Regeling vervallen per 01-05-2019

Verordening op de fractieondersteuning

Geldend van 01-01-2000 t/m 30-04-2019

Intitulé

Verordening op de fractieondersteuning

Artikel 1

  • 1. De fracties, zoals bedoeld in artikel 5 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad 2004 ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 2. De hoogte van het budget voor fractieondersteuning wordt jaarlijks door de raad vastgelegd in de beleidsbegroting, programma inwoners en bestuur en bestaat uit een vast deel voor elke fractie, alsmede een bedrag per raadszetel. Hierbij geldt als richtsnoer dat de bedragen per fractie en die per raadzetel tot elkaar in verhouding staan als 3:1.

Artikel 2

  • 1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2. De bijdrage mag uitsluitend gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a.

      reis-, verblijf- en andere kosten, gemaakt door de fractie of door fractieleden in verband met bijeenkomsten van raadsfracties of politieke partijen, in opdracht van de fractie bijgewoond;

    • b.

      bureaukosten van de fractie, waaronder begrepen die van abonnementen op bestuurlijke tijdschriften en losbladige uitgaven en van aankoop van bestuurlijke boeken op naam van de fractie;

    • c.

      scholingskosten, door de fractie of door fractieleden in opdracht van de fractie gemaakt;

    • d.

      contributies en kosten van donateurschappen van de fractie;

    • e.

      kosten van assistentie van de fractie;

    • f.

      overige kosten, uitsluitend voor zover deze verband houden met het optreden van raadsfractie in of buiten de gemeenteraad en deze door de fractie of door fractieleden in opdracht van de fractie zijn gemaakt. Bij twijfel over de juistheid van deze overige te maken kosten kan vooraf overleg worden gevoerd met de griffier, bij bedragen die hoger zijn dan €150,- .

Artikel 3

  • 1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt vóór 31 januari van een kalenderjaar verstrekt.

  • 2. In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt een bijdrage verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt, wordt de bijdrage verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

Artikel 4

  • 1. Indien het zeteltal van een fractie ten gevolge van verkiezingen verandert, wijzigt de bijdrage

    • a.

      bij vermindering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt;

    • b.

      bij vermeerdering van het zeteltal: op de eerste dag van de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt

  • 2. Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 1, tweede lid, vastgestelde bijdrage voor de oorspronkelijke fractie verdeeld over de betrokken fracties naar evenredigheid van het aantal bij de splitsing betrokken leden.

  • 3. Bij splitsing van een fractie wordt het aan de oorspronkelijke fractie verstrekte bijdrage verrekend overeenkomstig de verdeling die volgt uit het tweede lid.

Artikel 5

  • 1. Ieder jaar vóór 1 april dient elke gemeenteraadsfractie over het afgelopen zittingsjaar of kalenderjaar een verantwoording over de besteding van de bijdrage in bij de griffier. Voor de toerekening van lasten en baten wordt uitgegaan van het kasstelsel, waarbij het tijdstip van betaling of ontvangst van gelden bepalend is voor het jaar van verantwoording. De verantwoordingen liggen vanaf het moment van indiening voor alle leden van de raad ter inzage bij de griffier.

  • 2. Een onafhankelijk, door de raad aan te wijzen, accountant toetst of de ingediende verantwoordingen voldoen aan het bepaalde in deze regeling. Eventuele opmerkingen brengt hij in eerste instantie ter kennis van de betreffende gemeenteraadsfractie, die de gelegenheid krijgt hierop te reageren.

  • 3. De in lid 2 bedoelde accountant rapporteert over zijn bevindingen aan de gemeenteraad. Vanaf dat moment zijn de ingediende verantwoordingen en de rapportage van de accountant openbaar.

  • 4. Wanneer niet vóór 1 april verantwoording is ingediend doet de voorzitter daarvan mededeling aan de gemeenteraad (via de mededelingen in de eerstkomende raadsvergadering).

