Regeling vervallen per 01-11-2019

Toezichts- en Handhavingsstrategie Drank- en Horecawet

Geldend van 01-01-2014 t/m 31-10-2019

Intitulé

Toezichts- en Handhavingsstrategie Drank- en Horecawet

Vastgesteld door de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders op 17 december 2013.

Voorwoord

Minder alcoholgebruik door jongeren. Dat is één van doelen van de vernieuwde Drank- en Horecawet. Per 1 januari 2014 is de leeftijdsgrens in de Drank- en Horecawet verhoogd van zestien naar achttien jaar. De leeftijdsgrens is door het Rijk zonder overgangsrecht ingevoerd. Gemeenten worden verantwoordelijk voor handhaving, toezicht en vergunningverlening.

Als gemeente staan wij achter deze nieuwe wetgeving. Keer op keer komt uit onderzoek naar voren hoe schadelijk de effecten van (overmatig) drankgebruik zijn en zeker op jonge(re) leeftijd. De gezondheid van onze jongeren gaat ons allemaal aan het hart. Maar meer nog dan wetgeving, gaat het om een cultuurverandering waar we met z’n allen een verantwoordelijkheid in hebben. Van de jongeren zelf, hun ouders, ondernemers, scholen, sportverenigingen tot aan de gemeente.

In de totstandkoming van ons lokale beleid zijn wij veel in gesprek geweest met betrokkenen.

Het viel mij op dat allen de uitvoering en naleving van de nieuwe wetgeving als bijna vanzelfsprekend zien als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Dat blijkt uit het convenant dat wij vorig jaar al hebben gesloten met de voetbalverenigingen, uit het Horecaconvenant dat onlangs is ondertekend en uit initiatieven die plaatselijke ondernemers hebben genomen om jongeren te informeren over de nieuwe wetgeving.

In deze notitie leest u dat wij als gemeente in aanvulling hierop onze toezichts- en handhavingstaak in eerste instantie vooral preventief zullen invullen door voorlichting in de kernen en op scholen, door in gesprek te gaan met ondernemers. Uiteraard zullen wij, daar waar nodig, repressief maatregelen treffen.

Ik heb er alle vertrouwen in dat wij in gezamenlijkheid een bijdrage kunnen leveren aan het terugdringen van het alcoholgebruik onder jongeren in onze gemeente.

Hoogachtend,

burgemeester van Hof van Twente,

Drs. H.A.M. Nauta-van Moorsel MPM

Samenvatting

Per 1 januari 2013 is de DHW gewijzigd. Dit is dan ook de aanleiding voor de notitie ‘Toezichts- en handhavingsstrategie DHW’ (hierna: toezichtsstrategie). Het toezicht en de handhaving op de DHW is per 1 januari 2013 overgedragen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) naar de gemeenten. Met deze wetswijziging beoogt het kabinet het tegengaan van het schadelijk alcoholgebruik onder jongeren en het terugdringen van de administratieve lasten voor ondernemers. Per 1 januari 2014 is bovendien de leeftijdsgrens om alcohol (voor consumptie gereed) aanwezig te hebben op publiektoegankelijke plaatsen verhoogd van 16 naar 18 jaar in de DHW.

Programmatische handhaving is een methodiek om tot een meer professionele uitvoering van toezicht en handhaving. Bij deze aanpak staat het verkrijgen van inzicht in het naleefgedrag centraal om vervolgens het toezicht daar in te zetten waar de regelnaleving het laagst is. Het werken volgens deze aanpak biedt mogelijkheden voor continue bijsturing om uiteindelijk tot een betere naleving van DHW-regels te komen.

De beleidsdoelstellingen van het horecabeleid zijn door de gemeenteraad op 23 april 2013 vastgesteld in de kadernota ‘Integraal horecabeleid Hof van Twente 2013’. De doelstellingen zijn veiligheid, gezondheid en eerlijke concurrentie. Bij het bereiken van deze doelstellingen worden de volgende integrale beleidsdoelstellingen gehanteerd: preventie, maatschappelijke verantwoordelijkheid en als sluitstuk handhaving. Als eerste wordt ingezet op preventie. Vervolgens wordt uitgegaan van maatschappelijke, eigen verantwoordelijkheid van (para)commerciële horeca, detailhandel en jongeren. Tot slot wordt ingezet op handhaving (denk aan: sancties) om naleving van de regels van de DHW af te dwingen.

Het interventiebeleid is er op gericht overtredingen op te heffen en herhaling te voorkomen.

Deze procedure beschrijft de lijn die door de gemeente Hof van Twente wordt toegepast om geconstateerde overtredingen van de DHW inspectie te doen opheffen en herhaling ervan te doen voorkomen. De procedure beschrijft de methode of de werkwijze waarmee de toezichthouder de uiteindelijk toe te passen interventie vaststelt, gekoppeld aan de ernst van overtredingen en de risico’s die hieraan verbonden zijn. Het interventiebeleid is grotendeels gebaseerd op de werkwijze van de (inspecteurs van de) NVWA onder de oude DHW.

Uit de beschikbare wettelijke handhavingsmiddelen (zie paragraaf 4.3) is er voor gekozen om met name de bestuurlijke boete als wettelijk interventiemiddel in te zetten. Andere mogelijke handhavingsmiddelen zoals het opleggen van een last onder dwangsom, het intrekken van een horecavergunning en het tijdelijke verbod om alcohol te verkopen (na drie geconstateerde leeftijdsovertredingen) worden in beginsel niet ingezet. Deze handhavingsmiddelen komen pas aan de orde als de maatregelen die genoemd zijn in het interventiebeleid niet toereikend blijken te zijn. Van belang is in dit kader dat primair wordt uitgegaan van de maatschappelijke verantwoordelijkheid van (para)commerciële horeca en detailhandel in de gemeente Hof van Twente. Op basis van de bij ons bekende informatie (zie hiervoor hoofdstuk 5, de risicoanalyse) hebben wij een inschatting gemaakt van het naleefgedrag van jongeren, detailhandel en horecaondernemingen van de DHW en de gevolgen (risico’s) bij niet naleving en een prioriteitenlijst opgenomen.

Inhoudsopgave

Voorwoord (Burgemeester) 1

  • 1.

    Inleiding 4

  • 2.

    Definities 5

  • 3.

    Uitgangspunt toezicht- en handhavingsstrategie DHW 8

  • 3.

    1 Programmatische handhaving 8

  • 3.

    2 Beleidsdoelstelling horecabeleid 9

  • 4.

    Juridisch kader 10

  • 4.

    1 Beleidskader 10

  • 4.

    2 Wettelijk kader 10

  • 4.

    3 Wettelijke handhavingsmiddelen Drank- en Horecawet 12

5 Risicoanalyse en prioritering 13

5.1. Uitgangspunten risicoanalyse 13

  • 6.

    Interventiebeleid 17

  • 6.

    1 Uitgangspunten 17

  • 6.

    2 Werkwijze toezichthouder algemeen 17

  • 6.

    3 Werkwijze toezichthouder specifiek 17

  • 6.

    4 Interventiebeleid 18

  • 7.

    Toezichtstrategie. 21

  • 7.

    1 Prioriteitenlijst 21

  • 7.

    2 Preventie 21

  • 7.

    3 Controles 22

  • 7.

    4 Hotspotskaart 22

  • 7.

    5 Intergemeentelijke samenwerking 22

  • 1.

