Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Het Hogeland 2019

Geldend van 05-01-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Het Hogeland 2019

de raad van de gemeente Het Hogeland;

gelet op artikel 140 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 134 van de Wet op de expertisecentra en artikel 96g van de Wet op het voortgezet onderwijs

besluit de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Het Hogeland 2019 vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepaling.

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Het Hogeland;

  • b.

    Schoolbestuur: het bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school, of, voor zover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;

  • c.

    School: school voor basisonderwijs, speciale school voor basisonderwijs en school voor voortgezet onderwijs, gelegen in de gemeente Het Hogeland;

    • a.

      School voor basisonderwijs: een basisschool als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

    • b.

      Speciale school voor basisonderwijs: een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

    • c.

      School voor voortgezet onderwijs: een school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, van voorbereidend beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 2 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

    • d.

      Nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs, of van de Wet op de expertisecentra, artikel 10 van de wet van 31 mei 1995 (Stb. 319) of van de Wet op het voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht;

    • e.

      Voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage: Voorzieningen van deze verordening;

    • f.

      Aanvullende voorziening: een door het college vastgestelde nieuwe voorziening waarmee de verordening tijdelijk wordt aangevuld;

    • g.

      Indieningsdatum: uiterste moment zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een aanvraag voor een voorziening voor het eerste daaropvolgende tijdvak moet zijn ingediend;

    • h.

      Toekenningscriteria: de omstandigheden zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waaronder een schoolbestuur in aanmerking komt voor een voorziening of een aanvullende voorziening;

    • i.

      Tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage Voorzieningen van deze verordening, waarvoor een voorziening wordt toegekend;

    • j.

      Subsidieplafond: het door het college vastgestelde plafond, als bedoeld in artikel 4:22 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • k.

      Feitelijke beschikbaarstelling: de beschikking van het college waarbij een voorziening of aanvullende voorziening, in natura beschikbaar wordt gesteld;

    • l.

      Subsidievaststelling: de beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 4:42 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Subsidieplafond en verdelingsregels

  • 1.

    Het college kan per voorziening c.q. per aanvullende voorziening een subsidieplafond vaststellen. Hierbij bepaalt het college hoe het beschikbare bedrag wordt verdeeld.

  • 2.

    Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3 Aanvullende voorziening

Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening. 2. Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorziening.

Artikel 4 Jaarlijks overzicht

Het college zendt jaarlijks vóór 1 oktober aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening aan alle schoolbesturen toegekende voorzieningen en aanvullende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 augustus van het voorafgaande jaar tot en met 31 juli van het jaar van toezending.

Hoofdstuk 2 Procedures

Paragraaf 2.1 Aanvraag voorziening c.q. aanvullende voorziening; weigeringsgronden.

Artikel 5 Toevoegen, wijzigen en intrekken

Een wijziging van de verordening die leidt tot het toevoegen, wijzigen of intrekken van een voorziening, wordt uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum bekendgemaakt door het college.

Artikel 6 Indiening aanvraag

  • 1.

    Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerste daaropvolgend tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorgeschreven. Indien de aanvraag niet voor de indieningsdatum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.

  • 2.

    De aanvraag vermeldt:

    • a.

      Naam en adres van het schoolbestuur;

    • b.

      De dagtekening;

    • c.

      De gewenste voorziening;

    • d.

      De naam van de school en de onderwijssoort indien de voorziening c.q. de aanvullende voorziening is bestemd voor een school;

    • e.

      De bank- of girorekening waarop het bestuur de middelen wil ontvangen;

    • f.

      Een motivering dat wordt voldaan aan de toekenningscriteria;

    • g.

      Andere gegevens die het college noodzakelijk acht om de aanvraag te kunnen beoordelen.

    • h.

      Gegevens die op grond van de Bijlage deel dienen uit te maken van de aanvraag

  • 3.

    Bij het ontbreken van een of meer gegevens of in het geval dat het college de motivering onvoldoende acht deelt het college dit schriftelijk mee aan het schoolbestuur. Daarbij krijgt het schoolbestuur de gelegenheid om binnen drie weken na de datum van verzending van de mededeling de gegevens schriftelijk aan te vullen. Indien het schoolbestuur de ontbrekende gegevens niet binnen deze termijn verstrekt, beslist het college de aanvraag niet te behandelen.

Artikel 7 Beslissingstermijn

  • 1.

    Het college beslist binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag voor een voorziening. Indien ten aanzien van de voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, beslist het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag voor een aanvullende voorziening.

  • 3.

    Het college kan de beslissingstermijn gemotiveerd met maximaal vier weken verlengen. Bij verlenging wordt uiterlijk twee weken voor het einde van deze termijn hiervan door het college schriftelijk mededeling gedaan aan het schoolbestuur.

Artikel 8 Weigeringsgronden

Het college weigert de voorziening indien:

  • a.

    De gewenste voorziening geen voorziening is in de zin van deze verordening;

  • b.

    Niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria;

  • c.

    Door verstrekking van de subsidie het subsidieplafond wordt overschreden, daaronder begrepen de situatie dat de voorziening op grond van de verdelingsregels bij toepassing van het subsidieplafond niet voor toewijzing in aanmerking komt.

Paragraaf 2.2 Toekenning; uitvoering beschikking subsidieverlening; intrekking of wijziging; verbod vervreemding

Artikel 9 Inhoud beschikking tot toekenning; betaling

  • 1.

    De beschikking van het college tot toekenning van een voorziening c.q. aanvullende voorziening kan inhouden:

    • a.

      Feitelijke beschikbaarstelling van de voorziening c.q. aanvullende voorziening;

    • b.

      Een toekenning van subsidie.

  • 2.

    De beschikking bevat:

    • a.

      Het tijdvak en het doel waarvoor de voorziening c.q. aanvullende voorziening is toegekend;

    • b.

      De wijze waarop het schoolbestuur de voorziening c.q. aanvullende voorziening dient uit te voeren;

    • c.

      Indien de voorziening c.q. aanvullende voorziening een subsidie betreft - het bedrag van de subsidie;

    • d.

      Bij een beschikking tot subsidieverlening - de wijze waarop rekening en verantwoording door het schoolbestuur wordt afgelegd aan het college.

  • 3.

    De betaling van het subsidiebedrag vindt plaats in twee halfjaarlijkse termijnen.

Artikel 10 Intrekken of wijzigen beschikking tot feitelijke beschikbaarstelling of subsidievaststelling; terugvordering

De regels van de Algemene wet bestuursrecht inzake subsidies zijn van toepassing.

Artikel 11 Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen is niet toegestaan zonder toestemming van het college, tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 12 Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 13 Beslissing van het college in gevallen waarin de verordening niet voorziet

In gevallen, de uitvoering van de verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 14 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    De verordening kan worden aangehaald als: Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Het Hogeland.

  • 2.

    Deze verordening treedt op dag volgende op de dag van bekendmaking in werking en werkt terug tot 1 januari 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de raad van Het Hogeland op 2 januari 2019

De voorzitter, Henk Jan Bolding

De griffier, Pieter Norder