  • 5. Een commissie uit de raad begeleidt het proces van verantwoording op grond van deze verordening en bereidt het raadsvoorstel voor dat wordt opgesteld naar aanleiding van het accountantsrapport.

Artikel 6

  • 1. Een fractie mag het in enig jaar niet gebruikte deel van de bijdrage reserveren ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2. Het totaal van de opgebouwde reserve is niet groter dan 25 % van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam op grond van artikel 2.

  • 3. Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve komt tot uitdrukking in de verantwoording als bedoeld in artikel 5 over dat jaar.

  • 4. Indien en voor zover een fractie overige kosten als bedoeld in artikel 2 sub f heeft ingediend en deze meer bedragen dan 5% van de totale bijdrage wordt de betreffende fractie verzocht om het totaal van deze kosten te specificeren.

  • 5. De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 6. Bij splitsing van een fractie wordt ten aanzien van de vaststelling van de omvang van de reserve voor de bestaande en de nieuwe fractie uitgegaan van 25% van de bijdrage die deze fracties in het betreffende kalenderjaar toekomt op grond van artikel 2.

  • 7. Indien als gevolg van het niet volledig uitgeven van de verleende bijdrage(n) sprake is van een hogere reserve als bedoeld in lid 2 is de fractie verplicht het meerdere terug te storten in de gemeentekas.

  • 8. Met het oog op het voorgaande zijn fracties gehouden om gedurende zeven jaar de hierop betrekking hebbende administratie te bewaren.

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand, volgend op die waarin de bekendmaking heeft plaatsgevonden. De Verordening op de fractieondersteuning 2004 wordt ingetrokken. Inwerkingtreding per 1 mei 2008.

Artikel 8

Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening op de fractieondersteuning

Ondertekening

Aldus gedaan door de raad der gemeente Hengeloin zijn openbare vergadering van 15 april 2008

Artikelgewijze toelichting

Artikel 1

Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning. De hoogte van het budget voor fractieondersteuning zal in de gemeentebegroting moeten worden opgenomen en dus door de raad worden vastgesteld. De fractieondersteuning bestaat uit een vast en een variabel deel. Het vaste deel garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen. Omdat grote fracties meer lasten zullen hebben op facilitair gebied is het logisch dat zij voor dergelijke kosten een hogere vergoeding krijgen.

Artikel 2

De fracties wordt voor een groot deel de vrijheid gelaten wat betreft de inhoudelijke besteding van de fractieondersteuning. Minimumvoorwaarde is wel dat de bijdrage besteed wordt aan raadswerkzaamheden; in het artikel is daar een verdere uitwerking aan gegeven.

Daarmee wordt onder andere voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd en dat raadsleden hun eigen vergoeding voor het raadswerk (vastgelegd in het rechtspositiebesluit raads en commissieleden, dat zijn grondslag vindt in de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet) aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning. Opleidingen voor raads- en commissieleden dienen bekostigd te worden uit het daarvoor beschikbare individuele budget en dientengevolge ook niet uit de bijdrage voor fractieondersteuning.

Omdat het bij uitstek om politieke ondersteuning gaan kan deze inhoudelijk niet te zeer gedetailleerd geregeld worden. Fractieondersteuning in de vorm van het beschikbaar stellen van gemeenteambtenaren voor de fracties wordt niet wenselijk geacht, aangezien het vaak politiek getinte ondersteuning betreft.

Fracties moeten daarom vrij zijn in de keuze van de personen die de fracties eventueel ondersteunen.

Artikel 3

De bijdrage wordt op jaarbasis verstrekt. In een verkiezingsjaar wordt de bijdrage in twee gedeelten gesplitst. Het is logisch dat het aangepast wordt aan de nieuwe verhoudingen in de raad.

