Regeling vervallen per 06-11-2012

Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2010

Geldend van 25-02-2010 t/m 05-11-2012

Intitulé

Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2010

De raad van de gemeente Hof van Twente;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 147 juncto 149 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de navolgende Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2010

HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    Monument: een object dat is opgenomen in de monumentenlijst zoals bedoeld in de gemeentelijke monumentenverordening;

  • b.

    Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een begrotingsjaar krachtens de voordat jaar geldende begroting, ten hoogste beschikbaar is voor het totaal toe te kennen subsidie krachtens deze verordening;

  • c.

    Eigenaar: de natuurlijke- of rechtspersoon die krachtens een zakelijk recht het genot heeft van een monument;

Artikel 2

De gemeenteraad stelt jaarlijks, voor het beginvan het subsidiejaar, bij de behandeling van de begroting het subsidieplafond vast, welk besluit bekend wordt gemaakt in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen.

Artikel 3

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om in het belang van de monumentenzorg en met inachtneming van het bepaalde in deze verordening subsidie toe te kennen, zulks ter bevordering van het instandhouden van het monument.

Artikel 4

Burgemeester en wethouders kunnen aan de subsidiebeschikking voorschriften verbinden, die bepalend zijn voor het verkrijgen van de subsidie.

Artikel 5

Subsidie op grond van deze verordening kan uitsluitend worden toegekend aan de eigenaar van een monument.

Artikel 6

Burgemeester en wethouders kennen slechts subsidie toe voor zover de op grond van artikel 2 vastgestelde financiële middelen toereikend zijn.

Artikel 7

Alle aanvragen om subsidie, die voldoen aan artikel 14 en 15 van deze verordening, worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld.

Artikel 8

  • 1.

    Indien in verband met het bepaalde in artikel 6 een subsidie niet of slechts gedeeltelijk kan worden toegekend, wordt daarvan onder opgave van de reden aan de aanvrager door burgemeester en wethouders kennis gegeven.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders delen de aanvrager mede dat indien de werkzaamheden opgeschort kunnen worden, de aanvraag het volgende jaar ingediend kan worden. De aanvraag wordt dan op de gebruikelijke wijze, zoals is bepaald in deze verordening afgehandeld.

Artikel 9

De eigenaar van het monument dient de door burgemeester en wethouders met controle belaste ambtenaren op de door die personen te bepalen tijdstippen de gelegenheid te bieden het monument en/of de wijze waarop de gesubsidieerde onderhoudswerkzaamheden worden of zijn uitgevoerd te inspecteren, alsmede inzage te geven van de daarop betrekking hebbende bescheiden en tekeningen.

Artikel 10

De eigenaar aan wie ingevolge deze verordening subsidie is toegekend, dient het monument in redelijke staat van onderhoud te houden en dient deze voldoende te verzekeren en verzekerd te houden tegen brand-, storm- en bliksemschade.

HOOFDSTUK 2 De subsidiabele werkzaamheden en kosten

Artikel 11

Aan de eigenaar van een monument kan subsidie worden toegekend voor de uitvoering van restauratie- en/of onderhoudswerkzaamheden, die de instandhouding van het monument bevorderen en zijn opgenomen in bijlage 1. De subsidiabele werkzaamheden worden door burgemeester en wethouders vastgesteld .

Artikel 12

Onder de in artikel 11 bedoelde subsidiabele werkzaamheden worden in elk geval begrepen de geraamde en door of namens burgemeester en wethouders goedgekeurde bedragen van:

a. de aanneemsom, danwel de materiaalkosten indien het werk volledig in zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd;

b. de kosten voor het opstellen van een gespecificeerde werkomschrijving c.q. bestek;

c. de verschuldigde omzetbelasting;

Artikel 13

Geen subsidie kan worden toegekend in de kosten van werkzaamheden voor zover deze kosten:

a. op grond van een verzekeringsovereenkomst gedekt zijn;

b. op grond van de Wet op de omzetbelasting (Staatsblad 1968, 329) op verschuldigde belasting in aftrek gebracht kunnen worden.

