Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard houdende regels omtrent de instandhouding en het bevorderen van de leefbaarheid en vitaliteit in de dorpen van de gemeente Hoeksche Waard (Uitvoeringsregeling dorpsbijdrage Gemeente Hoeksche Waard 2020)

Artikel 1. Begripsbepalingen (zo nodig nog in te vullen in afstemming op de ASV)

In deze uitvoeringsregel worden de definities gehanteerd die in artikel 1 van de Algemene subsidieverordening Hoeksche Waard 2020 worden omschreven. In aanvulling hierop wordt verstaan onder:

• •

  Dorpen: een lokale gemeenschap (overeenkomstig de tabel in artikel 9), dan wel een deel, wijk of buurtschap daarvan.

Artikel 2. Dorpsbijdrage

De dorpsbijdrage kent twee vormen:

• –

  Het dorpsbudget voor de financiering van initiatieven zoals opgenomen in het dorpsplan.

• –

  De initiatiefbijdrage voor het ondersteunen van initiatieven die los staan van een dorpsplan.

Artikel 3. Doel van de dorpsbijdrage

Een dorpsbijdrage kan verstrekt worden indien de initiatieven in het dorpsplan bijdragen aan één of meerdere van de volgende beleidsdoelen:

• –

  het stimuleren van de Hoeksche Waarden op het gebied van ‘Dorpse trots’:

  • o

    Versterken identiteit van het dorp;

  • o

    Versterken gemeenschapszin in het dorp;

  • o

    Versterken van de vitaliteit en leefbaarheid in het dorp;

  • o

    Versterken van de natuurlijke overgang van het dorp naar het landelijk gebied;

  • o

    Versterken sociale cohesie onder de bevolking;

  • o

    Versterken van de inclusieve samenleving.

• –

  het stimuleren van de Hoeksche Werken op het gebied van ‘Vitale dorpen en actieve samenleving’:

  • o

    Versterken van duurzame, veiliger en/of gezonde leefomgeving;

  • o

    Versterken van een goede omgevingskwaliteit;

  • o

    Versterken van de sociaaleconomische staat van het dorp.

Artikel 4. Aanvrager

• 1.

  Dorpsbudget kan alleen worden aangevraagd door een dorpsvertegenwoordiging met een rechtsvorm (zoals vereniging of stichting).

• 2.

  De dorpsvertegenwoordiging dient door het college van burgemeester en wethouders te worden erkend bij de beoordeling van het dorpsplan.

• 3.

  Afhankelijk van het aantal inwoners kan er één of kunnen er meerdere dorps-/wijkvertegenwoordigingen voor dit doel erkend worden.

Artikel 5. Dorpsplan

• 1.

  De aanvrager betrekt aantoonbaar de in het dorp actieve verenigingen , stichtingen en inwoners bij het maken van het dorpsplan.

• 2.

  In het dorpsplan wordt in ieder geval het volgende opgenomen:

  • o

    Wat is de visie van de dorpsvertegenwoordiging van het dorp;

  • o

    Met welke doelstelling(en) gaan ze aan het werk;

  • o

    Welke initiatieven worden hiervoor uitgevoerd;

  • o

    Wie gaat de initiatieven uitvoeren en wie worden daarbij betrokken;

  • o

    Wat gaan de initiatieven kosten;

  • o

    Zijn er risico’s waar de dorpsvertegenwoordiging rekening mee moet houden bij het organiseren en/of uitvoeren van de initiatieven;

  • o

    In hoeverre is er samenwerking nodig met gemeente of andere partijen voor het organiseren en/of uitvoeren van de initiatieven.

• 3.

  Het dorpsplan kan ook voor een wijk of een deel van het dorp zijn.

• 4.

  Het dorpsplan dient uiterlijk 2 maanden voor 1 januari van het jaar waarop het betrekking heeft bij de gemeente te worden ingediend.

• 5.

  Het dorpsplan wordt uiterlijk 8 weken na ontvangst beoordeeld.

