Rechtspositiebesluit wethouders;

  • e.

    Verplaatsings-

    kostenregeling 1989 : het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 20 oktober 1989, nummer AB87/74/U6DGMP/AV/FAR, Staatscourant 212;

  • f.

    Reisregeling binnenland : het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 16 maart 1993, nummer AB93/U280, Staatscourant 56;

  • g.

    Reisregeling buitenland : het besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken van 12 september 1994, nummer AD94/U1011, Staatscourant 181;

  • h.

    raadslid : lid van de gemeenteraad, niet zijnde wethouder;

  • i.

    griffier : de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet;

  • j.

    gemeentesecretaris : de secretaris, bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

HOOFDSTUK II VOORZIENINGEN VOOR RAADSLEDEN

Artikel 2 Vergoeding voor de werkzaamheden

De vergoeding voor de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 10 vastgestelde maximum.

Artikel 3 Onkostenvergoeding

  • 1. De vergoeding voor aan de uitoefening van het raadslidmaatschap verbonden kosten is gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 10 vermeld in tabel II van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt, is in afwijking van het eerste lid de onkostenvergoeding gelijk aan het bedrag voor gemeenteklasse 10, vermeld in tabel III van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 4 Berekening en betaling vaste vergoedingen

  • 1. Hij die gedurende een gedeelte van het kalenderjaar raadslid is geweest ontvangt de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 2. De betaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 5 Reiskosten

  • 1. Aan het raadslid worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte kosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4,onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 6 Verblijfkosten

De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen buiten het grondgebied van de gemeente worden aan het raadslid vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 , onderdeel c van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 7 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een raadslid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het raadslidmaatschap. Hiervoor geldt een maximum van € 250,-- per jaar.

Artikel 8 Computer en internetverbinding

  • 1. Op aanvraag van het raadslid stelt het college bij aanvang van een zittingsperiode van de gemeenteraad aan het raadslid een bedrag ineens ter beschikking als tegemoetkoming in de aanschaf van ICT-apparatuur en de daar verder mee verbonden kosten, dan wel als tegemoetkoming in het gebruik van eigen ICT-apparatuur en de daar verder mee verbonden kosten.

  • 2. Op voordracht van het presidium stelt de gemeenteraad ter uitvoering van dit artikel nadere regels vast.

  • 3. Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college een raadslid op aanvraag voor de uitoefening van het raadslidmaatschap voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor:

    • a.

      aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of

    • b.

      gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

    Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan raadsleden in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 4. Op aanvraag vergoedt het college het raadslid de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur.Voor de aanlegkosten wordt deze vergoeding gemaximaliseerd tot € 70,-- en voor de abonnementskosten tot € 30,-- per maand.

  • 5. Het raadslid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 6. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 9 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2. Het raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet als dienstbetrekking wordt aangemerkt kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien het raadslid gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.

  • 4. Gelet op het bepaalde in artikel 99 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 10 Verlaging vergoeding werkzaamheden bij arbeidsongeschiktheid

De vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, kan op verzoek van een raadslid

worden verlaagd in het geval hij een uitkering ontvangt in verband met gehele of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.

Artikel 11 Compensatie korting werkloosheidsuitkering

  • 1. In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

  • 2. In het geval dat een raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6, vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.

Artikel 12 Vergoeding voor waarneming voorzitterschap van de gemeenteraad

  • 1. Een raadslid dat op grond van artikel 77 van de Gemeentewet meer dan 30 dagen onafgebroken het voorzitterschap van de gemeenteraad waarneemt, ontvangt voor die waarneming een toeslag van 8% van de in artikel 2 bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden over de tijd van de waarneming.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de onkostenvergoeding, bedoeld in artikel 3.

Artikel 13 Ziektekostenvoorziening

  • 1. De tegemoetkoming in de kosten van een ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 11 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt € 175,-- per jaar.

  • 2. In het geval een raadslid gedurende een gedeelte van het kalenderjaar lid van de raad is geweest ontvangt hij de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van het aantal dagen dat hij in dat jaar raadslid is geweest.

  • 3. De betaling van de tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid, geschiedt in maandelijkse termijnen.

Artikel 14 Voorzieningen bij tijdelijk ontslag wegens zwangerschap en bevalling of ziekte

  • 1. De artikelen 2 tot en met 4, 7 tot en met 11 en 13 blijven van toepassing op het raadslid aan wie ingevolge artikel X 10 van de Kieswet tijdelijk ontslag is verleend wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, met dien verstande dat de onkostenvergoeding die dit raadslid op grond van artikel 3, eerste of tweede lid, ontvangt de helft bedraagt van het bedrag dat op grond van die bepalingen van toepassing is.

