Regeling vervallen per 01-01-2015

Misbruikverordening WWB

Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2014

Intitulé

Misbruikverordening WWB

De raad der gemeente Hilvarenbeek;

gezien het voorstel van het college van 28 september 2004:

 

besluit:

vast te stellen de volgende

MisbruikverordeningWet Werk en Bijstand2005

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    WWB: de Wet werk en bijstand;

  • b.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilvarenbeek;

  • c.

    CWI: de Centra voor Werk en Inkomen als genoemd in artikel 24 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, gevestigd in de gemeente Tilburg;

Artikel 2 Voorlichting en communicatie

  • 1 Het College informeert de belanghebbenden over de rechten en plichten die aan het ontvangen van bijstand zijn verbonden en over de consequenties bij misbruik en oneigenlijk gebruik.

  • 2 Periodiek ontvangen belanghebbenden een nieuwsbrief waarin regelmatig aandacht wordt geschonken aan onderwerpen ter voorkoming van misbruik of oneigenlijk gebruik.

Artikel 3 Bestandsvergelijking

Maandelijks vindt er een bestandsvergelijking plaats met de Stichting Inlichtingenbureau en worden uitkeringsgegevens van belanghebbenden vergeleken met de Belastingdienst, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de Informatiebeheergroep.

Artikel 4 Terugvordering

  • 1 Het College vordert boven een nader vast te stellen bedrag de kosten van bijstand terug in de gevallen die in de artikelen 58 en 59 van de WWB zijn aangegeven, voorzover zich daar geen wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2 Van terugvordering kan worden afgezien indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.

  • 3 Het College stelt nadere regels vast omtrent de terugvordering, de bruto kosten van bijstand, en de kosten van invordering en wettelijke rente. 

Artikel 5 Verhaal

  • 1 Het College verhaalt boven een nader vast te stellen bedrag de kosten van bijstand tot het tijdstip waarop de artikelen 56, 61 en 62 van de WWB in werking treden in de gevallen en overeenkomstig de regels aangegeven in de artikelen 92, tweede en derde lid, tot en met 105 en 141, van de Abw, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.

  • 2 Van verhaal kan worden afgezien indien daarvoor dringende redenen aanwezig zijn.

  • 3 Bij nader door het College vast te stellen regels kan voor de vaststelling van de hoogte van de verhaalsbijdrage naast de bestaande maatstaven een nader te stellen systematiek worden gehanteerd.

Artikel 6 Verlaging van de uitkering

Indien belanghebbende onjuiste, onvolledige of in het geheel geen inlichtingen verstrekt die van belang zijn of kunnen zijn voor de hoogte, de duur of de voortzetting van de bijstand, verlaagt het College de bijstand, conform de bepalingen uit de Afstemmingsverordening Wet werk en bijstand, onverminderd de mogelijkheid tot terugvordering van de eventueel ten onrechte ontvangen bijstand. 

Artikel 7 Aangifte bij het openbaar ministerie

Indien een gedraging van belanghebbende leidt tot financiële benadeling van de gemeente van meer dan € 6.000,00 doet het College, onverminderd de mogelijkheid de bijstand te verlagen en de ten onrechte ontvangen bijstand terug te vorderen, aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit onderdeel gehanteerde uitgangspunten.

Artikel 8 Onvoorziene omstandigheden

  • 1 In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het College.

  • 2 Het College kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in deze verordening als toepassing ervan tot disproportionaliteit leidt.

Artikel 9 Slotbepaling

  • 1 Deze verordening kan worden aangehaald als Misbruikverordening WWB.

  • 2 Deze verordening treed in werking op 1 januari 2005

Ondertekening

Aldus besloten in zijn openbarevergadering van 18 november 2004
 
De raad voornoemd:De griffier, de voorzitter,
 
drs. G.J. de Ruiter mr.drs. S.W.Th. Huisman

1 Algemene toelichting

Met het invoeren van de WWB komt de financiële verantwoordelijkheid voor de uitvoering er van bij de gemeenten te liggen. Hierom schrapt SZW de Rau: de Regeling administratieve uitvoeringsvoorschriften Abw. De Rau verplichtte tot het regelmatig onderzoeken van de rechtmatigheid van de verstrekkingen, de uitkeringsdebiteuren en het beëindigingsonderzoek. Het wordt aan de gemeente overgelaten om hier een lokale invulling aan te geven.

