Regeling vervallen per 01-05-2011

Beleidsregels Lokaal onderwijsbeleid basisscholen

Geldend van 01-01-2010 t/m 30-04-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2010

Intitulé

Beleidsregels Lokaal onderwijsbeleid basisscholen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hof van Twente, gelet op het bepaalde in de Algemene Subsidieverordening, alsmede op artikel 4.81 van de Algemene wet bestuursrecht,

 

besluit:

 

  • I.

    in te trekken de beleidsregels “Subsidieverstrekking deelbeleidsterrein “Lokaal onderwijsbeleid basisscholen” vastgesteld d.d. 29 januari 2008;

  • II.

    vast te stellen de beleidsregels “Lokaal onderwijsbeleid basisscholen”.

Regel 1 Begripsbepaling

Verordening: de Algemene Subsidieverordening vastgesteld door de raad op 16 december 2008.

 

Regel 2 Activiteiten

Met activiteiten zoals genoemd in artikel 2 van de verordening worden die activiteiten bedoeld die gericht zijn op:

  • - bewegingsonderwijs;

  • - logopedie;

  • - muzikale vorming;

 

Regel 3 Budgetsubsidie

  • 1.

    Een budgetsubsidie, zoals bedoeld in artikel 3, sub c van de verordening, is een subsidie die op het deelbeleidsterrein Lokaal onderwijsbeleid basisscholen wordt verstrekt om een instelling die hiertoe door de raad is aangewezen, in de gelegenheid te stellen activiteiten zoals genoemd in regel 2 te ontplooien.

  • 2.

    In het activiteitenplan als bedoeld in artikel 1 van de verordening geeft de instelling aan welke activiteiten zij voornemens is te organiseren. Het activiteitenplan dient te zijn voorzien van:

  • a.

    een beschrijving van de doelgroep;

  • b.

    welke activiteiten wanneer worden ontplooid;

  • c.

    informatie omtrent de met de activiteiten beoogde effecten;

  • d.

    een begroting.

  • 3.

    Het college kan nadere aanvullende gegevens verlangen, indien deze nodig zijn voor de beoordeling van de aanvraag.

  • 4.

    De uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1 van de verordening bevat de inhoudelijke afspraken met betrekking tot prestaties en activiteiten die worden uitgevoerd in relatie tot de subsidie die voor een vastgesteld tijdvak is verleend.

  • 5.

    Onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:68 tot en met 4:72 van de Awb dient  subsidieontvanger de volgende verplichtingen in acht te nemen:

  • a.

    uiterlijk zes maanden na afloop van het vastgestelde subsidietijdvak, rapporteert de subsidieontvanger in hoeverre deze de in de subsidiebeschikking genoemde activiteiten heeft gerealiseerd, een en ander onder overlegging van een financiële verantwoording;

  • b.

    in afwijking van het in lid 1 genoemde, kan het college bepalen dat jaarlijks een activiteitenverslag en financiële verantwoording moet worden overlegd.

 Regel 4 Grondslagen budgetsubsidie

  • 1.

    De grondslagen voor de verschillende werksoorten met betrekking tot een budgetsubsidie zijn:

  • - Kwaliteitsverbetering bewegingsonderswijs: vast bedrag per leerling op de peildatum;

  • - Muzikale vorming: vast bedrag per leerling op de peildatum;

  • 2.

    Als peildatum voor de vaststelling voor de in lid 1 genoemde grondslagen, geldt het aantal leerlingen op de teldatum 1 oktober 2008.

 

Regel 5 Nadere regels

  • 1.

    De activiteiten zwemonderwijs, bewegingsonderwijs en muzikale vorming dienen zo veel mogelijk ingezet te worden bij gemeentelijke instellingen/accommodaties.

  • 2.

    Voor de activiteiten, zoals genoemd in regel 2, geldt dat deze gegeven worden door gekwalificeerd personeel.

  • 3.

    Van de activiteit schoolzwemmen/bewegingsonderwijs mag maximaal 20% van het beschikbare bedrag per leerling overgeheveld worden naar de activiteit muzikale vorming.

  • 4.

    De vergoedingen voor de logopedisten vallen buiten deze beleidsregel, omdat hier sprake is van het inkopen van diensten en er in die zin geen subsidierelatie bestaat, maar een arbeidsrechtelijke relatie. Met de logopedisten worden afzonderlijk afspraken gemaakt.

