Regeling vervallen per 01-07-2015

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ bijdrage en de subsidie voor de BI-zone Gijsbrecht e.o. 2011

Geldend van 24-12-2010 t/m 30-06-2015

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ bijdrage en de subsidie voor de BI-zone Gijsbrecht e.o.

RAADSBESLUIT

De raad van de gemeente Hilversum;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 september 2010;

gelet op artikel 1, eerste lid en artikel 7, vierde lid, van de Experimentenwet Bedrijven Investeringszones (BI- zones) en gelet op de tussen de gemeente Hilversum en Stichting Ondernemersfonds Gijsbrecht gesloten Uitvoeringsovereenkomst van 15 september 2009;

BESLUIT:

vast te stellen de:

Verordening op de heffing en de invordering van een BIZ bijdrage en de subsidie voor de BI- zone Gijsbrecht e.o..2011.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    BI-zone: het bij deze verordening aangewezen gebied in de gemeente waarbinnen de BIZ- bijdrage wordt geheven. Het aangewezen gebied is vermeld op de bij deze verordening behorende en daarvan deeluitmakende kaart;

  • b.

    de wet: de Experimentenwet BI-zones;

  • c.

    het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente;

  • d.

    Uitvoeringsovereenkomst: de tussen de gemeente Hilversum en Stichting Ondernemersfonds Gijsbrecht gesloten Uitvoeringsovereenkomst Bedrijven Investeringszone Gijsbrecht en omgeving van 15 september 2009.

Artikel 2 Aanwijzing vereniging (stichting)

De Stichting Ondernemersfonds Gijsbrecht (hierna: de stichting) wordt aangewezen als stichting als bedoeld in artikel 7 van de wet.

Artikel 3 Aard van de belasting

Onder de naam ‘BIZ- bijdrage’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die zijn verbonden aan activiteiten die zijn gericht op het bevorderen van leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of een ander mede publiek belang in de openbare ruimte van de BI- zone.

Artikel 4 Belastbaar feit en belastingplicht

  • 1. De belasting wordt gedurende een periode van 5 jaren (2010 t/m 2014), jaarlijks geheven ter zake van binnen de BI- zone gelegen onroerende zaken die niet in hoofdzaak tot woning dienen. Middels de gewaarmerkte kaart wordt duidelijk gemaakt welke onroerende zaken binnen het gebate gebied vallen. Het zijn de onroerende zaken die geheel of gedeeltelijk rechtstreeks zijn gelegen aan de Gijsbrecht van Amstelstraat van Neuweg tot Jacob Catsstraat en de Hilvertsweg van Begoniastraat tot Irisstraat, hierna te noemen: “BI-zone”.

  • 2. De belasting wordt geheven van degenen die bij het begin van het kalenderjaar in de BI- zone gelegen onroerende zaken al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruiken.

  • 3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt:

    • a.

      gebruik door degene aan wie een deel van een onroerende zaak in gebruik is gegeven, aangemerkt als gebruik door degene die dat deel in gebruik heeft gegeven; degene die het deel in gebruik heeft gegeven, is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie dat deel in gebruik is gegeven;

    • b.

      het ter beschikking stellen van een onroerende zaak voor volgtijdig gebruik aangemerkt als gebruik door degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld; degene die de onroerende zaak ter beschikking heeft gesteld is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene aan wie die zaak ter beschikking is gesteld.

  • 4. Indien een onroerende zaak bij het begin van het kalenderjaar niet in gebruik is, wordt de BIZ- bijdrage geheven van degene die van die zaak het genot krachtens eigendom, bezit of beperkt recht heeft. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.

Artikel 5 Belastingobject

  • 1. Als een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient wordt aangemerkt de onroerende zaak, bedoeld in hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken, die niet in hoofdzaak tot woning dient.

  • 2. Een onroerende zaak dient niet in hoofdzaak tot woning indien de waarde die op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken is vastgesteld voor die onroerende zaak niet in hoofdzaak kan worden toegerekend aan delen van die onroerende zaak die dienen tot woning dan wel volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden.

Artikel 6 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per onroerende zaak.

Artikel 7 Belastingtarief

De BIZ- bijdrage bedraagt per onroerende zaak € 375,=.