    Inleiding

Per 1 januari 2013 is de DHW gewijzigd. Dit is dan ook de aanleiding voor de notitie ‘Toezichts- en handhavingsstrategie DHW’ (hierna: toezichtsstrategie). Het toezicht en de handhaving op de DHW is per 1 januari 2013 overgedragen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) naar de gemeenten. Met deze wetswijziging beoogt het kabinet het tegengaan van het schadelijk alcoholgebruik onder jongeren en het terugdringen van de administratieve lasten voor ondernemers.

De gewijzigde DHW verplicht de gemeenteraad om vóór 1 januari 2014 een verordening paracommercie te hebben vastgesteld. Op 24 september 2013 heeft de gemeenteraad in dit kader een dergelijke verordening vastgesteld. De raad heeft besloten deze bepalingen op te nemen als afdeling 8a van de APV. De gemeenteraad heeft er daarbij voor gekozen om afdeling 8a van de APV participatief voor te bereiden op het niveau van consultatie.

De wettelijke bevoegdheden voor het toezicht en de handhaving op basis van de gewijzigde DHW en afdeling 8a van de APV liggen bij de burgemeester. Om op een zorgvuldige, eenduidige en gestructureerde manier invulling te kunnen geven aan deze bevoegdheden hebben wij ervoor gekozen deze ‘Handhavings- en toezichtstrategie DHW (hierna: toezichtsstrategie)’ vast te stellen. Het primaire doel van deze toezichtsstrategie is om in een samenspel met (para)commerciële horeca, detailhandel, ouders en jongeren een effectieve bijdrage te leveren aan het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren.

Deze toezichtsstrategie is wat betreft opzet en aard grotendeels een voorzetting van de werkwijze van de NVWA van vóór 1 januari 2013. Het beleid is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 zijn verschillende definities opgenomen. In hoofdstuk 3 zijn de uitgangspunten voor deze toezichtsstrategie verwoord. In hoofdstuk 4 is het juridische kader verwoord. Hierin wordt onder andere uiteengezet op welke wijze dit beleidsstuk dient te worden gepositioneerd. In hoofdstuk 5 staat de risicoanalyse van het handhavingsbeleid weergegeven. In hoofdstuk 6 is het interventiebeleid opgenomen. Dit interventiebeleid en de daarbij behorende interventiematrix vormen de kern van de toezichtsstrategie. Hierin is weergegeven op welke wijze de gemeente intervenieert bij een overtreding van de DHW. In hoofdstuk 7 is de toezichtstrategie uiteenzet. Daarin wordt onder andere aangegeven waar de nadruk bij het toezicht op komt te liggen. In het uitvoeringsprogramma ‘VTH-taken’ wordt deze toezichtstrategie gerelateerd aan capaciteit vertaald naar uit te voeren acties van de toezichthouder. Deze toezichtsstrategie is voorgelegd aan onder andere politie Twente, het Hoffeestenoverleg en Koninklijke Horeca Nederland en is ter informatie aangeboden aan de gemeente Borne, Hengelo en Haaksbergen.

2.Definities

Boeterapport (BR)

Het rapport waarin overtredingen worden vastgelegd. Overtredingen van de DHW worden over het algemeen niet strafrechtelijk, maar bestuursrechtelijk afgehandeld. De bevoegde toezichthoudende ambtenaren kunnen een boeterapport opmaken, indien de betreffende regelgeving daarin voorziet.

Doorschenken

Het schenken van alcohol aan personen die in een kennelijke staat van dronkenschap verkeren.

Ernstige overtreding

Een ernstige overtreding is een handeling of gedraging in strijd met de daarop van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en normen met een zodanig karakter, dat er:

  • ·

    Een ernstig risico bestaat voor de gezondheid of veiligheid van de mens, en/of;

  • ·

    Een ernstig risico is, dat snel ingrijpen van de overheid vereist, met inbegrip van risico’s waarvan de gevolgen zich niet onmiddellijk voordoen, waardoor direct of op lange termijn ernstig letsel / ernstige gezondheidsschade wordt veroorzaakt.

Geringe overtreding

Handelingen of gedragingen, die niet in overeenstemming zijn met de wettelijke voorschriften en normen, maar welke niet - ook niet bij herhaalde handeling of gedrag - leiden tot een (ernstige) overtreding.

Herhaalde overtreding

Het tijdens een (her)inspectie opnieuw vaststellen van een zelfde of soortgelijke overtreding, waarvoor tegen de ondernemer in de daaraan voorafgaande periode van drie jaar, reeds een interventie werd toegepast.

Handhaven

Het toezicht houden op de naleving van wettelijke voorschriften en het opsporen van overtredingen van wettelijke voorschriften.

Herinspectie

Een inspectie die volgt op een officiële eerdere inspectie waarbij een overtreding is geconstateerd en naar aanleiding waarvan het noodzakelijk wordt geacht om binnen een na de eerste inspectie aangegeven termijn middels een volgende inspectie na te gaan of afdoende corrigerende maatregelen zijn genomen of om de omvang van een probleem vast te stellen.

Toezichthouder

Gemeentelijk toezichthouder Drank- en Horecawet die inspecties uitvoert/toezicht uitoefent.

Inspectie

Het beoordelen van (bedrijfs)processen en/of zaken om vast te stellen of deze voldoen aan de gestelde wettelijke voorschriften.

Inspectieresultaten

De bevindingen van een uitgevoerde inspectie.

Interventie

Elk instrument dat de gemeente Hof van Twente gebruikt om naleving van wettelijke voorschriften te bevorderen.

Interventiebeleid

Het beleid dat de gemeente Hof van Twente gebruikt om geconstateerde overtredingen te doen opheffen en in de toekomst te voorkomen, rekening houdend met de ernst van de overtreding, houding en gedrag van de ondernemer en de risico’s die verbonden zijn met het proces en het product waarmee de desbetreffende ondernemer zich bezighoudt.

Interventiegrens

De interventiegrens is de grens waarop een overtreding is ingedeeld naar ernst van de overtreding.

Mededeling

Een mededeling (mondeling of per brief) aan een ondernemer met daarin een door de gemeente geconstateerde tekortkoming waarvoor geen interventie wordt genomen.

Melding/klacht

Informatie die voor de gemeente Hof van Twente relevant kan zijn in relatie tot het toezicht.

Mondelinge waarschuwing

Een mondelinge mededeling aan de ondernemer van een geconstateerde overtreding, zijnde geen geringe of ernstige overtreding. Een mondelinge waarschuwing wordt altijd door middel van een schriftelijke waarschuwing bevestigd.

Nalevingsinformatie

Het verstrekken van informatie en geven van ondersteuning aan de ondernemer om deze te helpen met het begrijpen en naleven van de regels. Het geven van uitleg over wettelijke voorschriften waarvan de handhaving aan de burgemeester van de gemeente Hof van Twente is opgedragen. Informatieverstrekking is gericht op de bevordering van de naleving van de wettelijke voorschriften en is een vorm van preventieve handhaving.

Ondernemer

De natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming exploiteert of beheert.

Opsporen

Onderzoek naar aanleiding van een redelijk vermoeden dat een strafbaar feit is begaan (artikel 132a Wetboek van Strafvordering). Opsporing is gericht op individuele (rechts)personen of zaken.

