Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Helmond houdende regels omtrent sociaal medische indicatie kinderopvang

Geldend van 22-07-2017 t/m heden

Intitulé

Verordening Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang Helmond 2017

De raad van de gemeente Helmond;

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 mei 2017;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

besluit:

  • 1.

    Vast te stellen de Verordening Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang Helmond 2017.

  • 2.

    In te trekken de Verordening Sociaal Medische Indicatie Kinderopvang Helmond 2011.

VERORDENING SOCIAAL MEDISCHE INDICATIE KINDEROPVANG HELMOND 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      College: het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      Ouder: gezaghebbende ouder, adoptiefouder, stiefouder of een ander die een jeugdige als behorend tot zijn gezin verzorgt en opvoedt, niet zijnde een pleegouder;

    • c.

      Kind: de bloedverwant of aanverwant in de neergaande lijn van de ouder of zijn partner, die in belangrijke mate wordt onderhouden door de ouder of zijn partner en als ingezetene op hetzelfde woonadres als de ouder is ingeschreven in de basisregistratie personen.

    • d.

      Kinderopvang: dagopvang of buitenschoolse opvang op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen geleverd door een kindercentrum of gastouderbureau dat geregistreerd is in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen of informele opvang door het sociale netwerk.

    • e.

      Sociaal-medische gronden: lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking van de ouder(s) waardoor deze onvoldoende of niet fulltime in staat is voor het kind te zorgen en de ontwikkelingskansen van het kind hierdoor onder druk staan.

    • f.

      Tegemoetkoming: bijdrage in de kosten van kinderopvang op basis van sociaal-medische gronden.

    • g.

      Voorliggende voorziening: elke mogelijkheid om in kinderopvang te voorzien waarvan door de aanvragende ouder gebruik kan worden gemaakt, waaronder andere financiële tegemoetkomingen of adequate kinderopvang in de informele sfeer.

Hoofdstuk 2 Criteria voor de tegemoetkoming

Artikel 2. Doelgroep

  • 1. Deze regeling is van toepassing op personen

    • a.

      die tot de categorie personen behoren met een lichamelijke, zintuiglijke, verstandelijke of psychische beperking;

    • b.

      die volgens de Basisregistratie Personen zijn of haar woonplaats heeft in Helmond;

    • c.

      van wie is vastgesteld dat een of meer van de beperkingen genoemd in sub a, opvang van zijn of haar kind of kinderen noodzakelijk maken en

    • d.

      ten aanzien van wie is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is.

Artikel 3. Recht op een tegemoetkoming

De ouder die voldoet aan de vereisten als genoemd in artikel 2 van deze verordening komt in aanmerking voor een tegemoetkoming in de kosten indien hij of zij:

  • a.

    beschikt over een Nederlandse nationaliteit of een rechtmatig verblijf in Nederland, en

  • b.

    aantoonbaar niet zelf in de kinderopvang kan voorzien en geen beroep kan doen op het eigen netwerk of een andere passende voorliggende voorziening.

Hoofdstuk 3 Aanvraagprocedure

Artikel 4. Indiening van de aanvraag

  • 1. De aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten van de kinderopvang op sociaal-medische gronden wordt schriftelijk bij het college ingediend.

  • 2. De aanvraag bevat in ieder geval:

    • a.

      Naam, adres en BSN van de ouder;

    • b.

      Indien van toepassing naam en BSN van de partner en, als dit afwijkt van het adres van de ouder, het adres van de partner;

    • c.

      Naam, geboortedatum en BSN van het kind of de kinderen waarop de aangevraagde tegemoetkoming betrekking heeft;

    • d.

      Gegevens over het belastbaar inkomen;

    • e.

      Schriftelijke of op schrift te stellen hulpvraag van de ouder;

    • f.

      Het aantal uren waarvoor en de periode waarin kinderopvang volgens de aanvrager noodzakelijk is;

    • g.

      Een offerte of contract van het kindercentrum of gastouderbureau dat de kinderopvang gaat verzorgen;

    • h.

      Een machtiging voor rechtstreekse betaling van de tegemoetkoming aan het kindercentrum of gastouderbureau;

    • i.

      De handtekening van de ouder of diens wettelijke vertegenwoordiger en, als de ouder een partner heeft, van de partner.

Hoofdstuk 4 Verlening van een tegemoetkoming

Artikel 5. Beslistermijn

  • 1. Het college beslist op de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van het schriftelijke aanvraagformulier.

  • 2. Indien een beschikking niet binnen bovengenoemde termijn kan worden gegeven, deelt het bestuursorgaan dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 6. Weigeringsgronden

Het college weigert de aanvraag voor een tegemoetkoming voor kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie indien:

  • 1.

    De aanvraag niet voldoet aan hetgeen bepaalt is in artikel 2 en 3.

  • 2.

    De ouder niet bereid is om hulpverlening te accepteren of hieraan mee te werken.