  • 2. De artikelen 1 tot en met 7, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 11 tot en met 13 van deze verordening zijn van toepassing op raadsleden die tijdelijk worden benoemd ter vervanging van een raadslid dat ingevolge artikel X10 van de Kieswet tijdelijk ontslag heeft verkregen wegens zwangerschap en bevalling of ziekte.

HOOFDSTUK III VOORZIENINGEN VOOR WETHOUDERS

Artikel 15 Onkostenvergoeding

De vergoeding voor aan de uitoefening van het wethouderschapschap verbonden kosten is gelijk aan

het bedrag voor gemeenteklasse 7, vermeld in artikel 25 van het Rechtspositiebesluit wethouders.

Artikel 16 Reiskosten woon-werkverkeer

De tegemoetkoming voor het reizen tussen zijn woning en de plaats van tewerkstelling van de wethouder is gelijk aan de vergoeding bedoeld in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 17 Zakelijke reis- en verblijfkosten

  • 1. Aan de wethouder wordt naast de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 16 vergoeding verleend voor reiskosten ter zake van andere dan de in artikel 16 bedoelde reizen ten behoeve van de gemeente gemaakt.

    De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen personenauto: de vergoeding als bedoeld in artikel 4, onderdeel van de Regeling rechtspositie wethouders;

    • c.

      een vergoeding van de noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte verblijfkosten.

  • 2. Op aanvraag worden de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder gesaldeerd overeenkomstig de regeling voor gemeentelijk personeel. Indien geen regeling als bedoeld in de eerste volzin is vastgesteld vindt op aanvraag saldering van de reiskosten voor de zakelijke reizen van de wethouder plaats overeenkomstig artikel 4a van de Reisregeling binnenland, artikel 2a van de Reisregeling buitenland en artikel 13a van de krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989 vastgestelde Verplaatsingskostenregeling 1989.

Artikel 18 Dienstauto

De wethouder kan voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruik maken van een dienstauto met of zonder chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de gemeente ingehuurde auto.

  • 1.

    De dienstauto met of zonder chauffeur kan door de wethouder ook worden gebruikt voor het reizen tussen de woning en de plaats van tewerkstelling en voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de wethouder vervult uit hoofde van zijn ambt.

  • 2.

    Indien de wethouder op grond van artikel 16 een tegemoetkoming ontvangt in de reiskosten tussen de woning en de plaats van tewerkstelling wordt een korting op die tegemoetkoming toegepast ter grootte van:

    • a.

      1/20 deel van de tegemoetkoming in de betreffende maand voor elke dag waarop zowel van de woning naar de plaats van tewerkstelling als omgekeerd van de plaats van tewerkstelling naar de woning gebruik is gemaakt van de dienstauto;

    • b.

      1/40 deel van de tegemoetkoming in de betreffende maand voor elke dag waarop alleen hetzij van de woning naar de plaats van tewerkstelling hetzij omgekeerd van de plaats van tewerkstelling naar de woning gebruik is gemaakt van de dienstauto.

  • 3.

    Indien de wethouder voor reizen ten behoeve van in het tweede lid bedoelde nevenfuncties gebruik maakt van de gemeentelijke dienstauto en daarvoor een vergoeding van reiskosten ontvangt wordt die vergoeding in de gemeentelijke kas gestort.

Artikel 19 Buitenlandse dienstreis

  • 1. Indien de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2. Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.

  • 3. Deel II van de Gedragscode bestuurlijke integriteit, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 24 januari 2008 is van toepassing.

Artikel 20 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een wethouder aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. De wethouder die wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de uitoefening van het ambt van wethouder.

  • 3. Deel II van de Gedragscode bestuurlijke integriteit, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 24 januari 2008 is van toepassing.

Artikel 21 Computer en internetverbinding

  • 1. Op aanvraag worden de wethouder ten laste van de gemeente voor de uitoefening van het ambt een computer, bijbehorende apparatuur en software in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. Voor zover er sprake is van een belastingheffing in verband met een ten laste van de gemeente ter beschikking gestelde computer, bijbehorende apparatuur en software als bedoeld in het eerste lid ontvangt de wethouder ten laste van de gemeente op aanvraag per jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde daarvan voor een periode van maximaal drie jaar. Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan wethouders in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 3. Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college de wethouder op aanvraag voor de uitoefening van het ambt voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor

    • a.

      aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of

    • b.

      gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

    Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan de wethouders in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 4. Op aanvraag worden de wethouder de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur vergoed.

    Voor de aanlegkosten wordt deze vergoeding gemaximaliseerd tot

    € 70,-- en voor de abonnementskosten tot € 30,-- per maand.

