Regeling vervallen per 01-01-2010

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2009

Geldend van 01-01-2009 t/m 31-12-2009

Intitulé

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2009

BEGRIPPENLIJST / AFKORTINGEN

AMvB : Algemene Maatregel van Bestuur

APV : Algemene Plaatselijke Verordening

BERAP : Bestuursrapportage

Bevi : Besluit externe veiligheid inrichtingen

BOA : Bijzonder opsporingsambtenaar

BUGM : Besluit Uitvoering Gemeentelijk Milieubeleid

Bwt : Bouw- en woningtoezicht

GPBV : Geïntegreerde Preventie en Bestrijding van Verontreiniging

HUP : Handhavingsuitvoeringsprogramma

IPPC : Integrated Pollution Prevention and Control (in Nederland GPBV)

MARAP : Managementrapportage

MEVO : Meerjarenprogramma Externe Veiligheid Overijssel

MIM : Managementinformatiemodule

PRS : tijdregistratiesysteem

RO : Ruimtelijke ordening

Rood voor Rood: het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het landelijk gebied. De realisatie van dit doel vindt plaats door de sloop van landschapsontsierende bedrijfsgebouwen en door overige verbeteringen van de ruimtelijke kwaliteit.

VAB : Vrijkomende Agrarische Bedrijfsgebouwen

Wabo : Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Wm : Wet milieubeheer

Inleiding

Op 30 september 2008 is door de gemeenteraad van Hof van Twente de Nota integrale handhaving vastgesteld. In de Nota wordt uiteengezet op welke wijze de gemeente Hof van Twente op structurele wijze invulling gaat geven aan een integrale manier van het uitvoeren van handhaven op het gebied van de fysieke leefomgeving. De gemeente heeft de manier waarop zij wil handhaven vastgelegd in de onderstaande visie:

De gemeente Hof van Twente gaat haar handhavingstaken op het gebied van de fysieke leefomgeving op een structurele en integrale manier vormgeven. De gemeente heeft hierbij de ambitie om een kwaliteitsslag te maken en de handhaving naar een hoger niveau te tillen. Zij wil per taakveld duidelijke keuzes maken waarop wordt gehandhaafd. Zij wil haar handhavingstaken op een programmatische wijze uitvoeren.

Programmatische handhaving

Handhaving in gemeente Hof van Twente vindt plaats volgens een cyclisch proces.

De cyclus van programmatisch handhaven verloopt als volgt:

  • -

    formulering van handhavingsbeleid door de raad, dat van toepassing is op alle handhavingsgebieden (vastgelegd in handhavingsvisie) op het gebied van de fysieke leefomgeving;

  • -

    per handhavingstaakveld worden vervolgens specifieke aandachtspunten geformuleerd

  • -

    jaarlijkse prioritering van handhavingsactiviteiten op basis van een uitgevoerde probleemanalyse middels toepassing van de “Risicomodule© handhaving omgevingsvergunning”, zoals deze is vastgesteld in de Nota Integrale handhaving Gemeente Hof van Twente;

  • -

    jaarlijks opstellen van een handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) door het college;

  • -

    jaarlijkse verantwoording aan de gemeenteraad in de vorm van een jaarverslag.

Eventuele bijstelling van handhavingsbeleid kan plaatsvinden aan de hand van evaluatie in het jaarlijkse handhavingsverslag of tussentijds in management- en bestuursrapportages. Hieronder staat de beleidscyclus integrale handhaving aangegeven:

Handhavingsvisie (formuleren van beleid) raad -->

  • Probleemanalyse/Risicomoduleambtelijk -->

    • Handhavingsuitvoeringsprogrammacollege -->

      • Monitoring (Jaarverslag, marap, berap) raad/college

Integrale handhaving beoogd een verdergaande professionalisering van alle taakvelden van de fysieke leefomgeving. Milieuhandhaving heeft al een grote professionaliseringsslag gemaakt op basis van landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria.

Op de taakvelden bouwen, RO, APV en de overige verordeningen wordt in 2009 een start gemaakt om het voorbeeld van de professionalisering van de milieuhandhaving te volgen. Gemeente Hof van Twente participeert in het provinciale project Wabo-intern. Het doel van dit project is om het handboek professionalisering milieuhandhaving te verbreden naar de overige taakvelden voor de fysieke leefomgeving. Het project dient afgerond te worden voor de voorziene in werkingtreding van de Wabo, 1 januari 2010.

Probleemanalyse op basis van de Risicomodule© handhaving

Om te komen tot een prioritering in de handhavingstaken werd bij het opstellen van de vorige uitvoeringsprogramma’s gebruik gemaakt van het MIM. Dit was de management informatiemodule van het softwarepakket CIS-wm. Nadat duidelijk was geworden dat het pakket niet langer door de leverancier zou worden ondersteund, is door de provinciale projectgroep “Wabo-intern” in samenspraak met de provinciale regisseur voor de professionalisering van de handhaving gezocht naar een pakket met voldoende mogelijkheden tot het opstellen van een gedegen probleemanalyse. Gekozen is voor de Risicomodule© handhaving, ontwikkeld door adviesbureau Oranjewoud. Met behulp van ambtelijke expertsessies is op alle taakvelden van de fysieke leefomgeving de prioriteitstelling van het nu voorliggende HUP tot stand gekomen.

Voor de uitvoering van de handhavingstaken is sprake van beperkte financiële en personele middelen. Het is niet mogelijk om alle taken volledig uit te voeren. Er heeft dan ook een prioriteitenstelling, op basis van de risicomodule/probleemanalyse voor alle taakvelden plaatsgevonden. Tevens is het “handhavings-en bouwbeleidsplan 2003” voor bouwen en ruimtelijke ordening, in de prioritering meegewogen.

In het nu voorliggende HUP wordt programmatische handhaving van de fysieke leefomgeving weergegeven voor de volgende onderdelen:

  • -

    Milieu;

  • -

    Bouwen en Ruimtelijke Ontwikkeling;

  • -

    APV en bijzondere wetten;

  • -

    Brandweer.

Het HUP geldt voor het tijdvak van 1 januari 2009 tot 1 januari 2010.

Milieu

Het HUP 2009 maakt, voor het onderdeel Milieu, deel uit van het lokale deel van het Handboek professionalisering milieuhandhaving. Op basis van de ingevulde risicomodule is op brancheniveau een prioritering bepaald. Op basis van het voorgaande wordt de beschikbare capaciteit evenals vorig jaar zo efficiënt mogelijk ingezet.

In het HUP van 2008 is reeds aangegeven dat bedrijven met een lage milieubelasting (bijvoorbeeld detailhandel) niet meer periodiek worden gecontroleerd. Bedrijven met een hogere milieubelasting (bedrijven die op basis van hun processen en ligging in de milieucategorie 4 zijn ingedeeld) worden op hoofdzaken gecontroleerd. Evenals in 2008 wordt, mede gelet op de positief opgedane ervaringen, in 2009 toepassing gegeven aan het interne project “slim handhaven”. Dit project voorziet er in dat de beschikbare capaciteit voor milieuhandhaving effectiever, dus “slimmer” ingezet kan worden. Voor ondernemers heeft dit als bijkomend voordeel dat de toezichtstlast beduidend wordt verminderd. Middels de toegezonden checklist kan een ondernemer reeds actie ondernemen om eventuele tekortkomingen op te heffen, alvorens een handhaver het bedrijf bezoekt. Op deze wijze kan door de ondernemer een hercontrole worden voorkomen. Er wordt vanuit gegaan dat voor ondernemers ca. 50% en voor de handhavers ca. 25% tijdwinst kan worden behaald.

Met “slim handhaven” wordt bedoeld dat er methodes of werkwijzen dan wel procedures worden ontwikkeld die bijdragen aan een efficiëntere wijze van handhaven, of waarmee tijdwinst valt te behalen. Daarnaast wordt uitdrukkelijk gezocht naar mogelijkheden voor vermindering van de toezichtslast bij bedrijven. De term “Slim handhaven” is in de nota Integrale handhaving nader omschreven.

In 2009 wordt ook capaciteit ingezet op het uitvoeren van controles bij bedrijven waaraan recent een milieuvergunning is verleend. Omdat reeds in een vroeg stadium na vergunningverlening de voorschriften met de ondernemer worden doorgenomen, dragen deze opleveringscontroles bij aan een positief naleefgedrag.

In het kader van de verdergaande professionalisering van de (milieu)handhaving wordt deelgenomen aan landelijke -, provinciale - en regionale handhavingsprojecten. Voorbeelden zijn o.a. de projecten “Wabo-intern en –extern”.

Het HUP 2009 voldoet aan de eisen van de op 11 november 2005 in werking getreden Wet Handhavingsstructuur (opgenomen in hoofdstuk 18 van de Wet milieubeheer) en het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer (verder genoemd: Besluit). Het Besluit eist een geprioriteerd uitvoeringsprogramma, gebaseerd op een probleemanalyse. Ingevolge artikel 3 van het Besluit dient jaarlijks een uitvoeringsprogramma te worden opgesteld, waarin wordt aangegeven welke van de voorgenomen activiteiten het komende jaar zullen worden uitgevoerd.

In zijn algemeenheid wordt evenals in voorgaande jaren aandacht geschonken aan het verbeteren van het naleefgedrag bij ondernemers. De speerpunten voor handhaving op milieugebied werden zoals reeds in de inleiding aangegeven, bepaald aan de hand van de systematiek van het programma Cis-wm. Deze systematiek bestond er uit dat per branche het naleefgedrag bepalend was voor prioritering en de controlefrequentie van de betreffende branche. De huidige risicomodule gaat uit van de thema’s fysieke veiligheid, hinder en leefbaarheid per onderdeel van de fysieke leefomgeving. Het naleefgedrag van een branche is derhalve niet uitsluitend bepalend voor de controlefrequentie of mate van diepgang bij controles. Het bevorderen van naleefgedrag wordt niet als doelstelling opgenomen in het Hup maar wordt structureel ingebed in de controlesystematiek.