Overtreding

Een handeling of gedraging of het nalaten ervan in strijd met de daarop van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en normen met een zodanig karakter, dat er geen sprake is van een ernstige overtreding, maar dat de handeling of gedraging dusdanig ongewenst is dat herhaling van de overtreding moet worden voorkomen, mede ter voorkoming

van het ontstaan van een ernstige overtreding.

Proces-verbaal (PV)

Een proces-verbaal is een door de Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) ondertekend verslag van een handeling, bevinding of proces. Uitsluitend door de minister van Justitie aangewezen BOA’s zijn bevoegd om overtredingen strafrechtelijk op te sporen (artikel 142, van het Wetboek van Strafvordering en artikel 17,

van de Wet op de economische delicten) en de daaraan verbonden maatregel, het opmaken van proces-verbaal, te nemen.

Recidive

Er is sprake van recidive wanneer er reeds wegens een soortgelijk feit een onherroepelijke boete of straf is opgelegd.

Sanctionerende interventie

Een interventie die beoogt bestraffend en afschrikwekkend te werken. Dit is mogelijk via de bestuurlijke boete (bestuursrecht).

Schriftelijke waarschuwing (SW)

Een brief aan de ondernemer over een geconstateerde overtreding, of ernstige overtreding. Een mondelinge waarschuwing wordt altijd schriftelijk bevestigd. Een waarschuwing is geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. In de brief wordt vastgelegd: de overtreding + het wetsartikel, nalevingshulp, de eventuele termijn van opheffen van de

overtreding en de verplichte schriftelijke melding door de ondernemer van het opheffen van de overtreding.

Toezicht

Een activiteit als omschreven in Hoofdstuk 5, Afdeling 5.2 Toezicht op naleving van de Algemene wet bestuursrecht. Toezicht bestaat uit het verzamelen van informatie, het nemen en onderzoeken van monsters en het beoordelen van de verzamelde informatie en de resultaten van monsteronderzoek, en op grond daarvan vaststellen of er sprake is van een

overtreding van een wettelijk voorschrift en eventueel naar aanleiding daarvan interveniëren.

Uitvoeringsprogramma vergunningverlenings-, toezichts- en handhavingstaken

Het jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma binnen het cluster handhaving van vergunningverlening toezicht en handhaving (bouw, milieu, APV),.

3.Uitgangspunt toezicht- en handhavingsstrategie DHW

3.1 Programmatische handhaving

Uitgangspunt voor deze toezichtsstrategie van de gemeente Hof van Twente is programmatische handhaving. Programmatische handhaving is een methodiek om tot een meer professionele uitvoering van toezicht en handhaving te komen volgens de onderstaande beleidscyclus. Bij deze aanpak staat het verkrijgen van inzicht in het naleefgedrag centraal om vervolgens het toezicht daar in te zetten waar de regelnaleving het laagst is. Het werken volgens deze aanpak biedt mogelijkheden voor continue bijsturing om uiteindelijk tot een betere naleving van DHW-regels te komen.

Figuur 1. (Beleidscyclus).

Figuur 1

3.2 Beleidsdoelstelling horecabeleid

De beleidsdoelstellingen van het horecabeleid zijn door de gemeenteraad op 23 april 2013 vastgesteld in de kadernota ‘Integraal horecabeleid Hof van Twente 2013’. De doelstellingen zijn veiligheid, gezondheid en eerlijke concurrentie.

Bij het bereiken van deze doelstellingen worden de volgende integrale beleidsdoelstellingen gehanteerd: preventie, maatschappelijke verantwoordelijkheid en als sluitstuk handhaving (zie figuur 2). Als eerste wordt ingezet op preventie. Vervolgens wordt uitgegaan van maatschappelijke, eigen verantwoordelijkheid van (para)commerciële horeca, detailhandel en jongeren. Tot slot wordt ingezet op handhaving (denk aan: sancties) om naleving van de regels van de DHW af te dwingen.

3.Figuur 2 (beleidsdoelstellingen)

Figuur2 Beleidsdoelstellingen

4.Juridisch kader

4.1 Beleidskader

4.Op 23 april 2013 heeft de gemeenteraad de Kadernota ‘Integraal horecabeleid Hof van Twente 2013’ (hierna: horecabeleid) vastgesteld. Het horecabeleid is een kapstok voor onderliggende regelingen, zoals het actieplan ‘Alcoholmatiging’ (preventie), het gemeentelijke beleidsstuk ‘de verantwoorde keet’ en het convenant ‘Veilig Uitgaan’ en het handhavingsbeleid DHW. Het horecabeleid geldt eveneens als ‘preventie- en handhavingsplan’ als bedoeld in de Drank en horeca wet (hierna: DHW). In het horecabeleid is aangegeven dat het handhavingsbeleid op basis van de DHW wordt opgebouwd uit de volgende vier delen, een probleemanalyse, het juridisch kader, een toezichtstrategie en een sanctiestrategie. Het handhavingsbeleid DHW is vormgegeven in deze toezichtsstrategie en maakt een onderdeel uit van het gemeentelijke horecabeleid.

Op 24 september 2013 heeft de gemeenteraad de APV 2013 vastgesteld. Deze verordening is in werking getreden op 1 oktober 2013. Er is hierin een nieuwe Afdeling 8a toegevoegd. Deze afdeling bevat regels ten aanzien van alcoholverstrekking voor (para)commerciële horeca binnen de gemeente en is participatief met de verschillende stakeholders voorbereid. Het advies van de stakeholders is door de gemeenteraad integraal overgenomen. Inhoudelijk gezien houdt afdeling 8a onder andere in dat er in (para)commerciële rechtspersonen (denk aan de sportkantine of een buurtschapsgebouw) geen bijeenkomsten van persoonlijke aard (commerciële feesten, partijen etc) mogen worden gehouden. Daarnaast heeft de gemeenteraad besloten dat ten aanzien van alcoholschenktijden in de (para)commerciële inrichtingen een algemene regel geldt. Deze regel houdt in dat een (para)commerciëel rechtspersoon alcoholhoudende drank uitsluitend kan verstrekken gedurende de periode beginnende met 1 uur voor aanvang en eindigende met 2 uur na beëindiging van activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van de desbetreffende para commerciële rechtspersoon. Op grond van artikel 4 lid 4 DHW heeft de burgemeester de bevoegdheid om voor ten hoogste twaalf aaneengesloten dagen ontheffing te verlenen van deze regel. De burgemeester heeft ter zake beleid opgesteld. Dit beleid heeft als titel “Beleidsregels ten aanzien van artikel 35 DHW”, is op 22 oktober 2013 vastgesteld door de burgemeester en is in werking getreden.

De overige aanpassingen van afdeling 8a van de APV zijn veelal technisch van aard.

4.2 Wettelijk kader

De DHW stamt uit 1964. De wet regelt een verantwoorde distributie van alcohol in de samenleving en bevat speciale regels voor alcoholverstrekkers en overheden. Sinds 1964 is de wet vier keer gewijzigd. De vierde en laatste wijziging betrof de introductie van de bestuurlijke boete die van kracht is geworden op 1 januari 2013. Het parlement heeft onlangs opnieuw ingestemd met het wijzigen van de DHW. Deze laatste wijzigingen worden van kracht op 1 januari 2014. Wij hebben beide wetswijzigingen van de DHW hieronder in beeld gebracht:

Decentralisatie van het toezicht op de naleving DHW

Het toezicht op de DHW is per 1 januari 2013 geheel overgedragen aan gemeenten. Het uitgangspunt van deze decentralisatie is dat gemeenten het toezicht efficiënter in kunnen zetten en vaker toezicht kunnen uitoefenen. De burgemeester kan gemeentelijke toezichthouders aanwijzen voor het lokale toezicht.

