Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en de politieke markt van de gemeente Hengelo 2017

Geldend van 01-05-2017 t/m heden

Intitulé

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en de politieke markt van de gemeente Hengelo 2017

De raad der gemeente Hengelo;

Besluit:

Vast te stellen het

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad en de politieke markt van de gemeente Hengelo 2017

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    Reglement van orde: reglement als bedoeld in artikel 16 van de Gemeentewet;

  • b.

    Raadsvoorzitter: de voorzitter van de raad (de burgemeester op basis van artikel 9 van de Gemeentewet) of diens waarnemer;

  • c.

    Waarnemend raadsvoorzitter: het raadslid dat overeenkomstig artikel 77 van de Gemeentewet, is aangewezen als waarnemer van de raadsvoorzitter;

  • d.

    Politieke markt: verzameling van sessies;

  • e.

    Sessie: op beeld- en/of oordeelsvorming gerichte behandeling van een vraagstuk tijdens de politieke markt, al dan niet ter voorbereiding op besluitvorming door de raad;

  • f.

    Sessievoorzitter: een raadslid, door de raad benoemd tot voorzitter van een sessie op de politieke markt;

  • g.

    Sessiedeelnemer: raadslid of niet-raadslid (o.a. inwoners, leden van het college, ambtenaren, fractievertegenwoordigers) die deelneemt/bijdraagt aan een sessie in de politieke markt;

  • h.

    Fractievertegenwoordiger: een niet raadslid, op voordracht van een raadsfractie in overeenstemming met artikel 35 van dit reglement door de raad benoemd, die namens betreffende fractie als sessie-deelnemer optreedt;

  • i.

    Amendement: een voorstel tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen;

  • j.

    Subamendement: een voorstel tot wijziging van een aanhangig amendement, zodanig geformuleerd dat het direct kan worden opgenomen in het amendement waarop het betrekking heeft;

  • k.

    Motie: een korte en gemotiveerde schriftelijke verklaring over een onderwerp waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken;

  • l.

    Voorstelvanorde: een voorstel betreffende de orde van de raadsvergadering of sessie in de politieke markt;

  • m.

    Initiatiefvoorstel: een voorstel voor een verordening of een ander voorstel, als bedoeld in artikel 147a van de Gemeentewet;

  • n.

    Website: de website van de gemeente Hengelo;

  • o.

    Toehoorder: bezoeker van een politieke markt niet zijnde een sessiedeelnemer.

Artikel 2 De voorzitters

  • 1.

    De raadsvoorzitter, de waarnemend raadsvoorzitter en de sessievoorzitters van de politieke markt zijn belast met:

    • a.

      het leiden van de raadsvergadering c.q. de sessie op de politieke markt;

    • b.

      het handhaven van de orde;

    • c.

      het doen naleven van het reglement van orde;

    • d.

      hetgeen de Gemeentewet of dit reglement hen verder opdraagt.

  • 2.

    De sessievoorzitters worden door de raad uit zijn midden benoemd.

  • 3.

    Het voorzitterschap van de waarnemend voorzitter en een sessievoorzitter eindigt:

    • a.

      door beëindiging van het lidmaatschap van de raad;

    • b.

      door ontslag op eigen verzoek en;

    • c.

      door ontslag door de raad, wanneer hij/zij naar het oordeel van de raad door handelen of nalaten ernstig nadeel toebrengt aan het in hem te stellen vertrouwen.

Artikel 3 De griffier

  • 1.

    De griffier is in elke raadsvergadering aanwezig.

  • 2.

    Bij afwezigheid wordt de griffier vervangen door een door de raad daartoe aangewezen plaatsvervangend griffier.

  • 3.

    De griffier kan, indien hij daartoe door de raadsvoorzitter of sessievoorzitter van de politieke markt wordt uitgenodigd, aan de beraadslagingen als bedoeld in dit reglement deelnemen.

  • 4.

    De griffier wijst ter ondersteuning van de sessies in de politieke markt een medewerker van de griffie aan als griffier van een sessie of is zelf griffier van een sessie.

  • 5.

    De griffier kan bij iedere sessie van de politieke markt aanwezig zijn.

Artikel 4a Het presidium

  • 1.

    De raad heeft een presidium.

  • 2.

    Het presidium bestaat uit de waarnemend raadsvoorzitter die tevens voorzitter van het presidium is, en de sessievoorzitters.

  • 3.

    De griffier of diens vervanger is in elke vergadering van het presidium aanwezig.

  • 4.

    Het presidium is bevoegd besluiten te nemen als meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden vertegenwoordigd is.

  • 5.

    De leden van het presidium brengen bij besluiten ieder een stem uit. Bij het staken van de stemmen beslist de stem van de voorzitter van het presidium.

  • 6.

    De raadsvoorzitter is adviserend lid van het presidium.

  • 7.

    De griffier is secretaris van het presidium.

  • 8.

    Het presidium stelt de voorlopige raadsagenda en de agenda's van de sessies op de politieke markt vast.

  • 9.

    Het presidium heeft naast de taken als omschreven in dit reglement tot taak, het doen van aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie van de werkzaamheden van de raad.

  • 10.

    De vergaderingen van het presidium zijn niet openbaar.

  • 11.

    Van de vergadering van het presidium wordt een openbare afsprakenlijst gemaakt.

  • 12.

    De raadsvoorzitter kan voorstellen het college te verzoeken medewerkers van de gemeente uit te nodigen voor een vergadering van het presidium.

Artikel 4b Fractievoorzittersoverleg

  • a.

    Er is een fractievoorzittersoverleg dat wordt gevormd door de voorzitters van de fracties in de raad en de raadsvoorzitter die tevens voorzitter is;

  • b.

    Het fractievoorzittersoverleg komt bijeen op verzoek van de burgemeester en van een of meer van zijn leden;

  • c.

    Het fractievoorzittersoverleg vergadert voor het overige indien de leden dit nodig achten;

  • d.

    De griffier is secretaris van het fractievoorzittersoverleg;

  • e.

    Van het fractievoorzittersoverleg wordt een afsprakenlijst gemaakt. De lijst ligt voor de leden ter inzage bij de griffie.

Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe raadsleden; benoeming wethouders; fracties; fractievertegenwoordigers

Artikel 5a Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging; benoeming raadsleden

  • 1.