Door voorafgaand aan controles meer informatie te verstrekken aan de ondernemers wordt gepoogd het naleefgedrag toe te laten nemen. Een goed voorbeeld hiervan is de wijze waarop de handhavingsweek in 2008 is uitgevoerd. Deze werkwijze, een projectmatige aanpak per branche met duidelijke communicatie vooraf, wordt in 2009 voortgezet. Om naleefgedrag te verbeteren bij ondernemers worden de navolgende instrumenten ingezet:

  • -

    controle- en sanctiemaatregelen (reguliere methode);

  • -

    sturen op naleving middels gerichte handhavingscommunicatie;

  • -

    “slim handhaven”.

Door middel van gerichte handhavingscommunicatie kan worden gestuurd op naleving. Daarmee is de druk op arbeidsintensieve controles en hercontroles te verminderen. Gemeente Hof van Twente participeert in het provinciale project handhavingscommunicatie.

Bouw- en woningtoezicht en Ruimtelijke ordening (Bwt en RO)

Volgens artikel 100 c lid 1 van de Woningwet dienen burgemeester en wethouders aan te geven waarop het komende jaar zal worden gehandhaafd.

In 2009 zal de Bwt- en RO handhaving plaatsvinden overeenkomstig het Handhavings – en bouwbeleidsplan uit 2003 en het beleid ten aanzien van permanente bewoning van vakantiewoningen.

Op het gebied van Bwt houdt dit in dat de onderdelen waarop getoetst wordt bij een bouwaanvraag, tevens de onderdelen zijn waarop tijdens de bouwinspecties zal worden geïnspecteerd.

Op het gebied van RO wordt evenals in voorgaande jaren actief gehandhaafd bij permanent bewoonde vakantiewoningen. Tevens wordt aandacht geschonken aan “Rood voor Rood” en het Beleid inzake vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing (VAB).

Aan de hand van de risicomodule/probleemanalyse vindt prioritering met betrekking tot handhaving op de taakvelden plaats. Middels het gebruik van de risicomodule wordt een meetbaare handhavings doelstelling geformuleerd.

Algemene Plaatselijke Verordening (APV), bijzondere wetten en overige verordeningen

Voor de APV, de Bomenverordening en de overige verordeningen heeft aan de hand van de risicomodule/probleemanalyse prioriteitstelling plaatsgevonden. In handhavingscapaciteit wordt in 2009 voorzien middels aanstelling van een Bijzonder Opsporings Ambtenaar (BOA). De BOA zal zich voornamelijk bezig gaan houden met de strafrechtelijke handhaving van de APV, de Bomenverordening en de afvalstoffenverordening.

Brandweer

Het is voor het eerst dat handhaving inzake brandweeraangelegen wordt meegenomen in het HUP. Zoals bij de andere taakvelden voor de fysieke leefomgeving heeft ook hier op basis van de risicomodule/probleemanalyse prioritering plaats gevonden. Voor handhaving op brandweerzaken is geen specifiek beleid geformuleerd. Voor deze taak is 0,5 Fte extra beschikbaar gesteld. Daarmee is in totaliteit is 1,5 Fte inzetbaar.

Hoofdstuk 1 Handhaving 2008

  • 1.1 Milieu

    Voor 2009 wordt, evenals voor 2008, gekozen voor één algemene hoofddoelstelling met betrekking tot de milieuhandhaving. De hoofddoelstelling voor 2009 wordt “inhaalslag controles agrarische bedrijven”. Uit de risicomodule/probleemanalyse, zoals omschreven in het Handboek professionalisering milieuhandhaving, zullen geprioriteerde branches worden bezocht. De branches die naar uit de analyse naar voren gekomen zijn:

    • -

      agrarische bedrijven die geruime tijd niet zijn bezocht (> 5 jaar);

    • -

      IPPC-bedrijven;

    • -

      Bevi-bedrijven (Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen);

    • -

      aandachtsbedrijven Horeca, sport- en recreatie-inrichtingen;

    • -

      loonwerkers.

    Naast het benoemen van een hoofddoelstelling zijn tevens subdoelstellingen geformuleerd. Deze doelstellingen zijn mede gebaseerd op de doelstelling uit het “Milieubeleidsplan 2005 –2008”, waarin staat dat de organisatie zorgdraagt voor een adequaat niveau van toezicht op de naleving van wet- en regelgeving.

    Hoofddoelstelling: Inhaalslag controles agrarische bedrijven

    Toelichting

    In het HUP voor het jaar 2008 is reeds aangegeven dat na de herindeling in 2001, het huidige milieu-automatiseringssysteem minimaal is gevuld. Daarbij komt dat geconstateerd is dat diverse agrarische bedrijven in met name Ambt Delden en Markelo reeds geruime tijd niet zijn bezocht. Om te komen tot een actueel overzicht met betrekking tot de agrarische bedrijfstak en daaraan gerelateerd de actualisatie van veebestanden is het wenselijk het project “inhaalslag controles agrarische bedrijven” ten uitvoer te brengen. Tijdens controles wordt gekeken of deze bedrijven nog in werking zijn, of het gebruik in overeenstemming is met het bestemmingsplan en of de milieuregelgeving juist wordt nageleefd. Omdat het een grote groep (ca. 400) bedrijven betreft, is wellicht de zwaarte van de individuele overtredingen op zich niet zo groot, maar vanwege de grote groep bedrijven kan er wel een ongewenst (milieu en of ruimtelijk) effect ontstaan voor de omgeving. In oktober 2008 is in de handhavingsweek een pilot uitgevoerd met betrekking tot de inhaalslag genaamd “handhaven voor elkaar”. Hierbij is gebruik gemaakt van de systematiek “slim handhaven”. Bedrijven zijn vooraf per brief in kennis gesteld van het feit dat er controles zullen plaatsvinden. De ervaringen met deze werkwijze zijn als zeer positief ervaren. Het blijkt dat door deze vorm van slim handhaven in relatief weinig tijd een grote groep bedrijven kan worden bezocht. In 2009 zullen op de hiervoor geschetste wijze 100, geruime tijd niet bezochte agrarische bedrijven worden gecontroleerd. Hiermee wordt in 1 jaar, 25% van de opgelopen achterstand weggewerkt.

    Ondanks dat de doelgroep loonwerkers hoog geprioriteerd is, wordt er dit jaar geen controle-inzet gepleegd op deze doelgroep. In 2008 heeft namelijk “actie wastank” plaatsgevonden waarbij de doelgroep op projectmatige wijze is gecontroleerd. Voorts wordt ook in 2009 gemonitord hoe het naleefgedrag zich verhoudt met het naleefgedrag in voorgaande jaren.

    1.1.1 Subdoelstellingen milieu

    Naast de hoofddoelstelling is gekozen voor de volgende subdoelstellingen:

    • 1.

      Relevante bedrijven voldoen aan de IPPC-richtlijn, in de Nederlandse terminologie, de Geïntegreerde Preventie en Bestrijding van Verontreiniging (GPBV) –richtlijn;

    • 2.

      bedrijven die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen voldoen 100% aan de regelgeving waar het gaat om externe veiligheid;

    • 3.

      alle aandachtsbedrijven worden bezocht.

    Toelichting

    Ad 1. De term IPPC staat voor integrated pollution prevention control. De IPPC-richtlijn is een Europese richtlijn, die geheel is omgezet in nationale wetgeving. Deze richtlijn heeft tot doel het realiseren van een geïntegreerde preventie en beperking van verontreiniging door in bijlage 1 van de richtlijn aangegeven activiteiten. In de Nederlandse wetgeving worden deze aangeduid als GPBV-installaties (Geintegreerde preventie en bestrijding bij vervuilende installaties). Uiterlijk 31 oktober 2007 dienden de GPBV-installaties milieuvergunningtechnisch in overeenstemming te zijn met de eisen zoals gesteld in de wet en regelgeving ter uitvoering van de GPBV-richtlijn. Bij oprichting of verandering van een inrichting moet meteen worden voldaan aan deze eisen. Hierbij wordt geen onderscheid gemaakt of er wel of niet sprake is van een GPBV-installatie.

    Alle installaties die deel uitmaken van een inrichting moeten worden getoetst aan de best beschikbare technieken (BBT). Bij de bepaling van de BBT moeten wij rekening houden met de Regeling aanwijzing BBT-documenten. Met de in tabel 1 van deze regeling opgenomen documenten moet rekening worden gehouden, voor zover het GPBV-installaties betreft.

    In de gemeente Hof van Twente betreft het momenteel 28 bedrijven die onder de richtlijn vallen waarvoor de gemeente Hof van Twente bevoegd gezag is. Het betreft 27 agrarische- en 1 industrieel bedrijf. 26 agrarische bedrijven zijn inmiddels voorzien van een milieuvergunning die GPBV-proof is. Voor 1 agrarisch bedrijf wordt momenteel nog een procedure ingevolge de Wet milieubeheer doorlopen. Het industriële bedrijf beschikt reeds over een vergunning die IPPC-proof is. Naar verwachting kan medio 2009 tot vergunningverlening worden overgegaan. De controlebezoeken die zullen plaatsvinden zijn er op gericht om te aanschouwen of stalsystemen conform BBT worden uitgevoerd. Waardoor wordt bepaald of de GPBV-inrichtingen in overeenstemming met de vergunningen (ofwel conform de GPBV-richtlijn) in werking zijn. Het geheel wordt projectmatig vormgegeven.