Sanctie detailhandel ‘three strikes out’

De wetswijziging introduceert een nieuwe sanctie voor supermarkten en andere detailhandelaren. Als een winkelier drie maal in één jaar het verbod op verkoop van alcohol aan jongeren onder de 16 overtreedt, kan de burgemeester de winkelier het recht om alcohol te verkopen voor een bepaalde periode ontnemen. Het betreft hier een periode van minimaal 1 week tot maximaal 12 weken.

Strafbaarstelling jongeren

Jongeren onder de 18 jaar, die in het bezit zijn van alcoholhoudende drank op de openbare weg en in horecagelegenheden, zijn strafbaar van 1 januari 2014. Enerzijds is dit het een ordemaatregel: overlast gevende jongeren op straat kunnen worden aangepakt. Anderzijds is het een beschermingsmaatregel: alcoholmisbruik onder jongeren wordt tegengegaan.

Nieuwe rol burgemeester

De burgemeester is vanaf 1 januari 2014 belast met de uitvoering van de DHW.

Nieuwe verordenende bevoegdheden gemeenteraden

Er zijn nieuwe verordenende bevoegdheden geïntroduceerd voor de gemeenteraad :

  • Ø

    Onder andere toegangsleeftijden koppelen aan sluitingstijden in de horeca.

  • Ø

    Regulering prijsacties, in de vorm van happy hours of stuntprijzen.

    Vereenvoudiging vergunningstelsel

He vergunningenstelsel is vereenvoudigd:

  • Ø

    Mogelijkheid de DHW-vergunning te schorsen.

  • Ø

    Nieuwe leidinggevenden worden slechts gemeld. Er is geen nieuwe vergunning nodig.

  • Ø

    Landelijk formulier voor het melden van nieuwe leidinggevenden.

  • Ø

    Bepaalde niet operationele leidinggevenden hoeven geen Verklaring Sociale Hygiëne te hebben.

  • Ø

    Database van personen met een SVH-verklaring sociale hygiëne.

  • Ø

    Voor jaarlijks terugkerende feesten kan volstaan worden met 1 ontheffing art 35.

Nieuwe regels (para)commerciële horeca

De regels voor de (para)commerciële horecabedrijven zijn gewijzigd. Gemeenten zijn verplicht een verordening vast te stellen om (para)commercialisme te reguleren. De verordening bepaalt onder meer gedurende welke dagen en tijdstippen de verstrekking van alcohol mogelijk is. De regels mogen naar de aard van de rechtspersoon verschillen. Het gaat in de praktijk vooral om sportverenigingen, club- en buurthuizen, kerkgenootschappen en studentenverenigingen. In de gemeente Hof van Twente zijn dergelijke regels door de raad vastgesteld. Dit betreft afdeling 8a van de APV.

Wijzigingen per 1 januari 2014

Het parlement heeft onlangs ingestemd met het voorstel tot wijziging van de

DHW. Per 1 januari 2014 verhoogt de rijksoverheid de leeftijdsgrens voor alcoholhoudende drank van 16 naar 18 jaar. Reden hiervoor is dat de overheid jongeren die jonger zijn dan 18 willen beschermen tegen de schadelijke gevolgen van alcohol. Vanaf 1 januari 2014 mag aan jongeren onder de 18 jaar geen alcoholhoudende drank worden verkocht. Ook mogen jongeren onder de 18 dan geen drank meer aanwezig hebben op voor het publiek toegankelijke plaatsen (straat, park, café etc. 1). De maatregelen gelden voor iedereen die op of na 1 januari 2014 jonger is dan 18 jaar. Er komt geen overgangsregeling voor de jongeren die dan 16 of 17 jaar zijn en aan wie volgens de huidige wet wel alcohol mag worden verkocht. Voor de toezichthouders betekent dit dat zij vanaf 1 januari aanstaande voor alle alcoholhoudende drank (zwak en sterk) een leeftijdsgrens van 18 jaar moeten hanteren bij de handhaving van de DHW.

4.3Wettelijke handhavingsmiddelen DHW

De burgemeester heeft verschillende wettelijke handhavingsmiddelen ter beschikking. Er kan gebruik gemaakt worden van het bestuursrecht en in sommige gevallen van het strafrecht. Ook is er een onderscheid te maken tussen punitieve en herstelsancties. De handhavingsmiddelen zijn:

  • 1.

    Bestuurlijke boete (artikel 44a)

  • 2.

    Proces verbaal (artikel 45, 21, 20 lid 6 en 7)

  • 3.

    Intrekken DHW-vergunning (artikel 31)

  • 4.

    Schorsen DHW-vergunning (artikel 32)

  • 5.

    Tijdelijk stilleggen alcoholverkoop in de detailhandel (artikel 19a)

  • 6.

    Toepassen bestuursdwang (artikel 125 Gemeentewet)

  • 7.

    Opleggen dwangsom (artikel 5.32 Algemene wet bestuursrecht)

  • 8.

    Sluiten van een horecagelegenheid (artikel 174 Gemeentewet)

  • 9.

    Verwijderen van bezoekers (artikel 36)

Er is een overzicht opgesteld waarin per DHW-artikel is aangegeven welke handhavingsmiddelen wettelijk gezien toepasbaar zijn. Dit overzicht is in bijlage 1, “Overzicht sanctiemogelijkheden per artikel van de DHW” van deze strategie weergegeven. In hoofdstuk 6 wordt nader aangegeven welke sanctiemiddelen de burgemeester bij een overtreding van de DHW inzet en op welke wijze. De burgemeester kiest ervoor om met name in te zetten op het handhavingsmiddel bestuurlijke boete. Hieronder volgt daarom een korte toelichting op de bestuurlijke boete.

Bestuurlijke boete

In 2005 is de bestuurlijke boete als handhavingsmiddel geïntroduceerd in de DHW. Daarvoor werden overtredingen van de DHW alleen strafrechtelijk afgewikkeld. Artikel 44a van de DHW geeft de artikelen weer waarvoor de burgemeester een bestuurlijke boete kan opleggen. Dit betreft een groot deel van de wettelijke normen uit de DHW. De hoogte van de bestuurlijke boete is vastgelegd in het Besluit bestuurlijke boete DHW (hierna: Besluit DHW). De opbrengsten van de boetes komen toe aan de gemeente.

5 Risicoanalyse en prioritering

5.1. Uitgangspunten risicoanalyse

Een belangrijke succesfactor voor een effectief toezicht en handhavingsbeleid van de DHW is lokale gebiedskennis.

Het is niet mogelijk en wenselijk dat de gemeente Hof van Twente overal en altijd op de naleving van regels toeziet. Handhaven is daarom ook keuzes maken. Hof van Twente doet dat op basis van een analyse van de risico’s. Gezondheids en veiligheidsrisico’s wegen daarbij zwaar. Op basis van een risicoanalyse worden prioriteiten gesteld.

