Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard houdende de regels omtrent mandateren (Mandaatbesluit gemeente Hoeksche Waard zelfstandigenregelingen)

Geldend van 05-11-2020 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2019

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard houdende de regels omtrent mandateren (Mandaatbesluit gemeente Hoeksche Waard zelfstandigenregelingen)

Mandaatbesluit gemeente Hoeksche Waard Zelfstandigenregeling 2019.

Artikel 1

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard mandateert op basis van artikel 10:4 Algemene wet bestuursrecht aan het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam de bevoegdheid tot:

    • a.

      het vaststellen van rechten en plichten in het kader van het Bbz 2004 voor inwoners van de gemeente(n) Hoeksche Waard en het uitvoeren van het Bbz 2004;

    • b.

      het vaststellen en verstrekken van voorschotten op grond van art. 52 Participatiewet in het kader van het Bbz 2004;

    • c.

      het vaststellen en verstrekken van bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet aan zelfstandigen voor woonkostentoeslag en verschuldigde premie arbeidsongeschiktheidsverzekering;

    • d.

      het innemen van aanvragen, het voorbereiden en het vaststellen van rechten en plichten op grond van de IOAZ;

    • e.

      de financiële verantwoording aan het CBS, met uitzondering van de re-integratiestatistiek, betreffende het Bbz 2004;

    • f.

      het uitvaardigen van een dwangbevel in het kader van de bevoegdheden ten aanzien van de Participatiewet en Bbz 2004;

    • g.

      het verwerken van persoonsgegevens van inwoners uit de deelnemende gemeente(n) ten behoeve van de uitvoering van het Bbz 2004 en IOAZ met in achtneming van de Wetbescherming persoonsgegevens dan wel de Algemene Verordening Gegevensbeschermingen de Wet Basisregistratie Personen;

    • h.

      het, ten behoeve van de uitvoering van het Bbz 2004 en onderzoek toekenning uitkeringen IOAZ, inzien van het GBA-V dan wel GUC (Rotterdam) van gegevens van inwoners van de deelnemende gemeenten;

    • i.

      het toepassen van de artikelen 4.18 en 4.20 van de Algemene wet bestuursrecht inzake de dwangsom bij niet tijdig beslissen;

    • j.

      het vestigen, wijzigen dan wel (laten) schrappen van een recht van hypotheek en pand in het kader van verstrekking van bedrijfskapitaal;

    • k.

      het opleggen van een maatregel dan wel boete op grond van de Participatiewet in het kader van de uitvoering van het Bbz 2004;

    • l.

      het terug- en invorderen van vorderingen in het kader van het Bbz 2004 die ontstaan zijn tijdens de uitvoering van het Bbz 2004 door de gemeente Rotterdam;

    • m.

      het vaststellen en het verstrekken van een uitkering of bedrijfskrediet op grond van een Algemene maatregel van bestuur voor tijdelijke inkomensondersteuning voor zelfstandig ondernemers.

    • n.

      het terugvorderen en invorderen van een teveel verstrekte uitkering of bedrijfskrediet op grond van een Algemene maatregel van bestuur voor tijdelijke inkomensondersteuning voor zelfstandig ondernemers

  • 2. Het mandaat strekt zich niet uit tot:

    • a.

      de afhandeling van klachten;

    • b.

      de behandeling van bezwaar en beroep;

    • c.

      de behandeling van een verzoek om informatie in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur;

    • d.

      de behandeling van een verzoek om informatie in het kader van de Wet bescherming persoonsgegevens dan wel de Algemene Verordening Gegevensbescherming.

Artikel 2

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam is bevoegd om ondermandaat te verlenen aan concerndirecteur Werk & Inkomen van de gemeente Rotterdam, die deze bevoegdheid tevens kan ondermandateren.

Artikel 3

Voor de uitvoering van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen worden de Rotterdamse beleidsregels van overeenkomstige toepassing verklaard.

Artikel 4

Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt dat het besluit namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard is genomen. Dit komt tot uiting in de ondertekening in de beschikking die luidt als volgt:

namens dezen,

(naam directeur)

Concerndirecteur Werk en inkomen

Artikel 5

Bij de intrekking van het mandaat, zoals bedoeld in artikel 10:8, eerste lid van de Algemene wetbestuursrecht, zal door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoeksche Waard een termijn van zes maanden in acht worden genomen, tenzij zwaarwegende omstandigheden aanleidinggeven tot een kortere termijn.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking de dag na publicatie en heeft terugwerkende tot 1 januari 2019.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit gemeente Hoeksche Waard zelfstandigenregelingen.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 27 oktober 2020

De secretaris,

De Burgemeester,