Artikel 4

Het spreekt vanzelf dat de bijdrage aangepast zal moeten worden aan veranderde verhoudingen in de raad. De regeling heeft tot gevolg dat fracties die kleiner worden (of geheel verdwijnen) nog over de gehele maand waarin de nieuwe raad voor het eerst vergaderd de bijdrage ontvangen. Voor fracties die groter worden (of nieuwe fracties) gaat de bijdrage per diezelfde maand in. Dat betekent dat de totale bijdrage voor fractieondersteuning in een verkiezingsjaar hoger uitvalt dan in andere jaren. Dit is niet te vermijden.

Bij splitsing van een fractie zal de al eerder verstrekte bijdrage direct verrekend moeten worden. Als dat niet zou gebeuren zou een deel van de oorspronkelijke fractie over een te grote bijdrage beschikken en zou het andere deel juist helemaal geen bijdrage krijgen. Na het kalenderjaar zou dan alsnog verrekend moeten worden. Het is billijker de verrekening in deze gevallen direct te laten plaatsvinden.

Bij een samenvoeging van 2 of meer fracties zal de wijziging eerst gevolgen hebben in het volgende kalenderjaar; in plaats van 2 of meer vaste bijdragen aan de voorheen zelfstandige fracties zal sprake zijn van één vaste bijdrage aan de nieuw gevormde fractie.

Artikel 5

Om zelfs de schijn van niet- objectiviteit te vermijden, is gekozen voor een controle door een accountant.

Deze onafhankelijke accountant adviseert over de vraag of de bijdrage aan de fracties overeenkomstig de doelstelling daarvan is besteed.

De raad kan elk jaar een commissie uit zijn midden aanwijzen, die én in de voorbereiding van het onderzoek door de accountant én bij het opstellen van het raadsvoorstel behulpzaam zal zijn.

Gekozen is voor het systeem van het kasstelsel. Bij het kasstelsel is het tijdstip van betaling of ontvangst van gelden bepalend voor het jaar van verantwoording.

Artikel 6

De reserve bestaat uit het overschot van enig jaar. Dit bedrag zal niet eindeloos mogen groeien en is derhalve aan een maximum gebonden, hier gesteld op 25 % van de jaarbijdrage aan een fractie. Indien als gevolg van het niet volledig uitgeven van de verleende bijdrage(n) sprake is van een hogere reserve dan in dit artikel is aangegeven is de fractie verplicht het meerdere terug te storten in de gemeentekas.

Bij de vaststelling van de bijdragen 2005/2006 bleek de bepaling rond de opgebouwde reserves als opgenomen in lid 2 niet geheel rechtvaardig te werken.

Deels heeft dit te maken met het feit dat de fractievergoeding bestaat uit een vast bestanddeel per fractie en een bedrag per fractielid; feitelijk zouden alle fracties bij een splitsing moeten meedelen via een bijstelling van het vaste bestanddeel per fractie.

Anderzijds wordt de omvang van de reserve vastgesteld aan het eind van het volledige verantwoordingsjaar van de fractie en moet ook de afgescheiden fractie in staat worden gesteld van het niet gebruikte deel een redelijk deel te reserveren. Vandaar de conclusie om in deze gevallen voor de bestaande en nieuwe fractie uit te gaan van omvang van de reserve van 25% over de bijdrage die deze fractie ontving over het betreffende kalenderjaar. Met ingang van 2008 is artikel 6, lid 6 van de verordening gewijzigd vastgesteld.

Het is de fracties toegestaan -naast de rekeningcourant - ook een spaarrekening op naam van de fractie aan te houden. Ontvangen rentevergoedingen mogen door de fractie uitsluitend worden besteed voor de in art. 2 lid 2 van de verordening genoemde kostensoorten.

De in lid 8 van dit artikel gekozen termijn van zeven jaar houdt verband met fiscale richtlijnen die bepalen dat deze administraties zeven jaar bewaard moeten blijven.

Artikel 7 en 8

De artikelen 7 en 8 behoeven geen nadere toelichting