Regeling vervallen per 01-08-2015

Verordening speelautomaten 2001

Geldend van 22-12-2010 t/m 31-07-2015

Intitulé

Verordening speelautomaten 2001

De raad van de gemeente Heumen in openbare vergadering bijeen;

Overwegende, dat het wenselijk is de voorschriften en beperkingen te

verbinden aan aanwezigheidsvergunningen voor speelautomaten ingevolge

artikel 30b van de Wet op de kansspelen, te herzien, zulks in het belang van het bestrijden, beperken en voorkomen van gokverslaving en de daarmee samenhangende zorg voor de openbare en gezondheid in de gemeente;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente

Heumen;

Gelet op titel Va van de wet op de kansspelen en in het bijzonder op

artikel 30b van genoemde wet, alsmede op het Speelautomatenbesluit;

b e s l u i t:

I in te trekken de “Speelautomatenverordening 1995” vastgesteld bij

besluit van de gemeenteraad van Heumen d.d. 18 mei 1995

II vast te stellen de navolgende “VERORDENING SPEELAUTOMATEN 2001”

III geen verordening vast te stellen als bedoeld in artikel 30c, eerste

lid, onder c, van de Wet op de kansspelen voor wat betreft de

exploitatie van speelhallen.

Artikel 1

  • a.

    De wet: de wet op de kansspelen

  • b.

    Speelautomaat: een speelautomaat als bedoeld in artikel 30 sub A van de Wet;

  • c.

    Behendigheidsautomaat: een speelautomaat als bedoeld in artikel 30 sub B van de Wet;

  • d.

    Kansspelautomaat: een speelautomaat als bedoeld in artikel 30 onder C van de Wet;

  • e.

    Hoogdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30 sub D van de Wet;

  • f.

    Laagdrempelige inrichting: een inrichting als bedoeld in artikel 30 sub E van de Wet.

Artikel 2

Een vergunning kan slechts worden verleend voor het aanwezig hebben van:

  • a.

    maximaal twee speelautomaten, waarvan twee kansspelautomaten (gokautomaten) of een kansspelautomaat en een behendigheidsautomaat of twee behendigheidsautomaten per inrichting, indien het betreft een hoogdrempelige inrichting;

  • b.

    maximaal twee behendigheidsautomaten per laagdrempelige inrichting.

Artikel 3

Aan de aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten wordt het voorschrift verbonden dat op een vanaf de kansspelautomaat duidelijk zichtbare plaats wordt aangekondigd, dat het spelen op de automaat is verboden voor personen jonger dan 18 jaar.

Artikel 4

Aan de aanwezigheidsvergunning voor kansspel- en/of behendigheidsautomaten wordt het voorschrift verbonden, dat alleen speelautomaten mogen worden opgesteld, welke in eigendom toebehoren aan personen die in het bezit zijn van de in artikel 30h, eerste lid van de Wet bedoelde vergunning.

Artikel 5

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening speelautomaten 2001”

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar afkondiging.

Ondertekening

MvD Malden, 25 januari 2001
DE RAAD VOORNOEMD;
De secretaris, De burgemeester,
J.Wijnia F.C.W. Grienberger.