HOOFDSTUK 3 De aanvraagprocedure

Artikel 14

De aanvraag om subsidie op grond van deze verordening dient schriftelijk te worden ingediend bij burgemeester en wethouders door middel van een daarvoor beschikbaar gesteld formulier.

Artikel 15

  • 1.

    1. Bij de aanvraag om subsidie dienen, samen met het volledig ingevulde en door de aanvrager getekende formulier, te worden overlegd:

    a. een gespecificeerde begroting van de kosten, inclusief afschriften van gemaakte offertes;

    b. een gespecificeerde werkomschrijving c.q. bestek;

    c. een tekening, danwel foto’s van het object, waaruit gebreken blijken.

    d. de namen en adressen van aannemer(s) en onderaannemer(s);

    e. een kopie van een verzekeringsovereenkomst tegen brand-, storm- en bliksemschade ten behoeve van het monument.

  • 2.

    De begroting, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, omvat alle kosten van de werkzaamheden en materialen, is niet ouder dan twee jaar en is gespecificeerd in manuren, materialen, onderaannemers (indien aanwezig) en stelposten.

  • 3.

    Een aanvraag die niet voldoet aan alle hiervoor gestelde vereisten is onvolledig. Een onvolledige aanvraag geldt niet als aanvraag als bedoeld in artikel 7.4.

  • 4.

    Indien ook een monumentenvergunning vereist is, kan de subsidieverlening niet eerder worden toegekend dan nadat de monumentenvergunning onherroepelijk is geworden. De subsidieaanvraag wordt geacht onvolledig te zijn tot aan het moment dat de monumentenvergunning wordt verleend.

Artikel 16

Indien de aanvrager heeft voldaan aan artikel 14 en 15, krijgt hij door of namens burgemeester en wethouders een bewijs van ontvankelijkheid uitgereikt, waarin de datum is aangegeven zoals bedoeld in artikel 7.

Artikel 17

  • 1.

    Indien de aanvrager de gegevens als bedoeld in artikel 15 niet heeft overgelegd, stellen burgemeester en wethouders aanvrager binnen vijf weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen in de gelegenheid de ontbrekende gegevens binnen twee weken alsnog te overleggen.

  • 2.

    Ingeval toepassing is gegeven aan het eerste lid en de aanvrager de ontbrekende gegevens niet of in onvoldoende mate heeft overlegd, delen burgemeester en wethouders de aanvrager binnen vier weken nadat de aanvraag is aangevuld of nadat de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken mee, dat het verzoek om subsidie niet in behandeling wordt genomen.

Artikel 18

  • 1.

    Burgemeester en wethouders beslissen omtrent een aanvraag als bedoeld in artikel 14 binnen acht weken na ontvangst van alle bij de aanvraag te overleggen bescheiden.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde termijn kan met ten hoogste acht weken worden verlengd. De aanvrager ontvangt hieromtrent schriftelijk bericht vóór de in het eerste lid bedoelde datum, onder vermelding van de termijn waarbinnen de beschikking door burgemeester en wethouders zal worden afgegeven.

Hoofdstuk 4 de subsidie

Artikel 19

  • 1.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie mag niet met de uitvoering van de onderhoudswerkzaamheden zijn begonnen voordat burgemeester en wethouders hebben beslist op de subsidieaanvraag.

  • 2.

    De werkzaamheden ten behoeve waarvan de subsidie is toegekend dienen binnen twee jaar na verzenddatum van de beschikking tot subsidietoekenning te zijn voltooid en gereedgemeld.

  • 3.

    Het eventueel verrekenen van meerwerkkosten bij het indienen van de eindafrekening is alleen mogelijk indien;

    · het maximaal 10% van de totale subisidiabele kosten betreft,

    · aannemelijk kan worden gemaakt dat de gemaakte meerkosten niet voor de aanvang van de werkzaamheden konden worden voorzien en aangegeven,

    · het maximale subsidiebedrag zoals genoemd in artikel 22 niet wordt overschreden,

    · het werkzaamheden betreffen die zijn opgenomen in bijlage 1 van deze verordening,

    · de werkzaamheden waarvoor de meerwerkkosten worden opgevoerd in direct verband staan met de werkzaamheden waarvoor de subsidie is toegekend.