Hof van Twente wil een realistisch beeld geven op welke onderwerpen, doelgroepen en gebieden de gemeentelijke handhavingscapaciteit wordt ingezet. Het naleefgedrag en het nalevingsniveau van doelgroepen staat centraal. Het moet echter wel gaan om realistische en uitvoerbare handhavingsdoelen. De grootste inzet vindt plaats bij de onderwerpen met het hoogste risico. Bij onderwerpen met een lager risicoprofiel wordt minder intensief gecontroleerd of alleen steekproefsgewijs. Klachten en meldingen over overlast zijn altijd aanleiding voor toezicht en handhaving.

De gemeente Hof van Twente nog heeft geen ervaring opgedaan met toezicht en handhaving op basis van de DHW. Voor de risicoanalyse kan daarom niet geput worden uit (eigen) ervaringsgegevens over het naleefgedrag van de DHW binnen onze gemeente. Mede gelet hierop is er niet voor gekozen om de risicoanalyse op te stellen door middel van uitgebreide expertsessies waarbij scores worden verbonden aan niet-naleving en het effect van niet-naleving. De risicoanalyse is gemaakt op basis van een inschatting van het naleefgedrag op basis van landelijke en lokale onderzoeken, ervaringscijfers van de NVWA en op basis van gesprekken met politie en jongerenwerk. Er kan gekozen worden om in een later stadium alsnog een uitgebreidere risicoanalyse te doen op basis van expertsessies.

Op basis van de risicoanalyse is een prioriteitenlijst en een hotspotkaart gemaakt. De prioriteitenlijst is weergegeven in paragraaf 7.1 en de hotspotkaart is als bijlage 2 opgenomen in dit beleid. Deze risicoanalyse en de hotspotkaart zijn dynamische documenten. De praktijkervaring die wij opdoen met handhaving en toezicht zullen wij jaarlijks evalueren en vertalen in de prioriteitenlijst en de risicoanalyse. Ook zal de hotspotkaart jaarlijks worden geactualiseerd. Op deze manier wordt de risicoanalyse steeds accurater en blijft het toezicht- en handhavingsbeleid actueel en gericht op de plaatsen waar dit het meest noodzakelijk wordt geacht.

Analyse alcoholverstrekking horeca- en detailhandelsbedrijven.

Op basis van het aantal verleende DHW-vergunningen binnen de gemeente Hof van Twente zijn er per juni 2012 de volgende aantallen alcoholverstrekkende horecabedrijven en detailhandelsbedrijven in de gemeente Hof van Twente:

  • ·

    Verenigingen / (jeugd) sociëteiten (para commercie) die een DHW-vergunning hebben: 41.

  • ·

    Horecaonderneming (commercieel): 94.

  • ·

    Aantal artikel 35 ontheffingen (bij evenementen) per jaar: 40.

  • ·

    Aantal slijterijen: 4.

  • ·

    Supermarkten: 10.

  • ·

    Cafetaria’s: 13.

Ervaring NVWA

De NVWA heeft binnen onze gemeente in de periode vanaf 2010 tot en met 2012 acht (handhavings)maatregelen genomen. Te weten: drie schriftelijke waarschuwingen en vijf boeterapporten. Vijf maatregelen waren gericht op overtredingen bij evenementen en drie op overtredingen bij dancings/cafés. Al deze maatregelen waren gericht op overtredingen van artikel 20 eerste lid DHW. In dit artikellid was tot aan 1 januari 2014 bepaald dat het verboden is bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken aan een persoon van wie niet is vastgesteld dat deze de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt.

Naast leeftijdsgrenzencontroles kunnen er ook basiscontroles plaatsvinden bij bedrijven die alcohol mogen verkopen met of zonder DHW-vergunning. Ook bij bedrijven waar een alcoholverkoopverbod geldt kan een basiscontrole uitgevoerd worden. De NVWA heeft de laatste jaren echter de prioriteit gegeven aan leeftijdsgrenzencontroles boven basiscontroles. Deze werkwijze wordt, gelet op het belang van jeugdgezondheid, van de NVWA overgenomen in deze strategie (zie hiervoor ook hoofdstuk 7). In onderstaande tabel is het aantal en het soort controles van de NVWA opgenomen in de periode tussen 2009 – 2011.

Figuur 3

Onderzoek universiteit Twente

De universiteit Twente heeft in opdracht van Happy Fris?! onderzoek gedaan naar de alcoholverkoop aan jongeren in Twente. De onderzoeksresultaten zijn in november 2011 gepubliceerd. De onderzoeksvraag van dit onderzoek was:

Welk percentage alcoholverkooppunten in Twente houdt zich aan de wettelijke leeftijdsgrens van 16 jaar voor de verkoop van zwak alcoholische drank aan jongeren?

In het nalevingsonderzoek zijn cafés en supermarkten in Twente onderzocht. Daarbij is gebruik gemaakt van mysteryshoppers van 14 en 15 jaar.

Gebleken is uit dit onderzoek dat in bij slechts 5% van de cafés en 27% van de supermarkten in Twente alcoholaankoop van jongeren onder de 16 werd geweigerd. De naleving van supermarkten (27%) is niet significant lager dan het landelijk gemiddelde (30%). Het naleefgedrag van cafés in Twente (5%) is echter wel significant lager dan het landelijk gemiddelde (11%). Voorgaande onderzoeksresultaten zijn meegewogen in de risicoanalyse.

Interview met politie en jongerenwerker

Voor de risicoanalyse hebben wij eveneens informatie verzameld bij de politie en jongerenwerk binnen de gemeente Hof van Twente. Deze input is mede gebruikt voor de analyse van de hotspots en om een algemene indruk te verkrijgen van de situatie aangaande alcoholgebruik, overlast ten gevolge hiervan en alcoholaankopen van jongeren binnen de gemeentegrenzen. Deze hotspots zijn verwerkt in de hotspotskaart. Daarbij zijn ook plaatsen in de openbare ruimte aangegeven (hangplekken) waar jongeren doorgaans samenkomen. In het gesprek met de politie en jongerenwerker is naar voren gekomen dat de overlastproblemen met drank en jongeren in de openbare ruimte zich met name voordoen in Delden en in Goor. Dit betekent overigens niet dat zich in de kleinere kernen geen problemen voordoen. De politie uit haar zorg over het (toenemende) gebruik van drank onder de jeugd. Er lijkt sprake van enige normvervaging. De politie heeft de indruk dat supermarkten de laatste jaren beter de regels van de DHW naleven. Met betrekking tot de discotheken in onze gemeente is naar voren gekomen dat beide discotheken een deurbeleid voeren. Eén discotheek werkt daarbij met polsbandjes. Alleen jongeren die ouder zijn dat 16 worden hier toegelaten en daar wordt actief op gecontroleerd.

EMOVO onderzoek 2011/2012

In het najaar van 2011 is door de GGD-organisaties in Gelderland en Overijssel een grootschalig onderzoek gedaan naar gezondheid, welzijn, leefstijl en schoolbeleving van jongeren uit klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs, genaamd E-MOVO (Elektronische Monitor en Voorlichting). Leerlingen hebben tijdens een les op school via internet de E-MOVO vragenlijst ingevuld. Nadat de leerlingen door middel van een unieke inlogcode de vragenlijst ingevuld hadden, konden ze via internet een persoonlijk gezondheidsprofiel en gezondheidsadvies krijgen. Hiermee ontvingen de leerlingen een beeld van hun eigen gedrag op het gebied van bewegen, roken, voeding, alcohol, drugs en geestelijk welzijn.