    Bij elke benoeming van een nieuw lid van de raad stelt de raad een commissie in bestaande uit drie leden van de raad. De commissie onderzoekt de geloofsbrieven, de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden en de processen-verbaal van de stembureaus.

  • 2.

    De commissie brengt na haar onderzoek van de geloofsbrieven verslag uit aan de raad en doet daarbij een voorstel voor een besluit. In het verslag wordt indien van toepassing melding gemaakt van een minderheidsstandpunt.

  • 3.

    Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau gebeurt in de laatste samenkomst van de raad in oude samenstelling na de verkiezingen.

  • 4.

    Na een raadsverkiezing roept de raadsvoorzitter de toegelaten leden van de raad op om in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5.

    In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de raadsvoorzitter een nieuw benoemd lid van de raad op voor de vergadering van de raad waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

Artikel 5b Onderzoek geloofsbrieven; beëdiging; benoeming wethouders

  • 1.

    Bij elke benoeming van een wethouder stelt de voorzitter van de raad een commissie in bestaande uit drie leden van de raad en de voorzitter van de raad.

  • 2.

    De commissie verricht onderzoek naar de benoembaarheid van een of meer kandidaat wethouders en adviseert de gemeenteraad schriftelijk hierover.

  • 3.

    De kandidaat-wethouder overlegt de documenten en informatie die nodig zijn voor de in het hiernavolgende lid door de commissie te verrichten toetsing. De kandidaat-wethouder maakt bovendien alle overige door hem in dat verband relevant geachte informatie aan de commissie kenbaar.

  • 4.

    De commissie toetst de van de kandidaat-wethouder ontvangen documenten en de overige schriftelijke en mondelinge gegeven informatie aan de hand van:

    • de benoembaarheid vereisten zoals opgenomen in de Artikelen 36a en 10 Gemeentewet;

    • de vereisten omtrent onverenigbare functies zoals opgenomen in Artikel 36b Gemeentewet;

    • de vereisten omtrent nevenfuncties zoals opgenomen in Artikel 41b Gemeentewet;

    • de vereisten omtrent onverenigbare of verboden handelingen zoals opgenomen in de Artikelen 41c en Artikel 15 Gemeentewet;

    • de gedragscode voor politieke ambtsdragers van de gemeente Hengelo;

    • de op de functie van het beoogde wethouderschap gerichte verklaring omtrent gedrag (VOG);

    • de aangeleverde kopieën van onder andere getuigschriften, diploma's en certificaten van de opgegeven opleiding(en) en scholing.

  • 5.

    De commissie verricht haar werkzaamheden in een niet openbare vergadering waarvan geen verslag wordt opgemaakt.

  • 6.

    De kandidaat-wethouder wordt in de gelegenheid gesteld de documenten en aangedragen informatie mondeling toe te lichten.

  • 7.

    De commissie brengt na haar onderzoek verslag uit aan de raad en geeft op basis van de beoordeelde informatie schriftelijk advies aan de raad ten aanzien van de benoembaarheid van de voorgedragen kandidaat-wethouder. Indien de commissie niet unaniem is in haar oordeel wordt hiervan melding gemaakt in het advies.

  • 8.

    In de vergadering van de raad waarin de wethouder wordt benoemd legt hij de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af.

Artikel 6a Fracties

  • 1.

    De leden van de raad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting van de raad als één fractie beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts één lid verkozen, dan wordt dit lid als een afzonderlijke fractie beschouwd.

  • 2.

    Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de raadsvoorzitter mee welke naam deze fractie in de raad zal voeren.

  • 3.

    De raadsvoorzitter wordt zo spoedig mogelijk in kennis gesteld van de namen van degenen die als voorzitter van de fractie en als diens plaatsvervangers optreden.

  • 4.

    Als één of meer raadsleden van één of meer fracties zich afsplitsen van hun fractie(s) of als één of meer raadsleden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter. Als meerdere afgesplitste raadsleden gezamenlijk verder gaan, doen zij zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan de voorzitter van de raad onder welke achternaam hun groep kan worden aangeduid. De achternaam is één van de achternamen van de afgesplitste raadsleden.

  • 5.

    Een afgesplitst raadslid wordt vanaf de eerstvolgende politieke markt of raadsvergadering na de mededeling ervan als bedoeld in lid 4, aangeduid met Mid... gevolgd door de achternaam'.

  • 6.

    Meerdere raadsleden die samen verder gaan, worden vanaf de eerstvolgende politieke markt of raadsvergadering na de mededeling ervan als bedoeld in lid 4, aangeduid met 'groep.... gevolgd door de achternaam van één van de raadsleden'.

  • 7.

    Een raadslid dat overstapt van een bestaande fractie naar een andere fractie wordt onder de naam van die andere fractie aangeduid.

Artikel 6b Fractievertegenwoordigers

  • 1.

    Een raadsfractie kan namens de betreffende fractie een fractievertegenwoordiger voordragen voor benoeming door de raad. Deze fractievertegenwoordiger moet tijdens de laatste verkiezingen van de raad geplaatst zijn op de kandidatenlijst van de fractie.

  • 2.

    Iedere fractie heeft recht op maximaal twee fractievertegenwoordigers.

  • 3.

    De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing op een fractievertegenwoordiger.

  • 4.

    Voor de toetsing aan de benoembaarheidsvereisten, bedoeld in het vijfde lid, is artikel 5a van dit reglement voor fractievertegenwoordigers van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    De raadsvoorzitter nodigt de fractievertegenwoordigers van de raad uit om in dezelfde raadsvergadering als waarin zij worden benoemd de eed of verklaring en belofte af te leggen gelijk raadsleden doen zoals bedoeld in artikel 14 Gemeentewet.

  • 6.

    De raad kan een fractievertegenwoordiger ontslaan op voorstel van de fractie op wiens voordracht de fractievertegenwoordiger is benoemd.

  • 7.

    De zittingsperiode van een fractievertegenwoordiger eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

Hoofdstuk 3 Vergaderingen

Paragraaf 1 Tijdstip van vergaderen; voorbereidingen en verslaglegging

Artikel 7 Vergaderfrequentie, tijdstip en duur van de vergaderingen

  • 1.

    De raadsvergaderingen worden bij aanvang van een kalenderjaar in een vergaderschema vastgelegd en vinden over het algemeen eens in de twee weken plaats op de woensdagavond, begint om 19.30 uur en eindigt uiterlijk om 22.00 uur. Het presidium kan in bijzondere gevallen een andere dag en aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen.

  • 2.

