Nadere regels subsidie integratiebeleid Helmond 2009

Ondertekening

Toelichting nadere regels subsidie integratiebeleid Helmond 2009

A. Algemeen

Inleiding

Op 1 juli 2005 is de ‘Subsidieregeling Helmondse begrotingspost integratiebeleid’ in werking getreden. De gemeenteraad heeft vervolgens op 5 december 2008 de nota Integratiebeleid Helmond 2008-2011 deel 1: beleidsinhoudelijk kader vastgesteld. In deze nota beschrijft de gemeente haar visie op integratie, doelstellingen en de maatregelen die de gemeente wil nemen om uitvoering te geven aan het integratiebeleid. Deze nota is gevolgd door een tweede deel, het meerjaren uitvoeringsprogramma dat op 22 december 2008 door het college is vastgesteld. In deze nota worden de te nemen maatregelen verder geconcretiseerd.

Voorts is een evaluatie opgesteld van de subsidieregeling waarmee de gemeente professionele en (vrijwilligers)organisaties wil stimuleren in het nemen van initiatieven die integratie bevorderen. De bevindingen van deze evaluatie sluiten aan bij het onderzoek dat in 2008 in opdracht van de gemeente door Atos Consulting is verricht naar de mogelijkheden van vermindering van de administratieve lasten.

De belangrijkste conclusies uit deze evaluaties zijn de volgende:

• 1.

  De subsidieregeling is sterk procesgericht (hoe wordt wat toegekend?) maar geeft een beperkte inhoudelijke sturing (wat is het beoogde effect?);

• 2.

  De administratieve lasten en vereisten die gelden bij de aanvraag (zoals de verplichte aanvraag in samenwerking) vormen een drempel;

• 3.

  Grotere flexibiliteit is gewenst. Twee aanvraagmomenten per jaar is (te) weinig in relatie tot spontane ideeën bij vrijwilligers(organisaties).

Op basis van deze conclusies en in het licht van de algehele herziening van het gemeentelijk subsidiestelsel per 1 januari 2009 (meer hierover onder het kopje ‘Herziening gemeentelijk subsidiestelsel en consequenties’) is besloten de subsidieregeling te herschrijven. De input van relevante maatschappelijke organisaties in Helmond heeft bij het opstellen van deze nieuwe regeling een belangrijke rol gespeeld.

Herziening gemeentelijk subsidiestelsel en consequenties

Voor de herziening als voornoemd werd het gemeentelijke subsidiestelsel in Helmond gekenmerkt door een lappendeken van vele regelingen die qua opbouw en systematiek sterk uiteenliepen. De voor 1 januari 2009 geldende Algemene subsidieverordening (ASV 2005) bleek geen echte algemene regeling en was feitelijk toegeschreven op de beleidsvelden welzijn, sport en cultuur. Verder fungeerde deze in de praktijk als restverordening, voor zover een bijzondere verordening niet voorhanden was. Anno 2008 kende de gemeente Helmond dus een ASV met daarnaast tal van bijzondere en uiteenlopende verordeningen.

Medio 2007 is een projectopdracht verstrekt om het huidige gemeentelijke subsidiestelsel te bezien, te ontvlechten en om te vormen tot een meer samenhangend geheel. Dit alles heeft geresulteerd in de nieuwe Algemene subsidieverordening Helmond 2009.

De Algemene Subsidieverordening Helmond 2009 (hierna te noemen: ASV 2009) is een subsi-dieregeling die alle gemeentelijke beleidsterreinen bestrijkt. Zij kan tevens worden beschouwd als ”moederverordening” met tal van algemene regels en voorschriften die in beginsel universeel gelden. Onderdeel van de (herzienings)operatie was het omvormen van alle bestaande bijzondere subsidie-regelingen tot nadere regels. De nadere regels (gedelegeerde regelgeving) komen daarmee onder de paraplu van de ASV te hangen.

De nieuwe regeling valt nu hiërarchische gezien onder de reikwijdte van de (nieuwe) ASV. In de nieuwe regeling zijn - in vergelijking met de oude regeling - (procedure)bepalingen die ook voorkomen in de subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de ASV weggesneden om doublures te voorkomen en om de uniformiteit te bevorderen. Voorts ligt de bevoegdheid om nadere regels vast te stellen bij het college. De oude regeling betrof nog een bevoegdheid van de gemeenteraad. De reden om te kiezen voor nadere regels (gedelegeerde regelgeving) heeft te maken met het feit dat een onderwerp als subsidiëring veelvuldig in beweging is en optimale flexibiliteit gewenst is om zo sneller en beter te kunnen inspelen op veranderende behoeften en wensen.

