Regeling vervallen per 28-01-2009

Reglement voor de vaste commissies van advies van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2003

Geldend van 22-10-2003 t/m 27-01-2009

Intitulé

Reglement voor de vaste commissies van advies van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2003

Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

op het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden, d.d. 13 oktober 2003 met nr. 03.AIZ/142;

gelet op de artikelen 56,77 en 78 van de Waterschapswet en het Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (Staatsblad 1994/867);

overwegende dat het wenselijk is het huidige reglement voor de vaste commissies van advies en bijstand aan het dagelijks bestuur, te herzien;

BESLUIT:

het 'Reglement voor de vaste commissie van advies van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2003' vast te stellen als volgt:

["commissie" moet zijn "commissies"]

Reglement van orde voor de commissies

Inhoud

Artikel 1

Tabel

1.

Er zijn de volgende vaste commissies van advies aan het dagelijks bestuur:  

a.

commissie bestuurlijke aangelegenheden en middelen (afgekort commissie BM); 

b.

commissie watersystemen (afgekort commissie WS); 

c.

commissie waterketen en emissies (afgekort commissie WE). 

2.

De taakvelden van de commissies zijn in grote lijnen:  

a.

commissie bestuurlijke aangelegenheden en middelen: 

-

bestuurlijke aangelegenheden;

-

algemeen kaderstellend beleid (bijvoorbeeld overallplannen zoals het structuurplan en het waterhuishoudingsplan);

-

waterakkoorden;

-

wateropgave (beleid);

-

gebiedsgerichte projecten die het waterschapsbelang te boven gaan;

-

bestuurlijk relatiebeheer;

-

laboratorium (inclusief gemeenschappelijke regelingen);

-

streekarchief (inclusief gemeenschappelijke regelingen);

-

muskusrattenbestrijding (inclusief gemeenschappelijke regelingen);

-

veiligheid (primaire (in)direkt kerende waterkeringen, calamiteitenplannen en calamiteitenoefeningen);

-

interne organisatie (informatisering/automatisering, databeheer, interne zaken, personeelsbeleid, juridische zaken, kwaliteitszorg, administratieve organisatie, financiën, belastingen, planning & control, organisatiebeleid, communicatie en voorlichting);

-

handhaving;

b.

commissie watersystemen: 

-

uitvoering van algemeen kaderstellend beleid;

-

watersystemen (beleid en uitvoering op het gebied van peilbeheer, onderhoud, watergebiedsplannen, baggeren, boezemkaden, ecologische verbindingszones, nachtvorstbestrijding, GGOR);

-

wateropgave (uitvoering);

-

gebiedsgerichte projecten;

-

vergunningverlening ingevolge de keur;

-

schouwvoering;

c.

commissie waterketen en emissies: 

-

uitvoering van algemeen kaderstellend beleid;

-

waterketen en emissies (beleid en uitvoering op het gebied van zuiveringsbeheer, aansluitvergunningen, riolering, afvalwaterplannen, herstructurering stadswijken, gemeentelijke waterplannen);

-

vergunningverlening ingevolge de Wet verontreiniging oppervlaktewateren.

Samenstelling bestuur

Artikel 2

Tabel

1.

De in artikel 1 genoemde commissies bestaan uit:  

a.

twee leden van het dagelijks bestuur, die bij de portefeuilleverdeling als portefeuillehouders zijn aangewezen als respectievelijk voorzitter en ondervoorzitter; 

b

leden van het algemeen bestuur, als volgt verdeeld: 

-

commissie bestuurlijke aangelegenheden en middelen:

drie leden uit de categorie ingezetenen;

twee leden uit de categorie gebouwd;

twee leden uit de categorie ongebouwd;

een lid uit de categorie bedrijfsgebouwd;

-

commissie watersystemen:

vier leden uit de categorie ingezetenen;

twee leden uit de categorie gebouwd;

twee leden uit de categorie ongebouwd;

een lid uit de categorie bedrijfsgebouwd;

-

commissie waterketen en emissies:

vier leden uit de categorie ingezetenen;

twee leden uit de categorie gebouwd;

twee leden uit de categorie ongebouwd;

een lid uit de categorie bedrijfsgebouwd.

