Regeling vervallen per 18-03-2011

Marktverordening 2003

Geldend van 04-04-2003 t/m 17-03-2011

Intitulé

Marktverordening 2003

De raad van de gemeente Hilversum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2002;

BESLUIT:

De marktverordening 2003 als volgt vast te stellen.

HOOFDSTUK 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      markt: de gewone markt, zoals die plaatsvindt op de door het college ingevolge artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet vastgestelde dagen en locatie;

    • b.

      marktterrein: de gehele openbare of voor het publiek toegankelijke oppervlakte grond, die door het college ingevolge artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet als zodanig is aangewezen;

    • c.

      standplaats: de ruimte die voor de duur van de markt op het marktterrein is aangewezen voor het uitoefenen van de markthandel;

    • d.

      vaste plaats: de standplaats die op een markt voor onbepaalde tijd ter beschikking wordt gesteld aan de vergunninghouder;

    • e.

      dagplaats: de standplaats die per marktdag beschikbaar wordt gesteld aan een vergunninghouder, omdat deze niet als vaste plaats is toegewezen dan wel ingenomen;

    • f.

      standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt, over het door hem te verkopen artikel een aansprekende uiteenzetting houdt en tenslotte tracht een aantal personen gelijktijdig tot aankoop van dat artikel te bewegen;

    • g.

      standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

    • h.

      seizoenplaats: de standplaats die tot wederopzegging ter beschikking wordt gesteld, waarin een seizoengebonden artikel wordt verkocht.

    • i.

      seizoenplaatshouder: degene die verplicht wordt gesteld de aan de seizoenplaats verbonden marktgelden over een periode van minimaal 40 weken te voldoen;

    • j.

      vergunninghouder: degene aan wie door het college van burgemeester en wethouders vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

    • k.

      wacht-/meeloperslijst: de lijst van gegadigden voor een vaste plaats;

    • l.

      anciënniteitenlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste plaats;

    • m.

      branche-indeling: de indeling in artikelengroepen en het aantal vastgestelde plaatsen per artikelengroep, te onderscheiden in de food- en de non-foodsector;

    • n.

      marktcommissie: een door burgemeester en wethouders ingestelde commissie van advies, die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden;

    • o.

      marktmeester: de ambtenaar, die als zodanig is aangewezen door het college van burgemeester en wethouders;

    • p.

      het college: het college van burgemeester en wethouders;

    • q.

      voertuig: elk object dat ten doel heeft om over enige afstand een of meer personen of goederen te vervoeren;

    • r.

      levenspartner: de persoon met wie de vergunninghouder met het oogmerk duurzaam samen te wonen een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring ingericht volgens door het college te stellen regels.

Artikel 1.2 Dag, tijd en plaats van de markt

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de door het college ingevolge artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet ingestelde gewone marktdagen.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde gewone marktdagen vinden plaats tussen 07.00 uur en 16.00 uur, tenzij het college op grond van dringende redenen een andere tijd vaststelt.

  • 3. Het college kan op grond van dringende redenen, in afwijking van het tweede lid, bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden:

    • a.

      op een andere dag;

    • b.

      op een andere tijd;

    • c.

      op een andere plaats.

  • 4. Het college is bevoegd te bepalen dat de markt tijdelijk zal plaatsvinden op een andere dag, indien de in het eerste lid bedoelde dag samenvalt met een van de in artikel 2, eerste lid, onder b van de Winkeltijdenwet genoemde dagen.

Artikel 1.3 Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1. het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a.

      het aantal standplaatsen;

    • b.

      de afmetingen van de standplaatsen;

    • c.

      de opstelling en de indeling van de markt;

    • d.

      welke standplaatsen worden toegewezen als vaste plaats, seizoenplaats en als standwerkersplaats;

    • e.

      welke gedeelten van het marktterrein bestemd zijn voor het verhandelen van bepaalde artikelen;

    • f.

      welk gedeelte van de markt eventueel bestemd wordt voor het plaatsen van verkoopwagens;

    • g.

      het maximum aantal plaatsen dat mag worden ingenomen door verkoopwagens, waarbij een onderverdeling wordt gemaakt in standplaatsen voor de verkoop van aan bederf en niet aan bederf onderhevige waren.

  • 2. Het college kan voor de markt vaststellen:

    a. een lijst met artikelengroepen (branches) en een maximum aantal standplaatsen per branche;

    b. grotere plaatsen dan de standaardmaat van de op de markt in gebruik zijnde kramen.