Uit E-MOVO 2011 blijkt dat in de gemeente Hof van Twente 23% van de leerlingen in klas 2 (ca. 13-14 jr) en 80% van de leerlingen in klas 4 (ca 15-16 jr) in de afgelopen vier weken alcohol heeft gedronken. Dit is een daling ten opzichte van 2007 en 2003. Het percentage binge-drinkers (vijf of meer drankjes met alcohol bij één gelegenheid)is 39%. Ook dit is een daling ten opzichte van 2003, maar er is geen significant verschil gevonden met 2007. De gemeente Hof van Twente steekt hierbij gunstig af bij de landelijke situatie, waar het percentage binge-drinkers immers gelijk gebleven is.

Van alle leerlingen drinkt 13% van de jongeren ook door de week, 24% van de jongeren drinkt thuis met anderen en 22% van de jongeren drinkt bij anderen thuis. Eén procent van de leerlingen drinkt weleens op school tijdens de pauze.

In onderstaande figuur worden de leerlingen die de laatste vier weken alcohol hebben gedronken in de gemeente Hof van Twente en de binge-drinkers naar klas over de jaren 2003, 2007 en 2011 weergegeven. Bij deze percentages is rekening gehouden met eventuele verschillen in schooltype.

Figuur 4

Figuur 1 Percentage leerlingen dat de laatste vier weken alcohol heeft gedronken en binge-drinkers naar klas over de jaren 2003, 2007 en 2011; gestandaardiseerde percentages

Figuur 1 Percentage leerlingen dat de laatste vier weken alcohol heeft gedronken en binge-drinkers naar klas over de jaren 2003, 2007 en 2011; gestandaardiseerde percentages.

Keten

Het ‘indrinken’ onder jongeren voordat ze uitgaan blijft een wijd verbreid fenomeen, zowel in de stad als op het platteland. 29% van de leerlingen drinkt weleens alcohol voor het uitgaan. Op de vraag waar de leerlingen indrinken waren meerdere antwoorden mogelijk. Van alle leerlingen gaf 22% aan dat ze (onder meer) thuis met vrienden indrinken.

Ten behoeve van het beleid “De verantwoorde keet” zijn binnen de gemeente Hof van Twente in 2009 18 drankketen bezocht door de politie, jongerenwerk en medewerkers jeugd en integrale veiligheid van de gemeente. Dit waren ten tijde van het opstellen van het beleid de bekende keten in de gemeente Hof van Twente. De belangrijkste conclusie na de keetbezoeken was dat er geen excessen zijn aangetroffen. De bezochte keten in de gemeente Hof van Twente kunnen aangemerkt worden als “huiskamerketen”. Bij geen van de keten was sprake van illegale drankverkoop (illegale kroeg). De keten hebben niet geleid tot overlastklachten. De keten worden bezocht door vriendengroepen en zijn niet voor het openbare publiek toegankelijk. Bij alle bezochte keten was er sprake van toezicht door ouders of grootouders op het alcoholgebruik van jongeren. De mate van toezicht verschilt wel van intensief tot sporadisch.

Verwacht wordt dat het indrinken in de keten wel zal toenemen per 1 januari 2014 nu de leeftijdsgrens voor het (consumptie gereed) aanwezig hebben van alcoholhoudende drank is verhoogt naar 18 jaar. Voor zover er drank wordt genuttigd door jongeren in een keet op privéterrein heeft de burgemeester geen bevoegdheid om handhavend op te treden op basis van de DHW.

6.Interventiebeleid

6.1 Uitgangspunten

Het interventiebeleid is er op gericht overtredingen op te heffen en herhaling te voorkomen.

Deze procedure beschrijft de lijn die door de gemeente Hof van Twente wordt toegepast om geconstateerde overtredingen van de DHW inspectie te doen opheffen en herhaling ervan te doen voorkomen. De procedure beschrijft de methode of de werkwijze waarmee de toezichthouder de uiteindelijk toe te passen interventie vaststelt, gekoppeld aan de ernst van overtredingen en de risico’s die hieraan verbonden zijn. Het interventiebeleid is grotendeels gebaseerd op de werkwijze van de (inspecteurs van de) NVWA onder de oude DHW.

Uit de beschikbare wettelijke handhavingsmiddelen (zie paragraaf 4.3) is er voor gekozen om met name de bestuurlijke boete als wettelijk interventiemiddel in te zetten. Andere mogelijke handhavingsmiddelen zoals het opleggen van een last onder dwangsom, het intrekken van een horecavergunning en het tijdelijke verbod om alcohol te verkopen na drie geconstateerde leeftijdsovertredingen worden in beginsel niet ingezet. Deze handhavingsmiddelen komen pas aan de orde als de maatregelen die genoemd zijn in het interventiebeleid niet toereikend blijken te zijn. Van belang is in dit kader dat wij inzetten op preventiemaatregelen en primair uitgaan van de maatschappelijke verantwoordelijkheid van (para)commerciële horeca en detailhandel.

6.2 Werkwijze toezichthouder algemeen

6.Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van de juiste interventie wordt rekening gehouden met:

6.a) De mogelijke gevolgen van die overtreding.

6.b) De omstandigheden waaronder die overtreding is begaan.

6.c) Het gedrag van de overtreder. Het gaat hier om gedragingen die nagelaten worden of worden gedaan om naleving van het wettelijk voorschrift mogelijk te maken.

6.d) De voorgeschiedenis.

6.e) Het subsidiariteit- en proportionaliteitsbeginsel. De interventie dient te worden toegepast die

het minst ingrijpend is en het best passend is om het gestelde doel te bereiken. Dit betekent dat bij een overtreding niet standaard één bepaalde interventie mogelijk is maar bepaald dient te worden welke interventie in de specifieke situatie de beste is. Daarbij wordt corrigerend opgetreden en eventueel ook sanctionerend.

De toezichthouder gaat uit van vertrouwen in zijn contacten met de (horeca)ondernemer en jongeren. De toezichthouder informeert zijn doelgroep over de van toepassing zijnde regels.

6.3 Werkwijze toezichthouder specifiek

De toezichthouder heeft de taak om bij (een) geconstateerde overtreding(en) de ernst van de overtreding(en) te beoordelen in het licht van de totale bedrijfsvoering in de gecontroleerde onderneming. Deze beoordeling doet de toezichthouder op basis van zijn technisch inhoudelijke kennis, zijn kennis van de van toepassing zijnde wettelijke voorschriften en het interventiebeleid.

De volgende werkwijze, opgenomen in bijlage 3 ‘Toezichtcirkel’, dient door de toezichthouder gevolgd te worden als algemene lijn ter beoordeling van overtredingen/afwijkingen tijdens inspecties:

  • 1.

    Tijdens de inspectie bepaalt de toezichthouder de relevante wettelijke voorschriften. (stap 1).

  • 2.

    De toezichthouder verzamelt op basis van zijn kennis van zaken relevante feiten en omstandigheden en onderscheid feiten en omstandigheden. (stap 2). Feiten zijn daden, handelingen e.d. die werkelijk plaatsgevonden hebben. Omstandigheden zijn bijzonderheden die verband houden met de vastgestelde feiten.

  • 3.

    De toezichthouder beoordeelt de tekortkomingen en bepaalt of er wel of geen overtreding is van de wettelijke voorschriften. Indien het wel een overtreding is, stelt de toezichthouder de beboetbare/strafbare feiten vast (stap 3).