  • 5. De wethouder ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 6. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 22 Mobiele telefoon

  • 1. Op aanvraag wordt de wethouder voor uitsluitend de uitoefening van zijn ambt een mobiele telefoon in bruikleen ter beschikking gesteld.

  • 2. De wethouder ondertekent daartoe een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 3. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 4. Voor zover de in bruikleen beschikbaar gestelde mobiele telefoon voor privé-doeleinden is gebruikt, vindt maandelijks een verrekening van de gesprekskosten plaats.

Artikel 23 Spaarloonregeling/levensloopregeling

  • 1. De wethouder kan op aanvraag deelnemen aan de voor het gemeentelijk personeel geldende spaarloonregeling.

  • 2. De wethouder kan deelnemen aan de levensloopregeling als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de loonbelasting 1964.

  • 3. Deelname aan de spaarloonregeling is niet mogelijk indien de wethouder gebruik maakt van de wettelijke levensloopregeling.

  • 4. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 24 Fietsregeling

  • 1. De wethouder kan deelnemen aan de fietsregeling als bedoeld in artikel 37 van de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001. Naar keuze van de wethouder wordt de bezoldiging dan wel vaste onkostenvergoeding dan wel eindejaarsuitkering verminderd met de vergoeding voor de fiets als bedoeld in de Uitvoeringsregeling Loonbelasting.

  • 2. Gelet op het bepaalde in artikel 44 van de Gemeentewet bestaat geen aanspraak op enige vergoeding van de gemeente.

Artikel 25 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten

De wethouder die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikt heeft ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:

  • a.

    reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders;

  • b.

    verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.

HOOFDSTUK IV VOORZIENINGEN VOOR COMMISSIELEDEN

Artikel 26 Vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen

  • 1. De vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies bedoeld in artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is gelijk aan het door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor gemeenteklasse 3 (tabel IV) vastgestelde maximum.

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op degene die als lid van een commissie een vaste vergoeding voor de werkzaamheden als bedoeld in artikel 96 van de Gemeentewet ontvangt.

  • 3. Geen vergoeding ontvangt degene die zitting heeft in een commissie.

    • a.

      als raadslid of wethouder;

    • b.

      uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een ambtelijke of bestuurlijke hoedanigheid dan wel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd;

    • c.

      als vertegenwoordiger van een belanghebbende instelling, organisatie of groepering, tenzij zijn lidmaatschap van de commissie tevens in belangrijke mate het gemeentelijk belang dient.

  • 4. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan een hogere vergoeding worden vastgesteld tot ten hoogste € 320,-- per vergadering ten aanzien van:

    • a.

      een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en een lid van een commissie die op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelname aan haar werkzaamheden is aangetrokken, en;

    • b.

      een lid van een commissie ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.

Artikel 27 Computer en internetverbinding

  • 1. Op aanvraag van het commissielid stelt het college bij aanvang van een zittingsperiode van de gemeenteraad aan het commissielid een bedrag ineens ter beschikking als tegemoetkoming in de aanschaf van ICT-apparatuur en de daar verder mee verbonden kosten, dan wel als

    tegemoetkoming in het gebruik van eigen ICT-apparatuur en de daar verder mee verbonden kosten.

  • 2. Op voordracht van het presidium stelt de gemeenteraad ter uitvoering van dit artikel nadere regels vast.

  • 3. Indien geen computer, bijbehorende apparatuur en software ter beschikking is gesteld, verleent het college een commissielid op aanvraag voor de uitoefening van het commissielidmaatschap voor een periode van maximaal drie jaar een tegemoetkoming van 30% van de aanschafwaarde voor:

    • a.

      aanschaf van een computer, bijbehorende apparatuur en software, of;

    • b.

      gebruik van een eigen computer, bijbehorende apparatuur en software.

    Daarbij wordt ten hoogste uitgegaan van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software welke het college aan commissieleden in bruikleen ter beschikking stelt.

  • 4. Op aanvraag vergoedt het college het commissielid de aanleg- en abonnementskosten voor de internetverbinding voor de in het eerste of derde lid genoemde computerapparatuur. Voor de aanlegkosten wordt deze vergoeding gemaximaliseerd tot € 70,-- en voor de abonnementskosten tot € 30,-- per maand.

  • 5. Het commissielid ondertekent voor de bruikleen een bruikleenovereenkomst met de gemeente.

