Regeling vervallen per 25-05-2019

Peilbesluit Lange Weide

Geldend van 11-07-2003 t/m 24-05-2019

Intitulé

Peilbesluit Lange Weide

Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

op het voorstel van dijkgraaf en hoogheemraden van 9 december met nr. WBW/02.143

gelet op artikel 14 van de Interim-verordening waterhuishouding Woerden;

BESLUIT

vast te stellen het navolgende peilbesluit Lange Weide.

Inhoud

Artikel 1 Gebied

Het gebied van dit besluit ligt in de provincies Zuid-Holland en Utrecht (klein deel), en in de gemeenten Bodegraven, Oudewater en Reeuwijk. Het wordt aan de zuidzijde begrensd door de noordelijke IJsseldijk (de niet direct kerende primaire waterkering), aan de noordzijde door de weg Weijpoort (secundaire kering langs de Oude Rijn), aan de oostzijde door de westkade van de Dubbele Wiericke en aan de westzijde door de oostkade van de Enkele Wiericke.

Artikel 2 Peilen

De in het gebied of in de afzonderlijke gebiedsdelen na te streven waterstanden zijn:

na te streven waterstanden

Peilgebied

Peilgebiedcode

Polderpeil in meters t.o.v. NAP

 zomerpeil

 winterpeil

Weijpoortsche Polder

Weijpoortsche Polder

PG 103

-1,80

-1,85

Polder Lange Weide

a Negenviertel-West

PG 130

-2,05

-2,05

b Negenviertel-Oost

PG 131

-1,85

-1,85

c Lange Weide (beheersgebied en agrarisch gebied)

PG 105

-2,42

-2,52

d deel ten noorden A12

PG 104

-2,40

-2,40

Hoogwaterzone Laageind

-2,30

-2,30

Hoogwaterzone Kern Driebruggen

-2,30

-2,30

Hoogwaterzone Hoogeind

-2,27

-2,27

Genoemde gebieden en de peilschalen waarop de peilen in die gebieden zijn af te lezen zijn aangegeven op de bij dit besluit behorende kaart.

De overgang van zomer- naar winterpeil zal, al naar gelang de weersomstandigheden, in het algemeen en naar het oordeel van het waterschap, plaatsvinden in de loop van de maanden september-oktober.

De overgang van winter- naar zomerpeil zal, al naar gelang de weersomstandigheden, in het algemeen en naar het oordeel van het waterschap, plaatsvinden in de loop van de maanden april-mei.

Artikel 3 Instelling peilen

  • In peilgebied PG 103, 104, 130 en de Hoogwaterzones Laageind, Kern Driebruggen en Hoogeind zijn de in te stellen peilen gelijk aan de peilen zoals aanwezig op de datum van vaststelling van dit besluit.

  • In peilgebied PG 131 wordt het peil 0,05 m naar beneden aangepast. Deze aanpassing vindt plaats in het eerste jaar na goedkeuring van het peilbesluit.

  • In peilgebied PG 105 wordt het peil 0,12 m naar beneden aangepast. Deze aanpassing vindt plaats in 3 fasen, zowel het eerste als tweede jaar na goedkeuring van het peilbesluit wordt het peil 0,05 m aangepast, in het derde jaar 0,02 m.

Artikel 4 Referentiepeil

Voor de toepassing van dit besluit geldt dat peilen zijn aangegeven ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil (NAP).

Artikel 5 Titel

Dit peilbesluit kan worden aangehaald als Peilbesluit Lange Weide.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit peilbesluit treedt in werking met ingang van de achtste dag nadat de bekendmaking heeft plaatsgevonden, als bedoeld in artikel 73 en 74 van de Waterschapswet.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 19 februari 2003.

ir. D. Vergunst, voorzitter

drs. E.Th. Meuleman, secretaris (plv.)

Toelichting peilbesluit Lange Weide

Uitgangspunt

Algemeen uitgangspunt is dat de peilen moeten voldoen aan de doelstellingen van het waterbeheersplan, in overeenstemming met de vastgestelde functies van het water. Deze functietoekenning is te vinden in het Waterhuishoudingsplan van de provincie en is uitgewerkt in het integraal waterbeheersplan van het Groot Waterschap van Woerden.

Waterkwaliteit

Het aanpassen van waterpeilen leidt over het algemeen tot verandering van de waterkwaliteit. Bij een geringe aanpassing van het peil zal de kwaliteit niet of nauwelijks veranderen. Bij grotere peilverlaging zal sterkere mineralisatie optreden. Hierdoor zal het nutriëntenniveau in het oppervlaktewater in principe toenemen. Daar staat tegenover dat de buffering in de bodem groter wordt en minder voedingsstoffen direct zullen afspoelen.