  • 4.

    Als er een overtreding is van de wettelijke voorschriften, bepaalt de toezichthouder de ‘status’ van de overtreding op basis van de ernst van deze overtreding. Hij maakt op basis van het interventiebeleid de afweging of het een geringe overtreding, een overtreding of een ernstige overtreding betreft. (stap 4).

  • 5.

    De toezichthouder hanteert het interventiebeleid dat van toepassing is en stelt vast welke corrigerende en/of sanctionerende interventie(s) de meest geschikte is op basis van zijn oordeel over: de status van de overtreding, de verwijtbaarheid, recidive/onwil, economisch voordeel en de voorgeschiedenis. Indien op basis van de verzamelde omstandigheden er redenen zijn om af te wijken van het vastgestelde interventiebeleid kan de toezichthouder gemotiveerd en beargumenteerd afwijken van dat vastgestelde interventiebeleid. De toezichthouder past die interventie(s) toe die nodig is /zijn en maakt afspraken over de termijn van opheffen van de overtreding (stap 5).

  • 6.

    De toezichthouder bepaalt de overige stappen, die bestaan uit: het bieden van nalevingshulp om de betreffende overtreding te doen opheffen of om herhaling van de overtreding te voorkomen, het afspreken van een termijn voor de herinspectie (stap 6);

  • 7.

    De toezichthouder registreert de inspectie (stap 7).

  • 8.

    De toezichthouder bewaakt de termijn en neemt de noodzakelijke vervolgstappen zoals in het gehanteerde interventiebeleid is beschreven (stap 8).

6.4 Interventiebeleid

De uitwerking van de interventiegrenzen zijn per artikel van de DHW opgenomen in de tabel in bijlage 4. Niet iedere overtreding is ingedeeld in gradaties. In dit kader is niet bij iedere overtreding een interventiegrens vastgesteld.

De volgende uitgangspunten gelden voor de keuze van interventies op basis van de ernst van de overtredingen:

Bij ernstige overtreding:

Er wordt een boeterapport opgemaakt en zo nodig een afdoende corrigerende interventie om de gevolgen van de ernstige overtreding te doen opheffen en het daadwerkelijke risico weg te nemen. Er wordt passende nalevingshulp geboden. Er wordt een herinspectie uitgevoerd. Indien bij herinspectie dezelfde of soortgelijke overtreding wordt vastgesteld, wordt op dezelfde wijze gehandeld. Daarnaast kan bij herhaling van ernstige overtredingen worden gekozen voor andere zware sancties waaronder het intrekken van de vergunning door de gemeente.

Bij overtreding:

Er wordt een schriftelijke waarschuwing gegeven, deze schriftelijke waarschuwing kan vooraf worden gegaan door een mondelingen waarschuwing. Zo nodig wordt nog een verdere corrigerende interventie opgelegd om de gevolgen van de overtreding te doen opheffen en het daadwerkelijke risico weg te nemen. Er wordt passende nalevingshulp geboden. Er wordt tevens een herinspectie uitgevoerd. Indien bij een herinspectie dezelfde of soortgelijke overtreding wordt vastgesteld, wordt een boeterapport opgemaakt.

Bij geringe overtreding:

Er wordt alleen ter plekke een mededeling gedaan, die schriftelijk wordt vastgelegd in het inspectierapport en er wordt nalevingshulp geboden. Hiervan wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de overtreder. Er wordt geen herinspectie uitgevoerd.

Bij een overtreding of een ernstige overtreding maakt de toezichthouder een afspraak over het opheffen van de overtreding. Er wordt een herinspectie uitgevoerd. Bij ernstige overtredingen zal de herinspectietermijn zo kort mogelijk zijn. Op evenementen zal, indien mogelijk, tijdens evenement (zelfde dag, volgende dag), anders tijdens de volgende editie van het evenement een herinspectie worden uitgevoerd.

Bij de bepaling van de interventie op basis van de ernst van de overtreding (status van de overtreding), dienen de omstandigheden te worden meegewogen. De omstandigheden kunnen leiden tot een andere interventie dan de hierboven beschreven algemene uitgangspunten.

In onderstaand schema is per type overtreding schematisch aangegeven welke interventies opgelegd worden.

Overtreding

Interventies

Follow-up

Interventies bij herhaalde (dezelfde

of soortgelijke) overtreding

Ernstige overtreding

* BR

* corrigerende interventie

* nalevingshulp

* Herinspectie

* corrigerende interventie

* BR

* Intrekken DHW vergunning

* nalevingshulp

Overtreding

* schriftelijke waarschuwing

* zo nodig corrigerende interventie

* nalevingshulp

* Herinspectie

(binnen 3 maanden)

*zo nodig afdoende corrigerende

interventie

* schriftelijke waarschuwing of

sanctionerende interventie (BR)

* nalevingshulp

Geringe overtreding

* mededeling ter plaatse

* nalevingshulp

* geen actie

* mededeling ter plaatse,

* nalevingshulp

Bij een herinspectie naar aanleiding van een BR weegt de voorgeschiedenis zwaar mee. Indien de tekortkoming niet verholpen is en de mate van ernst zou leiden tot de categorie overtreding, wordt in principe wegens die voorgeschiedenis, weer een BR opgemaakt.

Strafrechtelijke overtredingen

Bij overtredingen van artikel 20 lid 6 en lid 7, artikel 21 en artikel 45 van de DHW is het wettelijk niet mogelijk om een bestuurlijke boete op te leggen. Er kan in dat geval enkel formeel een procesverbaal worden opgemaakt. In voornoemde gevallen betreft het onder andere het beboeten van jongeren die onder invloed van alcohol zijn. In dit kader is het van belang dat onveilige situaties voor de toezichthouder worden voorkomen.

Overtreding artikel 45 DHW / verwijzing Alcohalt

Voor zover er sprake is van een overtreding van een jongere (jonger dan 18 jaar) die alcohol aanwezig heeft op een publiek toegankelijke plaats is er naast het opleggen van proces verbaal een mogelijkheid om de jongere te verwijzen naar AlcoHalt . Deze mogelijkheid is er zowel voor de gemeentelijke toezichthouder als voor de toezichthouders van de politie.

AlcoHalt is bedoeld voor jongeren van 12 tot 18 jaar, die onder invloed een delict plegen of vanwege dronkenschap of het in bezit hebben van alcohol door de politie/ BOA zijn aangehouden. De leerstraf bestaat uit een tweeledig traject: een Halt-traject om recidive voor het Halt-waardige delict te voorkomen en een leeropdracht met als doel het schadelijk

alcoholgebruik terug te dringen. De leeropdracht wordt begeleid door Tactus en richt zich op zowel jongeren als hun ouders. Jongeren volgen twee bijeenkomsten en maken een huiswerkopdracht (van circa zes uur). Ouders volgen een informatieve bijeenkomst van

2,5 uur. Naast voorlichting over de risico’s van het alcoholgebruik op jonge leeftijd en de relatie tussen het gebruik en het delict worden jongeren en hun ouders gemotiveerd iets te doen aan dit gebruik. Gelet op het leereffect van deze methode wordt bij een overtreding van artikel 45 DHW een verwijzing naar Alco H alt verkozen boven het opleggen van een procesverbaal.

7.Toezichtstrategie.