    Ad 2. Het gemeentelijke externe veiligheidsbeleid “Bewuste veiligheid op maat”, vastgesteld door de raad op 27 maart 2007 en het daaraan gerelateerde meerjaren uitvoeringsprogramma 2007 - 2010. Het meerjarenprogramma externe veiligheid Overijssel (MEVO), heeft tot doelstelling om externe veiligheid structureel in te bedden in de gemeentelijke organisatie. Provinciale gelden worden ingezet conform het eerdergenoemde uitvoeringsprogramma. Mede omdat veiligheid een speerpunt is bij de handhaving in gemeente Hof van Twente, worden in projectvorm alle bedrijven die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen in 2009 gecontroleerd (12 bedrijven).

    In 2008 is een eerste aanzet gemaakt tot implementatie van het externe veiligheidsbeleid en de hieruit voortvloeiende handhaving. Doel is dat deze bedrijven in 2009 voor 100% voldoen aan de regelgeving waar het gaat om externe veiligheid.

    Ad 3. Aandachtsbedrijven, waaronder een viertal horecabedrijven worden integraal gecontroleerd in 2009. De volledige lijst is opgenomen in bijlage 1.

  • 1.2 Bouw- en woningtoezicht en Ruimtelijke ordening

    Voor het eerst is bij de programmering van handhaving Bouw- en woningtoezicht en Ruimtelijke Ordening de risicomodule/probleemanalyse gebruikt. Naast prioritering middels de probleemanalyse worden voor de concrete toepassing, naleving en handhaving van Bouw- en woningtoezicht het door de raad in 2003 vastgestelde Handhavings- en bouwbeleidsplan in de vorm van het plan “Versterking zorgplicht Bouw- en woningtoezicht gemeente Hof van Twente” gehanteerd. Hierbij zijn bestuurlijke keuzen gemaakt in de mate en diepgang van toetsing, inspectie en handhaving. Daarbij is onder meer rekening gehouden met mogelijke risico’s en de daarbij behorende prioriteiten (bijvoorbeeld: constructieve veiligheid) en met de beschikbare middelen.

    Uit de risicomodule/probleemanalyse,zoals omschreven in het Handboek professionaliseringMilieuhandhaving, zijn de volgende onderwerpen geprioriteerd:

    • -

      bouwen zonder/afwijking van een vergunning;

    • -

      controle op reguliere bouwvergunningen;

    • -

      gebruik in afwijking van het bestemmingsplan;

    • -

      slopen zonder of in afwijking van bestemmingsplan;

    • -

      wijzigen monument zonder of in afwijking van een vergunning;

    • -

      controle op sloopvergunning met asbest.

    Hoofddoelstelling: Controleren van alle in 2009 afgegeven reguliere bouwvergunningen op met name veiligheidsaspecten

    Toelichting

    Anders dan bij milieuhandhaving is de “werkdruk” en de planning bovenal afhankelijk van het aantal verleende reguliere bouwvergunningen en van de aanvang van de bouwwerkzaamheden. Er is de laatste jaren een flinke toename van het aantal bouwaanvragen. Dit houdt in dat de “werkdruk” bij de handhavers toe is genomen en dat de intentie om op basis van het genoemde beleidsplan de inspecties te kunnen uitvoeren, onder grote druk staat. De huidige terugval in de nederlandse economische situatie kan er toe leiden dat in 2009 minder bouwvergunningen zullen worden aangevraagd. In dit uitvoeringsprogramma is daarmee echter geen rekening mee gehouden.

    1.2.1 Subdoelstellingen Bouw-en woningtoezicht en Ruimtelijke ordening

    Naast de hoofddoelstelling is gekozen voor de volgende subdoelstellingen:

    • 1.

      Controle op alle sloopvergunningen met asbest;

    • 2.

      controle op bouwen zonder of in afwijking van de vergunning.

    Toelichting

    De subdoelstellingen zijn gekozen op basis van de prioriteitstelling overeenkomstig de risicomodule/probleemanalyse. Gelet op de asbestproblematiek binnen de gemeente Hof van Twente zal in het kader van toezicht op veilig werken tijdens het te slopen object waarbij asbest vrijkomt stringent toezicht plaatsvinden, mede gelet op de risico’s voor de volksgezondheid.

    De geprioriteerde aspecten hebben ook in grote mate te maken met het voorkomen en bestrijden van illegale handelingen.

    1.2.2 Bouw –en woningtoezicht

    Voor de toetsing van bouwaanvragen zijn werkprotocollen ontwikkeld. Risicobepalende factoren zijn bepalend geweest voor de mate waarin een bouwkundige toets van een bouwaanvraag plaatsvindt. Alleen deze getoetste bouwaanvraagonderdelen worden, conform de werkprotocollen, tijdens bouwtoezicht gecontroleerd. Deze werkwijze komt overeen met het huidige handhavings- en bouwbeleidsplan van 2003. In 2009 zal, in het kader van de Nota Integrale handhaving, de uitvoering van de bouwhandhaving nader worden onderzocht.

    1.2.3 Ruimtelijke ordening

    Wanneer tijdens een bouw- of milieucontrole wordt geconstateerd dat er sprake is van strijdigheid met het bestemmingsplan wordt de afhandeling hiervan door de betreffende handhaver opgepakt.

    Daarnaast wordt er gehandhaafd op basis van het bestaand beleid:

    Handhaving bij permanent bewoonde recreatieverblijven

    Tot 2008 zijn veel verzoeken om gedoogbeschikkingen in het kader van permanente bewoning van recreatiewoningen behandeld. In 2007 is begonnen met het daadwerkelijk uitvoeren van controles bij recreatiewoningen en als gevolg hiervan het starten van handhavingsacties. Deze acties vloeien voort uit de nota “permanente bewoning van recreatieverblijven”. Voor het uitvoeren van controles is in de begroting een bedrag gereserveerd voor externe inhuur. Dit houdt in dat de handhaving niet drukt op de uren voor de Bwt-handhaving.

    Naar verwachting worden in 2009 minimaal 60 controles worden uitgevoerd (5 per maand).

    In het kader van diverse beleidsregels (VAB, Rood voor Rood) worden met initiatiefnemers privaatrechtelijke overeenkomsten gesloten om de uitvoering van het opgestelde landschapsplan te garanderen. Om te voorkomen dat initiatiefnemers ondertekening van de overeenkomsten uitsluitend zien als een formaliteit is handhaving in deze wenselijk. In de loop van 2009 zal dit onderwerp nader worden geconcretiseerd.

  • 1.3 Algemene Plaatselijke Verordening, Bijzondere wetten en overige verordeningen

    Gemeente Hof van Twente heeft geen expliciet beleid geformuleerd op het gebied van handhaving van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna APV) en overige verordeningen zoals bijvoorbeeld de Bomenverordening en de Afvalstoffenverordening. In 2008 was binnen de cluster handhaving geen capaciteit beschikbaar is om dit aspect van de fysieke leefomgeving te handhaven. In het kader van Integrale handhaving is door het college in 2008 een voorstel gedaan voor uitbreiding van de handhavingscapaciteit ten behoeve van APV-handhaving. Dit heeft geresulteerd in 1 extra Fte. Deze Fte zal worden ingezet in de vorm van een Buitengewoon Opsporings Ambtenaar (BOA). Hierbij wordt afstemming gezocht met de politie Hof van Twente. De politie heeft in 2008 aangegeven dat deze handhavingstaken niet passen binnen de prioriteiten die zij heeft gesteld. De politie heeft aangegeven dat zij onvoldoende capaciteit heeft om alle toezicht en de handhaving hiervan op zich te nemen en geeft geen prioriteit aan het inzetten van extra capaciteit. De politie handhaaft voor wat betreft de APV/bijzondere wetten voornamelijk op aspecten waar meer zwaarwegende openbare orde of strafrechtelijke aspecten aan vast zitten. Het is dus aan de gemeente om te bepalen hoe wordt omgegaan met de “kleinere” overtredingen”, die overigens veel ergernissen kunnen opleveren. Hierin kan de BOA een essentiële rol spelen. De politie heeft daarom aangegeven een voorstander te zijn van het aanstellen van een BOA.

    Overtredingen van de APV en de Bomenverordening lenen zich bij uitstek voor een strafrechtelijke handhaving (lik op stuk). Door het aanstellen van een BOA schept de gemeente een belangrijke voorwaarde om strafrechtelijk tegen overtredingen van de APV en de Bomenverordening op te treden.

    De risicomodule/probleemanalyse vormt de basis voor de prioriteitstelling inzake de handhaving op het gebied van de APV en bijzondere wetten.

    Uit de probleemanalyse valt af te leiden dat zaken met betrekking tot leefbaarheid en veiligheid bijzonder hoog scoren, waaronder:

    • -

      uitstalling op straat;

    • -

      reclame-uiting/-vergunning;

    • -

      hondenpoep;

    • -

      evenementenvergunning > 500 personen;

    • -

      terrassen;

    • -

      zwerfafval;

    • -

      ontheffing vuur stoken.

    Gelet op aard en inhoud van de geprioriteerde taken zijn deze gebundeld tot de volgende doelstelling:

    Doelstelling: Het vergroten van het gevoel van leefbaarheid en veiligheid bij inwoners van Hof van Twente

    Toelichting

    Op de kernavonden in het kader van het leefbaarheids- en veiligheidsonderzoek kwam onder andere naar voren dat hondenpoep en zwerfvuil tot de grootste ergernissen van de inwoners van Hof van Twente behoren. Daarnaast is het een feit dat reclameborden en de uitstallingen van winkels op trottoirs in verschillende kernen tot overlast en ergernis leidt.

    Bovendien is het vermoeden dat opgelegde herplantverplichtingen in het kader van de Bomenverordening slecht worden nageleefd. Inwoners van de gemeente Hof van Twente verwachten dat de gemeente hiertegen optreedt. De werkzaamheden van een BOA zullen voornamelijk komen te liggen op het taakveld APV en Bomenverordening.

