Regeling vervallen per 01-08-2015

Beleidsregel stappenplan handhaving reclame centrum Helmond 2009

Geldend van 26-09-2009 t/m 31-07-2015

Intitulé

Beleidsregel stappenplan handhaving reclame centrum Helmond 2009

Burgemeester en wethouders van Helmond;

Collegevoorstel van 8 september 2009, nummer 0955752

besluit:

Vast te stellen de Beleidsregel stappenplan handhaving reclame centrum Helmond 2009

Beschrijving onderwerp:

De gemeente Helmond wil de ruimtelijke en architectonische kwaliteit van de (binnen) stad versterken. De kwaliteit van de openbare ruimte in de stad wordt beïnvloed door de inrichting daarvan. Straatmeubilair, reclames, terrassen, zonweringen, parasols, rolluiken enzovoort kunnen het stadsbeeld verlevendigen en daarmee een positieve invloed op de aanblik van een stad hebben. De getroffen maatregelen vanuit de Kwaliteitsimpuls Centrum zijn hier een duidelijk voorbeeld van. Het verblijfsklimaat van het centrum is door de Kwaliteitsimpuls sterk verbeterd. Voor het gemeentebestuur is dan ook een regisserende rol weggelegd om de kwaliteit van de gebouwde ruimte zo hoog mogelijk te houden. Dat kan onder meer door het voeren van een reclamebeleid.

Reeds jaren is er sprake van reclamebeleid in Helmond. Hierbij moet onderscheid worden gemaakt tussen handelsreclame in de openbare ruimte en handelsreclame op en aan bouwwerken. Waar hier gesproken wordt over handelsreclame wordt iedere openbare aanprijzing van waren of diensten op of aan bouwwerken bedoeld, waarmee een commercieel belang wordt gediend.

In 2008 is door de gemeenteraad een nieuwe welstandsnota vastgesteld. In deze nota is er sprake van aangepaste reclamerichtlijnen die passen binnen de Kwaliteitsimpuls van het centrum. Daarmee bevat de welstandsnota 2008 de weergave van het huidige, meest recente reclamebeleid. Dit beleid willen we handhaven middels onderhavig stappenplan.

Uitgangspunten van het stappenplan zijn:

  • 1.

    Het in overleg met het centrummanagement en de ondernemers komen tot de doelstelling dat alle ondernemingen voldoen aan de vastgestelde reclamerichtlijnen1;

  • 2.

    Na de overgangstermijn zal er handhavend worden opgetreden tegen ondernemers die en geen vergunning hebben en niet voldoen aan de reclamerichtlijnen en waarvan de reclame-uiting de toets aan de redelijke eisen van welstand niet kan doorstaan.

In dit stappenplan zullen de bestaande instrumenten en de te volgen procedures uiteen gezet worden, teneinde de handhaving op een effectieve wijze te kunnen aanpakken. Het stappenplan zal zowel dienen als een interne werkinstructie voor de betrokken partners, waarbij aangegeven wordt welke partner stappen neemt en welke stappen er genomen worden, als een samenstel van voor de overheid bindende regels die naar buiten toe rechtstreekse werking hebben (beleidsregels) en door belanghebbenden en de rechter getoetst kunnen worden.

1 Dit zijn ofwel de reclamerichtlijnen of de instemming van de welstandscommissie

Doelstelling

Met de Kwaliteitsimpuls Centrum wordt een samenhangende kwaliteitsverbetering beoogd van de inrichting van de openbare ruimte, het straatbeeld en de architectuur. Het huidige reclamebeleid is hier onderdeel van. Het plaatsen van handelsreclame mag geen afbreuk doen aan de bestaande architectuur of leiden tot een aantasting van het straatbeeld en moet daarom voldoen aan redelijke eisen van welstand. Het doel van het reclamebeleid als onderdeel van de Kwaliteitsimpuls Centrum is om de gewenste beeldkwaliteit te scheppen én te bewaken.

