Regeling vervallen per 30-04-2019

Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Hilversum 2011

Geldend van 18-03-2011 t/m 29-04-2019

Intitulé

Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Hilversum 2011

De raad van de gemeente Hilversum;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 december 2010;

gelet op artikel 147, eerste lid , alsmede artikel 149 van de Gemeentewet ;

gezien het advies van het marktbeheer;

overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt(en);

BESLUIT:

vast te stellen de volgende Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Hilversum 2011.

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • ·

    a. markt: de door het college ingestelde warenmarkt;

  • ·

    b. vaste standplaats: de standplaats die voor onbepaalde tijd ter beschikking is gesteld aan een vergunninghouder;

  • ·

    c. dagplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld, omdat deze niet als vaste standplaats is toegewezen dan wel is ingenomen;

  • ·

    d. vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats;

  • ·

    e. meeloper: marktkoopman die regelmatig een dagplaats toegewezen krijgt, terwijl nog geen vaste standplaats kan worden toegekend;

  • ·

    f. standwerken: de activiteit waarbij de vergunninghouder publiek om zich heen verzamelt en dat publiek door een aansprekende uiteenzetting probeert over te halen tot de aankoop van een artikel;

  • ·

    g. standwerkersplaats: de standplaats die per marktdag ter beschikking wordt gesteld om te standwerken;

  • ·

    h. seizoenplaatsvergunning: standplaatsvergunning voor seizoensgebonden artikelen.

  • ·

    i. wacht-/meeloperslijst: de lijst van gegadigden voor een vaste standplaats;

  • ·

    j. anciënniteitlijst: de lijst van vergunninghouders van een vaste standplaats;

  • ·

    k. branche-indeling: beleidsmatige clustering van artikelengroepen of branches.

  • ·

    l. marktcommissie: de op grond van artikel 84 van de Gemeentewet ingestelde commissie, die het college adviseert inzake marktaangelegenheden.

Artikel 2. Inrichting van de markt; branche-indeling

  • 1. Het college bepaalt ten aanzien van de markt:

    • a. het aantal standplaatsen;

    • b. de afmetingen van de standplaatsen;

    • c. de opstelling en indeling van de markt;

    • d. welke standplaatsen worden toegewezen als vaste standplaats en als standwerkersplaats.

  • 2. Het college kan voor de markt vaststellen:

    • a. een lijst met artikelengroepen of branches;

    • b. een maximumaantal standplaatsen per branche.

Artikel 3. Nadere regels

Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

Artikel 4. Voorschriften en beperkingen

  • 1. Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing.

  • 2. Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN OVER VERGUNNINGEN

Artikel 5. Standplaatsvergunning

Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het college.

Artikel 6. Vereisten

Voor toewijzing van een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college.

Artikel 7. Intrekking vaste standplaatsvergunning of seizoensplaatsvergunning

  • 1. Het college trekt een vaste standplaatsvergunning of seizoensplaatsvergunning in:

    • a. op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder;

    • b. bij overlijden van de vergunninghouder, tenzij op grond van artikel 7 van het marktreglement van de gemeente Hilversum de vergunning wordt overgeschreven.

  • 2. Het college kan een vaste standplaatsvergunning of seizoensplaatsvergunning intrekken:

    • a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

    • b. indien de vergunninghouder niet meer voldoet aan de in artikel 6 genoemde vereisten.

  • 3. Indien degene op wie een vergunning ingevolge artikel 7 van het marktreglement van de gemeente Hilversum is overgeschreven, reeds vergunning heeft voor een andere vaste standplaats op dezelfde markt, wordt laatstgenoemde vergunning ingetrokken.

HOOFDSTUK 3. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 8. Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 7 kan het college een vergunning voor een vaste standplaats of seizoensplaatsvergunning, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog; of

  • c. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet .

Artikel 9. Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker

Het college kan een vergunninghouder van een dagplaats of een standwerkersplaats van de toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier marktdagen, indien deze:

  • a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening overtreedt;

  • b. zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats;

  • d. niet of niet tijdig het verschuldigde marktgeld voldoet, dat wordt geheven op grond van artikel 229 van de Gemeentewet .

Artikel 10. Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet  kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:

  • a. het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt;

  • b. zich op de markt schuldig maakt aan wangedrag of bedrog;

  • c. niet als standwerker actief is op een hem toegewezen standwerkersplaats.

Artikel 11. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening kan worden bestraft met een geldboete van de tweede categorie of hechtenis van ten hoogste drie maanden en kan bovendien worden bestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 12. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 13. ´Hardheidsclausule´

Onvoorziene gevallen regeling

1.Het college is bevoegd een besluit te nemen ten aanzien van gevallen waarin deze verordening niet voorziet.