Wat is er veranderd ?

In de nieuwe regeling is er op de eerste plaats een aantal structuurwijzigingen doorgevoerd; een aantal artikelen is verplaatst om zo beter aan te sluiten bij de structuur en opzet van de ASV 2009. Verder is er een aantal nieuwe artikelen ingevoegd en is er een aantal artikelen geschrapt. Het laatste houdt verband met de gelaagde c.q. hiërarchische structuur van de regelgeving (Awb - ASV - nadere regels) en het voorkomen van doublures (zie boven). Anders gesteld: de bepalingen die voorkomen in de Awb of de nieuwe ASV zijn leidend en behoeven geen regulering in deze voorliggende regeling. Enkele voorbeelden:

• -

  Begripsbepalingen als “instelling” en “activiteit” zijn omschreven in de ASV (zie artikel 1.1);

• -

  De bevoegdheid om (jaarlijks) een subsidieplafond vast te stellen is neergelegd in de ASV (artikel 1.3);

• -

  De hardheidsclausule (zie artikel 4.4 ASV).

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel wordt een nadere beschrijving gegeven van de begrippen integratie, participatie en autochtonen. Hoewel deze begrippen zich niet eenvoudig in een definitie laten vangen is het toch van belang om kernachtig weer te geven wat de gemeente hieronder verstaat. De interpretatie van deze begrippen is immers de basis voor het te voeren beleid.

Artikel 1.2 Doelstelling

In dit artikel wordt een zeer beknopte beschrijving gegeven van doelstelling van deze subsidierege-ling. De begripsomschrijving in artikel 1.1 biedt daarbij een eerste aanknopingspunt. Meer aan-knopingspunten ten aanzien van de gemeentelijke doelstellingen op het gebied van integratie is te vinden in de huidige nota Integratiebeleid Helmond 2008-2011, deel 1 (beleidsinhoudelijk kader), die tevens op de website van de gemeente wordt gepubliceerd. De drie T’s (Toerusting, Toegankelijkheid en Toenadering) zijn met name richtinggevend voor het integratiebeleid. In artikel 1.2 wordt meer specifiek benoemd dat de voornaamste doelstelling van deze regeling het versterken van de toenadering van verschillende bevolkingsgroepen is.

Artikel 1.3 Verhouding tot ASV Helmond 2009

Deze regeling is aanvullend op de ASV Helmond 2009 (zie ook algemeen deel van deze toelichting). Op een aantal punten wijkt deze regeling af van de ASV Helmond 2009. Deze afwijkingen zijn bedoeld om deze subsidieregeling laagdrempelig te houden.

Artikel 1.4 Duur subsidie en subsidiabele kosten

Omdat deze subsidieregeling gericht is op Helmond en slechts door Helmondse burgers en instellingen een beroep op de regeling kan worden gedaan wordt geen subsidie verstrekt voor de kosten van reis en verblijf. Aangenomen wordt dat deze kosten per definitie nihil zijn.

Artikel 2.1 De subsidieaanvraag

In het eerste lid van dit artikel wordt bepaald dat gedurende het hele jaar een subsidieaanvraag kan worden ingediend. Dit is een belangrijke verruiming ten opzichte van de oude regeling, waarin op twee momenten per jaar een aanvraag kon worden ingediend.

De raad stelt jaarlijks vast welk budget er wordt toegekend ten behoeve van de uitvoering van deze regeling. In het geval het subsidieplafond wordt bereikt worden aanvragen toegekend op basis van ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’.

In afwijking van de hoofdregel in de Algemene Subsidieverordening Helmond 2009 kan het college besluiten om een integratiesubsidie ook toe te kennen aan een natuurlijke persoon. Hiermee wordt het mogelijk om naast instellingen, ook betrokken wijkbewoners te stimuleren tot het nemen van integratiebevorderende initiatieven.

Om te voorkomen dat burgers problemen krijgen met betrekking tot het opzetten van de activiteit of het verantwoorden van de subsidie wordt bij subsidieverlening aan een natuurlijke persoon de eis gesteld om, in het geval de subsidie meer dan € 500,- bedraagt de subsidie in samenwerking met een instelling in te dienen.

Artikel 2.2 Algemene criteria voor subsidieverlening

In dit artikel worden de minimale eisen beschreven waaraan de activiteit moet voldoen om subsidiabel te kunnen zijn. Omdat het een gemeentelijke regeling met een beperkt budget betreft is een eerste vereiste dat de activiteit zich richt op het Helmondse. En uiteraard dient de activiteit een bijdrage te leveren aan de integratie.

