Regeling vervallen per 01-01-2015

Beleidsregels behorende bij de verordening Langdurigheidstoeslag Hilversum 2009

Geldend van 24-11-2010 t/m 31-12-2014

Intitulé

Beleidsregels behorende bij de verordening Langdurigheidstoeslag Hilversum 2009

Beleidsregels behorende bij:

Verordening langdurigheidstoeslag (ldt) Wet werk en bijstand gemeente Hilversum 2009

Artikel 1.g Begripsbepaling Peildatum

Voor de bepaling van het recht is de situatie op de peildatum bepalend.

Gezinssituatie: ingeval van (voormalig) echtpaar - voorwaarden

Uitgangspunt is dat beide echtelieden los van elkaar aan de voorwaarden voor de toeslag moeten voldoen.

Als op de peildatum de relatie verbroken is, is sprake van een alleenstaande of alleenstaande ouder.

Deze heeft dan recht op ldt indien hij/zij zelf aan de voorwaarden voldoet. Uiteraard blijft de eis van “60 maanden een inkomen op het minimum niveau te hebben gehad” van kracht uitgaande van de feitelijke situatie tijdens de referte periode.

Gezinssituatie: ingeval van echtpaar – leeftijdsgrens

Indien een echtpaar of samenwonenden een ldt aanvragen waarvan de ene persoon 65 jaar of ouder is en de andere jonger dan 65 jaar is, komen zij niet in aanmerking voor de ldt. De oudste partner ontvangt nl. AOW-uitkering en komt daarmee in aanmerking voor de oudertoeslag (fiscale heffingskorting). Daarmee heeft hij een inkomen dat gelijk is aan de WWB-uitkering voor een echtpaar jonger dan 65 jaar die een ldt krijgt.

Indien één van de echtelieden beneden de 23 jaar is, bestaat er geen recht op ldt.

Beide echtelieden moeten immers los van elkaar aan de voorwaarden voor de toeslag voldoen.

Artikel 2.1 Doelgroep langdurigheidstoeslag

Geringe inkomsten

Onder geringe inkomsten als bedoeld in artikel 2 lid 1 onder b van de verordening wordt verstaan de inkomsten lager dan de van toepassing zijnde bijstandnorm.

Toelichting:

Hierdoor wordt bereikt, dat alle personen met een (aanvullende) bijstandsuitkering na de referteperiode voor een ldt in aanmerking komen. Deze groep wordt geacht te voldoet aan het criterium, dat zij geen uitzicht heeft op inkomensverbetering.

Werkenden zonder aanvullende bijstand ontvangen geen ldt. Wij gaan er van uit dat werkenden altijd uitzicht hebben op inkomensverbetering.

Vrijlating inkomsten

De vrijlating op grond van art 31 lid 2 onder o van de wet leidt niet tot een hoger inkomen.

Toelichting:

De wet staat toe dat gedurende maximaal 6 aaneengesloten maanden een vrijlating van inkomsten kan plaatsvinden tot een maximaal bedrag als bedoeld in art. 31 lid 2 onder o van de WWB.

De bedoeling van deze vrijlating is mensen te stimuleren. Bij de draagkrachtregels bijzondere bijstand heeft Hilversum daarom bepaald dat een vrijlating geen draagkracht oplevert. (eens vrijgelaten, blijft vrijgelaten). In principe krijgt een persoon echter wel meer inkomen dan de bijstandsnorm. Zonder nadere beslissing leidt dit tot een afwijzing ldt. Dat is uiteraard niet de bedoeling. Zeker niet nu wat hoogte en duur om een geringe vrijlating gaat, die als regel ook nog eens éénmalig is.

Geringe overschrijding bijstandsnorm

Een inkomen gebaseerd op het sociaal minimum wordt gelijkgesteld met een laag inkomen.

Toelichting:

Een strikte afbakening van de grens van 100% bijstandsnorm geeft in de praktijk soms een onredelijke uitkomst. Zo is een Wajong uitkering niet gebaseerd op inkomsten uit of in verband met een vorige dienstverband. Het is een uitkering op minimumniveau, hoewel de netto uitkering enkele euro´s boven de bijstandsuitkering ligt. De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op vragen van de commissie voor Sociale Zaken geantwoord, dat iemand met een Wajong uitkering in principe in aanmerking kan komen voor een ltd. Dat de Wajong uitkering iets boven de bijstandsnorm ligt doet hieraan volgens hem niet af. (TK 2004-2005, 28870 nr. 127). Dezelfde redenering geldt natuurlijk ook indien de uitkering op grond van de Toeslagenwet wordt aangevuld tot het sociaal minimum.