Afwijkingsbevoegdheid

2.Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.

Artikel 14. Intrekking oude regeling

De Hilversumse Marktverordening 2003 Verordening, vastgesteld op 4 december 2002, wordt ingetrokken.

Artikel 15. Overgangsbepalingen

  • 1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Hilversumse Marktverordening 2003 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2. Indien vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Verordening de Hilversumse Marktverordening 2003 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

  • 3. De bestaande anciënniteitlijst en wacht-/meeloperslijst blijven gehandhaafd.

Artikel 16. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 17. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Marktverordening gemeente Hilversum 2011.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 3 maart 2011.

De griffier,

K.E. Driehuijs

de voorzitter,

H.C.L. Logtenberg-Steenman

Toelichting

ALGEMENE TOELICHTING

In 2008 is in het kader van de algehele deregulering van de modelverordeningen door de VNG besloten ook de modelmarktverordening 2003 te herzien. Dit model is vervangen door aantal nieuwe modellen.

De regeling voor onder meer de toewijzing van een vaste standplaats, dagplaats en standwerkerplaats is opgenomen in het modelmarktreglement 2008. Alle modellen zijn in overleg met het Centraal Overleg Marktaangelegenheden (COM) tot stand gekomen.

Artikel 160 van de Gemeentewet regelt de overheveling van de gemeentewettelijke bestuursbevoegdheden aan het college. Hieronder valt de bevoegdheid om jaarmarkten of gewone marktdagen in te stellen, af te schaffen of te veranderen (artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet). Naast de bovengenoemde nieuwe modellen voor de marktverordeningen zijn analoog aan de bevoegdheden van artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet ten behoeve van het college drie modelbesluiten beschikbaar, te weten: Modelbesluit tot het instellen van een warenmarkt, Modelbesluit tot het afschaffen van een warenmarkt en Modelbesluit tot het veranderen van een warenmarkt.

Instellen marktcommissie voor en door het college

Veel gemeenten kennen een marktcommissie die het college adviseert in marktaangelegenheden. De samenstelling en werkwijze dient het college nader uit te werken. Afhankelijk van de gemeentelijke omstandigheden verdient een marktcommissie meer of minder aanbeveling. Om het draagvlak te vergroten, zou het college commissieleden kunnen laten verkiezen door de markthandelaren. Er bestaat geen modelbesluit voor het instellen van een marktcommissie. Wij adviseren het college bij het besluit tot het instellen van een marktcommissie gebruik te maken van de Modelverordening op de raadscommissies opgenomen in de Handreiking Commissies in het dualistisch stelsel, een uitgave van de Vernieuwingsimpuls Dualisme en lokale democratie.

Dienstenrichtlijn

[Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt, PB L376/36, 27 december 2006]

De modelmarktverordening 2008 (individuele vergunning) regelt de warenmarkt; het gaat dus om de verkoop van goederen. Derhalve bevat dit model geen bepalingen omtrent de toegang tot of de uitoefening van een dienst. Daarmee valt dit model buiten de werkingsfeer van de Dienstenrichtlijn.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

Artikel 3. Nadere regels

De marktverordening 2003 bevatte een vrij uitgebreide regeling van de markt. Met de herziening van het model in 2008 is er voor gekozen om de modelverordening in te korten en een gedeelte van de bepalingen over te hevelen naar een marktreglement. Op grond artikel 3 is het college bevoegd deze nadere regels te stellen.

Beleidsregels versus nadere regels

Aangezien vaak onduidelijkheid bestaat over het verschil tussen beide soorten regels volgt hieronder een korte uiteenzetting van beleidsregels en nadere regels. Het college kan beleidsregels opstellen ten aanzien van de gekregen bevoegdheden. Verder kan het college nadere regels stellen op grond van art. 3 van de modelmarktverordening. Voor alle duidelijkheid: beleidsregels zijn algemene regels omtrent de toepassing van bevoegdheden (zie de definitie in art. 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht). Nadere regels zijn algemene regels die te karakteriseren zijn als algemeen verbindende voorschriften.

Artikel 4. Voorschriften en beperkingen

De in het eerste lid genoemde belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist, zijn de gemeentelijke belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering van het woon- en leefklimaat en de veiligheid binnen de gemeente.