Hierop vooruitlopend wordt de bedrijfsvoering van Sociale Zaken ingericht naar het zogeheten stoplichtmodel: een concept voor hoogwaardige handhaving. Dit concept gaat uit van:- een goede en tijdige voorlichting over verplichtingen en rechten,- het vroegtijdig achterhalen (detecteren) van fraude, - het daadwerkelijk straffen en- het hiervoor creëren van draagvlak door optimale dienstverlening.

Een juiste toepassing van deze velden creëert duidelijkheid en maatschappelijk draagvlak. Voorbeelden van toepassing is de maandelijkse nieuwsbrief aan onze klanten, en de cliëntenparticipatie. Er vindt verificatie en bestandsvergelijking met de stichting Inlichtingen-bureau plaats. Ook wordt in de toekomst gedacht aan de ontwikkeling en toepassing van risicoprofielen.

Door het intrekken van de Rau vervalt de verplichting tot het instellen van heronderzoeken. Via ´controle op maat´ wordt hieraan een andere invulling gegeven.

Tenslotte dient bij het visieveld ´sanctioneren op maat´ adequaat te worden gereageerd (lik op stuk) en een optimale incasso te worden nagestreefd.

De activiteiten van het bureau fraudebestrijding worden jaarlijks geactualiseerd en getoetst aan het SZW-fraudebeleidskader.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1De begrippen die in de verordening worden gebruikt hebben een gelijkluidende betekenis als bedoeld in artikel 5 van de WWB.

Artikel 2De voorlichting over plichten en rechten verloopt via een maandelijkse nieuwsbrief en publicatie via de Hilverbode Het optimaliseren van de dienstverlening verloopt via het breed ingevoerde casemanagement (leveren maatwerk), het eventuele huisbezoek bij de eerste aanvraag om algemene bijstand, een geregelde voorlichting aan klanten via maandelijkse nieuwsbrieven, de cliëntenparticipatie, en publicatie via de Hilverbode

De controle op de rechtmatigheid van de verstrekkingen en het vroegtijdig detecteren van oneigenlijk gebruik en misbruik is/wordt vorm gegeven door de inzet van fraudepreventie-medewerkers.In de maandelijkse inkomstenverklaring wordt gevraagd naar wijzigingen in verblijfadres; inkomsten; burgerlijke staat; samenstelling gezin; burgerlijke staat; studie/opleiding of werkervaring. De inkomstenverklaring is aan te merken als een rechtmatigheidsonderzoek.

 

Artikel 3 De Stichting Inlichtingenbureau beheert een automatiseringssysteem voor het controleren van gegevens met de Belastingdienst, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen en de Informatiebeheergroep. Maandelijks worden de gegevens van alle uitkeringsgerechtigden vergeleken met informatie van genoemde organisaties. Samenloop leidt tot een nader onderzoek en vaststelling van eventuele witte fraude.

Artikel 4Met het invoeren van de WWB wordt gelijktijdig de verplichting tot terugvordering en verhaal van kosten van bijstand omgezet in een bevoegdheid. In hoofdzaak wordt aansluiting gezocht bij bestaand beleid. Zo wordt bijvoorbeeld gedacht aan het afzien van het terugvorderen van marginale bedragen van bijvoorbeeld minder dan € 25,00 en aan de mogelijkheid van herziening van afkoop van terugvorderingen.

Artikel 5Dit artikel sluit aan op het bestaande beleid, conform de Abw, tot de nieuwe regeling omtrent kinderalimentatie van kracht wordt.

Artikel 6Dit artikel heeft een rechtstreeks verband met de Afstemmingsverordening en geeft aan dat bij onjuiste, onvolledige of géén verstrekte inlichtingen die van belang (kunnen) zijn voor de hoogte en duur van de uitkering, er een maatregel plaatsvindt.

Artikel 7In de meer omvangrijke fraudezaken, waarvan het bruto nadeelbedrag € 6.000,00 of meer bedraagt, wordt justitiële aangifte gedaan.