2.

Er kunnen plaatsvervangende leden worden benoemd. Dezen treden slechts als lid op bij afwezigheid van de leden die zij vervangen.  

Zittingsduur; einde lidmaatschap

Artikel 3

Tabel

1.

De zittingsduur van de leden van de commissie is gelijk aan die van de leden van het algemeen bestuur en loopt daarmee parallel.

2.

Het lidmaatschap en het plaatsvervangend lidmaatschap houden op tegelijk met het einde van het lidmaatschap van het algemeen bestuur.

3.

Het lidmaatschap danwel het plaatsvervangend lidmaatschap eindigt voorts door ontslagneming en door het verlenen van tussentijds ontslag door het algemeen bestuur.

Secretariaat; verslag

Artikel 4

Tabel

1.

Het dagelijks bestuur regelt het secretariaat van de commissie.

2.

Van de vergaderingen van de commissie wordt een beknopt verslag gemaakt.

Taken en bevoegdheden

Artikel 5

Tabel

1.

De commissie heeft tot taak het adviseren van het dagelijks bestuur over zaken, waaromtrent deze dit verzoekt.

2.

De commissie bestuurlijke aangelegenheden en middelen fungeert eveneens als commissie voor de rekening en adviseert in dit verband aan het algemeen bestuur.

3.

Het dagelijks bestuur kan daarnaast besluiten leden van de commissie watersystemen en van de commissie waterketen en emissies te benoemen tot lid van de commissie voor de rekening.

Advies commissie

Artikel 6

De commissie geeft van haar mening blijk door overlegging van het verslag van haar vergadering(en) of van een afzonderlijk door de voorzitter en secretaris ondertekend rapport of advies, waarin eventueel een afwijkend gevoelen van een minderheid afzonderlijk wordt vermeld indien deze dit verlangt.

Vergaderingen

Artikel 7

Tabel

1.

De commissie vergadert op de tijdstippen vermeld in het vergaderschema opgemaakt door het dagelijks bestuur.

2.

De voorzitter kan in bijzondere gevallen met opgaaf van redenen een vergadering laten vervallen. Hij bericht de leden ten minste vijf dagen voor de dag waarop de vergadering zou worden gehouden.

3.

Indien de voorzitter het nodig oordeelt of wanneer er door ten minste twee leden van verschillende categorieën schriftelijk met opgaaf van redenen om is gevraagd, vergadert de commissie in afwijking van het vergaderschema.

Met inachtneming van het gestelde in dit reglement, bepaalt de voorzitter na overleg met de leden dag en uur van de vergadering.

4.

De voorzitter roept de leden schriftelijk tot de vergadering op onder gelijktijdige aanbieding van de vergaderstukken. Tenzij hij toepassing van het bepaalde in het tweede lid van artikel 10 verwacht, zorgt hij dat, tegelijk met deze oproeping, dag en uur van de vergadering en de plaats waar deze gehouden wordt ter kennis worden gebracht van de pers en van degenen die schriftelijk van hun belangstelling blijk hebben gegeven.

5.

De oproeping tot een vergadering geschiedt, spoedeisende gevallen uitgezonderd, ten minste vijf dagen vóór de dag waarop ze wordt gehouden.

Handhaving orde

Artikel 8

De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde tijdens de vergadering. Hij kan de vergadering schorsen of verdagen indien hij dit met het oog op de handhaving van de orde wenselijk acht. Hij is bevoegd de personen die de orde verstoren te doen verwijderen.

Quorum

Artikel 9

Tabel

1.

De commissie mag niet overgaan tot het uitbrengen van advies indien niet ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden, de leden van het dagelijks bestuur buiten beschouwing gelaten, tegenwoordig is.

2.

Ingeval een half uur na opening van de vergadering door de voorzitter het volgens het eerste lid vereiste aantal leden nog niet tegenwoordig is, doet de voorzitter mededeling van de namen der aanwezige leden of als zodanig fungerende plaatsvervangende leden. Hij kan reeds voordien kennisgeven van de ingekomen stukken.