    De politieke markt vindt in de regel plaats eens in de twee weken op de dinsdagavond en begint om 19.30 uur en eindigt uiterlijk om 22.30 uur. Het presidium kan in bijzondere gevallen een andere dag en aanvangsuur bepalen of een andere vergaderplaats aanwijzen. Deze sessies kunnen parallel verlopen, met een maximum van drie gelijktijdige sessies. Zij kunnen in tijdsduur van elkaar verschillen.

  • 3.

    Indien de agenda van de raadsvergadering of politieke markt niet geheel kan worden afgehandeld, worden de niet behandelde respectievelijk niet afgehandelde agendapunten doorgeschoven naar de agenda van een volgende raadsvergadering of politieke markt.

Artikel 8 Oproep raadsvergadering en politieke markt

  • 1.

    De raadsvoorzitter zendt tenminste negen dagen voor een raadsvergadering leden van de raad en de fractievertegenwoordigers een schriftelijke oproep onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda van de raadsvergadering en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid van de Gemeentewet bedoelde stukken, worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep verzonden.

  • 3.

    Indien een aanvullende agenda van de raadsvergadering wordt vastgesteld als bedoeld in artikel 9, vierde lid, van dit reglement, worden deze agenda en de daarop vermelde voorstellen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering aan de leden van de raad en de fractievertegenwoordigers gezonden.

  • 4.

    Het presidium zendt tenminste negen dagen voor een politieke markt de leden van de raad en de fractievertegenwoordigers een schriftelijke oproep toe van de agenda van de politieke markt onder vermelding van dag, tijdstip en plaats van de markt.

  • 5.

    De agenda van de politieke markt en de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid van de Gemeentewet bedoelde stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep verzonden.

  • 6.

    Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken overeenkomstig lid 2 en 5 onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

Artikel 9 Agenda

  • 1.

    Voordat de schriftelijke oproep voor de raadsvergadering en politieke markt wordt verzonden, stelt het presidium de voorlopige agenda van de raadsvergadering en de agenda voor de politieke markt vast.

  • 2.

    Bij aanvang van de raadsvergadering stelt de raad de agenda vast. Op voorstel van een lid van de raad of de raadsvoorzitter kan de raad bij de vaststelling van de agenda onderwerpen aan de agenda toevoegen of van de agenda afvoeren of de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen.

  • 3.

    Indien een raadslid/fractie de aard van een agendapunt wil wijzigen (bijvoorbeeld van hamerstuk naar bespreekstuk) moet dit, met redenen omkleed, vóór 12.00 uur op de dag van de vergadering schriftelijk bij de griffie gemeld worden, zodat het betreffende agendapunt geagendeerd kan worden als bespreekpunt: "voorstel zonder tussenkomst van Politieke Markt".

  • 4.

    In spoedeisende gevallen kan de raadsvoorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep tot uiterlijk 48 uur voor de aanvang van een raadsvergadering een aanvullende agenda opstellen.

  • 5.

    Een met redenen omkleed, schriftelijk verzoek tot het agenderen van een onderwerp te behandelen tijdens een politieke markt kan bij het presidium worden ingediend door:

    • a.

      raadsleden en fractievertegenwoordigers,

    • b.

      de leden van het college,

    • c.

      burgers, maatschappelijke instellingen en bedrijven.

  • 6.

    In spoedeisende gevallen kunnen raadsleden en de raadsvoorzitter wijzigingsvoorstellen op de agenda van de politieke markt schriftelijk via de griffie indienen bij het presidium, uiterlijk vrijdagochtend 10.00 uur voorafgaand aan de betreffende Politieke Markt. Het presidium beslist uiterlijk de daaropvolgende maandagochtend 10.00 uur over ingediend verzoek. Van wijzigingen op de agenda wordt zo spoedig mogelijk openbare kennisgeving gedaan.

  • 7.

    Wanneer de raad een onderwerp onvoldoende voor de raadsvergadering voorbereid acht, kan hij het onderwerp verwijzen naar de Politieke Markt of aan het college nadere Inlichtingen of advies vragen.

Artikel 10 De leden van het college en de gemeentesecretaris

  • 1.

    De leden van het college hebben een doorlopende uitnodiging om in de raadsvergadering aan aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen, tenzij de raadsvoorzitter anders beslist.

  • 2.

    De leden van het college en de gemeentesecretaris hebben een doorlopende uitnodiging om op de Politieke Markt aanwezig te zijn en aan de beraadslagingen deel te nemen, tenzij het presidium ander beslist.

Artikel 11 Ter Inzage leggen van stukken

  • 1.

    Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder op het stadhuis ter inzage gelegd en gepubliceerd op de gemeentelijke website. De raadsvoorzitter maakt van de ter inzagelegging melding in de openbare kennisgeving bedoeld in artikel 12 van dit reglement. Indien na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter Inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden van de raad en de fractievertegenwoordigers en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.

  • 2.

    Het origineel van een ter inzage gelegd stuk wordt niet buiten het stadhuis gebracht.

  • 3.

    Indien omtrent stukken op grond van artikel 25 van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid, onder berusting van de griffier en verleent de griffier de leden van de raad en fractievertegenwoordigers inzage.

Artikel 12 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De raadsvergadering en Politieke Markt worden door aankondiging in of één of meer dag-, nieuws-, of huis-aan-huisbladen, op de vooraankondigingen in de door de gemeente gebruikelijke wijze en door plaatsing op de gemeentelijke website openbaar gemaakt.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      de datum, aanvangstijd en plaats van de raadsvergadering en Politieke Markt en

    • b.

      de wijze waarop en de plaats waar een ieder de voorlopige agenda van de raadsvergadering en de agenda van de Politieke Markt en de daarbij behorende stukken kan inzien.

  • 3.

    De (voorlopige) agenda en de daarbij behorende stukken worden, indien digitaal beschikbaar, op de gemeentelijke website geplaatst. Dit met uitzondering van de stukken als bedoeld in artikel 11 lid 3.

Artikel 13 Besluitenlijst/audioverslag

  • 1.

    Van de raadsvergadering en de Politieke Markt worden een besluitenlijst en een digitale geluidsopname gemaakt.

  • 2.

    De besluitenlijst van de raadsvergadering en de Politieke Markt wordt opgesteld onder verantwoordelijkheid van de griffier. De besluitenlijst wordt zo snel mogelijk na de laatstgehouden vergadering ter beschikking gesteld aan raadsleden, fractievertegenwoordigers en het college. Daarnaast wordt van de besluitenlijst openbare kennisgeving gedaan op de website.