Juridisch kader

In artikel 1.1. van de Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008 (APV) is omschreven wat onder handelsreclame wordt verstaan, namelijk:

“iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen”

Commerciële reclame valt niet onder de vrijheid van meningsuiting. Aan de vrijheid van meningsuiting kunnen geen beperkingen worden gesteld.

Ook reclames achter ramen of glazen puien die gericht zijn op en zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte kunnen als handelsreclame worden aangemerkt, waarop de reclamerichtlijnen van toepassing zijn.

In de Woningwet in het algemeen en in de Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008 in het bijzonder zijn regels gesteld m.b.t. handelsreclame.

In artikel 4.4.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008 is een vergunningsplicht vastgelegd voor het voeren van handelsreclame. Een aanvraag wordt getoetst aan de reclamerichtlijnen (de zgn. “loketcriteria”) uit de welstandsnota. Wanneer een aanvraag voldoet aan de loketcriteria kan direct een vergunning worden verleend.

Indien een aanvraag niet voldoet aan de loketcriteria, is een welstandsadvies op maat nodig. In die gevallen zal de welstands¬commissie de beoordeling aanvullen met een deskundigenadvies. Op basis hiervan wordt een vergunning verleend of geweigerd.

Artikel 4.4.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008 en de loketcriteria uit de welstandsnota zijn als bijlage bij dit plan van aanpak gevoegd (bijlage 1).

Bij bijzondere constructies kan het voorkomen dat een handelsreclame bouwvergunning-¬ plichtig is. Bij het verlenen van een bouwvergunning zal dan geen vergunning ingevolge de APV worden verleend.

Beleidscriteria

Voor de toetsing van de vergunningsaanvraag zijn (voor de klant) bovengenoemde loketcriteria ontwikkeld. Deze zijn zo concreet en duidelijk mogelijk geformuleerd. Reclame-uitingen die niet strijdig zijn met deze loketcriteria, voldoen aan redelijke eisen van welstand. Wanneer een aanvraag strijdig is met de loketcriteria dan is er een verplichte welstandstoets nodig. In dergelijke gevallen zal de welstandscommissie de aanvraag beoordelen aan de hand van zowel de in bijlage 1 genoemde reclame¬richtlijnen, als beeldkwaliteitplannen en gebiedsspecifieke criteria voor zover van toepassing. In beginsel zijn de reclamerichtlijnen leidend. Slechts in de volgende uitzonderingsgevallen is afwijken van deze richtlijnen denkbaar:

  • -

    Bij een deskundig en onderbouwd verzoek, waarin aannemelijk gemaakt kan worden dat afwijking van deze bepalingen een gelijkwaardige of betere oplossing biedt voor wat betreft de vormgeving en plaatsing van de reclame in relatie tot de architectuur van het bouwwerk waarop deze wordt aangebracht.

  • -

    Wanneer handelsreclame een integraal onderdeel van het architectonische ontwerp uitmaakt, zal deze handelsreclame niet op zichzelf maar in samenhang met de architectuur worden beoordeeld. Hierbij wordt ondermeer gelet op de vormgeving, materiaaltoepassing, lichtintensiteit, kleurstelling, lay-out, typografie en de wijze van bevestiging.

  • -

    Wanneer in de directe omgeving van het aan te pakken reclameobject een vergunning is verleend voor reclames die op vergelijkbare wijze afwijken van de beleidsregels.

    Wanneer een beroep wordt gedaan op deze “precedentwerking” zal de welstandscommissie dat in haar beoordeling betrekken.

Stappenplan

Zoals eerder geformuleerd is één van de uitgangspunten van het stappenplan om samen en in overleg met het centrummanagement en de ondernemers te komen tot het doel, voldoen aan de gestelde reclame richtlijnen in het centrumgebied. Het tot stand komen van dit stappenplan geschiedt dan ook in goed overleg met het centrummanagement Deze heeft aangegeven een actieve rol te vervullen in de communicatie.