    Ondanks het gegeven dat controle op evenementenvergunningen > 500 personen hoog scoort op basis van prioritering middels de risicomodule wordt hierop in 2009 geen gemeentelijke handhavingscapaciteit ingezet. De politie heeft deze evenementen hoog op haar prioriteitenlijst staan en heeft aangegeven hierop actief te gaan handhaven. Eveneens hoog geprioriteerd staat “ontheffing vuur stoken”. Naar verwachting wordt in het 1e kwartaal van 2009 door het College van gemeente Hof van Twente het “Ontheffingenbeleid voor het verbranden van gerooid en snoeihout” vastgesteld. Middels vaststelling van het genoemde beleid wordt aangesloten bij de daarvoor geldende systematiek van de Wet milieubeheer. Dit impliceert dat ook handhaving plaatsvindt op grond van de Wm en niet op grond van de APV. Afschriften van de ontheffingen worden toegezonden aan de cluster handhaving en de plaatselijke politie. Wanneer handhavers in het veld een vuur aantreffen wordt onderzocht of voor het betreffende vuur een ontheffing is verleend. Indien het een illegaal gestookt vuur betreft, wordt dit doorgeleid naar de politie. Aldus zijn hier geen extra handhavingsuren voor gereserveerd.

  • 1.4 Brandweer

    Op gebied van handhaving inzake brandweerzaken is zoals reeds aangegeven dat geen gemeentelijk beleid is geformuleerd.

    De risicomodule/probleemanalyse vormt ook hier de basis voor de prioriteitstelling inzake de handhaving op het gebied van de brandweerzaken. De controleprioritering is als volgt:

    • -

      campings;

    • -

      woonzorggebouwen;

    • -

      logiesgebouwen;

    • -

      kinderopvang/basisscholen;

    Gelet op aard en inhoud van de geprioriteerde taken zijn deze gebundeld tot de volgende doelstelling:

    Doelstelling: Inhaalslag controle campings op veiligheidsaspecten

    Toelichting

    Gebouwen op campings zijn meldingsplichtig ingevolge het Gebruiksbesluit. Campingterreinen daarintegen vallen onder de gemeentelijke Brandveiligheidsverordening. Alle campings zijn in de afgelopen jaren bezocht. Uit deze bezoeken zijn tekortkomingen naar voren gekomen die opgeheven dienen te worden alvorens een melding overeenkomstig het Gebruiksbesluit of een Gebruiksvergunning kan worden verleend. De campings worden in 2009 opnieuw bezocht waarbij de nadruk komt te liggen op de veiligheidsaspecten. Vergunnings- en meldingsprojecten kunnen naderhand worden afgerond.

Hoofdstuk 2 Uitvoering 2009

  • 2.1 Milieu

    2.1.1 Beschikbare capaciteit

    In totaal is 7000 (5 Fte) uur begroot voor de uitvoering van de milieuhandhavingstaken. Het gaat hierbij sec om handhaving. Juridische – en administratieve ondersteuning vallen hier niet onder. In totaal is 1400 uur effectieve tijdsbesteding per handhaver beschikbaar.

    2.1.2 Overzicht werkzaamheden milieuhandhaving in 2009

    Inrichtingen zijn op grond van hun milieubelasting onderverdeeld in categorieën. Per categorie is het volgende kengetal (aantal uren benodigd voor het uitvoeren van een milieucontrole, hercontrole en de administratief-juridische afhandeling)

    • -

      Cat 1 = 6 uur;

    • -

      Cat 2 = 11 uur;

    • -

      Cat 3 = 25 uur;

    • -

      Cat 4 = 38 uur;

    • -

      Cat A (agrarisch) = 12 uur.

    Om basis van de het aantal verrichte controles in 2008 is een inschatting gemaakt van het aantal uit te voeren milieucontroles 2009. De reden hiervoor is dat door de inwerkingtreding van het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) per 1 januari 2008 er een andere verdeling van inrichtingen is ontstaan, de zogenaamde

    • -

      type A-bedrijven;

    • -

      type B-bedrijven;

    • -

      type C-bedrijven.

    In onderstaande tabel zijn de werkzaamheden en de urenverdeling met betrekking tot milieuhandhaving weergegeven.

    Werkzaamheden (milieu)handhaving

    uren

    aantal controles

    1. milieucontroles op basis van de Risicoanalyse ad 1

    1265

    90

    2. opleveringscontroles ad 2

    680

    50

    3. aandachtsbedrijven, Bevi- en IPPC bedrijvenad 3

    800

    38

    4. afhandelen klachten niet bedrijfsgebonden

    60

    20

    4. afhandelen klachten bedrijfsgebonden

    175

    50

    5. handhaving bodem en asbest ad 4

    910

    75

    6. handhaafbaarheidstoetsen ad 5

    100

    70

    7. projecten 2009 ad 6

    1310

    130

    8. ad hoc ad 7

    700

    pm

    9. overig (seniortaken etc.)

    1000

    --

    TOTAAL

    7000

    600

  • Toelichting tabel

    ad 1 de verdeling van uren is uitgebreid toegelicht in bijlage 2;

    ad 2 80% van het totale bedrijven bestand bestaat uit agrarische bedrijven. Voor deze groep wordt 12 uur per controle gehanteerd. 20% van de bedrijven is industrieel, hiervoor geldt een gemiddelde van 20 uren per controle (40*12+ 10*20= 680 uren). De genoemde 20 uur per controle is een gemiddelde van de categorieën 1, 2, 3 en 4 (80 : 4= 20 uur);

    ad 3 in bijlage bijlage 1 is een urenberekening opgenomen van de aandachtsbedrijven, Bevi-bedrijven en IPPC-industrieel;

    ad 4 de verdeling van uren is uitgebreid toegelicht in bijlage 6;

    ad 5 in totaal worden er op jaarbasis 70 vergunningen afgegeven. Per handhaaf-baarheidstoets in 1,5 uur beschikbaar;

    ad 6 de volgende projecten zijn hierin meegenomen:

    1. 2x per jaar een inhaalslag bij agrarische bedrijven (100x cat A op jaarbasis);

    2. controle IPPC-bedrijven (27 x cat A);

    3. systeemtoezicht Vitens-inrichtingen, regionaal project (1x cat 2 en 1 x cat 3).

    4. vuurwerkopslagen (8 x 7,5 = 60 uur).

    ad 7 10 % van het totale aantal beschikbare uren wordt gezien is beschikbaar als Ad hoc.

    2. opleveringscontroles

    In overeenstemming met het protocol “afstemming met vergunningverlening” uit het “Handboek professionalisering”, wordt binnen 1 jaar na het van kracht worden van een milieuvergunning (of na het onherroepelijk worden van de vergunning) een opleveringscontrole uitgevoerd. In een aantal gevallen ( daar waar het complexere bedrijven betreft) wordt ook een opleveringscontrole uitgevoerd bij bedrijven die een melding (Amvb-melding of art. 8.19 lid 2 melding) hebben ingediend. Het betreft hier een eerste controle nadat een nieuwe vergunning is verleend c.q. een melding is gepubliceerd.

    3. aandachtsbedrijven, Bevi- en IPPC bedrijven

    Evenals in voorgaande jaren is een lijst met aandachtbedrijven opgesteld. Inrichtingen kunnen om verschillende redenen op deze lijst staan. Redenen kunnen zijn: externe veiligheid (bedrijven die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen, het Bevi genoemd), slecht naleefgedrag, complexiteit van de inrichting etc. Deze lijst is onder andere in samenspraak met de politie samengesteld. In bijlage 1 is de lijst met aandachtsbedrijven opgenomen.

    4. afhandeling milieuklachten

    Op basis van tijdschrijfsysteem PRS is gebleken dat in 2008 ca. 235 uur zijn besteed aan het afhandelen van klachten.

    Het overgrote deel (ca. 175) van de verantwoorde uren in 2008 bleek te zijn geschreven op inrichtinggebonden klachten. De capaciteitsinzet voor klachten is daarom ondergebracht bij de inrichtinggebonden activiteiten.

    5. handhaving bodem en asbest

    In het bodembeleidsplan staan 2 actiepunten voor 2009, waarbij handhaving een rol kan gaan spelen:

    • -

      Plan van aanpak bodemverontreiniging bij calamiteiten / incidenten.

      Voor calamiteiten (incidenten) waarbij de bodem verontreinigd of aangetast kan worden, wordt dit jaar een plan van aanpak opgesteld waarin wordt aangegeven hoe te handelen bij calamiteiten. Daarbij zal, waar mogelijk, een relatie worden gelegd met de professionalisering van de handhaving. Onder calamiteiten wordt o.a. verstaan het lekken of morsen uit bovengrondse (brandstof)tanks, ongelukken (omslaan van vrachtauto).

    • -

      Actieplan ondergrondse tanks.

      De inventarisatie heeft als doel om inzicht te krijgen in de aanwezigheid van niet bij ons bekende ondergrondse tanks. Op basis hiervan wordt een actieplan opgesteld. Als het actieplan wordt uitgevoerd kan handhaving een rol gaan spelen.

    • -

      Overige aandachtspunten bodemhandhaving:

      1. in januari 2008 is het Besluit bodemkwaliteit in werking getreden. Dit houdt in dat alle grondtoepassingen vanaf 50 m3 (elektronisch) moet worden gemeld. Bij de meldingen grondverzet worden beoordeeld in hoeverre deze toepassing is toegestaan. Om het melden van het grondverzet te verbeteren worden door een werkgroep van het Trekkersnetwerk Besluit bodemkwaliteit communicatiemiddelen ontwikkeld. Deze hulpmiddelen (voorlichting, website e.d.) zullen door ons worden gebruikt om het melden van grondverzet te verbeteren bij de loonwerkers en aannemers.