  • 3.

    Een digitale geluidsopname van de raadsvergadering en Politieke Markt wordt zo spoedig mogelijk na de laatstgehouden vergadering op de gemeentelijke website gepubliceerd.

  • 4.

    De leden van de raad, de raadsvoorzitter, het college en de griffier hebben het recht binnen drie dagen na publicatie van de besluitenlijst een voorstel tot wijziging ervan bij de griffier in te dienen, indien de besluitenlijst naar hun oordeel onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen besloten is.

  • 5.

    Indien er binnen drie dagen na publicatie van de besluitenlijst geen voorstel tot wijziging is ingediend, wordt de besluitenlijst geacht definitief te zijn vastgesteld.

  • 6.

    Indien er binnen drie dagen na publicatie van de besluitenlijst voorstellen tot wijziging zijn ingediend, beslist het presidium over de voorgestelde wijziging(en). Daarna stelt het presidium, met inachtneming van de beslissing over de voorgestelde wijziging(en), de besluitenlijst definitief vast. De besluitenlijst wordt direct daarna ter beschikking gesteld aan raadsleden, fractievertegenwoordigers en college en op de gemeentelijke website gepubliceerd, dit laatste met uitzondering van besluiten op grond van artikel 25, eerste of tweede lid van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd.

  • 7.

    De besluitenlijst houdt in:

    • a.

      • 1.

        met betrekking tot de raadsvergadering: de namen van de voorzitter, de griffier, de gemeentesecretaris, de wethouders en de ter vergadering aanwezige leden, alsmede de namen van de leden die afwezig waren en van overige personen die het woord gevoerd hebben;

      • 2.

        met betrekking tot de sessies in de Politieke Markt: de namen van de sessievoorzitter, de sessiedeelnemers en de op grond van artikel 3 vierde lid aangewezen griffier van de sessie;

    • b.

      een vermelding van de onderwerpen die aan de orde zijn geweest met een korte toelichting hierop;

    • c.

      het besluit van de raadsvergadering respectievelijk sessie;

    • d.

      een overzicht van het verloop van elke stemming in de raadsvergadering, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de leden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de leden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden en met vermelding van de stemverklaringen;

    • e.

      het besluit van de Ingediende initiatiefvoorstellen en ter raadsvergadering ingediende burgerinitiatief- voorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;

    • f.

      bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 23 van dit reglement door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

Artikel 14 Ingekomen stukken

  • 1.

    Bij de raad ingekomen stukken niet zijnde concept-raadsvoorstellen en - besluiten, waaronder schriftelijke mededelingen van het college aan de raad, worden door de griffier op een lijst geplaatst met een voorstel tot wijze van afdoening. Deze lijst wordt tenminste één keer in de twee weken met de beschikbare digitale bestanden aan de leden van de raad digitaal beschikbaar gesteld. Daarnaast wordt een schriftelijke set met bijbehorende stukken bij de griffie ter Inzage gelegd.

  • 2.

    Binnen twee weken na het beschikbaar stellen van de lijst van ingekomen stukken kan een raadslid via de griffier aan het presidium gemotiveerd een andere wijze van afdoening van een stuk voorstellen. Het presidium beslist over dit voorstel en maakt, indien besloten wordt tot een andere wijze van afdoening, dit kenbaar aan de raadsleden.

  • 3.

    Indien er binnen twee weken na het beschikbaar stellen van de lijst van ingekomen stukken geen ander voorstel tot afdoening wordt ingediend, wordt geacht door de raad te zijn ingestemd met het in het eerste lid genoemde voorstel tot wijze van afdoening.

  • 4.

    Nadat de wijze van afdoening vaststaat wordt de lijst ingekomen stukken met de beschikbare digitale bestanden op de website gepubliceerd.

  • 5.

    Als de afzender van een ingekomen stuk een natuurlijke persoon is wordt het ingekomen stuk geanonimiseerd op de gemeentelijke website geplaatst.

Paragraaf 2 Orde van de raadsvergadering

Artikel 15 Presentielijst raadsvergadering

Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder lid van de raad onmiddellijk de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de raadsvoorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 16 Zitplaatsen

  • 1.

    De raadsvoorzitter, de leden van de raad en de griffier hebben een vaste zitplaats, door de raadsvoorzitter bij aanvang van iedere nieuwe zittingsperiode van de raad aangewezen.

  • 2.

    Indien daartoe aanleiding bestaat, kan de raadsvoorzitter de indeling herzien na overleg in het presidium.

  • 3.

    De raadsvoorzitter draagt zorg voor een zitplaats voor de wethouders, gemeentesecretaris en overige personen, die voor de vergadering zijn uitgenodigd.

Artikel 17 Opening raadsvergadering: quorum

  • 1.

    De raadsvoorzitter opent de vergadering op het vastgestelde uur, indien het daarvoor door de wet vereiste aantal leden van de raad blijkens de presentielijst aanwezig is.

  • 2.

    Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de raadsvoorzitter, na voorlezing van de namen van de afwezige leden, dag en uur van de volgende vergadering, met inachtneming van artikel 20 van de Gemeentewet.

Artikel 18 Primus bij hoofdelijke stemming

Alvorens de geagendeerde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de raadsvoorzitter mede bij welk lid van de raad de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen. Bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.

Artikel 19 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Elke spreektermijn wordt door de raadsvoorzitter afgesloten.

  • 3.

    Een lid mag In een termijn niet meer dan één maal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 4.

    Het derde lid is niet van toepassing op:

    • a.

      het lid dat een (sub)amendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft Ingediend, voor wat betreft dat amendement, die motie of dat voorstel en

    • b.

      de rapporteur van een door de raad ingestelde commissie.

  • 5.

    Bij de bepaling hoeveel keren een lid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend een interruptie of het spreken over een persoonlijk feit of een voorstel van orde.

  • 6.

    Het presidium kan in afwijking van het voorgaande voorstellen doen over de wijze van behandeling van een onderwerp in de raadsvergadering in de vorm van een bespreekvoorstel. Een dergelijk voorstel maakt deel uit van de in artikel 9 en 11 van dit reglement genoemde stukken.

Artikel 20 Spreektijd

  • 1.

    Een lid van de raad alsmede de raadsvoorzitter kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden en de overige aanwezigen.