Artikel 6. Vereisten

Vanuit het oogpunt van lastenverlichting was het wenselijk de indieningvereisten uit de modelmarktverordening 2003 eens nader onder de loep te nemen. In dat kader zijn de voorheende geldende verplichtingen tot het overleggen van de inschrijving in het handelsregister en de CRK-kaart (registratiekaart van het Centraal Registratiekantoor (CRK) bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) komen te vervallen. Deze vereisten veroorzaakten onnodig veel administratieve lasten voor de aanvrager, terwijl het niet in verhouding stond tot het te dienen doel. Daarnaast dienden deze inschrijvingen ook niet het doel, waarmee wordt beoogd markten te houden. De inschrijvingen zien op economische aspecten en dit valt buiten de huishouding van een gemeente.

In plaats daarvan is nu slechts het vereiste van een handelingsbekwaam natuurlijk persoon opgenomen, die de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt. Hiermee is dwingend vastgelegd dat alleen natuurlijke personen tot de markt worden toegelaten en wordt voorkomen dat rechtspersonen een overheersende positie op de markt kunnen innemen. Door de koppeling van de vergunning aan een natuurlijk persoon wordt een zo eerlijk mogelijke verdeling van alle marktstandplaatsen in Nederland bereikt. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt de natuurlijke persoon (de bedrijfsleider) aangemerkt als vergunninghouder. Het is echter niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen.

Artikel 7. Intrekking vaste standplaatsvergunning

Als de in het eerste lid genoemde gronden zich voor doen, wordt altijd tot intrekking van de vaste standplaatsvergunning overgegaan. In het tweede lid worden intrekkingsbevoegdheden (‘kan’ betekent: is bevoegd, dat wil zeggen is niet verplicht) genoemd ten aanzien van de vergunning.

Artikel 8. Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning

Het artikel heeft een facultatief karakter. Het hangt van de omstandigheden af of tot intrekking of schorsing wordt overgegaan. Om die reden is besloten om het reeds bestaande beleid ten aanzien van (punitief) intrekken vast te leggen in een beleidsregel.

Artikel 10. Onmiddellijke verwijdering

In artikel 125 van de Gemeentewet is bepaald dat ter uitvoering van wetten, algemene maatregelen van bestuur en provinciale en gemeentelijke verordeningen het gemeentebestuur de bevoegdheid heeft om bestuursdwang toe te passen. Dit artikel bevat voor het college de bevoegdheidsgrondslag om bestuursdwang toe te passen bij overtreding van de marktverordening en de daarop gebaseerde voorschriften. In de artikelen 5:21 tot en met 5:36 van de Awb worden regels over de besluitvorming omtrent en de toepassing van bestuursdwang (en dwangsom) gegeven. De in artikel 10 geregelde onmiddellijke verwijdering is een vorm van bestuursdwang, waarbij de spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:24, zesde lid, van de Awb wordt verondersteld. Achteraf dient dan het besluit tot het toepassen van bestuursdwang op papier te worden gesteld. Van deze bevoegdheid dient uiteraard alleen in zeer spoedeisende gevallen gebruik te worden gemaakt. Overigens is in artikel 5:23 van de Awb geregeld dat de bepalingen over bestuursdwang niet van toepassing zijn indien wordt opgetreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde.

Op grond van artikel 4:8 van de Awb dienen belanghebbenden bij toepassing van artikel 10 in beginsel in de gelegenheid te worden gesteld hun zienswijze (mondeling dan wel schriftelijk) kenbaar te maken. Artikel 4:11 Awb bepaalt dat dit horen niet nodig is in spoedeisende situaties.

Artikel 11. Strafbepaling

Ten aanzien van de in artikel 11 opgenomen strafbepaling geldt dat van overtreding alleen sprake kan zijn indien de verordening een ge- of verbodsnorm (een verplichtende norm) inhoudt. Tegen overtredingen van de in deze verordening opgenomen bepalingen, alsmede tegen handelingen die de orde op de markt op enigerlei wijze kunnen verstoren, verdient voor wat de organisatie betreft een administratieve afhandeling de voorkeur.

Artikel 13. ´Hardheidsclausule´

Een ‘hardheidsclausule’ zal naar alle waarschijnlijkheid niet nodig zijn. Uit vrees voor gevallen waarin niet is voorzien en gevallen waarin onverkorte toepassing van de verordening naar het oordeel van het college leidt tot onbillijkheden van overwegende aard is er een ‘hardheidsclausule’ opgenomen. Het is de verwachting dat de ‘hardheidsclausule’ niet daadwerkelijk hoeft te worden gehanteerd.

Artikel 15. Overgangsbepalingen

Een overgangsregeling als hier opgenomen, achten wij noodzakelijk voor de rechtszekerheid van de betrokkenen. Het is van belang oude rechten te eerbiedigen. Aangezien de gemeente een bestaande wachtlijst en anciënniteitlijst heeft, is hiervoor een apart overgangsrecht gecreëerd.