      2. begin 2009 zal het nieuwe gemeentelijk gronddepot in gebruik worden genomen. Voor de controle en handhaving op het grondverzet door de gemeente, zullen er afspraken worden gemaakt hoe de grondstromen worden geregistreerd en wie de meldingen verzorgen

      3. in 2009 wordt uitvoering gegeven aan de Saneringsregeling asbestwegen 2e fase. Diverse asbestwegen- en erven zullen worden gesaneerd. De verwachting is dat bij mogelijke omvolkomenheden tijdens en/of na de sanering vragen komen of door andere handhavingsinstanties om informatie wordt verzocht.

    6. handhaafbaarheidstoetsen

    Voordat een ontwerpbeschikking op een aanvraag om vergunning wordt gepubliceerd worden de voorschriften op handhaafbaarheid getoetst door een handhaver en waar nodig worden deze in overleg met de vergunningverlener aangepast. Hiermee wordt voorkomen dat slecht handhaafbare voorschriften worden opgelegd. Per handhaafbaarheidstoets wordt uitgegaan van een tijdsbesteding van gemiddeld 1,5 uren.

    7. handhavingsprojecten in 2009

    Handhavers zullen in 2009 aan de volgende handhavingsprojecten deelnemen:

    • -

      handhaven voor elkaar

      Dit project komt overeen met het project dat in 2008 heeft plaatsgevonden. Agrarische bedrijven die lang niet zijn bezocht zullen worden bezocht waarbij naast milieu ook wordt gecontroleerd op het gebruik in het kader van het bestemmingsplan en op illegale bouw.

      In het voorjaar wordt één week gereserveerd voor uitvoering van ca. 50 controles. In het najaar wordt aangesloten bij het provinciale traject “Handhaven voor elkaar”, hierbij zullen tevens ca. 50 bedrijven worden bezocht. Omdat dit project wordt uitgevoerd conform de systematiek “slim handhaven”wordt gebaseerd op ervaringscijfers, gemiddeld 25% tijdwinst behaald gerelateerd aan het kengetal voor de agrarische sector.

    • -

      IPPC-controles

      Daarnaast zal bij agrarische IPPC-bedrijven (GPBV) in 2009 ook een milieucontrole worden uitgevoerd. Het betreft een 27 bedrijven. Als reden hiervoor geldt dat deze bedrijven voor 31 oktober 2010 volledig dienen te voldoen aan de IPPC-richtlijn. In bestaande bedrijfssituaties o.a. óf de stallen te zijn aangepast, óf een nageschakelde techniek te zijn toegepast. In nieuwe situaties dient het bedrijf overeenkomstig de vergunde situatie in werking te zijn.

    • -

      aandachtsbedrijven Horeca, sport- en recreatie-inrichtingen

      Binnen de gemeente Hof van zijn een tweetal grote uitgaansgelegenheden die een grote invloed op de directe leefomgeving hebben. Om deze reden worden deze horecabedrijven in 2009 bezocht. Daarnaast worden ook een tweetal horecabedrijven bezocht waarbij sprake is van veel klachten inzake overlast. De betreffende bedrijven zijnin de lijst met aandachtbedrijven opgenomen. Hierbij kan worden vermeld dat alle overige aandachtsbedrijven ook in 2009 worden gecontroleerd (zie bijlage 1).

    • -

      concern- en systeemtoezicht bij Vitens

      In de ambtelijke en bestuurlijke handhavingsoverleggen zijn de resultaten van de uitgevoerde pilot concern- en systeemtoezicht bij Vitens gepresenteerd. Doelstelling van deze afstemming is dat gemeenten op eenduidige manier handhaven bij Vitensinrichtingen. Na afstemming met een aantal gemeenten en Vitens lijkt de meest handige aanpak om eerst een provinciale startbijeenkomst te beleggen voor alle gemeenten (circa 25) met Vitens-inrichtingen. Tijdens de startbijeenkomst is iedereen bijgepraat over de in 2007/2008 uitgevoerde pilot in Ommen, Enschede en Deventer en werd het vervolgtraject besproken. In 2009 is de insteek het toezicht bij Vitens-inrichtingen conform de systematiek van concern- en systeemtoezicht te laten plaatsvinden. In totaal wordt voor dit project 36 uren gereserveerd.

    8. ad hoc

    Onder Ad hoc vallen niet-geplande milieucontroles en –projecten. Door hiervoor uren te plannen kan de organisatie flexibeler opereren en anticiperen op ontwikkelingen.

    9. overig

    Overzicht overige capaciteitsverdeling

    Overige capaciteitsverdeling

    uren

    Coördinatie handhaving

    500

    Opstellen uitvoeringsprogramma/jaarverslag

    200

    Deelname beleidsmatige regionale en provinciale handhavingsprojecten (project Wabo-intern)Ad 1

    250

    Seph-overleg

    50

    Totaal

    1000

  • Toelichting prokect Wabo-intern

    Ad 1 Op 1 januari 2010 wordt naar verwachting de Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van kracht. Burgers en bedrijven moeten dan één omgevingsvergunning kunnen aanvragen voor het bouwen van een schuur, huis of bedrijfspand.

    Met de omgevingsvergunning worden ongeveer 25 soorten vergunningenstelsels bij elkaar gevoegd. Het gaat om rijksregelingen als de milieuvergunning, de bouwvergunning en de monumentenvergunning, maar ook om decentrale vergunningenstelsels zoals de sloop- en kapvergunning. Voor de omgevingsvergunning geldt één bevoegd gezag. Op dit moment kennen de vergunningenstelsels die in een omgevingsvergunning worden samengevoegd verschillende bevoegde gezagen. De invoering van de Wabo betekent een verschuiving in taken, bevoegdheden en rollen van bevoegde gezagen. Dit betekent dat gemeenten, waterschappen en provincies hun werkprocessen aan moeten passen. Daarnaast moeten ze er voor zorgen dat ze de noodzakelijke kennis en competenties voor het verlenen en handhaven van de omgevingsvergunning in huis hebben, dan wel dat deze wordt vergaard.

    Vanuit de huidige versnipperde vergunningverlening en versnipperde handhaving moet worden gekomen tot een éénduidige vergunningverlening en tot afgestemde handhaving.

    In 2008 is een start gemaakt met het doorlopen van een regionaal project om te komen tot de zogenaamde afgestemde handhaving met andere overheden. Het project kent een doorloop in 2009. Hierbij is voor Hof van Twente o.a. de taak weggelegd om het handboek professionalisering van toepassing te laten zijn op de overige handhavingsterreinen. Hiervoor zijn 250 uren gereserveerd.

    2.1.3 Toezichtstrategie milieuhandhaving

    Onder toezicht wordt verstaan; het controleren of en in hoeverre wettelijke bepalingen worden nageleefd. Bij toezicht heeft men te maken met het reguliere toezicht en het zogenaamde ad hoc toezicht en projectmatig toezicht. Toezicht vindt plaats op basis van programma's, in het kader van projecten en naar aanleiding van meldingen, klachten en calamiteiten. In het hieronder weergegeven toezichtstrategie worden de verschillende vormen van het uitvoeren van een controle nader toegelicht.

    Om effectief en doelmatig te werk te gaan is het nodig om verschillende vormen van toezicht te hanteren. Deze vormen van toezicht vinden zowel aangekondigd als onaangekondigd plaats. Door het verrassingselement van een onaangekondigde controle wordt een vollediger beeld verkregen. De toezichtstrategie kan op verschillende wijzen worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld op grond van kenmerken van de vergunninghouder en de handhavingshistorie.

    In de gemeente Hof van Twente is er vooralsnog voor gekozen om een eerste bezoek van tevoren aan te kondigen. In voorkomende gevallen (bijvoorbeeld naar aanleiding van een melding) wordt een onaangekondigde eerste controle uitgevoerd. Elk toezichtbezoek wordt uitgevoerd overeenkomstig de protocollen zoals in het Handboek professionalisering staat omschreven.

    Per inrichting (indien er sprake is van een aandachtsbedrijf of een ingewikkelde handhavingszaak) vindt door de handhaver, in overleg met collega-handhavers, de vergunningverlener en de juridisch medewerker, afstemming plaats over de toe te passen toezichtsmethode zoals in de toezichtstrategie staat beschreven. In het kader van het project Wabo-intern zal in 2009 een nieuwe, regiobrede toezichtsstrategie worden opgesteld.

    Hierbij kunnen de volgende manieren van toezicht wordt toegepast:

    1. Routinematig

    Routinematig toezicht doelt op de uitvoering van een HUP, gericht op inzet van personeel en materieel dat als basis dient van de uit te voeren controlebezoeken bij de verschillende vergunningplichtige - en meldingsplichtige bedrijven. Routinematige toezichtbezoeken (reguliere controles) vinden plaats op basis van de risicoanalyse.

    2. Ad hoc

    Ad hoc toezicht zijn de zaken die niet in te plannen zijn, maar waar meestal als gevolg van bijzondere omstandigheden toch de nodige aandacht aan geschonken moet worden (in geval van calamiteiten, klachten, wijzigingen in de vergunning etc.) Voor 2009 is gekozen om ca. 10 % van de beschikbare tijd in te plannen voor ad hoc controles.

    3. Projectmatig

    Projectmatig toezicht is het toezicht dat plaatsvindt in het kader van een project. Dit kan betrekking hebben op een bepaalde branche, bepaalde wetgeving of in het kader van het regionale samenwerkingsverband.

    4. Dieptecontrole

    Als onderdeel van het reguliere toezicht kan ook verdieping van de controlewijze voorkomen. Op deelterreinen wordt gekeken naar achterliggende technische problemen die tot afwijkende situaties leiden, naar organisatorische oorzaken (procedures en werkinstructies) en financiële/administratieve aspecten.

    Het spreekt voor zich dat de technische, organisatorische en financiële/administratieve aspecten los van elkaar kunnen worden gecontroleerd, maar ook met elkaar verweven kunnen zijn (bij bijvoorbeeld grotere onderzoeken).

