Regeling vervallen per 18-03-2017

De verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Hilvarenbeek

Geldend van 01-01-2009 t/m 17-03-2017

Intitulé

De verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Hilvarenbeek

Verordening artikel 212 Gemeentewet

De raad van de gemeente Hilvarenbeek besluit,

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,

vast te stellen:

De verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Hilvarenbeek.

Titeldeel 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    afdeling:

    een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen organisatorische eenheid binnen de ambtelijke organisatie.

  • b.

    administratie:

    het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Hilvarenbeek en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • c.

    indicator / kengetal

    De streefwaarde die aangeeft wat bereikt moet worden cq wat bereikt is binnen een bepaalde periode en voor een bepaald budget, voor de beoogde beleidsdoelen, maatschappelijke effecten en te leveren prestaties.

  • d.

    financiële administratie:

    het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Hilvarenbeek, teneinde te komen tot een goed inzicht in:1. de financieel-economische positie;2. het financiële beheer ;3. de uitvoering van de begroting;4. het afwikkelen van vorderingen en schulden;5. alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • e.

    administratieve organisatie:

    het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

  • f.

    financieel beheer:

    het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Hilvarenbeek.

  • g.

    rechtmatigheid:

    het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten.

  • h.

    doelmatigheid:

    het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • i.

    doeltreffendheid:

    de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald.

Titeldeel 2 BEGROTING EN VERANTWOORDING

Artikel 2 Financiële kaderstelling

  • 1. Het college biedt de raad jaarlijks ter behandeling en vaststelling door de raad een nota aan, met daarin tenminste opgenomen:a. de beleidsprioriteiten voor het komende begrotingsjaar;b. de financiële kaders en uitgangspunten voor het komende begrotingsjaar en de drie daarop volgende jaren;c. zo mogelijk de bevindingen uit de rapportage van de begrotingsuitvoering bedoeld in artikel 5 en de jaarstukken bedoeld in artikel 6.

  • 2. De raad stelt deze nota zo vroeg mogelijk in het jaar voor het begrotingsjaar vast.

Artikel 3 Programmabegroting

  • 1. De raad stelt de programma-indeling vast, die (uitzonderingen daargelaten) minimaal voor één raadsperiode geldt.

  • 2. De raad stelt per programma vast:a. de beoogde maatschappelijke effecten (wat willen we bereiken);b. de te leveren prestaties (wat gaan we daarvoor doen;c. de baten en lasten (wat mag het kosten).

  • 3. De raad stelt (al dan niet op voorstel van het college) per programma indicatoren vast met betrekking tot de beoogde maatschappelijke effecten en de te leveren prestaties.

Artikel 4 Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en baten per programma, inclusief de toevoegingen en ontrekkingen aan de reserves.

  • 2. Met de vaststelling van de begroting vindt impliciet autorisatie plaats van de opgenomen investeringskredieten voor het eerstkomende begrotingsjaar door de raad. In het geval de raad een of meerdere investeringskredieten later via een apart voorstel wil ontvangen alvorens tot autorisatie daarvan over te gaan, maakt zij dit kenbaar tijdens de begrotingsbehandeling.

  • 3. Voor de investeringen in de loop van het begrotingsjaar die niet in de begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf, voor het aangaan van verplichtingen, een investeringsvoorstel en een voorstel tot autorisatie en de daarbij behorende dekking aan de raad voor.

Artikel 5 Tussentijdse rapportage en informatie

  • 1. Het college informeert de raad minimaal twee keer per jaar door middel van tussentijdse rapportages over de realisatie van de begroting.

  • 2. Deze rapportages gaan in op afwijkingen ten opzichte van de begroting en overige besluitvorming, zowel beleidsinhoudelijk als financieel.

  • 3. In deze rapportages worden in ieder geval afzonderlijke afwijkingen op de eerdere ramingen van de baten en lasten groter dan € 10.000,- en van de investeringskredieten groter dan € 50.000,- afzonderlijk toegelicht.

  • 4. Activiteiten waarvoor incidentele middelen beschikbaar zijn gesteld, maar niet (volledig) tot uitvoering komen in het jaar waarvoor de middelen beschikbaar zijn gesteld, worden zoveel als mogelijk bij tussentijdse rapportages overgeheveld naar het volgende jaar.

Artikel 6 Jaarstukken

  • 1. Het college legt verantwoording af over de uitvoering van de programma’s in de programmaverantwoording (jaarverslag / jaarrekening). In de verantwoording besteedt het college aandacht aan:

    • a.

      wat is bereikt;

    • b.

      wat daarvoor is gedaan;

    • c.

      wat de lasten en baten zijn geweest;

    • d.

      hoe de resultaten zich verhouden tot de in de (bijgestelde) begroting gestelde doelen.