Om op een goede manier invulling te kunnen geven aan dit uitgangspunt zal er een reclamewerkgroep worden samengesteld welke zorg draagt voor een goede inventarisatie, beoordeling en selectie van de reclameobjecten. Deze werkgroep bestaat uit:

  • -

    Centrummanager;

  • -

    Ambtelijk secretaris van de gemeentelijke Welstandscommissie;

  • -

    Ambtelijke ondersteuning S&B/BW/VB;

  • -

    Ambtelijke ondersteuning S&B/BW/HA.

Bij veel ondernemingen is voor de aanwezige reclame een bouwvergunning of ontheffing van de destijds geldende APV verleend waarbij toepassing van de oude welstands¬bepalingen een onderdeel was.

De datum van 1 januari 2008 wordt gehanteerd omdat dit de ingangsdatum van de huidige APV is.

Het stappenplan is zo samengesteld dat er eerst sprake zal zijn van een overgangs¬termijn waarna handhaving volgt. Hierbij is handhaving het sluitstuk van het proces om te komen tot de gewenste kwaliteit zoals verwoord in de reclamerichtlijnen.

De aanpak van de reclame zal parallel lopen met de kwaliteitsimpulsaanpak centrum.

In 2008 is een inventarisatie gemaakt van de aanwezige reclames en de situatie die bij dat adres van toepassing is (situatie per 1 januari 2009) (bijlage 2). Hieruit volgt het onderstaande overzicht:

afbeelding binnen de regeling

Na het in werking treden van deze beleidsregel zal de inventarisatie van grof naar fijn worden doorgevoerd. Hierbij zal per adres dossieronderzoek plaatsvinden en een welstands¬advies worden aangevraagd.

Situatie 0: Reclame aangebracht na 1 januari 2008 met geldige bouw of APV vergunning.

Stap 1

Vergunning is verleend op basis van de nieuwe reclamerichtlijnen.

Geen verdere actie nodig.

Situatie 1: Reclame aangebracht na 1-1-2008 zonder bouwvergunning of APV vergunning.

In deze situatie zal er gehandeld worden volgens de verkorte handhavingaanpak zoals verwoord in de Beleidsregel handhaving centrumgebied Helmond 2008.

Situatie 2: Reclame aangebracht vóór 1 januari 2008 conform verleende bouwvergunning of APV ontheffing

Stap 1

Vergunning is op basis van de oude reclamerichtlijnen. Bij verandering moet een nieuwe vergunning worden aangevraagd. Geen verdere actie nodig. Slechts door middel van de inzet van communicatieve instrumenten wordt gepoogd de ondernemer te bewegen tot aanpassing.

Situatie 3: Reclame aangebracht vóór 1 januari 2008 zonder bouwvergunning of APV ontheffing en zonder goedkeuring welstand2.

Stap 1

Door een medewerker van de afdeling SB.BW.Ha van de gemeente Helmond worden deze ondernemers actief benaderd. Hierbij wordt het beleid toegelicht.

De gemaakte afspraken worden schriftelijk vastgelegd. De afspraak die zeker zal worden vastgelegd is de termijn om te komen tot een definitieve vergunningaanvraag. Hierbij zal worden uitgegaan van een overgangstermijn van maximaal 1 jaar

Stap 2

Door een medewerker van de afdeling SB.BW.Ha van de gemeente Helmond wordt de termijn bewaakt en gecontroleerd.

Stap 3

Indien de gemaakte afspraak wordt nagekomen is geen verdere actie nodig.

Stap 4

Bij niet naleving van de afspraak wordt door de afdeling SB.BW.Ha van de gemeente Helmond handhavend opgetreden conform de Beleidsregel handhaving centrumgebied Helmond 2008.

Situatie 4: Reclame aangebracht vóór 1 januari 2008 zonder bouwvergunning of APV ontheffing met (achteraf) goedkeuring van welstand3.

Stap 1

Door een medewerker van de afdeling SB.BW.Ha van de gemeente Helmond wordt de ondernemer benaderd. Hierbij wordt het beleid toegelicht. Ondernemers worden er op gewezen dat men geen vergunning heeft en daardoor in strijd handelt met de APV. Hierbij wordt vermeld dat wel wordt voldaan aan de welstandscriteria en dat men een vergunning moet aanvragen om een einde te maken aan de illegale situatie.