De belangrijkste doelstelling van het integratiebeleid is het samenbrengen van de verschillende (etnische) groepen binnen de Helmondse samenleving. Een eis is dan ook dat de activiteit zich richt op verschillende etnische groepen. Nadrukkelijk wordt daarbij ook de autochtone bevolking genoemd. Beide eisen doen recht aan het eerdere besluit van de gemeente om af te stappen van specifiek doelgroepenbeleid (waarbij etniciteit centraal stond).

Een laatste eis (zie onderdeel d) is die van het Nederlands als de voertaal binnen de activiteit. Het Nederlands is de voornaamste taal die iedereen, ongeacht de afkomst, in Nederland spreekt of zou moeten kunnen spreken. De Nederlandse taal is daarmee een belangrijke bindende factor in onze samenleving.

Artikel 2.3 Weigeringsgronden

Indien bij de aanvraag blijkt dat een of meer van de in dit artikel genoemde weigeringsgronden - die aanvullend zijn op de weigeringsgronden van de ASV Helmond 2009 - van toepassing is kan de aanvraag inhoudelijk worden afgewezen. Het gaat hier met name om inhoudelijke kwesties die de gemeentelijke doelstellingen ten aanzien van integratie in de weg staan, zoals het van deelname uitsluiten van bepaalde bevolkingsgroepen.

Artikel 2.4 Bijzondere verplichtingen subsidieontvanger

De hier genoemde verplichting om het college vooraf op de hoogte stellen van de gemeente over de door de subsidieaanvrager in te zetten promotionele activiteiten is van belang voor de inhoudelijke sturing op de activiteit door de gemeente.

De verplichting om mee te werken aan evaluatie en monitoring stelt de gemeente in staat om de effectiviteit van het subsidiebeleid te bewaken zodat dit (indien noodzakelijk) kan worden bijgesteld.

De verplichting om (tussentijds) relevante wijzigingen door te geven wordt in deze regeling niet genoemd. Het laatste vloeit al voort uit de ASV (zie artikel 3.3).

Artikel 2.5 Voorschotten

In afwijking van de Algemene Subsidieverordening Helmond 2009 wordt in dit artikel een limiet gesteld aan de bevoorschotting van instellingen. Het doel hiervan is het versterken van de inhoudelijke sturing. De 20% die pas na een deugdelijke uitvoering van de activiteit wordt uitbetaald vormt een prikkel voor instellingen om de gemaakte afspraken na te komen, zonder een zodanig groot financieel risico bij de instellingen neer te leggen dat dit een drempel vormt om subsidieaanvragen in te dienen.

In het geval van subsidieverstrekking aan een natuurlijke persoon blijft de mogelijkheid bestaan om over te gaan tot volledige bevoorschotting. De reden hiervan is dat het niet billijk is om van een burger te verwachten dat hij of zij de kosten van de activiteit zelf moet dragen in afwachting van een gemeentelijk besluit op de subsidieaanvraag.

Artikel 3.1 Gecombineerde besluitvorming

Voorop gesteld zij dat deze bepaling aansluit bij het tweede lid van artikel 3.2 ASV Helmond 2009. De inzet van de nieuwe subsidieregeling is het vinden van een balans tussen het bieden van een laagdrempelige subsidiemogelijkheid voor lokaal initiatief dat ondersteunend is aan het collegebeleid enerzijds, en anderzijds het behouden van de gemeentelijke regie op inhoud en rechtmatigheid.

• -

  Bij een subsidie van € 2.500,- of lager kan het college besluiten om de subsidie direct bij toekenning ambtshalve vast te stellen. Het college zal met name van deze bevoegdheid gebruik maken als er geen redenen zijn om aan te nemen dat de subsidiabele activiteit gemeentelijke sturing op inhoud en rechtmatigheid behoeft.

• -

  Bij een subsidie hoger dan € 2.500,- maar kleiner of gelijk aan € 5.000,- is de ASV Helmond 2009 leidend, waarin de aanvrager kan worden ontheven van de verplichting om een inhoudelijk en financieel verslag bij het verzoek tot vaststelling mee te zenden.

• -

  Bij een subsidie hoger dan € 5.000,- dient de aanvrager deze stukken wel mee te zenden. De hoogte van het subsidiebedrag in verhouding tot het subsidieplafond rechtvaardigt dat meer expliciet aandacht wordt gegeven aan de rechtmatigheid van de verstrekte subsidie.

Artikel 4.1 en 4.2

De inhoud van deze artikelen spreekt voor zich.