  • 2.

    Het presidium kan in een bespreekvoorstel een voorstel doen over de spreektijd van de leden en de overige aanwezigen. Een dergelijk voorstel maakt onderdeel uit van de in artikel 9 en 11 van dit reglement genoemde stukken.

Artikel 21 Handhaving orde en schorsing

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij

    • a.

      de raadsvoorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van dit reglement te herinneren,

    • b.

      een lid hem interrumpeert. De raadsvoorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker, zich bedient van beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de raadsvoorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de raadsvoorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De raadsvoorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

Artikel 22 Beraadslaging

  • 1.

    De raad kan op voorstel van de raadsvoorzitter of een lid van de raad beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen.

  • 2.

    De raad kan op voorstel van de raadsvoorzitter of een lid van de raad beslissen over eén of meer voorstellen of onderwerpen gezamenlijk te beraadslagen.

  • 3.

    Op verzoek van een lid van de raad of op voorstel van de raadsvoorzitter kan de raad besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen teneinde het college of de leden de gelegenheid te geven tot onderling nader beraad. De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is. Degene die de schorsing heeft gevraagd, heeft na de hervatting als eerste het woord.

Artikel 23 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De raad kan bepalen dat anderen dan de in de vergadering aanwezige leden van de raad, de wethouder, de gemeentesecretaris, de griffier en de raadsvoorzitter deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de raadsvoorzitter of één der leden van de raad genomen alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde agendapunt een aanvang wordt genomen.

Artikel 24 Stemverklaring

Na het sluiten van de beraadslaging en nadat de raad gestemd heeft, heeft ieder lid het recht zijn uitgebrachte stem kort te motiveren.

Artikel 25 Beslissing

  • 1.

    Wanneer de raadsvoorzitter vaststelt, dat een onderwerp of voorstel voldoende Is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, vindt na een stemming over eventuele amendementen, de stemming plaats over het voorstel, zoals het dan luidt, in zijn geheel tenzij geen stemming wordt gevraagd.

  • 3.

    Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de raadsvoorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing.

Paragraaf 3 Procedures bij stemmingen in de raadsvergadering

Artikel 26 Algemene bepalingen over stemming

  • 1.

    De raadsvoorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Indien geen stemming wordt gevraagd en ook de raadsvoorzitter dit niet verlangt, stelt de raadsvoorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2.

    In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in de besluitenlijst vragen, dat zij geacht worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 3.

    Als een raadslid om stemming of hoofdelijke stemming vraagt doet de raadsvoorzitter daarvan mededeling aan de raad.

  • 4.

    De stemming geschiedt bij handopsteking.

  • 5.

    Bij hoofdelijke stemming roept de raadsvoorzitter leden van de raad bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het raadslid dat daarvoor overeenkomstig artikel 18 Is aangewezen. Vervolgens geschiedt de oproeping naar de volgorde van de presentielijst.

  • 6.

    Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezige raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door het woord 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 7.

    Heeft een lid zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, dan kan hij deze vergissing herstellen voordat het volgende lid gestemd heeft. Bemerkt het lid zijn vergissing pas later, dan kan hij nadat de raadsvoorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen dat hij zich heeft vergist. In de uitslag van de stemming brengt dit geen verandering.

  • 8.

    De raadsvoorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mede, met vermelding van het aantal voor en tegen uitgebrachte stemmen. Hij doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

Artikel 27 Stemming over amendementen en moties

  • 1.

    Indien een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd.

  • 2.

    Indien op een amendement een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement.

  • 3.

    Indien twee of meer amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, bepaalt de raadsvoorzitter de volgorde waarin hierover zal worden gestemd. Daarbij geldt, dat het meest verstrekkende amendement of subamendement het eerst in stemming wordt gebracht.

  • 4.

    Nadat over alle amendementen is gestemd, vindt de eindstemming over het voorstel plaats. In het geval de amendementen zijn aangenomen, vindt de eindstemming plaats over het voorstel zoals dat luidt met inachtneming van de amendementen.

  • 5.

    Indien aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt eerst over de motie(s) gestemd en vervolgens over het voorstel.

  • 6.

    Indien over een aanhangig voorstel zowel een motie als een (sub)amendement zijn ingediend, wordt eerst over het amendement gestemd overeenkomstig de eerste vier leden van dit artikel. Vervolgens wordt over de motie gestemd en dan vindt de eindstemming plaats over het voorstel zoals dat luidt met inachtneming van de amendementen.

Artikel 28 Stemming over personen

  • 1.

    Wanneer een stemming over personen voor het doen van een voordracht of het opstellen van een voordracht of aanbeveling moet plaatshebben, benoemt de raadsvoorzitter drie leden tot stembureau.

  • 2.

    Ieder ter vergadering aanwezig lid dat zich niet op grond van de Gemeentewet van stemming moet onthouden is verplicht een stembriefje in te leveren. De stembriefjes dienen identiek te zijn.

  • 3.

    Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De raad kan op voorstel van de raadsvoorzitter beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4.

    Het stembureau onderzoekt of het aantal ingeleverde stembriefjes gelijk is aan het aantal leden dat ingevolge het tweede lid verplicht is een stembriefje in te leveren. Wanneer de aantallen niet gelijk zijn worden de stembriefjes vernietigd zonder deze te openen en wordt een nieuwe stemming gehouden.

  • 5.

    Voor het bepalen van de volstrekte meerderheid als bedoeld in artikel 30 van de Gemeentewet worden geacht geen stem te hebben uitgebracht die leden die geen behoorlijk stembriefje hebben ingeleverd. Onder een niet behoorlijk ingevuld stembriefje wordt verstaan:

    • a.

      een blanco ingevuld stembriefje,

    • b.

      een ondertekend stembriefje,

    • c.

      een stembriefje waarop meer dan één naam is vermeld, tenzij de stemming verschillende vacatures betreft,

    • d.

      een stembriefje waarbij, indien het een benoeming op voordracht betreft, op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen,

    • e.

      een stembriefje waarbij op een andere persoon wordt gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt.

  • 6.

    In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad, op voorstel van de raadsvoorzitter.

  • 7.

    Onder verantwoordelijkheid van de griffier worden de stembriefjes onmiddellijk na vaststelling van de uitslag vernietigd.

Artikel 29 Herstemming over personen

  • 1.

    Wanneer bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.

  • 2.

    Wanneer ook bij deze tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatshebben.

