Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie

Geldend van 15-05-2013 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie

Het college van Burgemeester en Wethouders van Hoogeveen;

Gelet op de Algemene subsidieverordening Hoogeveen, artikel 2 lid 1,

overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen omtrent de wijze waarop in aanmerking kan worden gekomen voor een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van een sociaal medische indicatie.

Besluit vast te stellen de volgende:

Beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

    - het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen

    - de wet: Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

  • 2.

    Voor zover niet anders is bepaald, worden begrippen in deze regeling gebruikt in dezelfde betekenis als in de wet of de verordening.

Artikel 2 Doelgroep

Deze regeling is van toepassing op een ouder/verzorger en het kind, die volgens de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens woonachtig zijn in de gemeente Hoogeveen, en:

  • a.

    waarvan de ouder/verzorger en/of het kind behoort tot de categorie personen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking en voor wie op advies van het Centrum voor Jeugd en Gezin is vastgesteld dat één of meer van deze beperkingen kinderopvang noodzakelijk maken, of

  • b.

    ten aanzien van wie door het Centrum voor Jeugd en Gezin is vastgesteld dat kinderopvang in het belang van een goede en gezonde ontwikkeling van dat kind noodzakelijk is.

Artikel 3 Voorliggende voorziening

Het college weigert de tegemoetkoming indien er sprake is van een voorliggende voorziening. Tot een voorliggende voorziening wordt in ieder geval gerekend een voorziening op grond van:

  • a.

    de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;

  • b.

    de Algemene wet bijzondere ziektekosten;

  • c.

    een bepaling vanuit de jeugdzorg;

  • d.

    een persoonsgebonden budget;

  • e.

    een medisch kinderdagverblijf;

  • f.

    een bijdrage van de werkgever;

  • g.

    een peuterspeelzaal, indien het aantal door het Centrum voor Jeugd en Gezin geadviseerde uren overeenkomt met de peuterspeelzaaluren.

Artikel 4 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag om een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie wordt ingediend bij het college.

  • 2.

    De aanvraag wordt ingediend met een daartoe, door het college vastgesteld, aanvraagformulier.

  • 3.

    Alvorens te besluiten, wint het college ten behoeve van de vaststelling van de noodzakelijkheid van kinderopvang als bedoeld in het eerste lid advies in bij het Centrum voor Jeugd en Gezin Hoogeveen.

  • 4.

    De indicatie heeft een geldigheidsduur van maximaal 12 maanden.

  • 5.

    De herindicatie vindt plaats op verzoek van de aanvrager.

Artikel 5 Aanspraak op een tegemoetkoming

Een ouder/verzorger heeft aanspraak op een tegemoetkoming in de door hem of zijn partner te betalen kosten van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie indien:

  • a.

    het college op grond van het bepaalde in het advies van het Centrum voor Jeugd en Gezin kan vaststellen in welke mate deze ouder/verzorger in aanmerking behoort te komen voor een tegemoetkoming in deze kosten vanwege een gebleken noodzaak op grond van sociaal medische indicatie, en

  • b.

    het kinderopvang betreft in een kindercentrum of gastouderopvang die zijn geregistreerd in het Landelijk register kinderopvang.

Artikel 6 Hoogte van de tegemoetkoming

De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van het inkomen van de aanvrager en wordt bepaald overeenkomstig de systematiek die de belastingdienst hanteert bij het verlenen van tegemoetkomingen kinderopvang bij of krachtens de wet.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking daags na publicatie.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als “beleidsregel tegemoetkoming kosten kinderopvang sociaal medische indicatie”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 4 januari 2012 door burgemeester en wethouders van Hoogeveen,

de secretaris, de burgemeester,

Toelichting

Algemeen

Het college wil met deze regeling een lacune in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen opvangen. Het gaat om kwetsbare kinderen die om sociaal medische redenen kinderopvang nodig hebben.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 2 Doelgroep

Een ouder/verzorger kan een vergoeding voor de kosten van kinderopvang ontvangen als vaststaat dat het om sociaal medische redenen noodzakelijk is dat (en in welke mate) gebruik wordt gemaakt van kinderopvang. De sociaal medische redenen kunnen zowel bij de ouder/verzorger als bij het kind aanwezig zijn.

Artikel 3 Voorliggende voorziening

Als er sprake is van een passende voorliggende voorziening, is een aanvraag voor indicatie naar de noodzakelijkheid van kinderopvang op grond van sociaal medische problematiek door de gemeente niet mogelijk.

Artikel 4 Aanvraag

Voor het vaststellen van de noodzakelijkheid van de kinderopvang op grond van sociaal medische redenen, de indicatie, wordt advies gevraagd aan het Centrum voor Jeugd en Gezin. De geldigheidsduur van de indicatie wordt maximaal op 12 maanden gesteld. Als de noodzaak van kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie is vastgesteld kan de aanvraag verder in behandeling worden genomen.

Bij het verstrijken van de geldigheidsduur kan de ouder een aanvraag voor een herindicatie indienen. Bij de herindicatie wordt gekeken of en hoeveel kinderopvang het kind nog nodig heeft.

Artikel 5 Aanspraak op een tegemoetkoming

Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie dient aan twee voorwaarden te worden voldaan:

het college stelt de noodzaak vast op basis van het betreffende advies van het Centrum voor Jeugd en Gezin;

om zeker te zijn van verantwoorde kinderopvang kan er alleen gebruik gemaakt worden van kindercentra of gastouderopvang die vermeld staan in het Landelijk register kinderopvang.

Artikel 6 Hoogte van de tegemoetkoming

In de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen is geregeld dat ouders die aanspraak hebben op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang een inkomensafhankelijke bijdrage betalen. Ouders/verzorgers met een inkomen op minimum niveau ontvangen een tegemoetkoming die vrijwel alle kosten dekt.

Het algemene uitgangspunt is dat hiervoor aangesloten wordt bij de systematiek die wordt gehanteerd bij het verlenen van tegemoetkomingen op grond van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. De belastingdienst kent een tegemoetkoming die afhankelijk is van het inkomen van de ouder/verzorger en zijn partner. Ten aanzien van de berekening van de hoogte van de tegemoetkoming wordt aangesloten bij de systematiek die de belastingdienst hanteert. Tegemoetkomingen zijn gebaseerd op het door de belastingdienst gehanteerde uurtarief en niet op basis van werkelijke kosten per uur.

Door middel van een proefberekening van de kinderopvangtoeslag kan een voorschot worden bepaald voor de tegemoetkoming. Bij een bedrag tot €5.000,- (per jaar) zal direct een vaststelling plaatsvinden. Indien het bedrag hoger is dan €5.000,- wordt op basis van het werkelijke verzamelinkomen en de jaaropgave van de kindercentra de subsidie definitief vastgesteld.

Indien de ouder/verzorger moet rondkomen van een inkomen op bijstandsniveau kan voor de eigen bijdrage een aanvraag bijzondere bijstand worden ingediend. Wanneer op voorhand duidelijk is dat recht bestaat op bijzondere bijstand (d.w.z. als de eventuele draagkracht al is overschreden) kan de aanvraag voor de kosten van de eigen bijdrage meteen ook worden afgehandeld.