  • 2. In de jaarrekening wordt in voorkomende gevallen een voorstel gedaan om een aantal budgetten over te hevelen naar het jaar volgend op het verslagjaar;b De verzoeken tot overheveling worden nader toegelicht in de jaarrekening;c Vooruitlopend op de definitieve vaststelling van de jaarrekening door de raad, worden uitgaven die in het volgende jaar gedaan worden ten behoeve van over te hevelen budgetten als rechtmatig beschouwd. Dit voor zover de uitgaven de eerder voor de activiteit beschikbaar gestelde budgetten niet overschrijden en passen binnen de doelstelling van de activiteit.b Voor zover de raad besluit om één of meerdere verzoeken tot budgetoverheveling niet goed te keuren, maar het budget is al wel (gedeeltelijk) besteed door het college, zal het college verantwoording afleggen over de besteding en een alternatief dekkingsvoorstel doen.

  • 3. a In de jaarrekening wordt een overzicht opgenomen van de restantkredieten;b Vooruitlopend op de definitieve vaststelling van de jaarrekening door de raad, worden uitgaven die in het volgende jaar gedaan worden ten behoeve van investeringen waarvoor eerder kredieten door de raad zijn gevoteerd als rechtmatig beschouwd.

Titeldeel 3 FINANCIEEL BELEID

Artikel 7 Waardering

  • 1. De waardering en afschrijving van de vaste activa dient te geschieden conform de door de raad vastgestelde nota beleidskader “waarderen en afschrijven activa”.

  • 2. In voorkomende gevallen kan bij raadsbesluit hiervan worden afgeweken.

Artikel 8 Kostprijsberekening

  • 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten.

  • 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan voorzieningen voor groot onderhoud en/of noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor reinigingsrechten, afvalstoffenheffing en rioolrechten de compensabele BTW.

  • 3. Uitzonderingen daargelaten, vindt rentetoerekening plaats door middel van vaste rekenrente, die jaarlijks wordt bepaald en vastgesteld bij de kadernota.

Artikel 9 Financieringsfunctie

Het college draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie het door de raad vastgestelde treasurystatuut in acht.

Artikel 10 Lokale heffingen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijk tarieven voor lokale heffingen.

Titeldeel 4 FINANCIEEL BEHEER EN INTERNE CONTROLE

Artikel 11 Administratie

  • 1. De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en als organisatie-onderdelen;b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen en schulden, enzovoorts;c. het verschaffen van informatie aan de budgethouders en voor het maken van kostencalculaties;d. het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

Artikel 12 Interne controle

  • 1. Het college draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen.

  • 2. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

Artikel 13 Misbruik en oneigenlijk gebruik

Het college zorgt voor en legt de regels vast voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Titeldeel 5 FINANCIËLE ORGANISATIE

Artikel 14 Financiële organisatie

Het college draagt de zorg voor:a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de afdelingen;b. de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd;d. de te maken afspraken met de afdelingen over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

Artikel 15 Aanbesteding en inkoop

  • 1. Het college draagt zorg voor en legt (in een besluit) de interne regels (protocol) voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten vast.

  • 2. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels terzake van de Europese Unie.

Titeldeel 6 SLOTBEPALINGEN

Artikel 16 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2009, met dien verstande dat de begroting, de meerjarenraming, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de programmabegroting voor het begrotingsjaar 2009 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.

  • 2. Deze verordening treedt in de plaats van de “Financiële verordening gemeente Hilvarenbeek 2003”, vastgesteld in de raadsvergadering van 27 november 2003.

Artikel 17 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Hilvarenbeek 2009”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad d.d. 18 december 2008
de griffier, de burgemeesterdrs. G.J. de Ruiter mr.drs. S.W.Th. Huisman

Toelichting op de Financiële verordening gemeente Hilvarenbeek 2009 1

Artikel 212 Gemeentewet luidt als volgt:1. De raad stelt bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede voor het financiële beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie vast. Deze verordening waarborgt dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan.2. De verordening bevat in ieder geval:a. regels voor waardering en afschrijving van activa;b. grondslagen voor de berekening van de door het gemeentebestuur in rekening te brengen prijzen en van tarieven voor rechten als bedoeld in artikel 229b Gemeentewet, alsmede, voor zover deze wordt geheven, voor de heffing bedoeld in artikel 15.33 van de Welt milieubeheer;c. regels inzake de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie, alsmede inzake de administratieve organisatie van de financieringsfunctie, daaronder begrepen taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening.TITEL 1. INLEIDENDE BEPALINGENHierin zijn een aantal begrippen nader toegelicht.TITEL 2. BEGROTING EN VERANTWOORDINGIn artikel 2 tot en met 6 zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot een deel van de planning en controlcyclus (kadernota, programmabegroting, tussentijdse rapportages en jaarstukken). Zaken die reeds geregeld zijn in het Besluit begroting en verantwoording Provincies en gemeenten (Bbv), hoeven niet nogmaals in deze verordening te worden uitgewerkt.Zaken, die aanvullende aan het Bbv geregeld moeten worden betreffen de programmastructuur, het gebruik van meetgegevens 9indicatoren) en de koppeling van deze meetgegevens aan prestatieafspraken met de raad. Op deze wijze wordt het budgetrecht van de raad tot het programma geregeld, waarbij het college voldoende vrijheid heeft en geautoriseerd is om binnen een programma te wijzigen. Uiteraard mits de prestatieafspraken met de raad niet worden aangetast.Tevens wordt een duidelijk verband gelegd tussen gewenste effecten en prestaties enerzijds en budgetten anderzijds.