Artikel 20

  • 1.

    De werkzaamheden ten behoeve waarvan de subsidie is toegekend mogen niet in afwijking van de in de subsidiebeschikking gestelde uitvoeringsvoorwaarden worden uitgevoerd dan na schriftelijke toestemming van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Door of namens burgemeester en wethouders kunnen naast de in de subsidiebeschikking gestelde uitvoeringsvoorwaarden, aanwijzingen worden gegeven met betrekking tot de uitvoering van de werkzaamheden ten behoeve waarvan subsidie is toegekend.

Artikel 21

De subsidie wordt uitsluitend toegekend indien:

  • 1.

    de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten per aanvraag ten minste € 1.000,- bedragen, met dien verstande dat indien de werkzaamheden geheel door zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd, de subsidie kan worden toegekend in de materiaalkosten voor zover deze ten minste € 500,- bedragen;

  • 2.

    in hetzelfde jaar en in de twee voorafgaande kalenderjaren aan het betreffende monument het maximaal toe te kennen subsidiebedrag, zoals genoemd in artikel 22, niet wordt overschreden.

Artikel 22

De subsidie in de kosten van instandhoudingwerkzaamheden aan een monument bedraagt 30% van het totaal van de door burgemeester en wethouders subsidiabel geachte kosten tot een bedrag van ten hoogste €7.500,- per aanvraag.

Hoofdstuk 5 Uitbetaling en bevoorschotting

Artikel 23

  • 1.

    Zodra het onderhoud is voltooid, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.

  • 2.

    Bij de aanvraag tot subsidievaststelling dient een gespecificeerde financiële verantwoording van de werkelijk gemaakte kosten, vergezeld van (afschriften van) rekeningen en betalingsbewijzen, te worden overgelegd.

  • 3.

    De in het tweede lid genoemde verantwoording dient binnen 9 weken na beëindiging van de werkzaamheden bij het college te worden ingediend.

  • 4.

    Vaststelling van de subsidie geschiedt nadat het college de overgelegde bescheiden en de wijze waarop het onderhoud is uitgevoerd heeft goedgekeurd.

  • 5.

    Uitbetaling van de subsidie geschiedt, binnen zes weken nadat de vaststelling op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt, door overmaking op een rekening bij de postgiro/rijkspostspaarbank of een andere in Nederland gevestigde bankinstelling ten gunste van degene aan wie het subsidie is verleend.

Artikel 24

Indien 50% of meer van de werkzaamheden ten behoeve waarvan subsidie is toegekend zijn verricht en door of namens burgemeester en wethouders accoord bevonden kan op verzoek van de aanvrager een voorschot worden verstrekt van maximaal 50% van de toegekende subsidie.

Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 25

Indien de aanvrager naar het oordeel van burgemeester en wethouders onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, de in deze verordening vastgelegde voorschriften dan wel de in de subsidiebeschikking gestelde voorwaarden niet nakomt, kunnen burgemeester en wethouders de krachtens deze verordening gegeven beschikking wijzigen of intrekken, het uitbetaalde voorschot of subsidie terugvorderen en nieuwe verzoeken om subsidie krachtens deze verordening van de betreffende aanvrager afwijzen.

Artikel 26

In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders, gehoord de monumentenraad, in het belang van de monumentenzorg gemotiveerd afwijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 27

Deze verordening die kan worden aangehaald als "Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten 2010", treedt in werking met ingang van de achtste dag na de afkondiging.

Artikel 28

  • 1.

    de “ Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2002” vervalt op de dag dat deze verordening in werking treedt.

  • 2.

    Aanvragen die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening, en als volledig worden aangemerkt in de zin van deze verordening, worden afgehandeld conform de "Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2002".

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hof van Twente d.d. 9 februari 2010.

De raad van de gemeente Hof van Twente,

de griffier, de voorzitter,

A.W. Averink, H. Kok