  • 3.

    Indien bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot.

Artikel 30 Beslissing door het lot

  • 1.

    Wanneer het lot moet beslissen, worden de namen van hen tussen wie de beslissing moet plaatshebben, door de raadsvoorzitter op afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven.

  • 2.

    Deze briefjes worden, nadat zij door het stembureau zijn gecontroleerd, op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal gedeponeerd en omgeschud.

  • 3.

    Vervolgens neemt de raadsvoorzitter een van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.

Paragraaf 4 Orde van de Politieke Markt

Artikel 31 Beeldvormend en oordeelsvormend karakter

  • 1.

    De sessies op de Politieke Markt zijn gericht op beeldvorming en oordeelsvorming en bereiden de besluitvorming van de raad voor of dragen anderszins bij aan de volks vertegenwoordigende, kader stellende of controlerende rol van de raad.

  • 2.

    Een sessie op de Politieke Markt is gericht op actieve deelname door een raadslid of fractievertegenwoordiger, of op het door hen kennis kunnen nemen van hetgeen door anderen wordt gepresenteerd.

Artikel 32 Vaststellen bespreekvoorstel

  • 1.

    Het presidium stelt ten behoeve van de afzonderlijke sessies in de Politieke Markt doel en wijze van behandeling evenals het voorgestelde resultaat vast in een bespreekvoorstel. Het bespreekvoorstel maakt onderdeel uit van de in artikel 9 en 11 genoemde, bij de agenda behorende, stukken.

  • 2.

    Wijzigingsvoorstellen op het bespreekvoorstel voor een sessie in de Politieke Markt dienen schriftelijk en met redenen omkleed via de griffie te worden ingediend bij het presidium, uiterlijk op de vrijdagochtend om 10.00 uur voorafgaand aan de betreffende Politieke Markt. Het presidium beslist uiterlijk de daaropvolgende maandagochtend 10.00 uur over het ingediende verzoek. Een eventuele wijziging wordt uiterlijk 24 uur van tevoren op de website gepubliceerd. Indien er geen wijzigingsverzoeken zijn ingediend, wordt het bespreekvoorstel vrijdagochtend om 10.00 uur geacht definitief te zijn vastgesteld.

Artikel 33 Openbaarheid

  • 1.

    De sessies in de Politieke Markt zijn openbaar.

  • 2.

    In bijzondere gevallen kan het presidium besluiten dat een sessie in beslotenheid begint, gelet op een belang als bedoeld in artikel 10 Wet openbaarheid van bestuur en gelet op artikel 86 Gemeentewet.

Artikel 34 Sessievoorzitter

  • 1.

    De sessievoorzitter draagt zorg voor behandeling van een agendapunt conform het bespreekvoorstel.

  • 2.

    Aan het eind van de door hem voorgezeten sessie vat de sessievoorzitter de uitkomst van de sessie samen en formuleert een conclusie ten behoeve van de besluitenlijst.

Artikel 35 Sessiedeelnemers en fractievertegenwoordigers

  • 1.

    Van een fractie kunnen meerdere raadsleden of fractievertegenwoordigers aan een beeldvormende sessie deelnemen.

  • 2.

    Van een fractie kan één raadslid of fractievertegenwoordiger aan een oordeelsvormende sessie deelnemen.

  • 3.

    Het presidium kan in bijzondere gevallen bepalen dat er bij een oordeelsvormende sessie meer deelnemers per fractie mogen zijn.

  • 4.

    In het bespreekvoorstel kan opgenomen worden dat naast raadsleden, fractievertegenwoordigers, collegeleden en gemeentesecretaris, derden deelnemen aan de sessie.

Artikel 36 Uitkomst van een sessie

  • 1.

    Iedere sessie leidt tot een concrete uitkomst, waarbij tevens over verdere stappen wordt geadviseerd aan het presidium.

  • 2.

    Mogelijke uitkomsten van een sessie zijn:

    • a.

      een voorstel is besluitrijp ais hamerstuk in de raad;

    • b.

      een voorstel is besluitrijp als debatstuk in de raad, waarbij aangegeven dient te worden over welke punten dit debat nog moet gaan;

    • c.

      een voorstel gaat over verdere informatie of aanpassing terug naar het college;

    • d.

      anderszins.

Artikel 37 Spreekrecht

Bij openbare sessies in de Politieke Markt kunnen aanwezige toehoorders (anders dan sessiedeelnemer) het woord voeren. Daarbij gelden de volgende bepalingen:

  • 1.

    De sessievoorzitter vraagt bij aanvang van de sessie wie van de toehoorders gebruik willen maken van het spreekrecht.

  • 2.

    De spreektijd van een toehoorder bij meningsvormende sessies bedraagt maximaal 5 minuten. De sessievoorzitter is bevoegd de spreektijd in bijzondere gevallen te verlengen of in te korten.

  • 3.

    De sessievoorzitter geeft de toehoorders die zich daarvoor hebben opgegeven het eerst het woord.

  • 4.

    De sessiedeelnemers kunnen vervolgens aanvullende vragen stellen die door de betrokken toehoorders worden beantwoord.

  • 5.

    Daarna wordt de sessie conform bespreekvoorstel voortgezet.

  • 6.

    Het presidium kan in bijzondere gevallen bepalen dat er bij een sessie geen spreekrecht is en legt dit vast in het bespreekvoorstel.

Artikel 38

De artikelen 20, 21 en 22 van dit reglement zijn van overeenkomstige toepassing op de orde van de Politieke Markt.

Hoofdstuk 4 Recht van leden

Artikel 39 Amendementen

  • 1.

    Ieder lid van de raad kan tot het sluiten van de beraadslagingen in de raadsvergadering amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. Alleen beraadslaagd kan worden over amendementen die Ingediend zijn door leden van de raad, die de presentielijst getekend hebben en in de vergadering aanwezig zijn.

  • 2.

    Ieder lid dat in de vergadering aanwezig is, is bevoegd op het amendement dat door een lid is ingediend, een wijziging voor te stellen (subamendement).

  • 3.

    Elk (sub)amendement en elk voorstel moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de raadsvoorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter - met het oog op het eenvoudige karakter van het voorgestelde - oordeelt, dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan.

  • 4.

    Intrekking, door de indiener(s), van het (sub)amendement is mogelijk, totdat de besluitvorming door de raad heeft plaatsgevonden.

Artikel 40a Moties

  • 1.