Voor het beëindigen van deze strijdigheid wordt een begunstigingstermijn aangehouden van 4 maanden.

Stap 2

Indien de strijdigheid wordt beëindigd, geen verdere actie nodig.

Stap 3

Indien de strijdigheid niet is beëindigd wordt door de afdeling SB.BW.Ha van de gemeente Helmond handhavend conform de Beleidsregel handhaving centrumgebied Helmond 2008.

2 advies welstandscommissie

3 advies welstandscommissie

Communicatieplan

Er is een communicatieplan opgesteld.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de eerste dag na de datum van bekendmaking.

Ondertekening

Besloten in de vergadering van 8 september 2009
Burgemeester en wethouders van Helmond
De burgemeester, De secretaris
Drs. A.A.M. Jacobs Mr. A.C.J.M. de Kroon
Bekend gemaakt op:
25 september 2009
De gemeentesecretaris
Mr. A.C.J.M. de Kroon

Bijlage 1 Beleidregels handelsreclame

Artikel 4.4.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008.

Vergunningsplicht handelsreclame

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is.

  • 2.

    Het verbod als vermeld in het vorige lid geldt niet voor onverlichte opschriften of aankondigingen die:

    • a.

      zich bevinden in het inwendig gedeelte van een onroerende zaak, die niet kennelijk gericht zijn op zichtbaarheid vanaf de weg;

    • b.

      daartoe zijn aangewezen door de overheid;

    • c.

      kleiner zijn dan 0,5 m2 en de langste zijde korter dan 1 meter en die betrekking hebben op een openbare verkoping of een aanbieding ter verkoop, verhuur of verpachting van een onroerende zaak, zulks voor zolang zij feitelijke betekenis hebben;

    • d.

      betrekking hebben op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn voor zover deze geplaatst zijn op eigen terrein en binnen het tijdvak van vier maanden voor aanvang van de werkzaamheden en een maand na het gereed komen van het bouwwerk of bouwwerken;

    • e.

      dienstbaar zijn aan het openbaar vervoer.

  • 3.

    Een vergunning als bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd:

    • a.

      indien de handelsreclame, hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

    • b.

      in het belang van de verkeersveiligheid;

    • c.

      in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van een in de nabijheid gelegen onroerende zaak.

  • 4.

    • a.

      Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Provinciale landschapsverordening;

    • b.

      De weigeringgrond van het derde lid, onder a, geldt niet voor bouwwerken;

    • c.

      De weigeringgrond van het derde lid, onder c, geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.

Handelsreclame bij detailhandel, horeca, kantoren en dienstverlening buiten bedrijventerreinen (loketcriteria)

  • B1.

    Er dient een rechtstreeks verband te zijn tussen handelsreclame en de activiteiten die in het pand en/of op het perceel plaatsvinden.

  • B2.

    Per pand mag slechts één reclame-uiting worden aangebracht, vlak tegen de gevel of een uithangbord, banier of lichtreclame die loodrecht op de gevel staat. Hoekpercelen kunnen aan beide gevels reclame voeren. Meerdere reclames kunnen in uitzonderingsgevallen worden toegestaan, wanneer deze vorm zich beter verhoudt tot de architectuur of het straatbeeld (integratie in de architectuur en ondergeschikte vormgeving en plaatsing). Daarbij dient het gezamenlijk oppervlak niet groter te zijn dan het maximum van een enkelvoudige reclame.

  • B3.

    Het oppervlak van de handelsreclame tegen de gevel mag maximaal 60% van de gevelbreedte bedragen, met een maximum van 3 meter en een maximale hoogte van 0,4 meter.

  • B4.

    Het oppervlak van handelsreclame welke haaks op de gevel is geplaatst mag niet meer bedragen dan 0,8 m2. en mag niet bevestigd worden aan erkers of balkons.

  • B5.

    Een handelsreclame vlak tegen de gevel mag met een bijbehorende reclame haaks op de gevel worden gecombineerd, mits deze qua afmeting en situering ondergeschikt is.