    5. Integrale aanpak

    Het toezicht kan ook worden verbreed. Dit zal met name voorkomen bij grote complexe milieuhandhavingsactiviteiten. Een integrale aanpak is hierbij wenselijk. Samen met andere bevoegde gezagen en inspecties kan een handhavingsplan worden opgesteld ten aanzien van deze bedrijven.

    6. Toezicht bij bedrijven met een milieuzorgsysteem en auditing

    Een onderdeel van een milieuzorgsysteem is de zorgplicht voor het milieu, de continue verbetering van de milieuprestatie en het leren van zaken die fout gaan. Bij een goed milieuzorgsysteem is de borging van de naleving van de voorschriften geregeld. Een goed functionerend systeem genereert meer en betere milieu-informatie waar de toezichthouder gebruik van kan maken.

    De toezichthouder heeft dan ook een andere rol:

    • -

      betrokkenheid bij het opstellen van een goed handhaafbare vergunning op hoofdzaken/vergunning op maat;

    • -

      toetsen of het milieuzorgsysteem werkt en

    • -

      steekproefsgewijs controleren van de meet-, bemonster- en analysegegevens.

    7. Administratief toezicht

    Deze vorm van toezicht kan voor een groot deel plaatsvinden van achter het bureau. Hiervoor is een computersysteem nodig waarin consequent vergunningen en handhavingsgegevens zijn ingevoerd. Het vergaren van administratieve gegevens kan tijdens een bedrijfsbezoek, maar ook wanneer het bedrijf rapportageverplichtingen heeft. Administratief toezicht is het gebruik maken van de administraties van bedrijven als middel om het naleefgedrag van deze bedrijven ten aanzien van de milieuwet- en regelgeving te toetsen.

    8. Overige capaciteitsverdeling

    Professionalisering van de handhaving en het implementeren van allerlei nieuwe wet- en regelgeving zal naar verwachting in 2009 veel tijd vergen. Dit heeft te maken met het oppakken van de professionalisering op het gebied van onder meer de bouwhandhaving en de integratie c.q. afstemming tussen milieu- en bouwhandhaving. De verschillende regionale en provinciale projecten zijn voornamelijk gericht op verdergaande verbetering in het kader van de professionalisering. In het kader van regionale samenwerking vindt regelmatig overleg plaats tussen de verschillende handhavingspartners.

  • 2.2 Bouw - en woningtoezicht en Ruimtelijke ordening

    2.2.1 Beschikbare capaciteit

    In totaal zijn 4200 (3 Fte) uren begroot voor de uitvoering van de Bwt-handhavingstaken. Het gaat hierbij sec om handhaving. Juridische – en administratieve ondersteuning vallen hier niet onder. Totaal zijn 1400 uren effectieve tijdsbesteding per handhaver beschikbaar. Van deze tijd zijn 250 uren ingeruimd voor het afhandelen van klachten, controles op verzoek van derden (intern en extern), de interne afstemming met vergunningverlening, paragraaf 2.2.2 geeft een overzicht van de werkzaamheden Bwt-handhaving.

    2.2.2 Overzicht werkzaamheden Bwt- en RO-handhaving

    In onderstaande tabel zijn de werkzaamheden met betrekking tot Bwt-handhaving weergegeven. In tegenstelling tot de milieuhandhaving valt vooraf niet te plannen hoeveel controles er dienen te worden uitgevoerd. Het toezicht is afhankelijk van het aantal en soort bouwaanvragen, sloopaanvragen, aanlegvergunningen etc.

    In de tabel is daarom een ruwe planning weergegeven van de te verwachten tijdsbesteding in 2009.

    Werkzaamheden (Bwt/RO)handhaving

    uren

    Ad hoc Ad 1

    400

    Afhandeling klachten en meldingen Ad 2

    250

    Toezicht bij bouwlocaties Ad 3

    3200

    Toezicht slooplocaties Ad 4

    350

    totaal

    4200

  • De verdeling van uren is uitgebreid toegelicht in bijlage 3

    Toelichting overzicht werkzaamheden Bwt-handhaving

    Ad 1 De ad hoc uren zijn voornamelijk toe te schrijven aan het adviseren aan derden en controles op verzoek van interne afdelingen.

    Ad 2 Hieronder valt onder meer het toezicht in het kader van handhavingsverzoeken van derden. Het betreft hier met name vergunningvrije bouwwerken en het bestemmingsplantechnische gebruik van bouwwerken en het bouwen of slopen in afwijking van, of zonder bouw- of sloopvergunning.

    Ad 3 De inspecties bij bouwlocaties vinden plaats overeenkomstig de prioriteitsstelling van de Risicomodule en het Handhavings- en bouwbeleidsplan uit 2003. Speerpunten bij de inspecties zijn veiligheid, het gebruik en welstand.

    Ad 4 Bij alle slooplocaties waarbij asbest verwijderd wordt, vindt toezicht plaats. Asbestvrije sloopwerken worden steekproefsgewijs achteraf gecontroleerd.

    2.2.3 Toelichting prioritering Bwt-handhaving

    De risicomodule/probleemanalyse en het handhavings- en bouwbeleidsplan 2003 zijn momenteel maatgevend voor de wijze van prioritering op het gebied van toezicht bij bouwactiviteiten. Bwt-handhaving omvat echter meer dan alleen geprioriteerde toezicht bij bouwactiviteiten. Afhandeling van klachten, toezicht bij sloopactiviteiten en onder meer het uitvoeren van controles op grond van handhavingsverzoeken maken deel uit van het pakket aan werkzaamheden.

    Gezien de beschikbare handhavingscapaciteit, wordt de bouwhandhaving vooral ingezet bij bouwlocaties waarvoor een reguliere bouwvergunning is afgegeven. In de Nota Integrale handhaving is een nadere prioritering beschreven. De volgende wijze van controleren wordt aangehouden;

    • -

      op de bouwplaats worden alleen die zaken geïnspecteerd die door de vergunningverleners vooraf zijn getoetst. De bouwplannen worden volledig getoetst aan bestemmingsplannen en aan het welstandsbeleid. Voor wat betreft de toets aan het Bouwbesluit (veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en duurzaamheid), ligt de nadruk op het onderdeel veiligheid. Voor toezicht en handhaving op illegale bouw-, sloop – en aanlegactiviteiten en op strijdig gebruik van bouwwerken geldt dat de gemeente voornamelijk in actie komt als zij door een inwoner/bedrijf ergens op wordt gewezen. Dit systeem sluit het beste aan bij de hoeveelheid werk en de aanwezige capaciteit.

  • 2.3 Algemene plaatselijke verordening en Bijzondere wetten en overige verordeningen

    2.3.1 Beschikbare capaciteit

    In totaal zijn er 1400 uren beschikbaar voor handhaving van APV, bijzondere wetten en overige verordeningen. Bij invulling geven aan de genoemde handhavingsaspecten van de fysieke leefomgeving is er van uit gegaan dat dit zal geschieden middels het inzetten van een BOA. Gelet op het feit dat het aanvragen van een akte van opsporingsbevoegdheid bij het ministerie van Justitie maximaal 4 maanden in beslag neemt, lijkt inzetten van een reeds gediplomeerde BOA, daar waar het gaat om stafrechtelijke handhaving, niet eerder mogelijk in de 2e helft van 2009. Op onderdelen waar bestuursrechtelijke handhaving plaatsvindt, zullen in het eerste kwartaal van 2009 worden opgepakt.

    2.3.2 Overzicht werkzaamheden handhaving Algemene plaatselijke verordening, Bijzondere wetten en overige verordeningen

    Toezicht op hondenpoep, zwerfafval, reclame-uitingen etc. zijn activiteiten die onder het taakveld van de Algemene plaatselijke verordening (APV) vallen. De afgelopen jaren is er uitsluitend sprake geweest van “incidentenhandhaving” omdat voor de APV en de Bomenverordening geen handhavingscapaciteit beschikbaar was.

    Werkzaamheden APV -handhaving en Bijzondere wetten

    en overige verordeningen

    uren

    Ad hoc ad 1

    200

    Afhandeling klachten Ad 2

    100

    Uitstalling op straat Ad 3

    950

    Reclamevergunning Ad 3

    Hondenpoep Ad 3

    Terrassen Ad 3

    Zwerfafval Ad 3

    Kapvergunning Ad 3

    150

    Totaal

    1400

  • De verdeling van uren is uitgebreid toegelicht in bijlage 4

    Toelichting

    Ad 1De ad hoc uren zijn voornamelijk toe te schrijven aan het adviseren van derden en controles op verzoek van interne afdelingen en overige niet nader aangeduide werkzaamheden;

    Ad 2Hieronder valt onder meer het toezicht in het kader van handhavingsverzoeken van derden en afhandeling van klachten betrekking hebben de op niet geprioriteerde onderdelen uit de risicomodule APV en bijzondere wetten;

    Ad 3De aspecten waar met name de handhaving in het kader van de APV zal zijn gericht zijn de uitstallingen bij winkels op straat, controle op reclame-uitingen in de kernen en met name het buitengebied (langs wegen en kruispunten), de hondenpoep op straat, terrassen, het tegengaan van zwerfafval op straat op grond van de afvalstoffenverordening en controle op kapvergunningen welke op grond van artikel 2 van de bomenverordening zijn verleend.

    2.3.3 Toelichting prioritering

    De risicomodule en de Bomenverordening zijn leidend inzake de prioriteitstelling. Handhaving op dit beleidsterrein is binnen onze gemeente onontgonnen terrein. Gelet op de aanwezige handhavingscapaciteit lijkt de toedeling van handhavingsuren reëel. Monitoring moet uitwijzen of prioritering en/of urentoekenning herzien of bijgesteld moeten worden.