  • 6. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

Artikel 28 Reis - en verblijfkosten

  • 1. Aan het lid van een commissie dat geen raadslid of wethouder is en niet in zijn hoedanigheid van ambtenaar tot lid van de commissie is benoemd worden de reiskosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed. De vergoeding betreft:

    • a.

      bij gebruik van openbare middelen van vervoer en van een taxi: een volledige vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel: een vergoeding van de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel b, van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte verblijfskosten ter zake van reizen binnen en buiten het grondgebied van de gemeente vergoed overeenkomstig het bepaalde in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders.

Artikel 29 Buitenlandse excursie of reis

  • 1. De gemeenteraad kan een commissie uit de gemeenteraad toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde excursie of reis wordt door of vanwege de gemeente georganiseerd.

  • 3. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.

  • 4. Deel II van de Gedragscode bestuurlijke integriteit, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 24 januari 2008 is van toepassing.

Artikel 30 Cursus, congres, seminar of symposium

  • 1. De kosten van deelname van een commissielid aan cursussen, congressen, seminars en symposia die in het gemeentelijk belang door of namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van de gemeente.

  • 2. Het commissielid dat wil deelnemen aan een cursus, congres, seminar of symposium dat niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient daartoe een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

    De kosten komen voor rekening van de gemeente als deelname van algemeen belang is in verband met de vervulling van het commissielidmaatschap.

  • 3. Deel II van de Gedragscode bestuurlijke integriteit, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 24 januari 2008 is van toepassing.

HOOFDSTUK V DE PROCEDURE VAN DECLARATIE

Artikel 31 Betaling van kosten

Betaling van kosten op grond van deze verordening vindt plaats door:

  • a.

    betaling uit eigen middelen; of.

  • b.

    rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.

Artikel 32 Declaratie van betaalde kosten uit eigen middelen

  • 1. Voor de vergoeding van de kosten, bedoeld in de artikelen 5, 6, 16,17, 19, 25 en 28 wordt gebruik gemaakt van een declaratieformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, indien deze kosten uit eigen middelen vooruit zijn betaald.

  • 2. Het voorgaande lid is van overeenkomstige toepassing op de maximale vergoedingen, als genoemd in de artikelen 8, 21, 26 en 27.

  • 3. Uiterlijk in de eerste week, na het verstrijken van het kalenderjaar waarin de uitgave is gedaan, dient het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid het declaratieformulier bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of een door hem aangewezen ambtenaar in, onder bijvoeging van de originele bewijsstukken.

Artikel 33 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. De vergoeding van kosten, bedoeld in de artikelen 7, 17, 19, 20 en 25 kan plaatsvinden door rechtstreekse toezending van de door het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder voor akkoord ondertekende factuur aan de gemeente.

  • 2. Verantwoording van deze wijze van vergoeding vindt plaats door het begeleidingsformulier, waarvan het model door het college is vastgesteld, volledig in te vullen en te ondertekenen.

  • 3. Uiterlijk in de eerste week, na het verstrijken van het kalenderjaar waarin de uitgave is gedaan, dient het raadslid, onderscheidenlijk de wethouder of het commissielid het declaratieformulier begeleidingsformulier en de factuur binnen 3 maanden na vervaldatum van de vordering in bij de griffier, onderscheidenlijk de gemeentesecretaris of de door hem aangewezen ambtenaar.

HOOFDSTUK VI VOORZIENINGEN BIJZONDERE COMMISSIES

Artikel 34 Niet van toepassing van deze verordening

  • 1. De bepalingen van deze verordening zijn niet van toepassing op:

    • a.

      de rekenkamercommissie;

    • b.

      de commissie voor de bezwaarschriften, en de daarin opgenomen kamers.

  • 2. De vergoeding en de kosten voor de werkzaamheden van respectievelijk de voorzitter en de leden van de commissie, als genoemd in het voorgaande lid onder a wordt vastgesteld door de gemeenteraad en voor de commissie, als genoemd in het voorgaande lid onder b door het college.

HOOFDSTUK VII SLOTBEPALING

Artikel 35 Indexering vergoedingen

Met uitzondering van de vergoeding als genoemd in artikel 13, eerste lid kan het college de bedragen, als genoemd in deze verordening herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar en bekend gemaakt in de Staatscourant.

HOOFDSTUK VIII CITEERTITEL EN INWERKINGTREDING

Artikel 36 Intrekking oude regeling

De verordening Voorzieningen wethouders, raads- en commissieleden 2007, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 22 maart 2007 wordt ingetrokken.

Artikel 37 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking de dag volgende op die waarop ze is bekend gemaakt en werkt terug tot 1 januari 2008, met uitzondering van de artikelen 11 tot en met 15 en 33 die terugwerken tot en met 16 maart 2006.

Artikel 38 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden 2008.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 maart 2014.
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
H.J. van der Wel. mr. F.D. van Heijningen