De voorzitter bepaalt voorts in overeenstemming met de aanwezige leden of de vergadering wordt gesloten danwel de beraadslagingen worden voortgezet. Ingeval de vergadering wordt gesloten, bepaalt de voorzitter dag en uur waarop de volgende vergadering zal worden gehouden. Tussen deze volgende vergadering en de eerste vergadering ligt een periode van ten minste twee maal vierentwintig uur.

3.

Indien wegens het bepaalde in het tweede lid een tweede vergadering is belegd, is in deze vergadering de tegenwoordigheid van een derde deel van het aantal zitting hebbende leden, de leden van het dagelijks bestuur buiten beschouwing gelaten, voldoende om te adviseren over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld.

4.

Alle adviezen worden bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen uitgebracht; indien geen stemming wordt gevraagd, wordt het advies door de voorzitter terstond mondeling geconstateerd.

Openbaarheid vergaderingen

Artikel 10

Tabel

1.

De vergaderingen van de commissies worden in het openbaar gehouden, tenzij het openbaar belang zich daartegen verzet of bij de aangelegenheid betrokken personen of derden onevenredig in hun belangen zouden kunnen worden bevoordeeld of geschaad.

2.

De deuren worden gesloten, wanneer twee leden van verschillende categorieën het verzoeken of de voorzitter het nodig oordeelt. De commissie beslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden beraadslaagd.

3.

De commissie kan omtrent het in besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van stukken, welke haar door een of meer der leden worden voorgelegd, geheimhouding opleggen. De geheimhouding wordt door de aanwezige leden, de overige aanwezigen en door degenen, die op andere wijze van het behandelde en van de stukken kennisnemen, in acht genomen totdat de commissie haar opheft.

4.

Het dagelijks bestuur kan voorschrijven, dat de behandeling van stukken, welke door hem aan de commissie worden voorgelegd, in besloten vergadering zal plaatsvinden. Hij kan omtrent de inhoud van de stukken en de behandeling daarvan geheimhouding opleggen.

Deelnemen aan beraadslagingen

Artikel 11

Aan de beraadslagingen in de commissie mag worden deelgenomen door andere leden van het dagelijks bestuur dan in artikel 2 bedoeld. Zij zijn uitgesloten van een eventuele stemming over een uit te brengen advies.

Meespreken derden

Artikel 12

De voorzitter stelt toehoorders bij een openbare vergadering van de commissie op hun verzoek in de gelegenheid het woord te voeren tijdens de vergadering, zulks met inachtneming van de volgende bepalingen:

Tabel

a.

Het hiervoor bedoelde verzoek dient uiterlijk voor het begin van de vergadering bij de voorzitter te worden ingediend, onder vermelding van het punt of de punten waarover men het woord wil voeren.

b.

Bij de behandeling van ieder agendapunt met uitzondering van de rondvraag, stelt de voorzitter degene die een daartoe strekkend verzoek heeft ingediend in de gelegenheid het woord te voeren over het aan de orde zijnde agendapunt.

c.

Voor de toehoorder die in de gelegenheid wordt gesteld het woord te voeren geldt een spreektijd van ten hoogste vijf minuten per agendapunt, waarbij de totale spreektijd per agendapunt ten hoogste vijftien minuten bedraagt.

Raadplegen deskundigen

Artikel 13

Tabel

1.

De commissie is bevoegd deskundigen, ook buiten het waterschapspersoneel, in haar vergaderingen over een bepaalde zaak te raadplegen.

2.

Indien dit kosten meebrengt, geschiedt deze raadpleging niet dan na machtiging van het dagelijks bestuur.

Uitleg reglement

Artikel 14

Bij twijfel over de uitleg van dit reglement en in de gevallen waarin dit niet voorziet, beslist de voorzitter.

Slotbepalingen

Artikel 15

Dit reglement treedt in werking met ingang van 22oktober 2003.

Artikel 16

Dit reglement kan worden aangehaald als Reglement voor de vaste commissies van advies van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2003.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 22 oktober 2003.

ir. D. Vergunst, voorzitter

drs. E.Th. Meuleman, secretaris (plv.)