    Deze bijbehorende reclame mag maximaal 50 x 50 cm groot zijn, maximaal 10 cm dik en op een afstand van maximaal 10 cm van de gevel worden geplaatst.

  • B6.

    Het gebruik van vlaggen met reclame is beperkt tot één per pand met een maximale omvang van uitgelegd 150 x 75 cm. Deze komt in de plaats van de mogelijkheid van een vaste reclame.

  • B7.

    Handelsreclame mag niet knipperen of bewegen.

  • B8.

    Handelsreclame mag niet worden aangebracht aan woningen boven detailhandel, horeca of dienstverlening.

  • B9.

    Handelsreclame dient zoveel mogelijk in de nabijheid van de entree gesitueerd te worden.

  • B10.

    Handelsreclame mag het uiterlijk aanzien van het pand en het straat- en stadsbeeld niet schaden of verstoren.

  • B11

    Merkreclames moeten zoveel mogelijk beperkt worden.

  • B12

    Een extra reclame op zonweringen en niet vaste luifels is alleen toegestaan indien het zicht ontnomen wordt op de vaste gevelreclame. Deze extra reclame moet voldoen aan de eisen die aan handelsreclame wordt gesteld.

  • B13

    Reclames op ruiten worden getoetst aan de reclamerichtlijnen, tenzij deze bestaan uit folies die volledig kleurloos en lichtdoorlatend zijn, met het uiterlijk van gezandstraald glas, die aan de binnenkant van de ruit zijn aangebracht, eenvoudige van vormgeving en met een maximum oppervlak van 10% van het glas;een dergelijke uiting is zeer ondergeschikt en zal niet als reclame worden aangemerkt.

Welstandsadvies op maat

Zoals eerder uitgelegd, geldt bij beoordeling van aanvragen om een reclamevergunning of bouwvergunning een verplichte welstandstoets. Indien een dergelijke aanvraag niet rechtstreeks passend is in de bovenstaande richtlijnen, is een welstandsadvies op maat nodig. In dergelijke gevallen zal de welstandscommissie de aanvraag beoordelen aan de hand van de bovenstaande reclamerichtlijnen, beeldkwaliteitplannen en gebiedsspecifieke criteria voor zover van toepassing. In beginsel zijn de bovenstaande reclamerichtlijnen leidend. Slechts in de volgende uitzonderingsgevallen is afwijken van deze richtlijnen denkbaar:

  • -

    Bij een deskundig en onderbouwd verzoek, waarin aannemelijk gemaakt kan worden dat afwijking van deze bepalingen een gelijkwaardige of betere oplossing biedt voor wat betreft de vormgeving en plaatsing van de reclame in relatie tot de architectuur van het bouwwerk waarop deze wordt aangebracht.

  • -

    Wanneer handelsreclame een integraal onderdeel van het architectonische ontwerp uitmaakt, zal deze handelsreclame niet op zichzelf maar in samenhang met de architectuur worden beoordeeld. Hierbij wordt ondermeer gelet op de vormgeving, materiaaltoepassing, lichtintensiteit, kleurstelling, lay-out, typografie en de wijze van bevestiging.

  • -

    Indien na de vaststelling van deze bepalingen in de directe omgeving vergunning is verleend voor reclames die op vergelijkbare wijze afweken van deze bepaling. Wanneer een beroep wordt gedaan op deze "precedentwerking" zal de commissie dat in haar beoordeling betrekken.

Suggesties voor aanvragers

  • -

    Wanneer bij een gevelreclame gebruik wordt gemaakt van losse letters i.p.v. reclamebakken of borden zullen deze zich in de regel gemakkelijker naar de architectuur van het gebouw voegen;

  • -

    Het gebruik van felle kleuren wordt afgeraden;

  • -

    Op ruiten geplakte reclames zijn ongewenst. Deze kunnen beter los van de ruit worden geplaatst. Daarbij dient het zicht naar de achtergelegen ruimte zoveel mogelijk in stand te worden gehouden.

Bijlage 2 Inventarisatie januari 2009

Bijlage 2 Inventarisatie januari 2009