Artikel 8 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven ter zake van:

straatmeubilair, waaronder begrepen alle zodanig gebouwde eigendommen – niet zijnde gebouwen – welke zijn geplaatst ten gerieve of in het belang van het publiek ten dienst van het verkeer of ter verfraaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties, standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri’s , hekken en palen

Artikel 9 Wijze van heffing

De BIZ -bijdrage wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel. 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 worden de aanslagen betaald in een termijn die vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2. In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslag verschuldigde bedrag door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingschuldige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslag moet worden betaald in één termijn en vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 3. Machtigingen voor een automatische incasso moeten uiterlijk binnen drie weken na dagtekening van de aanslag door de gemeente ontvangen zijn.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Nadere regels door het college

Het college kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de BIZ- bijdrage.

Artikel 12 De subsidieaanvraag

  • 1. De aanvraag van een subsidie wordt ingediend, voor 1 september voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten plaatsvinden,

  • 2. Bij de aanvraag van een subsidie wordt in ieder geval de volgende informatie overgelegd:

  • a. een beschrijving van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

  • b. een begroting van het komende jaar, bestaande uit een raming van kosten en uitgaven die betrekking hebben op de activiteiten waarvoor de subsidie is aangevraagd.

Artikel 13 Subsidiebeschikking

  • 1. De beschikking wordt bekendgemaakt voor 1 januari van het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2. Verstrekking van de subsidie gebeurt door middel van een beschikking tot verlenen van subsidie,

  • 3. De subsidiebeschikking vermeldt het subsidiebedrag en voor welke activiteit(en) de subsidie wordt verstrekt.

  • 4. De beschikking tot het verlenen van subsidie kan vermelden dat voorschotten worden verstrekt.

Artikel 14 Weigeringsgronden

Het college kan de subsidie geheel of gedeeltelijk weigeren, indien de subsidie niet of in onvoldoende mate wordt besteed aan activiteiten zoals overeengekomen in de Uitvoeringsovereenkomst.

Artikel 15 De subsidievaststelling

  • 1. De subsidie word verstrekt aan de Stichting Ondernemersfonds Gijsbrecht voor de uitvoering van de activiteiten die zijn opgenomen in de Uitvoeringsovereenkomst.

  • 2. De subsidie wordt vastgesteld op het geraamde bedrag van de BIZ-bijdragen die in de in artikel 4, eerste lid, bedoelde periode worden geheven, vanaf het derde jaar (2012) van heffing en invordering verminderd met de geraamde perceptiekosten voor de heffing en invordering van de BIZ-bijdragen.

Artikel 16 Wijze van betalen

1. De subsidie wordt betaald jaarlijks in twee termijnen, voor 1 februari (1/3 deel) en voor 1 juli (2/3 deel) van elk jaar waarin de BIZ-bijdrage wordt geheven.

Artikel 17 Melding van relevante wijzigingen

  • 1. De stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van meer dan ondergeschikte veranderingen in haar financiële situatie.

  • 2. De stichting stelt het college zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte van een wijziging van de statuten, dan wel van verandering of beëindiging van activiteiten.

Artikel 18 Delegatie van de bevoegdheid tot intrekken of wijzigen subsidievaststelling

Het college is bevoegd tot het intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigingen van de subsidievaststelling bedoeld in artikel 4:49 van de Algemene wet Bestuursrecht.

Artikel 19 Bij de aanvraag te overleggen gegevens

Artikel 4:75 Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 20 Intrekking

Deze verordening wordt zo spoedig mogelijk ingetrokken indien daarvoor voldoende steun is als bedoeld in artikel 6, eerste lid van de wet.

Artikel 21 Vervallen verordening

  • 1. Deze verordening vervalt met ingang van 1 juli 2015, tenzij zich een situatie voordoet als bedoeld in artikel 11, tweede lid van de wet.

  • 2. In afwijking van het gestelde in het eerste lid blijft deze verordening van kracht indien de BI-zone blijft voortbestaan na het vervallen van de wet.

Artikel 21 Inwerkingtreding

  • 1. De "Verordening BIZ Gijsbrecht e.o. 2010" , vastgesteld bij besluit van 4 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening BIZ Gijsbrecht e.o. 2011 ".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 15 december 2010
De griffier, De voorzitter,
K.E. Driehuijs E.C. Bakker