    Ieder lid van de raad kan in de raadsvergadering een motie indienen.

  • 2.

    Een motie moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de raadsvoorzitter worden ingediend.

  • 3.

    De behandeling van een motie over een aanhangig onderwerp of voorstel vindt tegelijk met de beraadslaging over dat onderwerp of voorstel plaats.

  • 4.

    Intrekking door de indiener(s) van de motie is mogelijk totdat de besluitvorming door de raad heeft plaatsgevonden.

Artikel 40 b Motie vreemd (motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp)

  • 1.

    Ieder lid van de raad kan in de raadsvergadering een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp indienen.

  • 2.

    Een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp moet om in behandeling genomen te kunnen worden schriftelijk bij de raadsvoorzitter worden ingediend

  • 3.

    De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld.

  • 4.

    De Indiener van de motie vreemd voert niet meer dan tweemaal het woord, de overige leden van de raad, de burgemeester en de wethouders niet meer dan eenmaal, tenzij de raad anders beslist.

Artikel 41 Voorstellen van orde

  • 1.

    De raadsvoorzitter en ieder lid van de raad kan tijdens de raadsvergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    De sessievoorzitter en iedere sessiedeelnemer kan tijdens een sessie in de Politieke Markt een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 3.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering respectievelijk die van de sessie in de Politieke Markt betreffen.

  • 4.

    Over een voorstel van de orde beslissen de leden van de raad, respectievelijk sessiedeelnemers terstond.

Artikel 42 Initiatiefvoorstel

  • 1.

    Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen schriftelijk in bij de voorzitter. Deze brengt een ingediend voorstel zo spoedig mogelijk ter kennis van het college.

  • 2.

    Het college kan binnen 30 dagen nadat het ter kennis is gesteld van een voorstel schriftelijk wensen en bedenkingen met betrekking tot het voorstel ter kennis van de raad brengen;

  • 3.

    Een voorstel wordt nadat het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering geplaatst, tenzij de schriftelijke oproep hiervoor reeds verzonden is. In dat geval wordt het voorstel op de agenda van de daaropvolgende raadsvergadering geplaatst.

Artikel 43 Collegevoorstel

  • 1.

    Een voorstel voor een verordening of een ander voorstel van het college aan de raad, dat vermeld staat op de agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad.

  • 2.

    Indien de raad van oordeel is dat een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terug aan het college moet worden gezonden, bepaalt het presidium in welke vergadering het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 44 Interpellatie

  • 1.

    Het verzoek tot het houden van een interpellatie in de raadsvergadering wordt, behoudens in naar het oordeel van de raadsvoorzitter spoedeisende gevallen, ten minste 48 uur voor de aanvang van de raadsvergadering schriftelijk bij de raadsvoorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd alsmede de te stellen vragen.

  • 2.

    De raadsvoorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad, het college en de burgemeester. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering wordt het verzoek in stemming gebracht. Bij toestemming van de raad bepaalt de raad op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden.

  • 3.

    De Interpellant voert niet meer dan tweemaal het woord, de overige leden van de raad, de burgemeester en de wethouders niet meer dan eenmaal, tenzij de raad anders beslist.

Artikel 45 Schriftelijke vragen

  • 1.

    Schriftelijke vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven, of schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. Vragen die niet voldoen aan het hiervoor gestelde worden per omgaande aan de indiener teruggestuurd.

  • 2.

    De vragen worden bij de griffier ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de raad en het college of de burgemeester worden gebracht.

  • 3.

    Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen nadat de vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college of de burgemeester de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.

  • 4.

    De antwoorden worden door (het verantwoordelijk lid van) het college of de burgemeester via de griffier aan de leden van de raad medegedeeld.

  • 5.

    De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen, nadere inlichtingen vragen omtrent het door de burgemeester of door het college gegeven antwoord, tenzij de raad anders beslist.

Artikel 46A Vragenkwartier

  • 1.

    Elke raadsvergadering is er een vragenkwartier, tenzij er bij de voorzitter geen vragen zijn ingediend. In bijzondere gevallen kan het presidium bepalen dat het vragenkwartier op een ander tijdstip wordt gehouden. De raadsvoorzitter bepaalt op welk tijdstip het vragenkwartier eindigt.

  • 2.

    Het lid van de raad dat tijdens het vragenkwartier vragen wil stellen, meldt dit onder aanduiding van het onderwerp uiterlijk om 9.00 uur op de dag van de aanvang van de raadsvergadering bij de griffie die de raadsvoorzitter inlicht. De raadsvoorzitter kan na overleg met het presidium weigeren een onderwerp tijdens het vragenkwartier aan de orde te stellen, indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven, of indien het onderwerp in de raadsvergadering op diezelfde dag aan de orde komt.

  • 3.

    De raadsvoorzitter bepaalt de volgorde, waarin aangemelde onderwerpen tijdens het vragenkwartier aan de orde worden gesteld.

  • 4.

    De raadsvoorzitter bepaalt per onderwerp de spreektijd voor de vragensteller, voor het college, voor de burgemeester en voor de overige leden van de raad.

  • 5.

    Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het college of de burgemeester te stellen en een toelichting daarop te geven.

  • 6.

    Na de beantwoording door het college of de burgemeester krijgt de vragensteller desgewenst het woord om aanvullende vragen te stellen.

  • 7.

    Vervolgens kan de raadsvoorzitter aan andere leden van de raad het woord verlenen om hetzij aan de vragensteller, hetzij aan het college of de burgemeester vragen te stellen over hetzelfde onderwerp.

  • 8.

    Tijdens het vragenkwartier kunnen geen moties worden ingediend en worden geen interrupties toegelaten.

Artikel 46B Bestuurlijke actualiteiten van het college

  • 1.

    Elke raadsvergadering is er een agendapunt bestuurlijke actualiteiten van het college, tenzij er bij de voorzitter geen bestuurlijke actualiteiten zijn ingediend. In bijzondere gevallen kan het presidium bepalen dat het vragenkwartier op een ander tijdstip wordt gehouden. De raadsvoorzitter bepaalt op welk tijdstip het vragenkwartier eindigt.

  • 2.

    Het college meldt het onderwerp van de bestuurlijke actualiteit(en) uiterlijk om 12.00 uur op de dag van de aanvang van de raadsvergadering bij de raadsvoorzitter en de griffie. De raadsvoorzitter kan na overleg met het presidium weigeren een onderwerp tijdens de het agendapunt bestuurlijke actualiteiten aan de orde te stellen, indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig acht aangegeven, of Indien het onderwerp in de raadsvergadering op diezelfde dag aan de orde komt.