  • 2.4 Brandweer

    2.4.1 Beschikbare capaciteit

    Voor handhaving inzake brandweerzaken zijn 1400 uren (1 Fte) beschikbaar. De afgelopen jaren is er uitsluitend sprake geweest van “incidentenhandhaving” omdat voor handhaving op gebied van brandweerzaken onvoldoende handhavingscapaciteit beschikbaar was.

    2.4.2 Overzicht werkzaamheden APV handhaving

    In onderstaande tabel zijn de geprioriteerde werkzaamheden inzake brandweerhandhaving weergegeven.

    Werkzaamheden brandweerhandhaving

    uren

    Ad hoc Ad 1

    300

    Campings Ad 2

    1100

    Woonzorggebouwen Ad 2

    Logiesgebouwen Ad 2

    Kinderopvang/basischolen Ad 2

    Totaal

    1400

  • De verdeling van uren is uitgebreid toegelicht in bijlage 5

    Toelichting overzicht werkzaamheden brandweerhandhaving

    Ad 1 De ad hoc uren zijn voornamelijk toe te schrijven aan het adviseren van derden en controles op verzoek van interne afdelingen en overige niet nader aangeduide werkzaamheden;

    Ad 2 De aspecten waar met name de handhaving in het kader van brandweerzaken op zal zijn gericht, zijn veiligheidsaspeten op campings, bij woonzorggebouwen, logiesgebouwen en kinderopvang/basischolen. Daar programmatische handhaving op brandweerzaken in dit uitvoeringsprogramma voor het eerst wordtmeegenomen is een inschatting gemaakt van het aantal te besteden uren per aspect. Uitwerking hiervan is weergegeven in Bijlage 5.

    2.4.3. Toelichting prioritering brandweerhandhaving

    De risicomodule/probleemanalyse is leidend inzake de prioriteitstelling. Zoals hierboven is aangegeven is een inschatting gemaakt van het aantal te besteden uren per onderwerp. De toedeling van handhavingsuren lijkt reëel. Uit monitoring zal moeten blijken of prioriteiten en/of urentoekenning herzien of bijgesteld moeten worden.

Hoofdstuk 3 Toetsing en monitoring

  • 3.1 Milieu

    Tot 2004 is gecontroleerd volgens de BUGM-systematiek (Besluit uitvoering gemeentelijk milieubeleid), waarbij controles werden uitgevoerd op grond van een bepaalde categorie-indeling. Aan deze categorieën zaten kengetallen gekoppeld met een vaste controlefrequentie. Op deze wijze kon inzichtelijk worden gemaakt of er voldoende menskracht was om het geplande aantal controles, op jaarbasis, uit te voeren. De Bugm-systematiek komt niet overeen met de prioritering op basis van de jaarlijks geactualiseerde risicomodule/probleemanalyse. Om die reden wordt de Bugm-systematiek niet meer gebruikt. Overigens dient wel opgemerkt dat bij de besteedbare uren per controle wel gebruikt wordt gemaakt van de BUGM-methode.

    De risicomodule/probleemanalyse met bijbehorend monitoringssysteem is een onmisbaar middel om de doelstelling te monitoren. Zonodig zal er bijsturing plaatsvinden als blijkt dat een bepaalde branche of een bepaald thema aan de hand van de uitgevoerde actualisatie hoger dan wel lager geprioriteerd wordt. Een mogelijkheid om bij te sturen is het uitvoeren van aspectcontroles in plaats van integrale controles.

    Toetsing van de kwaliteitsborging vindt plaats aan de hand van de uitgaande brieven en opgestelde adviezen. Uitgaande brieven worden getoetst door de Senior medewerker handhaving in samenwerking met een juridische medewerker onder eindverantwoording van het afdelingshoofd Vergunningen en handhaving. Lopende handhavingszaken worden eveneens op kwaliteit getoetst en afgestemd in het (lokaal)handhaversoverleg.

    In management rapportages wordt gerapporteerd over de voortgang van de handhavingsactiviteiten en de bijbehorende planning. Bij geconstateerde afwijkingen wordt de planning aangepast. In het milieujaarverslag worden de resultaten weergegeven ten opzichte van de planning van het milieuprogramma voor het betreffende jaar en de hiervoor genoemde monitoringsindicatoren.

  • 3.2 Bouw- en woningtoezicht en ruimtelijke ordening

    In 2008 is er een begin gemaakt met monitoring van de Bwt en RO-handhaving. Monitoring is nodig om te kunnen evalueren of de vooraf gestelde doelen zijn gehaald. Daarnaast is monitoring van het naleefgedrag van belang om nieuw beleid (strategie) te formuleren danwel bij te stellen. In 2009 zal het monitoringssyteem verder worden uitgebouwd c.q. worden bijgesteld.

    In het kader van het project Wabo-intern wordt in belangrijke mate aandacht geschonken aan professionalisering van de handhaving op gebied van Bwt en RO. Handhavingsprocedures welke in het handboek professionalisering zijn opgenomen, worden in 2009 toegeschreven op Bwt en RO-handhaving.

    Prioriteitstelling in handhaving en kwaliteitsborging vinden plaats overeenkomstig hetgeen in paragraaf 3.1 is verwoord.

  • 3.3 Algemene plaatselijke verordening, Bijzondere wetten en overige verordeningen en Brandweer

    In dit Hup is voor 2009 prioriteitstelling en urentoekenning bepaald voor handhaving van Apv, bijzondere wetten en overige verordeningen en brandweer. Er is vooralsnog voor beide beleidsterreinen geen monitoringsysteem opgezet. In 2009 zal echter registratie van controles en tijdsbesteding worden bijgehouden, zodat bijsturing op de geplande inzet tijdig kan plaatsvinden.

    Prioriteitstelling in handhaving en kwaliteitsborging zullen plaatsvinden overeenkomstig hetgeen in paragraaf 3.1 is verwoord.

Hoofdstuk 4 Ontwikkelingen

In het Hup voor 2008 is melding gemaakt van een groot aantal wijzigingen in wet- en regelgeving die effect zullen hebben op de handhaving er van. In 2008 is onderstaande regelgeving in werking getreden:

  • -

    Activiteitenbesluit

In het Activiteitenbesluit zijn twaalf bestaande 8.40-AMvB’s -voor bv. horeca, detailhandel, opslag & transport en motorvoertuigen- samengevoegd. De Wet milieubeheer is zodanig gewijzigd dat bedrijven nu meldingsplichtig zijn tenzij ze in bijlage 1 van het Activiteitenbesluit specifiek worden genoemd. Deze bedrijven blijven vergunningplichtig.

  • -

    Gebruiksbesluit

Op 1 november 2008 is het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit) in werking getreden. Met de inwerkingtreding heeft een uniformiteitslag tussen plaatselijke bouwverordeningen en landelijke regelgeving zijn beslag gekregen. Naar verwachting zal het aantal gebruiksvergunningplichtige bouwwerken drastisch verminderen (met 80%). Door invoering van het Gebruiksbesluit wordt tevens de administratieve lastendruk verlaagd.

  • -

    Besluit Bodemkwaliteit

Het Bouwstoffenbesluit is volledig vervangen door het Besluit bodemkwaliteit. Dit is gefaseerd uitgevoerd. Per 1 januari 2008 is het gedeelte voor de toepassingen op waterbodem (soms ‘natte toepassing’ genoemd) en per 1 juli 2008 is het overige gedeelte voor de toepassingen op landbodem (soms ‘droge toepassing’ genoemd) ingegaan.

In het Besluit bodemkwaliteit zijn regels met betrekking tot kwaliteitsborging, bouwstoffen, grond, en baggerspecie vastgelegd. Dit besluit valt onder de Wet milieubeheer.

1. In het kader van het Besluit bodemkwaliteit moet grondverzet worden gemeld. Deze melding wordt getoetst waarbij wordt beoordeeld of de toepassing is toegestaan;

2. bij toepassen van grond en bouwstoffen wordt gecontroleerd of de milieuhygiënische verklaringen aanwezig zijn;

3. de kwaliteitsborging (Kwalibo) van bouwstoffen, grond en baggerspecie is in het Besluit geregeld. Bij bodemsaneringen, saneringen van ondergrondse tanks, uitvoeren van bodemonderzoeken moeten de bedrijven die de werkzaamheden uitvoeren erkend zijn op grond van Kwalibo. De toetsing hierop vindt door handhaving plaats.

  • -

    Wabo

Op 1 januari 2010 treedt volgens de huidige inzichten de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of kortweg de Wabo in werking. De nieuwe wet integreert diverse wettelijke vergunningen die nu nog van toepassing zijn op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu, de zogenaamde omgevingsvergunning.

- er is slechts 1 vergunning noodzakelijk,

- 1 loket-functie,

- 1 set van indieningsvereisten;

- 1 procedure voor beroep en bezwaar;

- 1 bevoegd gezag.

Het vergroten van de dienstverlening staat hierbij voorop. Veel prioriteit wordt hierbij gesteld aan het verbeteren van de mogelijkheden om via internet vergunningaanvragen in te dienen en de afhandeling hiervan digitaal te kunnen volgen. Voor handhaving heeft dit tot gevolg dat, nog meer dan nu het geval is, een controle meer integraal moet plaatsvinden, en dat bedrijven en particulieren één aanspreekpunt hebben waar het gaat om handhaving.

  • -

    Omgevingsdiensten

Naar aanleiding van het rapport van de Commissie “Mans” heeft het kabinet het voornemen voor de uitvoering en handhaving van VROM-regels in het hele land 25 omgevingsdiensten in te richten. Die omgevingsdiensten krijgen als taak het voorbereiden van de omgevingsvergunning (uit de toekomstige Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), het toezicht op de naleving van de VROM-regels (wonen, ruimte, milieu) en het voorbereiden van sancties bij overtredingen van VROM-regels. Het basistakenpakket van een omgevingsdienst bestaat uit omgevingsvergunningverlening en het toezicht op naleving van alle wet- en regelgeving van VROM, inclusief de ambtelijke voorbereiding van de sanctionering door het bestuur van overtredingen. Omgevingsdiensten opereren in opdracht van het bevoegd gezag. Zij hebben geen eigen bestuurlijke bevoegdheden en vormen uitdrukkelijk geen aparte bestuurslaag.

