Regeling vervallen per 21-07-2011

Verordening inzake de materiële financiële gelijkstelling onderwijs

Geldend van 21-06-2007 t/m 20-07-2011

Intitulé

Verordening inzake de materiële financiële gelijkstelling onderwijs

De raad van de gemeente Hoogeveen,

overwegende, dat het gewenst is de toekenning van voorzieningen in het kader van aanvullend beleid ten aanzien van het onderwijs bij verordening te regelen;

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders;

gelet op de artikelen 140 en 141 van de Wet op het primair onderwijs, de artikelen 134 en 135 van de Wet op de expertisecentra en de artikelen 96g en 96h van de Wet op het voortgezet onderwijs;

gelet op hoofdstuk 4 en in het bijzonder titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit vast te stellen de Verordening inzake de materiële financiële gelijkstelling onderwijs.

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. het college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b. schoolbestuur: bevoegd gezag van een volgens de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs bekostigde in de gemeente gelegen openbare of bijzondere school of, voorzover in deze verordening is bepaald, van een nevenvestiging waarvan de hoofdvestiging is gelegen in een andere gemeente;

  • c. school: school voor basisonderwijs, school voor (voortgezet) speciaal onderwijs en school voor voortgezet onderwijs;

      • -

        school voor basisonderwijs: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

      • -

        school voor (voortgezet) speciaal onderwijs: een school voor speciaal onderwijs of een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, een instelling voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 8 van de Wet op de expertisecentra en een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra;

      • -

        school voor voortgezet onderwijs: school of scholengemeenschap voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs.

  • d. nevenvestiging: deel van een school dat door de minister ingevolge artikel 85 van de Wet op het primair onderwijs, of van de Wet op de expertisecentra, artikel X van de wet van 31 mei 1995 (Stb. 319) of van de Wet op het voortgezet onderwijs voor bekostiging in aanmerking is gebracht.

  • e. voorziening: een voorziening zoals opgenomen in de bijlage van deze verordening;

  • f. tijdvak: periode zoals opgenomen in de bijlage van deze verordening.

Artikel 2. Subsidieplafond

  • 1. Het college kan jaarlijks een subsidieplafond vaststellen. Het college neemt daarbij de gemeentebegroting in acht.

  • 2. Het college maakt het subsidieplafond en de wijze van verdeling van het beschikbare bedrag, uiterlijk zes weken voor de indieningsdatum aan de schoolbesturen bekend.

Artikel 3. Aanvullende voorziening

  • 1. Het college kan bepalen dat de verordening tijdelijk wordt aangevuld met een voorziening.

  • 2. Het college stelt de toekenningscriteria vast waaronder aanspraak bestaat op de aanvullende voorzieningen.

Artikel 4. Jaarlijks overzicht

Jaarlijks vóór 1 juli zendt het college aan de schoolbesturen een overzicht van de op basis van deze verordening toegekende voorzieningen. Het overzicht omvat de periode van 1 juni van het voorafgaande jaar tot en met 31 mei van het jaar van toezending.

Artikel 5. Aanvraag voorziening en beslistermijn

  • 1. Het schoolbestuur dat een voorziening voor het eerst daaropvolgende tijdvak wenst, dient voor de indieningsdatum een aanvraag in bij het college. De indieningsdatum is niet van toepassing indien voor de voorziening is bepaald dat een indieningsdatum niet is voorschreven. Indien de aanvraag niet voor de hiervoor genoemde datum is ingediend, besluit het college om de aanvraag niet te behandelen.

  • 2. Het college besluit binnen twaalf weken na de indieningsdatum op een aanvraag. Indien ten aanzien van een voorziening geen indieningsdatum is voorgeschreven, besluit het college binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 3. Het college weigert de voorziening in ieder geval indien niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria.

Artikel 6. Aanvraag aanvullende voorziening en beslistermijn

  • 1. Het schoolbestuur dat een aanvullende voorziening wenst, dient een aanvraag in bij het college.

  • 2. Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag.

  • 3. Het college weigert de aanvullende voorziening in ieder geval indien niet is voldaan aan één van de toekenningscriteria.

Artikel 7. Voorschotten

Het college kan voorschotten verlenen.

Artikel 8. Subsidievaststelling

  • 1. Uiterlijk acht weken na afloop van het tijdvak waarvoor de voorziening is toegekend dient het schoolbestuur een aanvraag tot subsidievaststelling in bij het college.

  • 2. Het college beslist binnen 8 weken na de indiening van de aanvraag.

Artikel 9. Verbod tot vervreemding

Vervreemding door het schoolbestuur van op basis van deze verordening toegekende voorzieningen is niet toegestaan zonder toestemming van het college, tenzij sprake is van een overdracht van voorzieningen aan een ander schoolbestuur als gevolg van samenvoeging van het betreffende schoolbestuur met een ander schoolbestuur.

Artikel 10. Informatieverstrekking

Het schoolbestuur verstrekt op verzoek van het college nadere gegevens die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde in deze verordening.

Artikel 11. Onvoorziene gevallen

In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.

Artikel 12. Slotbepalingen

  • 1.

    De verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking. Op dat tijdstip wordt de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Hoogeveen van 30 mei 2002 ingetrokken.

  • 2.

    De verordening kan worden aangehaald als: Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Hoogeveen.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Hoogeveen, gehouden op 5 april 2007.

De grifier, de voorzitter,

J.P. Wind, W.P.M. Urlings

Bijlage behorende bij de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Hoogeveen

A. Nevenvestiging in het basisonderwijs

I. Aanduiding van de voorziening: Jaarlijkse tegemoetkoming in de kosten van het instandhouden van een nevenvestiging.

II. Indieningsdatum: 1 februari

III. Tijdvak waarvoor voorziening wordt goedgekeurd: Schooljaar

IV. Toekenningscriteria waaronder een bevoegd gezag in aanmerking komt voor een voorziening.

    • a.

      Scholen voor basisonderwijs.

    • b.

      De voorziening staat niet open voor een nevenvestiging van een hoofdvestiging in een andere gemeente.

    • c.

      Een school komt in aanmerking voor deze voorziening voorzover de nevenvestiging als zodanig door de minister van onderwijs is erkend.

V. Wijze van toekenning met daarbij behorende berekeningseenheid.

Bedrag per nevenvestiging tot een maximum van 90% van de teruggang in rijksvergoeding.

VI.Subsidieplafond: Het beschikbare bedrag wordt verdeeld naar rato van de berekeningseenheid.

Toelichting op de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Hoogeveen

Op de toekenningen in het kader van deze verordening zijn de subsidiebepalingen in de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Voor zover de toekenningen niet reeds voldoen aan de definitie van subsidie wordt in artikel 4:21, vierde lid van de Awb duidelijk gemaakt dat de gehele titel 4.2 van de Awb die gaat over subsidies van overeenkomstige toepassing is op de bekostiging van het onderwijs en onderzoek.

Alle bepalingen in de verordening waarvoor een wettelijke regeling in de Awb is gegeven, zijn geschrapt. Daarnaast is de tekst vereenvoudigd met een eenduidige omschrijving van het college.

Aangezien in de bijlage bij de verordening ten aanzien van voorzieningen in de kosten vanwege fusie van scholen in het voortgezet onderwijs de laatste indieningsdatum 1 september 2002 was, is dat deel van de bijlage niet opnieuw opgenomen in de bijlage. De bijlage beperkt zich daardoor tot de categorie nevenvestiging in het basisonderwijs.