Verordening op de WMO-raad Hof van Twente

1. De Wmo-raad is samengesteld uit maximaal twee afgevaardigden per cluster en een onafhankelijk voorzitter en bestaat dientengevolge uit maximaal 19 leden; met een minimum vertegenwoordiging van zeven verschillende clusters.

2. Elk cluster draagt zelf zorg voor de afvaardiging en voordracht van maximaal twee personen uit het cluster.

3. De Wmo-raad draagt een onafhankelijke voorzitter voor benoeming voor.

4. De leden van de Wmo-raad worden door het college benoemd.

1. Lidmaatschap van de Wmo-raad is onverenigbaar met:

• a.

  het dienstverband bij de gemeentelijke organisatie, of lidmaatschap van het college of de gemeenteraad.

• b.

  werkzaamheden in opdracht van het gemeentebestuur of een loondienstverband of bestuursfunctie bij een zorgaanbieder of bij een door de gemeente gesubsidieerde professionele instelling, voor zover deze een directe relatie heeft met één van de thema’s van de clusters.

2. Een lid van de Wmo-raad is inwoner van de gemeente.

1. De Wmo-raad brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan het college over de beleidsaspecten die de Wmo aangaan, alsmede over de kwaliteit van de dienstverlening op dit terrein.

2. Het college stelt jaarlijks in december, in samenspraak met de Wmo-raad vast, over welke onderwerpen uit het Wmo-beleid in ieder geval advies wordt gevraagd.

3. Over een evaluatie van het gehele Wmo-beleid wordt in ieder geval advies gevraagd.

4. De Wmo-raad adviseert niet over en houdt zich niet bezig met:

• -

  privaatrechtelijke rechtshandelingen;

• -

  klachten, bezwaarschriften en andere aangelegenheden op het gebied van maatschappelijke ondersteuning die individueel van aard zijn, dan wel op individuele personen betrekking hebben;

• -

  de verplichte gemeentelijke uitvoering van de wettelijke voorschriften van de Wmo, waarbij geen ruimte is voor gemeentelijk beleid.

1. De leden van de Wmo-raad worden voor een termijn van twee jaar, met een mogelijke verlenging van twee jaar, benoemd.

2. Een lid kan te allen tijde ontslag vragen. Het lid, op wiens verzoek tussentijds ontslag wordt verleend, blijft deel uitmaken van de Wmo-raad totdat het opvolgende lid de benoeming heeft aanvaard.

3. Bij (tussentijds) aftreden voorziet het betreffende cluster de Wmo-raad van een opvolger. Tussentijdse vervanging geschiedt voor de resterende zittingstermijn

4. Naast het vermelde in lid 2 eindigt het lidmaatschap door:

• a.

  overlijden;

• b.

  ontslag door het college wegens het niet meer voldoen aan de eisen voor het lidmaatschap, gehoord hebbende de Wmo-raad en het betrokken lid;

• c.

  ontslag door het college, nadat daartoe door de Wmo-raad een gemotiveerd verzoek is ingediend. Een zodanig verzoek moet ondersteund worden door tenminste tweederde meerderheid van het aantal zitting hebbende leden.

5. Nadere regels betreffende vervanging, vergaderingen, rooster van aftreden en verdere verlenging worden vastgelegd in een vast te stellen huishoudelijk reglement

1. De vergaderingen van de Wmo-raad worden voorgezeten door de voorzitter.

2. De leden van de Wmo-raad zijn primair verantwoordelijk voor het raadplegen en de organisatie van het cluster dat zij vertegenwoordigen.

3. De Wmo-raad brengt haar adviezen schriftelijk uit aan het college, deze zijn openbaar.

4. Het college voorziet de Wmo-raad van begrijpelijke informatie, zodat deze naar behoren kan functioneren. De informatie wordt desgevraagd in speciale leesvorm aangeleverd.

5. Tussen de voor de Wmo verantwoordelijke portefeuillehouder(s) en de Wmo-raad vindt minimaal één keer per half jaar een overleg plaats, binnen dit overleg vindt tevens de jaarlijkse evaluatie van de samenwerking plaats.

6. De Wmo-raad evalueert jaarlijks haar activiteiten en brengt hierover schriftelijk verslag uit aan het college.

1. Indien daartoe wordt verzocht, wordt een minderheidsstandpunt van één of meer leden in het advies opgenomen. Het streven is om te komen tot éénstemmige advisering aan het college.

2. Indien de besluitvorming van het college of de gemeenteraad afwijkt van het advies van de Wmo-raad, wordt dit gemeld. Daarbij wordt tevens aangegeven op welke gronden van het advies van de Wmo-raad is afgeweken.

3. Een advies wordt maximaal zes weken na het verzoek uitgebracht.

1. De Wmo-raad vergadert ten minste zes maal per kalenderjaar, of zoveel vaker als de voorzitter dan wel een meerderheid van de leden van de Wmo-raad dat nodig acht.

2. De vergaderingen vinden zoveel mogelijk plaats in het gemeentehuis van de gemeente Hof van Twente.

3. De vergaderingen van de Wmo-raad zijn openbaar. Indien echter over personen wordt beraadslaagd of wanneer een meerderheid van de Wmo-raad dat wenst, wordt een besloten vergadering gehouden. In dat geval zijn de geheimhoudingsregels volgens de Gemeentewet van toepassing.

1. Het college stelt jaarlijks, na overleg met de Wmo-raad, een budget aan de Wmo-raad ter beschikking. Uitgaven conform art. 10 lid 4 dienen hieraan te voldoen.

2. De middelen dienen te bevorderen dat de Wmo-raad redelijkerwijs in staat wordt gesteld te functioneren namens een brede achterban.

3. Het college wijst een vaste ambtenaar aan als aanspreekpunt voor de communicatie met de Wmo-raad.

4. Het budget dient door de Wmo-raad te worden besteed aan:

• -

  vergaderruimte

• -

  deskundigheidsbevordering

• -

  documentatie, literatuur- onkostenvergoeding

• -

  vergoeding speciale voorzieningen in verband met een handicap

• -

  voorlichting en PR

• -

  secretariële ondersteuning

• -

  inschakeling van professionele ondersteuning door derden

• -

  faciliteren van de clusters

5. De betalingen van de Wmo-raad geschieden via de gemeente.

1. In alle gevallen waarin deze verordening met betrekking tot de Wmo-raad niet voorziet, beslist het college na overleg met de Wmo-raad.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de bekendmaking, onder gelijktijdige intrekking van de “Verordening cliëntenparticipatie integraal gehandicaptenbeleid Hof van Twente”.