  • 5.

    Voor de logopedisten, die op contractbasis zijn aangesteld, geldt het uurtarief van de Nederlandse vereniging voor logopedie en Foniatrie te Gouda. Voor de logopedisten die in gemeentedienst zijn, geldt de CAO bepaling gemeenten.

 Regel 6 Incidentele subsidie

  • 1.

    Een incidentele subsidie bedraagt maximaal 35% van de naar het oordeel van het college noodzakelijk te maken kosten ten behoeve van de te organiseren activiteit(en) waarvoor subsidie wordt aangevraagd, met een maximum van € 1.000,00. Voor de bepaling van de hoogte van de noodzakelijke kosten wordt rekening gehouden met een redelijke eigen bijdrage en de inkomsten uit andere bronnen.

  • 2.

    Het college kan overeenkomstig artikel 4:84 van de Awb gemotiveerd afwijken van het percentage en van het bedrag genoemd in voorgaand lid.

  • 3.

    Aanvragen worden in volgorde van datum ontvangst afgehandeld.

  • 4.

    De instelling waarvoor een incidentele subsidie wordt vastgesteld dient in de verantwoording als bedoeld in artikel 16 van de verordening in ieder geval aan te geven:

  • a.

    of de met de georganiseerde activiteiten beoogde doelstellingen zijn behaald;

  • b.

    het aantal deelnemers aan de activiteiten;

  • c.

    een financieel overzicht.

 Regel 7 Investeringssubsidie

  • 1.

    Bij de beoordeling van aanvragen voor een investeringssubsidie, zoals bedoeld in artikel 3, sub b van de verordening, toetst het college of aanvragen passen binnen de uitgangspunten en denkrichtingen voor het gemeentelijk accommodatiebeleid, zoals neergelegd in de door de gemeenteraad d.d. 10 februari 2004 vastgestelde deelnotitie Accommodatiebeleid.

  • 2.

    Bij de beoordeling van aanvragen voor een investeringssubsidie, zoals bedoeld in artikel 3, sub b van de verordening, wordt de volgende prioriteitsvolgorde gehanteerd:

 

  • a.

    Aanvragen van instellingen voor subsidie voor groot onderhoud van kapitaalswerken of vervangingsinvesteringen van kapitaalswerken waarvan naar het oordeel van het college de redelijke levensduur is verstreken;

 

Met betrekking tot deze aanvragen wordt de volgende, in zwaarte van gewicht afnemende, prioriteitsvolgorde in acht genomen:

 

  • a.1.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties die een belangrijke rol spelen in de leefbaarheid van kernen;

  • a.2.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties waarin activiteiten plaatsvinden op het terrein van jeugd- en jongerenwerk;

  • a.3.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties waarin organisaties van vrijwilligers gehuisvest zijn.

 

  • b.

    Aanvragen van instellingen voor subsidie ten behoeve de aankoop of eerste stichting van nieuw te realiseren permanente kapitaalswerken;

 

Met betrekking tot deze aanvragen wordt de volgende, in zwaarte van gewicht afnemende prioriteitsvolgorde in achtgenomen:

 

  • b.1.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties die een belangrijke rol spelen in de leefbaarheid van kernen;

  • b.2.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties waarin activiteiten plaatsvinden op het terrein van jeugd- en jongerenwerk;

  • b.3.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties waarin organisaties van vrijwilligers gehuisvest worden.

 

  • c.

    Aanvragen van instellingen voor subsidie voor de eerste inrichting van de accommodatie (roerende goederen) zoals die voor de ‘kerntaak’ van de desbetreffende instelling door het college redelijkerwijze noodzakelijk worden geacht.

 

Met betrekking tot deze aanvragen wordt de volgende, in zwaarte van gewicht afnemende prioriteitsvolgorde in acht genomen:

 

  • c.1.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties die een belangrijke rol spelen in de leefbaarheid van kernen;

  • c.2.

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties waarin activiteiten plaatsvinden op het terrein van jeugd- en jongerenwerk;

    Aanvragen van instellingen voor accommodaties waarin organisaties van vrijwilligers gehuisvest zijn.

 

Regel 8 Slotbepalingen

Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2010.

 

Regel 9 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels Lokaal onderwijsbeleid basisscholen ”

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 juli 2010.
 
 
de secretaris,                        de burgemeester,
 
 
 
Drs. G. Twickler                        H. Kok