Artikel 6. Criteria voor het in aanmerking komen voor toekenning van het dorpsbudget

Om in aanmerking te komen voor een dorpsbudget moet de aanvrager voldoen aan de volgende criteria:

• –

  De aanvrager dient te voldoen aan de in artikel 4 opgenomen criteria.

• –

  Het dorpsplan moet bijdrage aan één of meerdere doelen zoals opgenomen in artikel 3.

• –

  De initiatieven vanuit het dorpsplan wordt onder leiding van de dorpsvertegenwoordiging bedacht, georganiseerd en uitgevoerd. De dorpsvertegenwoordiging blijft daarbij ten alle tijden aanspreekpunt.

  Er moet dus sprake zijn van:

  • o

    een vrijwillige inzet, en/of;

  • o

    een bijdrage in natura en/of;

  • o

    financiële bijdrage voor de uitvoering van het initiatief.

• –

  Er is aantoonbaar voldoende draagvlak in het dorp voor het dorpsplan en de daaruit voort komende initiatieven.

• –

  Alle geïnteresseerde dorpsbewoners kunnen actief meedoen bij het bedenken, organiseren en uitvoeren van het dorpsplan en de daaruit voortkomende initiatieven.

• –

  Het dorpsbudget wat gevraagd wordt voor een bepaald jaar, dient ook in dat jaar uitgegeven te worden.

• –

  Het dorpsplan mag geen commerciële doeleinde hebben.

Artikel 7. Kosten die niet voor dorpsbudget in aanmerking komen

Alle kosten die gemaakt worden voor het uitvoeren van het dorpsplan, komen voor vergoeding in aanmerking, met uitzondering van:

• –

  aanschaf van materialen en goederen die later voor privédoeleinden worden gebruikt;

• –

  onkostenvergoedingen voor diensten van vrijwilligers;

• –

  kosten voor eten en drinken;

• –

  onderhoud en/of beheer van hetgeen naar aanleiding van de bewonersaanvraag is gerealiseerd en de kosten hiervoor.

Artikel 8. Aandachtspunten voor de organisatie

Bij de uitvoering van initiatieven, dient ten alle tijden met het volgende rekening te worden gehouden met:

• –

  De veiligheid van de deelnemers aan de activiteit zoveel mogelijk wordt geborgd;

• –

  De activiteit, indien van toepassing, voldoet aan de geldende wet- en regelgeving (vergunningen/verzekering enz);

• –

  De activiteit mag geen schade toebrengen aan personen of bezittingen.

Artikel 10. Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor het dorpsbudget bedraagt in 2020, 2021 en 2022 € 133.000 per jaar, onder voorbehoud van vaststelling van de begroting door de gemeenteraad.

Artikel 11. Verantwoording

De besteding van het dorpsbudget in enig jaar wordt verantwoord in een verslag van activiteiten en kosten in de aanvraag van de dorpsbijdrage, in het dorpsplan, voor het daaropvolgende jaar.

Artikel 13. Criteria voor het in aanmerking komen voor toekenning van initiatievenbijdrage

Om in aanmerking te komen voor een initiatievenbijdrage moet het initiatief voldoen aan alle volgende criteria:

• –

  Het initiatief past niet binnen het dorpsplan of er is (nog) geen dorpsplan actief in het dorp.

• –

  Het initiatief draagt bij aan één of meerdere doelen, zoals opgenomen in artikel 3.

• –

  Het initiatief is gericht op het collectief belang van één van de dorpen van de Hoeksche Waard?.

• –

  Het initiatief wordt door de aanvrager(s) bedacht, georganiseerd en uitgevoerd. Er moet dus sprake zijn van:

  • o

    een vrijwillige inzet, en/of;

  • o

    een bijdrage in natura en/of;

  • o

    financiële bijdrage door de aanvragers voor de uitvoering van het initiatief.

• –

  Er is aantoonbaar voldoende draagvlak in de straat, buurt of dorp, afhankelijk waar en voor wie het initiatief bedoeld is.

• –

  Het initiatief is gericht op samenwerking en alle geïnteresseerde dorpsbewoners kunnen actief meedoen.