  • 3.

    De raadsvoorzitter bepaalt de volgorde, waarin aangemelde bestuurlijke actualiteiten tijdens dit agendapunt aan de orde worden gesteld.

  • 4.

    De raadsvoorzitter bepaalt per onderwerp de spreektijd voor het lid van het college en voor de leden van de raad.

  • 5.

    Per onderwerp wordt aan de raadsleden één keer het woord verleend om één of meer vragen aan het lid van het college te stellen en een toelichting op zijn vraag te geven.

  • 6.

    Na de beantwoording van de vragen door het lid van het college sluit de raadsvoorzitter het agendapunt af.

  • 7.

    Tijdens het agendapunt bestuurlijke actualiteiten van het college kunnen geen moties worden ingediend en worden geen interrupties toegelaten.

Artikel 47 Inlichtingen

  • 1.

    Indien een lid van de raad over een onderwerp inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid van de Gemeentewet verlangt, wordt een verzoek daartoe door tussenkomst van de griffier schriftelijk ingediend bij het college dan wel de burgemeester.

  • 2.

    De griffier draagt er zorg voor dat de overige leden van de raad een afschrift van dit verzoek krijgen.

  • 3.

    De verlangde inlichtingen worden mondeling of schriftelijk in de eerstvolgende of in de daarop volgende raadsvergadering gegeven.

  • 4.

    De gestelde vragen en het antwoord vormen een agendapunt voor de vergadering, waarin de antwoorden zuilen worden gegeven.

Hoofdstuk 5 Begroting en rekening

Artikel 48 Procedure begroting

Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding, het onderzoek, de behandeling en de vaststelling van de begroting volgens een procedure die de raad, op voorstel van het presidium, vaststelt.

Artikel 49 Procedure jaarrekening

Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt de voorbereiding en het onderzoek van de jaarrekening en het jaarverslag, alsmede de vaststelling van de jaarrekening en van een eventueel indemniteitsbesluit volgens een procedure die de raad, op voorstel van het presidium, vaststelt.

Hoofdstuk 6 Lidmaatschap van andere organisaties

Artikel 50 Verslag en verantwoording

  • 1.

    Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan. Ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht om voor het sluiten van de raadsvergadering verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur als bedoeld aan de orde zijn. Voor bespreking van dit verslag kan de raadsvoorzitter verwijzen naar het presidium ten behoeve van agendering in de Politieke Markt.

  • 2.

    Ieder lid van de raad kan aan een persoon als bedoeld in het eerste lid, schriftelijke vragen stellen. De regels voor het stellen van schriftelijke vragen, vastgesteld in artikel 45, zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Wanneer een lid van de raad een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de raad over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in Artikel 47, zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4.

    Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op andere organisaties of instituties, waarin de raad één van zijn leden heeft benoemd.

Hoofdstuk 7 Besloten vergadering

Artikel 51

Op een besloten raadsvergadering of sessie in de Politieke Markt zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering of sessie.

Artikel 52 Verslag besloten sessie en/of raadsvergadering

  • 1.

    Een verslag van een besloten raadsvergadering ligt uitsluitend voorde raadsleden en overige deelnemers aan de betreffende raadsvergadering bij de griffie ter Inzage. De deelnemers worden van de ter inzage legging op de hoogte gesteld.

  • 2.

    Een verslag van een besloten sessie in de Politieke Markt ligt uitsluitend voor raadsleden en sessiedeelnemers aan de betreffende sessie ter inzage bij de griffie. De deelnemers worden van de terinzagelegging op de hoogte gesteld.

  • 3.

    De leden van de raad, de raadsvoorzitter, het college, de sessiedeelnemers en de griffier hebben het recht binnen drie dagen na ter inzage legging een voorstel tot wijziging bij de griffier in te dienen, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen besloten is.

  • 4.

    Indien er binnen drie dagen na ter Inzage legging van het verslag geen voorstel tot wijziging is ingediend, wordt het verslag geacht definitief te zijn vastgesteld.

  • 5.

    Indien er binnen drie dagen na ter inzage legging van het verslag voorstellen tot wijziging zijn ingediend, beslist het presidium over (de) voorgestelde wijziging(en). Daarna stelt het presidium het verslag, met inachtneming van de beslissing over de voorgestelde wijziging(en), definitief vast.

  • 6.

    De vastgestelde verslagen worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

Artikel 53 Geheimhouding

Voor de afloop van de besloten raadsvergadering of sessie beslissen de raad respectievelijk sessie-deelnemers overeenkomstig artikel 25, eerste lid, van de Gemeentewet of omtrent de Inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. De raad en de sessiedeelnemers kunnen besluiten de geheimhouding op te heffen.

Artikel 54 Opheffing geheimhouding

Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt, indien daar om wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

Hoofdstuk 8 Toehoorders en pers

Artikel 55 Toehoorders en pers

  • 1.

    De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare raadsvergaderingen en sessies van de Politieke Markt bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

Artikel 56 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die tijdens de raadsvergadering of tijdens sessies op de Politieke Markt geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de raadsvoorzitter respectievelijk sessievoorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Deze aanwijzingen kunnen niet zover gaan dat zij de vrijheid van pers aantasten.

Artikel 57 Gebruik van communicatiemiddelen

In de (vergader)ruimtes van raadsvergadering en Politieke Markt, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering respectievelijk sessie telefoneren niet toegestaan. Ander gebruik van mobiele telefoons of andere communicatiemiddelen is toegestaan, voor zover dit gebruik naar het oordeel van de voorzitter geen verstoring van de orde van de vergadering respectievelijk de sessie in de Politieke Markt oplevert.

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

Artikel 58 Uitleg reglement

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement:

  • 1.

    Beslist de raad in het geval van een raadsvergadering op voorstel van de raadsvoorzitter.

  • 2.

    Beslissen in geval van een sessie in de Politieke Markt de sessiedeelnemers op voorstel van de sessievoorzitter.

Artikel 59 In werking treden

Dit reglement treedt in werking op 1 mei 2017.

Op dat tijdstip vervalt het eerder vastgesteld reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 2006 en de verordening op de raadscommissies 2010.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad in de openbare raadsvergadering van 4 april 2017.

, voorzitter

, griffier