Telecommunicatieverordening Gemeente Hilversum 2008

Geldend van 26-12-2008 t/m heden

Intitulé

Telecommunicatieverordening Gemeente Hilversum 2008

De raad van de gemeente Hilversum,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 16 september 2008;

gelet op artikel 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149, van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

BESLUIT:

De Telecommunicatieverordening gemeente Hilversum 2008 inclusief het ‘Handboek voor het leggen, hebben, onderhouden en verwijderen van Kabels & Leidingen, de ‘T.A.V. 2008’ vast te stellen

Telecommunicatieverordening Gemeente Hilversum 2008

Verordening gemeente Hilversum inzake werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienst van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: telecommunicatiewet;

  • b.

    openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk als bedoeld in

    communicatienetwerk: artikel 1.1, onder h, van de wet;

  • c.

    kabels: kabels als bedoeld in artikel 1.1, onder z, van de wet;

  • d.

    voorzieningen: ondergrondse ondersteuningswerken als

    bedoeld in artikel 5.15, van de wet, en kabels;

  • e.

    openbare gronden: openbare wegen en wateren als bedoeld in artikel 1.1, onder aa, van de wet;

  • f.

    aanbieder: aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, van de wet;

g. werkzaamheden: werkzaamheden in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels ten dienste van een openbaar elektronisch communicatienetwerk in of op openbare gronden;

h. gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als

bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de wet;

  • i.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • j.

    melding: melding als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid,

    onder a, van de wet;

  • k.

    instemmingsbesluit: besluit van het college als bedoeld in artikel 5.4 eerste lid, onder b, van de wet;

  • l.

    huisaansluiting: het gedeelte van een kabel van minder dan

    15 m1 in openbare gronden dat een openbaar

    elektronisch communicatienetwerk verbindt met een

    netwerkaansluitpunt als bedoeld onder artikel 1.1,

    onder k, van de wet;

  • m.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard:

    • -

      het aanbrengen of verwijderen van kabels in reeds aangebrachte voorzieningen;

    • -

      reparaties aan het openbare elektronische communicatienetwerk met een lengte van minder dan 15 m1 en niet vallend onder artikel 3 eerste lid;

    • -

      het maken van een huisaansluiting;

  • n.

    technische en administratieve door het college vastgestelde of nader vast te stellen

    voorschriften regels betreffende veiligheid, ontwerp, beheer,

    aanleg, exploitatie, onderhoud en verwijdering van

    kabels, hdpe-buizen en leidingen

Artikel 2: Wijze van melding van voorgenomen werkzaamheden

  • 1. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, meldt dit voornemen tenminste acht weken voor de aanvang aan het college door middel van een door het college vastgesteld formulier.

  • 2. Een aanbieder die werkzaamheden wil verrichten, kan hierover vooroverleg voeren met het college teneinde de melding, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, voor te bereiden.

  • 3. Indien de werkzaamheden mede betrekking hebben op gronden van een andere gedoogplichtige dan de gemeente, wordt het college uiterlijk vier weken na ontvangst van de melding in het eerste lid schriftelijk in kennis gesteld van de uitkomsten van het overleg tussen de aanbieder en de andere gedoogplichtige.

  • 4. Voor het verrichten van werkzaamheden van niet ingrijpende aard kan de aanbieder volstaan met een melding aan het college minimaal drie werkdagen voorafgaande aan de werkzaamheden met een daarvoor door het college vastgesteld formulier.

Artikel 3 Ernstige belemmeringen en storingen

Ingeval van spoedeisende werkzaamheden ten gevolge van ernstige belemmering of storing in de zin van artikel 5.6, tweede lid, van de wet, waarvan uitstel van het verhelpen daarvan niet mogelijk is, én de storing buiten normale werktijden plaatsvindt, dient een schriftelijke melding achteraf te worden ingediend bij het college of een daartoe gemachtigde ambtenaar. Dit dient uiterlijk binnen 48 uur te worden gedaan.