7.1 Prioriteitenlijst

Op basis van de bij ons bekende informatie (zie hiervoor hoofdstuk 5, de risicoanalyse) hebben wij een inschatting gemaakt van het naleefgedrag van jongeren, detailhandel en horecaondernemingen van de DHW en de gevolgen (risico’s) bij niet naleving. Op basis hiervan is de volgende prioriteitsvolgorde bepaald.

nr.

onderwerp

1

Evenementen (ontheffing ex art. 35 DHW)

2

Discotheken

3

Cafés

4

Supermarkten

5

Alcohol op straat (hangplekken)

6

Sportkantines

7

Jeugdsozen

8

Cafetaria’s

9

Slijterijen

10

Benzinetanksstations

Bij het uitvoeringsprogramma van het toezicht op naleving van de DHW houden we rekening met bovenstaande prioriteitstelling. Dit betekent dat de aanwezige toezichtcapaciteit primair wordt aangewend bij evenementen, discotheken, daarna bij cafés, etc.

7.2 Preventie

Gelet op de beleidsuitgangspunten van de gemeenteraad te weten: preventie, maatschappelijke verantwoordelijkheid en als sluitstuk handhaving zal de burgemeester ten aanzien van de naleving van de DHW primair inzetten op preventie.

Dit betekent onder andere dat de gemeente in voorlichting over de DHW investeert. Alle supermarkten en slijterijen binnen de gemeente Hof van Twente hebben in dit kader een brief ontvangen van de gemeente waarin zij onder andere zijn gewezen op de vernieuwde regels voor alcoholverstrekking. Bovendien is het werkveld bij het opstellen van het integrale horecabeleid en de gemeentelijke horecaverordening (afdeling 8a APV) betrokken, doordat deze participatief is voorbereid. Dat wil zeggen dat de gemeenteraad van Hof van Twente afdeling 8a van de APV op basis van het advies van de stakeholders (o.a. politie, supermarkten en discotheken) heeft opgesteld. Op de gemeentelijke website wordt eveneens aandacht besteed aan voorlichting. Bovendien zal de gemeente aansluiting zoeken bij de landelijke voorlichtingscampagne aangaande wettelijke vastgelegde verhoging van de leeftijdsgrens van 16 naar 18 jaar per 1 januari 2014.

De gemeentelijk toezichthouder DHW vervult ook een grote taak ten aanzien van het voorkomen van overtredingen op het gebied van de DHW. Het naleefgedrag van de DHW kan onder andere worden verbeterd door ondernemers en jongeren te informeren over de nieuwe DHW wet en het handhavingsbeleid van de gemeente. Daarbij is het van belang dat de toezichthouder nalevingshulp biedt indien blijkt dat dit nodig is.

7.Maatschappelijke verantwoordelijkheid

7.De burgemeester gaat uit van het vertrouwen in de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de (para) commerciële horeca en detailhandel, jongeren en ouders. Afspraken over het verstrekken van alcohol worden bij voorkeur vastgelegd in convenanten. Dit gebeurt onder andere in het horecaconvenant, eigen branche gerelateerde afspraken en het convenant v oetb alkantines en jeugd en alcohol.

7.3 Controles

Er zijn verschillende soorten toezichtcontroles te onderscheiden, te weten: de basiscontroles en de leeftijdsgrenzencontrole.

De basiscontrole vindt plaats bij bedrijven die alcohol mogen verkopen met of zonder DHW-vergunning. Ook bij bedrijven waar een alcoholverkoopverbod geldt, kan een basiscontrole uitgevoerd worden. De controle richt zich, afhankelijk van het soort bedrijf, op de vergunningsbepalingen of het alcoholverkoopverbod.

De leeftijdsgrenzencontrole wordt uitgevoerd bij zogenaamde hot spots; locaties waar veel jongeren komen en alcohol proberen te kopen. Voorbeelden van hot spotlocaties zijn: discotheken, jongerencafés, muziekevenementen, sporttoernooien en -evenementen, schoolfeesten, supermarkten, avondwinkels en slijterijen. De leeftijdsgrenzencontrole richt zich op de naleving van de geldende leeftijdsgrenzen, zowel door de verstrekker als de jongere.

Er wordt gelet op het belang van de jeugdgezondheid door de burgemeester prioriteit gegeven aan leeftijdsgrenzencontroles boven basiscontroles. Dit uitgangspunt komt overeen met de werkwijze van de NVWA die de afgelopen jaren ook prioriteit gegeven hebben aan leeftijdsgrenzencontroles boven basiscontroles.

7.4 Hotspotskaart

7.Op basis van de risicoanalyse is een zogenaamde hotspotskaart opgesteld. Op deze kaart zijn de plaatsen en lokaliteiten aangegeven waarvan bekend is dat jongeren daar regelmatig alcohol kopen en voor consumptie gereed hebben. Deze kaart dient als basis voor de uit te voeren toezicht en handhavingscontroles. Het is de bedoeling dat deze kaart regelmatig wordt geactualiseerd zodat de toezichtcontroles het grootst mogelijke effect bereiken.

7.5 Intergemeentelijke samenwerking

In het kader van het (politie)project “Beter Bereikbaar en Meer Beschikbaar” heeft het Regionaal College eind 2011 de opdracht gegeven aan de afdelingshoofden toezicht en handhaving openbare ruimte van de Twentse gemeenten om een verkenning uit te voeren naar verschillende samenwerkingsmogelijkheden.

Om de BOA-organisatie van de gemeenten (domein I) in Twente verder te professionaliseren is de projectgroep Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte in het leven geroepen. De werkzaamheden van deze projectgroep hebben geleid tot een regiobreed samenwerkingsconvenant Toezicht en Handhaving Openbare Ruimte (T&H OR). Het convenant maakt uitwisseling van BOA’s tussen de deelnemende gemeenten mogelijk. Het samenwerkingsconvenant regelt dat de BOA’s in de gehele regio bevoegd zijn handhavend op te treden. Zo kunnen er tijdens evenementen, bij piekmomenten en bij projectmatige inzet (zoals DHW) BOA’s domein I uitgewisseld worden en kan op die manier een (tijdelijk) tekort aan capaciteit worden opgevangen. Minister Opstelten van Veiligheid & Justitie geeft gemeenten, politie en justitie de mogelijkheid een samenwerkingsconvenant te sluiten om capaciteitsproblemen samen op te lossen.

Uitwisseling van BOA’s in de openbare ruimte heeft tot doel samen te werken aan een veiliger Twente waarbij de handhavingstaak openbare ruimte op een efficiënte wijze wordt ingezet. Gemeenten worden op deze wijze een professionele partner in de veiligheidsketen.

Er is op basis van het samenwerkingsconvenant een verkenning uitgevoerd naar het instellen van een intergemeentelijke BOA-poule op het gebied van toezicht en handhaving van de DHW. Dit bleek op dit moment nog een brug te ver. Wel is er door de gemeenten Borne, Hengelo, Haaksbergen en Hof van Twente de nadrukkelijke wens uitgesproken om te komen tot een DHW BOA-poule. Op deze manier kan gestructureerd het toezicht op de spelregels van de DHW worden vormgegeven. Getracht wordt om in het eerste kwartaal van 2014 een eerste aanzet omtrent de samenwerking te kunnen presenteren.

Bijlage 2 Toezichtscirkel van de inspecteur

Toezichtscirkel van de inspecteur