Artikel 1.4 De marktcommissie

  • 1. Het college kan een commissie van advies instellen die tot taak heeft het college te adviseren inzake marktaangelegenheden.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot de samenstelling en werkwijze van deze marktcommissie.

Artikel 1.5 Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 1.6 Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist.

  • 2. Degene, aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

HOOFDSTUK 2 Bepalingen over het aanvragen en verlenen van de vergunning

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 2.1 Vergunning voor innemen standplaats

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 2.2 Toewijzing standplaatsen

Een standplaats wordt toegewezen als vaste plaats, seizoenplaats, dagplaats of standwerkersplaats.

Artikel 2.3 De vergunningaanvraag

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon, die een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college, en die daarbij tevens aantoont dat hij persoonlijk voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

Artikel 2.4 Intrekken vergunning

  • 1. De vergunning voor het innemen van een vaste plaats of seizoenplaats wordt ingetrokken:

    • a.

      op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b.

      bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 2.10 de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2. Het college kan een vergunning intrekken:

    • a.

      indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b.

      indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 2.3 genoemde vereisten voor het toewijzen van een standplaats.

  • 3. Indien degene, op wie een vergunning ingevolge artikel 2.10 is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste plaats op dezelfde markt, wordt deze vergunning ingetrokken.

Paragraaf 2 Vaste plaatsen

Artikel 2.5 Inhoud vergunning

Indien een vaste plaats of seizoenplaats kan worden toegewezen, verleent het college een vergunning, waarin in elk geval is bepaald:

  • a.

    de naam en voorletters, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de vergunninghouder;

  • b.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen vaste plaats met vermelding van het nummer en de afmetingen daarvan;

  • c.

    de verkoopmaterialen die de vergunninghouder bij het innemen van de plaats mag gebruiken;

  • d.

    de artikelen (branche) die de vergunninghouder mag verhandelen;

  • e.

    de datum waarop aan de vergunninghouder voor het eerst vergunning is verleend;

  • f.

    dat de vergunninghouder zelf zorgdraagt voor inzameling en afvoer van zijn afval en dat hij zijn standplaats schoon oplevert;

  • g.

    van wie de vergunninghouder zijn elektriciteit betrekt;

  • h.

    welke geluidsapparatuur op de standplaats is toegestaan;

  • i.

    welke kook-, bak- en verwarmingsapparatuur zijn toegestaan.

Artikel 2.6 Inschrijving op de anciënniteitenlijst

Vergunninghouders van vaste plaatsen en seizoenplaatsen worden met vermelding van en in volgorde van datum, waarop aan hen voor het eerst een vaste plaats is toegewezen, op een doorlopend te nummeren lijst ingeschreven. Bij deze inschrijving wordt tevens vermeld welke artikelen de vergunninghouder mag verhandelen.

Artikel 2.7 Inschrijving op de wacht-/meeloperslijst

  • 1. Het college schrijft de aanvrager in op de wacht-/meeloperslijst, indien:

    • a.

      de aanvrager voldoet aan het bepaalde in artikel 2.3, maar aan hem geen vaste plaats kan worden toegewezen;

    • b.

      de aanvrager heeft aangegeven dat hij op de wacht-/meeloperslijst wil worden geplaatst.

  • 2. Het college vermeldt bij de inschrijving in elk geval:

    • a.

      de naam en de voorletters, de geboortedatum en –plaats, het adres en de woonplaats van de aanvrager;

    • b.

      de datum waarop de aanvraag door hem is ontvangen;

    • c.

      de artikelen (branche) die de aanvrager wil verhandelen;

    • d.

      de verkoopmaterialen die de aanvrager wil gebruiken.

  • 3. Het college verstrekt de aanvrager een schriftelijk bewijs van inschrijving op de wacht-/meeloperslijst.

Artikel 2.8 Doorhalen van inschrijving op wacht-/meeloperslijst

De inschrijving op de wacht-/meeloperslijst wordt doorgehaald:

  • a.

    op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;

  • b.

    bij overlijden van de ingeschrevene;

  • c.

    indien de ingeschrevene niet tenminste eenmaal per drie weken een plaats op de markt inneemt of zich bij de marktmeester heeft aangemeld en getracht heeft een dagplaats te verkrijgen, tenzij het bepaalde in artikel 3.3 van toepassing is;

  • d.

    wanneer aan de ingeschrevene een vergunning voor een vaste plaats is verleend, tenzij hij deze op grond van bijzondere omstandigheden niet aanvaardt;

  • e.

    indien niet meer aan de vereisten van artikel 2.3 wordt voldaan.