Artikel 4: Gegevensverstrekking

  • 1. Bij de melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening verstrekt de aanbieder in ieder geval de volgende gegevens:

    a. een kopie van de door de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit afgegeven registratie (geldende versie);

    b. een uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel (geldende versie);

    c. informatiemateriaal, brochures en tenminste een jaarverslag waaruit de dienstverlening van het bedrijf blijkt;

    d. naam, adres en telefoonnummer van degene:

    • 1.

      die de kabel juridisch in eigendom heeft;

    • 2.

      degene die de kabel gebruikt (economisch in eigendom heeft);

    • 3.

      die de kabel beheert;

      e. een opgave van:

      • -

        soort kabel;

      • -

        kleur hdpe-buis of anderszins eigendom kenmerken;

      • -

        het beoogde gebruik;

      • -

        de noodzaak voor het leggen van meerdere lege hdpe-buizen dan de daadwerkelijk benodigde;

    f. een opgave van welke belanghebbenden en instanties vooraf in kennis worden gesteld van de voorgenomen datum van aanvang, beëindiging en de aard van de werkzaamheden;

    g. een uitvoeringsplan met daarin tenminste opgenomen:

    1 een opgave van het gewenste tracé met daarbij duidelijke tekeningen en daarop aangegeven wat de te verbinden locaties zijn;

    • 2

      een opgave van de objecten die ten tijde van de werkzaamheden worden geplaatst, evenals van de situering daarvan;

    • 3

      een omschrijving van de opbreking(en) van de verharding;

    • 4

      een opgave van de doorsnede en kleur van de kabel, evenals van de kabelgoot indien van toepassing;

    • 5

      een opgave van ondergrondse (handholes/manholes) en dergelijke of bovengrondse kasten waarvoor geen bouwvergunning noodzakelijk is, evenals de situering en afmetingen daarvan.

    • 6

      een opgave van de aanvraag voor een bouwvergunning voor bovengrondse kasten waar wel een bouwvergunning voor is vereist;

    • 7

      naam (e-mail)adres, woonplaats, postbusnummer, telefoon- en faxnummer van de contactpersoon, aannemers of onderaannemers die belast is/zijn met de werkzaamheden en van een contactpersoon ten tijde van de uitvoering van de werkzaamheden;

    • 8

      de maatregelen die de bereikbaarheid van de al in de openbare grond aanwezige kabels en leidingen waarborgen;

    • 9

      de bereikbaarheid van percelen en opstallen in de nabijheid van de uit te voeren werkzaamheden

    • 10

      alle overige van belang zijnde feiten en omstandigheden gelet op de in artikel 5.4 lid 2 en 3 van de wet bedoelde belangen;

    • 11

      een verkeersplan op basis van CROW 96b;

    • 12

      de lengte en breedte van de kabelsleuf;

    • 13

      de doorsnede van de kabel of kabelgoot;

    • 14

      een opgave van het aantal buizen dat direct in gebruik wordt genomen alsmede een opgave van het aantal buizen dat niet direct in gebruik wordt genomen;

    • 15

      het voorgenomen tijdstip van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

  • 2. Het college kan nadere regels stellen aan de gegevens die bij de melding worden verstrekt evenals over de wijze waarop deze gegevens worden verstrekt.

Artikel 5: Aanvullende verplichtingen

  • 1. De aanbieder is verplicht omwonenden en bedrijven ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden op de hoogte te stellen.

  • 2. Op het moment van de oplevering van de werkzaamheden is de aanbieder op verzoek van het college verplicht gegevens omtrent de ligging van zijn kabels te verstrekken en een overzicht te geven van de kabels die niet in gebruik zijn.

  • 3. Als de aanbieder de kabel in gebruik gaat nemen, dient dit bij het college te worden gemeld.

Artikel 6: Beslistermijn en aanhouding

  • 1. Een beslissing op een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van deze verordening wordt genomen uiterlijk acht weken na ontvangst van de melding. Indien een beschikking niet binnen acht weken kan worden gegeven, deelt het college dit aan de aanvrager mede en noemt het daarbij een redelijke termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel houdt het college de beslissing aan, indien er in verband met werkzaamheden ten behoeve van het openbare elektronische communicatienetwerk een vergunning als bedoeld in de Woningwet, de Wet milieubeheer of een kapvergunning is vereist.