In de huidige “Financiële verordening gemeente Hilvarenbeek 2003” zijn in de bepalingen van de verordening data genoemd, waarop het college een document van de planning en controlcyclus uiterlijk aan de raad aanbiedt ter vaststelling.Wanneer het specifiek en gedetailleerd benoemd wordt, verkleint dit de flexibiliteit om wijzigingen aan te brengen in de inhoud van de instrumenten en moet rekening gehouden worden met de rechtmatigheidsaspecten van deze bepalingen, aangezien onrechtmatig handelen optreedt wanneer aan opgenomen bepalingen niet wordt voldaan.Verder is het zo dat jaarlijks een “spoorboekje” vastgesteld door het college en wordt voorgelegd aan de commissie AB&F, met daarin opgenomen de jaarplanning van de diverse instrumenten van de planning & controlcyclus.Daarom wordt voorgesteld geen data meer te noemen in de nieuwe verordening.

Het Bbv geldt als wettelijk kader. Daarom kunnen de bestaande artikelen fors ingeperkt worden. Ten aanzien van het huidige artikel 11 “Voorziening voor oninbare vorderingen” kan worden opgemerkt dat elke voorziening op grond van het Bbv apart onderbouwd dient te worden. Het is dus niet logisch om slechts één voorziening te noemen in deze verordening. Vandaar dat dit artikel in de nieuwe verordening niet meer is opgenomen.

TITEL 3. FINANCIEEL BELEIDDe artikelen 16 tot en met 22 van de huidige “Financiële verordening gemeente Hilvarenbeek 2003” behandelen de door het Bbv voorgeschreven paragrafen. Het Bbv geldt daarbij als wettelijk kader. Het Bbv heeft in beknopte vorm dezelfde strekking als hetgeen onze gemeente in deze verordening uitgebreid heeft beschreven.Omwille van transparantie en het onnodig dubbel vermelden in zowel het Bbv als de gemeentelijke verordening wordt voorgesteld de betreffende artikelen te laten vervallen. Dit vergroot de flexibiliteit en de toepasbaarheid in de praktijk van de verordening.

In de nieuwe verordening zijn die bepalingen opgenomen die op basis van artikel 212 gemeentewet tenminste geregeld moeten worden. Het betreffen regels voor waardering en afschrijving van activa, grondslagen voor de berekening van tarieven en rechten, alsmede de administratieve organisatie van de financieringsfunctie.In de meeste gevallen wordt in de verordening verwezen naar een aparte nota of beleidskader op een deelgebied.

De bepalingen dat de diverse nota’s minimaal eens inde vier jaar geactualiseerd moeten worden, komen niet terug in de nieuwe verordening.Dit neemt niet weg dat wel op enig moment kan worden besloten een dergelijke nota of beleidskader op te stellen.TITEL 4. FINANCIEEL BEHEER EN INTERNE CONTROLEIn artikel 24 tot en met 26 van de huidige “Financiële verordening gemeente Hilvarenbeek 2003” zijn zaken van veelal administratieve aard opgenomen, welke de bevoegdheid van het college betreffen en naar onze mening niet expliciet in deze verordening geregeld hoeven te worden.

In de huidige verordening is als onderdeel van artikel 6 “Interne controle” aandacht besteedt aan “misbruik en oneigenlijk gebruik“. In de nieuwe verordening is een apart artikel 13 “misbruik en oneigenlijk gebruik” opgenomen. Het treffen van afdoende beleid op het gebied van “misbruik en oneigenlijk gebruik” maakt deel uit van het rechtmatigheidsoordeel van de accountant.TITEL 5. FINANCIËLE ORGANISATIEFeitelijk geen inhoudelijke wijzigingen doorgevoerd.TITEL 6. SLOTBEPALINGENWegens het grote aantal wijzigingen in deze verordening wordt voorgesteld om de huidige verordening te laten vervallen en in de plaats daarvan vast te stellen de “Financiële verordening gemeente Hilvarenbeek 2009”.