Artikel 2.9 Volgorde toewijzing vaste plaatsen

Indien voor de toewijzing van een beschikbare vaste plaats of seizoenplaats meer aanvragers in aanmerking komen, wordt de plaats achtereenvolgens toegewezen aan:

  • a.

    de vergunninghouder van een vaste plaats die aan het college schriftelijk de wens te kennen heeft gegeven van standplaats te willen veranderen, in volgorde van plaatsing op de anciënniteitenlijst;

  • b.

    degene, die zich op de wacht-/meeloperslijst heeft laten inschrijven in volgorde van inschrijving op deze lijst;

  • c.

    degene, die een artikelengroep verkoopt dan wel dat een indeling per artikelgroep geldt, die nog niet op de markt aanwezig is, krijgt hierbij voorrang.

Artikel 2.10 Overschrijving vergunning

  • 1. Ingeval van overlijden dan wel blijvende arbeidsongeschiktheid van de vergunninghouder kan de vergunning voor een vaste plaats of seizoenplaats worden overgeschreven op de achterblijvende echtgenoot, de geregistreerde partner of de levenspartner dan wel de aangewezen opvolger van de vergunninghouder, onverminderd het bepaalde in artikel 2.6;

  • 2. Indien de vergunning niet kan worden overgeschreven op grond van het eerste lid, kan een kind van de vergunninghouder een vaste plaats of seizoenplaats krijgen indien hij tenminste drie jaar in loondienst van het marktbedrijf van de vergunninghouder heeft gewerkt of gedurende eenzelfde periode als mede-eigenaar in dit bedrijf heeft gefunctioneerd en zich heeft laten inschrijven op de opvolgingslijst.

  • 3. Een aanvraag tot overschrijving wordt ingediend binnen twee maanden na het overlijden van de vergunninghouder dan wel nadat de blijvende arbeidsongeschiktheid is vastgesteld.

  • 4. Het college is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken van het bepaalde in dit artikel.

Paragraaf 3 Dagplaatsen

Artikel 2.11 Toewijzing dagplaats

  • 1. Toewijzing van een dagplaats geschiedt door afgifte van een vergunning door het college op het moment dat de standplaats niet als vaste plaats wordt ingenomen.

  • 2. De dagplaats wordt toegewezen overeenkomstig de plaats op de wacht-/meeloperslijst van de gegadigden, die zich daarvoor zelf voor 08.00 uur aanmelden bij de marktmeester.

    Rekening wordt gehouden met de branche-indeling.

Paragraaf 4 Standwerkersplaatsen

Artikel 2.12 Toewijzing standwerkersplaats

  • 1. Het college wijst een standwerkersplaats toe op basis van telefonische aanmelding aan de hand van de door het college van burgemeester en wethouders te stellen criteria.

  • 2. Het is een ingeschrevene op de wacht-/meeloperslijst niet toegestaan deel te nemen aan de telefonische aanmelding voor een standwerkersplaats zolang deze inschrijving niet definitief is vervallen.

  • 3. Indien een standwerker zich wil doen bijstaan, meldt hij dit vooraf aan de marktmeester onder vermelding van de naam van degene die hem zal bijstaan.

HOOFDSTUK 3 Bepalingen over het gebruik van de standplaats

Artikel 3.1 Persoonlijk innemen standplaats

  • 1. De vergunninghouder neemt de standplaats die hem is toegewezen persoonlijk in. Hij mag de standplaats niet aan een ander afstaan of in gebruik geven.

  • 2. De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

  • 3. De standwerker mag zich alleen doen bijstaan door degene, die hij overeenkomstig artikel 2.12, derde lid, bij de marktmeester heeft aangemeld.

Artikel 3.2 Aantal keren innemen standplaats

De vergunninghouder neemt tenminste eenmaal per twee weken en tenminste tienmaal per dertien weken zijn plaats op de markt in, dit met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3.3 en 3.4.

Artikel 3.3 Afwezigheid wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden

  • 1. De vergunninghouder van een vaste plaats of seizoenplaats die wegens ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden verhinderd is zijn vaste plaats in te nemen, deelt dit mondeling, telefonisch of schriftelijk mee aan het college. Bij vakantie geeft de vergunninghouder aan hoe lang zijn afwezigheid duurt.

  • 2. Deze mededeling wordt tijdig voor de desbetreffende marktdag gedaan. Plotselinge verhindering wordt mondeling of telefonisch aan de marktmeester gemeld.