Artikel 7: Voorschriften en beperkingen bij instemming

  • 1. Het instemmingsbesluit heeft een maximale werkingsduur van drie maanden. De werkzaamheden moeten zijn voltooid binnen drie maanden na aanvang van de werkzaamheden, tenzij in het instemmingsbesluit anders is bepaald. De gedoogplichtige is verplicht het college te informeren over de verlate uitvoer van de werkzaamheden.

  • 2. Het college kan nadere regels stellen over het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering bij aanleg, onderhoud, verplaatsing en opruiming van kabels, het bevorderen van medegebruik van voorzieningen en het afstemmen van de voorgenomen werkzaamheden met beheerders van overige in de grond aanwezige werken, evenals over de afmetingen en exacte plaatsbepaling van kasten, handholes en andere toebehoren, behorende bij een openbaar elektronisch communicatienetwerk.

  • 3. Indien binnen drie jaar na groot onderhoud of herinrichting van de openbare gronden de aanbieder werkzaamheden moet uitvoeren, kan het college bijzondere voorwaarden stellen aan het herstel. De hiermee gepaard gaande kosten zijn voor rekening van de aanbieder.

  • 4. Aan herstel van bijzondere bestrating kan het college nadere voorwaarden stellen.

Artikel 8: (Mede)gebruik van voorzieningen en vooroverleg

  • 1. Een aanbieder is verplicht om bij de aanleg van kabels in openbare gronden zoveel mogelijk (mede)gebruik te maken van bestaande, hetzij door andere aanbieders dan wel door of in opdracht van het college aangelegde voorzieningen.

  • 2. Het vooroverleg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wel een door het college geëntameerd overleg naar aanleiding van een melding als bedoeld in artikel 2, eerste lid, is er mede op gericht te bepalen of en zo ja langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. Indien de aanbieder een redelijk aanbod wordt gedaan om gebruik te maken van de vooraangelegde voorzieningen, zoals mantelbuizen, kabelgoten of kabel- en leidingentunnels, is de aanbieder verplicht om voor de aanleg of uitbreiding van zijn netwerk van deze voorzieningen gebruik te maken.

  • 4. Indien de openbare gronden geen ruimte bieden voor de aanleg van nieuwe kabels, dient de aanbieder een alternatief tracé te kiezen, of aan andere aanbieders een billijk verzoek tot medegebruik van kabels te doen, op grond van artikel 5.12, van de wet.

Artikel 9: Overdracht voorzieningen

Indien kabels en beschermingswerken worden overgedragen aan een nieuwe aanbieder draagt deze zorg voor een voldoende, algemene registratie van zijn kabels; melding bij de dienst Kabel en Leidingen Informatie Centrum (dienst KLIC) wordt als voldoende aangemerkt.

Artikel 10: Melding wijziging voorzieningen

De aanbieder stelt het college direct schriftelijk in kennis van het feit dat de eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel verandert of dat de kabel niet langer ten dienste staat van een openbaar elektronisch telecommunicatienetwerk in of op openbare gronden.

Artikel 11: Intrekking oude verordening

De Telecommunicatieverordening gemeente Hilversum 2001 wordt ingetrokken.

Artikel 12: Overgangsrecht

  • 1. De Telecommunicatieverordening gemeente Hilversum 2001 blijft van kracht op meldingen waarop reeds krachtens diezelfde Verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding is gedaan op grond van de Telecommunicatieverordening gemeente Hilversum 2001 maar waarop nog niet is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 13: Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 december 2008.

Artikel 14: Citeerartikel

Deze verordening wordt aangehaald als: Telecommunicatieverordening 2008 Gemeente Hilversum.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 19 november 2008,
de griffier, de voorzitter,
K.E. Driehuijs E.C. Bakker