Artikel 2.3.b In onvoldoende mate getracht arbeid te verkrijgen en aanvaarden

Bij de beoordeling of iemand voor een de ldt in aanmerking komt, moet worden bekeken of iemand heeft voldaan aan de voorwaarden om algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en aanvaarden. Hieronder moet mede worden verstaan, dat de aanvrager van een langdurigheidstoeslag gedurende de referteperiode onvoldoende heeft gedaan om zijn arbeid te behouden.

Hieraan is aan het einde van de referte periode voldaan, tenzij er tijdens de referte periode een verlaging van de uitkering heeft plaatsgevonden wegens het niet of in onvoldoende mate voldoen aan de gestelde arbeidsvoorwaarden.

Hierbij mag echter niet op de automatisch piloot worden gevlogen. Ook dan moet de zaak breder worden onderzocht; wat was ten tijde van de maatregel de afstand tot de arbeidsmarkt, hoe lang is dat geleden, waarom is belanghebbende nu nog niet aan het werk. Hierin speelt ook de redelijkheid een belangrijke rol.

Dit is geheel in overeenstemming met art. 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (hardheidsclausule).

Voorts geldt het volgende:

Beoordelingsperiode

-de eerste 2 jaren van de referteperiode (60 maanden inkomen op bijstandsniveau) worden buiten de beoordeling gelaten op de vraag of is voldaan aan de arbeidsverplichting.

Toelichting:

Het is redelijk (en ook praktisch) niet de gehele periode te beoordelen. Dat past ook in ons ´lik-op-stuk-beleid`.

Categorie maatregel

-bij de beoordeling of belanghebbende in voldoende mate heeft getracht passende arbeid te verkrijgen en aanvaarden wordt een maatregel van de eerste categorie van de Afstemmingsverordening Gemeente Hilversum 2007 buiten beschouwing laten.

Toelichting:

Hoewel de Centrale Raad van Beroep het tijdelijk niet ingeschreven staan bij het Centrum Werk en Inkomen wel accepteert als een weigeringsgrond, is het vaak moeilijk aan te geven/te verdedigen dat betr. hierdoor concreet zijn arbeidsinschakeling heeft belemmerd. Het gaat om een lichte gedraging.

Het is dan ook terecht dat deze in een laagste categorie valt (5%). Het past dan ook niet om bij de beoordeling van het recht op ldt. geen nuancering in de ernst van de gedraging te maken. Het tijdelijk niet ingeschreven staan wordt hierdoor dan wel erg zwaar gesanctioneerd.

Doorwerking maatregel

-een maatregel wordt maar 1 keer in de beoordeling van het recht op een ldt meegenomen. Als er meerdere maatregelen in de referteperiode zijn opgelegd wordt alleende eerste maatregel meegenomen. De eerstvolgende maatregel wordt dan bij de volgende beoordeling meegenomen.

Toelichting:

Zonder deze bepaling zou een maatregel betekenen dat meerdere jaren geen ldt. kan worden toegekend. Dit is buiten proportioneel en past niet binnen ons bestaande lik op stuk beleid.

Tenslotte

Artikel 36 van de wet bepaalt dat een persoon slechts éénmaal binnen een periode van 12 maanden voor een ldt in aanmerking kan komen. Dit betekent niet dat hij per 12 maanden slechts 1 ldt kan ontvangen.

Consequentie van het ontstaan van rechtswege van het recht op toeslag is dat er ook toeslagen over meerdere jaren ineens uitbetaald kunnen worden.

Ter voorkoming van fiscale problemen moet echter duidelijk in zowel de beschikking als in de uitbetaling tot uitdrukking komen dat de ldt-en diverse perioden betreffen. Daarmee wordt voorkomen dat deze betaling fiscaal wordt belast.

Slotbepaling

Onverminderd het bovengestelde, is de WWB van toepassing.

Het college van burgemeester en wethouders,

Aldus vastgesteld op 21 april 2009

De burgemeester De gemeentesecretaris

E.Bakker I de Vries

Datum: Plaats:Hilversum