Artikel 3.4 Ontheffing en vervanging

  • 1. Ingeval van ziekte, vakantie of bijzondere omstandigheden kan het college op aanvraag van de vergunninghouder van een vaste plaats of seizoenplaats hem tijdelijk ontheffing verlenen van de verplichting om tenminste eenmaal per twee weken en tienmaal per dertien weken de plaats op de markt in te nemen.

  • 2. Het college kan op aanvraag van de vergunninghouder hem vergunning verlenen zich op zijn standplaats te laten vervangen door een met name genoemd persoon.

Artikel 3.5 Legitimatie en identiteit vergunninghouder

Een ieder, die een standplaats op de markt inneemt of wenst in te nemen, dient zich tegenover het college te kunnen legitimeren door middel van een identiteitsbewijs, geldig op grond van de Wet op de Identificatieplicht. Hij moet dit identiteitsbewijs op de eerste aanvraag aan de daartoe aangewezen marktmeester tonen.

Artikel 3.6 Tijdstip innemen standplaats/aan- en afvoer goederen

  • 1. Het is verboden voor vergunninghouders op het marktterrein meer dan 2 uur voor aanvang en meer dan 1 uur na afloop van de markt met een voertuig, goederen of anderszins ruimte in te nemen dan wel goederen aan of af te voeren.

  • 2. De vergunninghouder is verplicht zijn standplaats tot de sluitingstijd van de markt te blijven innemen. Het college kan van deze verplichting ontheffing verlenen.

  • 3. De vergunninghouder mag niet eerder dan na sluitingstijd van de markt een aanvang maken om zijn goederen of waren in te pakken.

  • 4. Indien de vergunninghouder zijn vaste plaats niet uiterlijk om 08.00 uur heeft ingenomen, wordt de desbetreffende plaats voor die dag als dagplaats aangemerkt.

  • 5. Het bepaalde in het vierde lid is niet van toepassing indien de vergunninghouder de marktmeester vóór dit tijdstip, onder opgave van een geldige reden die hem belet tijdig aanwezig te zijn, heeft verzocht de plaats vrij te houden.

HOOFDSTUK 4 Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 4.1 Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste twee maanden en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 4.2 Intrekken vergunning en schorsing

Het college kan een vergunning voor een vaste plaats of seizoenplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste twee achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of degene die hem bijstaat:

  • -

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • -

    van de plaats gebruik maakt, strijdig met het doel waarvoor zij is bestemd;

  • -

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • -

    niet of niet tijdig het marktgeld voldoet, zoals bedoeld in de “Verordening marktgelden”;

  • -

    in privaatrechtelijke zin nalatig blijft de betaling van de geleverde elektra te voldoen;

  • -

    ter verkrijging en behoud van de vergunning onjuiste dan wel onvolledige gegevens heeft verstrekt;

  • -

    op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de vergunning, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan vergunning is vereist

Artikel 4.3 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan de vergunninghouder van een dagplaats resp. een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor resp. ten hoogste twee marktdagen dan wel drie maanden, gelegen binnen een periode van twee jaar na de bekendmaking van het besluit tot uitsluiting, indien deze:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 4.4 Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college, indien het dit noodzakelijk acht, een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen, indien hij:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b.

    zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 4.5 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 4.6 Hardheidsclausule

Het college kan van het bepaalde in deze verordening afwijken indien onverkorte toepassing hiervan leidt tot apert onbillijke en niet beoogde uitkomsten.

Artikel 4.7 Overgangsbepalingen

  • 1. Vergunningen en ontheffingen –hoe ook genaamd- verleend krachtens de Hilversumse Marktverordening, blijven –indien en voorzover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening- van kracht tot de termijn waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 2. Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de Hilversumse Marktverordening, blijven -indien en voorzover de bepalingen ingevolge welke verplichtingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening- van kracht tot de termijn waarvoor zij zijn opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.

  • 3. Vergunningen en ontheffingen bedoeld in het eerste lid en verplichtingen bedoeld in het tweede lid, worden geacht vergunningen, ontheffingen en verplichtingen in de zin van deze verordening te zijn.

  • 4. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Hilversumse Marktverordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 4.8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op een nader door het college te bepalen datum. Op het moment van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de marktverordening, zoals deze is vastgesteld op 7 juli 1999.

Artikel 4.9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Hilversumse Marktverordening 2003”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 4 december 2002.
De secretaris, De voorzitter,
A.P.M. van Schoten, plv. E.C. Bakker