• –

  Het initiatief moet worden uitgevoerd binnen het jaar dat bijdrage is aangevraagd.

• –

  De initiatievenbijdrage heeft een eenmalig karakter en zal geen structurele bijdrage worden.

• –

  Aanvragen voor materialen kunnen éénmalig gedaan worden.

• –

  Het initiatief mag geen commerciële doeleinde hebben.

• –

  Er moet altijd sprake zijn van cofinanciering.

Artikel 14. Kosten die niet voor initiatievenbijdrage in aanmerking komen

Alle kosten die gemaakt worden om het initiatief waarop de bewonersaanvraag betrekking heeft te realiseren, komen voor vergoeding in aanmerking, met uitzondering van:

• –

  aanschaf van materialen en goederen die later voor privédoeleinden worden gebruikt;

• –

  onkostenvergoedingen voor diensten van vrijwilligers;

• –

  kosten voor eten en drinken;

• –

  onderhoud en/of beheer van hetgeen naar aanleiding van de bewonersaanvraag is gerealiseerd en de kosten hiervoor.

Artikel 15. Aandachtspunten voor de organisatie

Bij de uitvoering van initiatieven, dient ten alle tijden met het volgende rekening te worden gehouden:

• –

  De veiligheid van de deelnemers aan de activiteit zoveel mogelijk wordt geborgd;

• –

  De activiteit, indien van toepassing, voldoet aan de geldende wet- en regelgeving (vergunningen/verzekering enz)

• –

  De activiteit mag geen schade toebrengen.

Artikel 16. De initiatiefbijdrage

• 1.

  Beoordeling

• De beoordeling van de bewonersaanvraag vindt plaats op basis van de in deze uitvoeringsregel opgenomen criteria en de aanvraag.

• 2.

  Toekenning

  De toekenning van de initiatiefbijdrage vindt plaats op basis van volgorde van binnenkomst van de bewonersaanvraag (wie het eerst komt, het eerst maalt).

• 3.

  Hoogte

• De initiatiefbijdrage bedraagt maximaal € 5.000,00 per initiatief. In uitzonderlijke gevallen kan gemotiveerd van het voorgaande bedrag worden afgeweken en kan aan initiatiefbijdrage maximaal € 10.000,00 worden verstrekt. Op voorwaarden dat:

  • –

    De activiteit ten goede komt aan meerdere dorpen of:

  • –

    De activiteit ten goede komt aan meerdere doelen als bedoeld in artikel 3.

• 4.

  Frequentie

• Een initiatievenbijdrage wordt slechts eenmalig verstrekt per initiatief.

Artikel 17. Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor initiatievenbijdrage bedraagt in 2020, 2021 en 2022 € 200.000,00 per jaar.

Artikel 20. Beslistermijn aanvragen

• –

  De gemeente beslist binnen 8 weken nadat de aanvraag is ontvangen.

Artikel 21. Verantwoording

Initiatiefbijdragen lager of gelijk aan € 500,-

Voor de toekenning van een initiatiefbijdrage van € 500,= of lager, behoeft voor geen verantwoording te worden afgelegd anders dan in het aanvraagformulier gevraagd.

De aanvrager is wel verplicht om op eerste verzoek van het college uiterlijk binnen 2 jaar na verstrekking van deze initiatiefbijdrage, de besteding van de initiatiefbijdrage inzichtelijk te maken met bescheiden.

Initiatiefbijdragen hoger dan € 500,=

Voor de toekenning van een initiatiefbijdrage hoger dan € 500,=, dient verantwoording te worden afgelegd, conform hetgeen in het aanvraagformulier is aangegeven.

Voor alle initiatiefbijdragen geldt dat het gedeelte van de initiatiefbijdrage dat door de aanvrager niet wordt besteed waarvoor het is verstrekt, direct aan de gemeente dient te worden terugbetaald.

Artikel 22. Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in deze uitvoeringsregel, indien toepassing van de uitvoeringsregel daartoe aanleiding geeft.