Het kabinet beoogd met de invoering van omgevingsdiensten winst voor het milieu, door een effectievere toepassing van het omgevingsrecht, winst voor het bedrijfsleven door betere dienstverlening en grotere professionaliteit in de uitvoering en tot vermindering van de bestuurlijke drukte door een heldere rolverdeling tussen overheden en een versobering en decentralisatie van het Interbestuurlijk toezicht. Bij de vorming van verplichte omgevingsdiensten kunnen grote vraagtekens worden geplaatst, overigens moet de invulling van deze diensten nog worden uitgekristalliseerd.

  • -

    Waterwet

Modern waterbeheer doet recht aan de verschillende relaties en belangen die spelen rondom water. Om te kunnen voldoen aan de eisen die het waterbeheer van de toekomst aan ons land stelt, wordt een nieuwe, integrale Waterwet voorbereid. Naar verwachting wordt deze in de tweede helft van 2009 van kracht.

Een belangrijk uitgangspunt van de Waterwet is dat zoveel mogelijk activiteiten onder algemene regels vallen. Zodoende is vooraf voor iedereen duidelijk wat wel en watniet kan. Niet alles is echter in algemene regels vast te leggen en voor deze activiteiten in, op, onder of over watersystemen introduceert de Waterwet de integrale watervergunning. In de Waterwet gaan zes vergunningen uit eerdere wetten opin één watervergunning. Het gaat hierbij om een scala van activiteiten dat voorheen door de afzonderlijke wetten werd gereguleerd, zoals het lozen van verontreinigende stoffen op oppervlaktewater, het onttrekken van grondwater of het bouwen op een dijk. De watervergunning kan bij de gemeente, maar ook rechtstreeks bij het bevoegde gezag, worden aangevraagd. Als ook een omgevingsvergunning nodig is, kan die samen met de watervergunning, bij hetzelfde loket worden aangevraagd.

De gemeente zorgt vervolgens voor doorzending naar de juiste bevoegde instanties. Op gemeenten rust een hemel- en grondwaterzorgplicht, zoals deze in januari 2008 via de Wet gemeentelijke watertaken is vastgelegd in de Wet op de waterhuishouding. Weke gevolgen invoering van de wet zal hebben op de handhaving, is op dit moment niet duidelijk. De ontwikkelingen worden gevolgd.

Bijlage 1 Urenberekening aandachtsbedrijven 2009

Bevi, IPPC industrieel, LPG en overig aandacht

totale uren 2009

+- 38 bedrijven

786

Bijlage 2 Urenverdeling Risicoanalyse milieu

Branche

Totaal aantal

punten

Percentage

Aantal

uren

Categorie

mpm

Aantal

controles

Veehouderij vergunning

0

0,00

0

0

0

Bevi, LPG, IPPC industrie en overig aandacht

0

0,00

0

0

0

Veehouderij Besluit Landbouw

0

0,00

0

0

0

Horeca-, sport- en recreatie milieurelevant

0

0,00

0

0

0

Loonwerkers e.d.

0

0,00

0

0

0

Overig agrarisch

20,7

13,65

173

A

14

IPPC bedrijven agrarisch

0

0,00

0

0

0

Automotive en tankstations zonder LPG

19,3

12,72

161

2 à 3

9

Industrie

18,6

12,26

155

2 à 3

9

Metaalnijverheid

18

11,87

150

2 à 3

8

Levensmiddelen industrie

17,7

11,67

148

3

6

Groothandel en detailhandel milieurelevant

0

0,00

0

0

0

Horeca-, sport- en recreatie

16,7

11,01

139

2

13

Bouwnijverheid

14,9

9,82

124

2 à 3

7

Groothandel en detailhandel

11,7

7,71

98

2

9

Diverse installaties milieurelevant

0

0,00

0

0

0

Vuurwerkverkooppunten

0

0,00

0

0

0

Zorg, dienstverlening, scholen etc

8,9

5,87

74

2

7

Diverse installaties

5,2

3,43

43

1

7

Totalen

151,7

100

1265

89

Bijlage 3 Urenverdeling Risicoanalyse BWT

  • Beschrijving

    Totaal

    aantal

    punten Risicomodule

    Percentage

    Aantal

    controles

    Aantal

    uren

    ad1

    Bouwen zonder / inafwijking met vergunning

    32,3

    13,57

    128

    397

    Controle op reguliere bouwvergunning

    31,7

    13,31

    870

    2700

    Gebruik in afwijking Bestemmingsplan

    27,4

    11,51

    28

    87

    Slopen zonder/ afwijking vergunningad 2

    0

    0

    1

    3

    Wijzigen monument zonder/ afwijking vergunning

    23,9

    10,04

    1

    3

    Controle op sloopvergunning met asbest ad 2

    0

    0

    94

    294

    Controle op monumentenvergunning

    18,2

    7,64

    9

    28

    Controle op sloopvergunning ad 2

    0

    0

    17

    53

    Aanleg zonder/ afwijking vergunning

    15,4

    6,47

    4

    12

    Controle op drank en horecavergunning

    15,1

    6,34

    18

    56

    Klachten ad 3

    0

    0

    153

    250

    Stookverbod (gebruik schoorsteen)

    13,5

    5,67

    4

    12

    Inspectie op verzoek derden

    13,4

    5,63

    69

    214

    Controle op reclamevergunning

    13,1

    5,50

    1

    3

    Controle op lichte bouwvergunning

    12,8

    5,38

    18

    56

    Controle op aanlegvergunning

    12,6

    5,29

    1

    3

    (voornemen) intrekken vergunningen

    8,7

    3,65

    9

    28

    Totalen

    238,1

    100

    1425

    4200

  • Ad 1 voor de verdeling van besteedbare uren per categorie is uitgegaan van het totaal aan uitgevoerde controles in 2008. In totaal zijn er 1425 controles uitgevoerd. Hiervan zijn 265 controles onderverdeeld onder “klachten” en onder “controle bij sloop”. Deze groep is in de tabel met grijs aangegeven. Voor de overige categorieën is bij het vaststellen van het aantal uren van de volgende berekening uitgegaan: aantal controles (in 2008) x 3600 uur/ 1160 controles.

    Ad 2 voor de categorie “controle op sloop” is op jaarbasis 350 uren beschikbaar. Deze 350 uur is over de volgende categorieën verdeeld:

    § Slopen zonder/ in afwijking van de vergunning

    § Controle op sloopvergunning met asbest

    § Controle op sloopvergunning

    voor deze drie categorieën is bij het vaststellen van het aantal uren van de volgende berekening uitgegaan: 350 uur / 112 controles * aantal controles (in 2008).

    Ad 3 voor de categorie “klachten” is op jaarbasis 250 uur beschikbaar.

Bijlage 4 Urenverdeling Risicoanalyse APV

  • Beschrijving

    Totaal

    aantal

    punten

    Risico

    module

    Percentage

    Aantal

    uren

    Aantallen

    risico

    module

    Uitstalling op straat

    53,6

    20,51

    226

    20

    Reclamevergunning

    46,8

    17,91

    197

    74

    Hondenpoep

    44,3

    16,95

    186

    1

    Evenementenvergunning > 500 personen

    0

    0,00

    0

    49

    Terrassen

    40,9

    15,65

    172

    60

    Zwerfafval

    40,1

    15,35

    169

    1

    Ontheffing vuur stoken

    0

    0,00

    0

    297

    Evenementenvergunning 50 - 100 personen

    0

    0,00

    0

    156

    Vergunning exploiteren sexinrichting/escort

    0

    0,00

    0

    1

    Kapvergunning (art. 2 Bomenverordening)

    35,6

    13,62

    150

    130

    Incidentele activiteiten horeca

    0

    0,00

    0

    26

    Verkeersbesluit

    0

    0,00

    0

    148

    Herplantplicht (art. 11 Bomenverordening)

    0

    0,00

    0

    30

    Ontheffing paasvuren/kampvuren

    0

    0,00

    0

    25

    Ontheffing tijdelijk schenken alcoholische dranken

    0

    0,00

    0

    0

    Diverse installaties milieurelevant

    0

    0,00

    0

    66

    Sluitingsuur horecabedrijven

    0

    0,00

    0

    31

    Ontheffing geluidshinder

    0

    0,00

    0

    0

    Totalen

    261,3

    100

    1100

    1115

  • N.B. De uren inzet is afhankelijk van de datum van indiensttreding van de BOA.

Bijlage 5 Urenverdeling Risicoanalyse Brandweer

Beschrijving

Totaal

aantal

punten

Risico

module

Percentage

Aantal

uren

aantallen

Risicomodule

Campings

32,7

27,50

302

20

Woonzorggebouw

331,1

26,16

288

74

Logiesgebouw

29,5

24,81

273

1

Kinderopvang/Basichool

25,6

21,53

237

49

Totalen

118,9

100,00

1100

144

Bijlage 6 Urenverdeling handhaving bodem en asbest

Beschrijving

Aantal uren

Afhandeling asbestbranden

20

Controle op kwaliteitbouwstoffen in de bodem

20

Controle op kwaliteit toegepaste grond

300

Controle op kwaliteit grond in depots

130

Controle/advies saneringsregeling asbestwegen Twente

40

Kennisgeving/controle mobiele puinbrekers

40

Sanering ondergrondse tanks

20

Sanering bodem

60

Afhandelen klachten m.b.t. boden/grond/asbest

100

Beleid en advies

120

Regionaal overleg / Adhoc

60

Totalen

910