Verordening Seniorenraad 2005

2.1 De Seniorenraad heeft tot taak het College van Burgemeester en Wethouders van Helmond en de Gemeenteraad te adviseren over de voorbereiding en uitvoering van het algemeen en categoraal gemeentelijk ouderenbeleid. Dit betekent dat de Seniorenraad adviseert op allerlei terreinen zoals zorg, welzijn, veiligheid, verkeer en vervoer, huisvesting, financiën en emancipatie, mits dit raakvlakken heeft met het seniorenbeleid.

2.2 Daarbij gaat het om de hoofdlijnen, niet om de details. Deskundigheid en ervaring van ouderen zelf komen zodoende aan bod in een vroeg stadium, zodat de gemeente daar in haar besluitvorming rekening mee moet houden.

2.3 De Seniorenraad houdt zich bezig met het adviseren over de belangen van ouderen als groep en niet met de problemen van individuele ouderen.

2.4 Burgemeester en Wethouders vragen vooraf schriftelijk advies over de onder 2.1 genoemde beleidsaspecten.

2.5 De Seniorenraad kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen. In het eerste geval komt er een vraag om advies van de gemeente; in het tweede geval neemt de Seniorenraad zelf initiatief. Op het moment dat bepaalde problemen herhaaldelijk naar voren komen en dus voor een groep ouderen blijken te gelden, kan de Seniorenraad initiatief ontplooien. De Seniorenraad wordt vanaf het begin van de beleidsontwikkeling om advies gevraagd.

2.6 Ter voorbereiding van adviezen voert de Seniorenraad zonodig overleg met andere organisaties die zich eveneens met ouderenbeleid bezig houden.

2.7 Meerdere keren per jaar is er overleg met de wethouder voor ouderenbeleid en met verschillende ambtenaren van de gemeente.

2.8 De Seniorenraad staat open voor contacten met politieke partijen, fracties en andere relevante maatschappelijke organisaties en instanties en kan daartoe zo nodig zelf initiatieven nemen.

3.1 De Seniorenraad heeft de rechtsvorm van een stichting.

3.2 De Seniorenraad kent bestuursleden en adviseurs. De bestuursleden zijn stemgerechtigd, de adviseurs en de voorzitter daarentegen niet. De Seniorenraad bestaat uit 7 bestuursleden plus een onafhankelijk voorzitter. Alle leden zijn tenminste 50 jaar oud en zijn woonachtig in Helmond.

3.3 De samenstelling van de Seniorenraad is als volgt:

1 lid wordt afgevaardigd door de PCOB - stemgerechtigd

1 lid wordt afgevaardigd door de ANBO - stemgerechtigd

2 leden worden afgevaardigd door de KBO - stemgerechtigd

1 lid wordt afgevaardigd door de werkgroep voor bejaarden - stemgerechtigd

2 onafhankelijke ouderen - stemgerechtigd

minimaal 3 professionele adviseurs waarvan 1 vaste zetel voor de Stichting Welzijn Ouderen Helmond en waarbij de overige zetels agenda-afhankelijk worden ingevuld door AMW, GGD, GGZ, Rode Kruis, de woningcorporaties of zorginstellingen.

onafhankelijke voorzitter, die streeft naar consensus tussen de deelnemers.

4.1 De bestuursleden van de Seniorenraad worden benoemd door het College van Burgemeester en Wethouders op basis van de voordrachten door de organisaties genoemd onder 3.3. Na hun benoeming dragen zij zorg voor het aanzoeken van de 2 onafhankelijke ouderen tot bestuurslid, die vervolgens door het College van Burgemeester en Wethouders worden benoemd.

4.2 De professionele adviseurs worden op voordracht van hun organisaties benoemd door de Seniorenraad.

4.3 De leden van de Seniorenraad worden benoemd voor een periode van vier jaren.

4.4 Aftredende leden zijn terstond, doch slechts een maal, herbenoembaar. Het gestelde onder 4.1 is dan van overeenkomstige toepassing.

4.5 Het lidmaatschap van de Seniorenraad kan te allen tijde op eigen verzoek worden beëindigd. Dit verzoek wordt schriftelijk bij de Seniorenraad ingediend, die daarvan zo spoedig mogelijk kennis geeft aan het College van Burgemeester en Wethouders.

4.6 Bij vervulling van een tussentijdse vacature heeft de nieuw benoemde zitting voor een periode van vier jaren.

5.1 De voorzitter wordt voorgedragen door de Seniorenraad op basis van een door de Seniorenraad op te stellen profielschets. Benoeming vindt plaats door het College van Burgemeester en Wethouders.

5.2 Het bepaalde in artikel 4.3 - 4.6 en in artikel 6 zijn van overeenkomstige toepassing op de voorzitter.