  • 3.

    De ouder of partner al een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op basis van deze verordening ontvangt.

Artikel 7. Verlening tegemoetkoming

Het besluit tot vaststelling van de noodzaak van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie bevat in ieder geval:

  • a)

    De naam en de geboortedatum van het kind of de kinderen voor wie de tegemoetkoming is aangevraagd;

  • b)

    Het aantal uren per week waarvoor een tegemoetkoming wordt verleend;

  • c)

    De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend;

  • d)

    De naam en het adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;

  • e)

    De wijze waarop de hoogte van de tegemoetkoming wordt bepaald en het bedrag dat op basis hiervan wordt verleend;

  • f)

    De eigen bijdrage;

  • g)

    De wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;

  • h)

    De voor de ouder(s) geldende verplichtingen.

Artikel 8. Ingangsdatum

  • 1. De tegemoetkoming wordt toegekend met ingang van de datum, waarop de schriftelijke aanvraag voor de tegemoetkoming volledig door het college is ontvangen.

  • 2. Indien op de datum zoals bedoeld in het eerste lid van dit artikel nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming toegekend met ingang van de aanvangsdatum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.

Artikel 9. Omvang en duur van de tegemoetkoming

  • 1. De tegemoetkoming wordt slechts verleend voor het aantal uren per week waarvoor de inzet van de kinderopvang op sociaal medische gronden naar het oordeel van het college noodzakelijk is.

  • 2. De tegemoetkoming wordt vastgesteld voor maximaal 6 maanden.

  • 3. Indien het college dit noodzakelijk acht vindt verlenging van de tegemoetkoming plaats, onder de voorwaarde dat de ouder aantoonbaar voldoende heeft meegewerkt met betrekking tot het hulpverleningstraject. De verlenging van de tegemoetkoming kan eenmalig worden verleend voor ten hoogste 3 maanden.

  • 4. Alleen bij een nieuwe, andere oorzaak die ten grondslag ligt aan de noodzaak voor kinderopvang dan de oorzaak voor de eerder vastgestelde noodzaak, kan nogmaals een tegemoetkoming worden verstrekt voor maximaal 6 maanden, met een mogelijkheid tot verlenging van ten hoogste 3 maanden.

Artikel 10. Hoogte en Betaling tegemoetkoming

  • 1. De hoogte van de kosten van de kinderopvang zijn gebaseerd op de geldende tarieven van de Belastingdienst.

  • 2. De hoogte van de tegemoetkoming wordt berekend door toepassing van de draagkrachtregels met betrekking tot het inkomen voor bijzondere bijstand.

  • 3. De tegemoetkoming wordt in maandelijkse termijnen uitbetaald aan de houder van het kindercentrum of het gastouderbureau, op basis van een door de ouder afgegeven machtiging.

Hoofdstuk 5 Verplichtingen ouder

Artikel 11. Beperking noodzaak

  • 1. De ouder doet al het mogelijke om de periode waarin noodzakelijke kinderopvang moet worden afgenomen, zo kort mogelijk te laten zijn.

  • 2. De ouder doet al het mogelijke om het aantal uren waarop noodzakelijke kinderopvang moet worden afgenomen, zo gering mogelijk te laten zijn.

Artikel 12. Inlichtingenplicht

  • 1. De ouder verstrekt op verzoek, binnen een door het college gestelde termijn, aan het college alle gegevens en inlichtingen van hem en zijn partner die voor de aanspraak op en de hoogte van de vergoeding van belang kunnen zijn.

  • 2. De ouder doet het college onmiddellijk, na het bekend worden daarvan, uit eigen beweging schriftelijk mededeling van inlichtingen en gegevens die kunnen leiden tot een verlaging van de vergoeding.

Artikel 13. Facturen

  • 1. De ouder verstrekt elke maand aan het college een kopie van de factuur van het kindercentrum of gastouderbureau.

  • 2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde factuur wordt uiterlijk voor het einde van de maand volgend op de maand waarop de factuur betrekking heeft, aan het college verstrekt.

Hoofdstuk 6 Herziening, intrekking en terugvordering

Artikel 14. Herziening en intrekking

Het college herziet het recht op tegemoetkoming of trekt dit in:

  • a.

    Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht zoals bedoeld in artikel 12 heeft geleid tot een ten onrechte of te hoog verstrekt tegemoetkoming.

  • b.

    Indien anderszins een tegemoetkoming ten onrechte of tot een te hoog bedrag verstrekt is.

Artikel 15. Terugvordering

Indien het college een besluit tot herziening of intrekking als bedoeld in artikel 14 heeft genomen, vordert het college de ten onrechte of te hoog verstrekte tegemoetkoming terug.

Hoofdstuk 7 Slotbepalingen

Artikel 16. Hardheidsclausule

Het college kan ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien de toepassing van de verordening zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 17. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 27 juni 2017.

De raad voornoemd,
de voorzitter
de griffier