Als peilaanpassing en verlaging wordt doorgevoerd ontstaat een geringere waterdiepte in de watergangen. Zeker als door achterstallig onderhoud veel slib in de watergangen aanwezig is kan dit de waterkwaliteit nadelig beïnvloeden. Het uitbaggeren en op de juiste afmetingen brengen van de watergangen zal deze nadelige invloeden voorkomen. Dit geldt voor de peilgebieden 105 (Lange Weide, beheersgebied en agrarisch gebied) en 131 (Negenviertel-Oost), waar peilaanpassing wordt voorgesteld. Het uitbaggeren van de primaire watergangen is opgenomen in de planning van het baggerprogramma. De onderhoudstoestand van de overige watergangen zal worden gecontroleerd in een op te zetten diepteschouw voor dit gebied.

Natuur en verdrogingsbestrijding

Langs de Enkele Wiericke ligt een strook met de functie agrarisch gebied met natuurwaarde. Deze strook valt in peilgebied Lange Weide (PG 105). In het vigerende peilbesluit waren voor het beheersgebied (hoog) en het agrarisch gebied (laag) verschillende peilen vastgesteld. Agrarische belanghebbenden hebben in 1995 bij de landinrichtingscommissie een verzoek ingediend voor één tussenliggend gecombineerd waterpeil voor het agrarische gebied en het beheersgebied, met als uitgangspunt een drooglegging van 0,60 meter. Dit verzoek is door een daartoe ingestelde begeleidingscommissie, waarin zowel de provincie, de landinrichtingscommissie, de agrariërs, de vereniging Lange Ruige Weide als het waterschap waren vertegenwoordigd, besproken en uitgewerkt. De aanbeveling van de commissie was om het verzoek van de agrariërs in de planuitwerking van de herinrichting op te nemen en een nieuw peilbesluit op te stellen. Dit voorstel wordt nu uitgewerkt.

In het kader van de herinrichting Driebruggen zijn twee zoekgebieden aangegeven voor natuurontwikkeling. Begrenzing van deze percelen heeft nog niet plaatsgevonden. Voor de in aanmerking komende gedeelten van de zoekgebieden binnen Lange Weide gaan we uit van het stand-still beginsel. Voorgesteld wordt de huidige situatie vast te stellen. Zodra de begrenzing is vastgesteld en streefbeelden voor de natuur zijn bepaald, kan onderzoek naar de gewenste peilen plaatsvinden. Als hierdoor wijzigingen moeten worden doorgevoerd ten aanzien van de voorgestelde peilen kan dit middels vergunningverlening worden uitgewerkt.

De Weijpoortsche Polder (PG 103) is aangegeven als ecologisch aandachtsgebied, waarbij het waterbeheer erop gericht moet zijn de bestaande aquatische waarden te behouden. In dit gebied wordt voorgesteld het peil ongewijzigd vast te stellen, zodat door dit besluit geen negatieve beïnvloeding zal ontstaan.

De in de Weijpoortse Polder gelegen Put van Broeckhoven heeft de functie natuur en is aangegeven op de verdrogingskaart van provincie Zuid Holland. Op de verdrogingskaart is aangegeven dat het probleem een combinatie van grondwaterstandsverlaging en inlaat van gebiedsvreemd water zou zijn. Een onderzoek naar de verdrogingsproblematiek is nog niet uitgevoerd. In de planning voor de verdrogingsbestrijding is de start van het onderzoek opgenomen voor 2002. Zoals boven omschreven wordt in dit peilbesluit de aanbeveling van de begeleidingscommissie uitgewerkt. De werken voor de waterhuishouding in het kader van de landinrichting zijn in 2000 uitgevoerd. De herziening van het peilbesluit voor Lange Weide waarin de wijzigingen voor de peilen worden vastgesteld, kan derhalve niet worden uitgesteld, tot het moment dat nader onderzoek voor de verdrogingsbestrijding is uitgevoerd. De Weijpoortsche Plas heeft een eigen peil en voor het omringende peilgebied van de Weijpoortsche Polder wordt voorgesteld het peil ongewijzigd vast te stellen, zodat door dit besluit geen negatieve beïnvloeding zal ontstaan. Als na het verdrogingsonderzoek maatregelen nodig zijn om de verdroging te bestrijden, die van invloed zijn op de waterpeieln dan kan dit middels vergunningverlening worden uitgewerkt.

Landbouw

In de Weijpoortsche Plder (PG 103) heeft, vanaf de vaststelling van het vigerende peilbesluit, nagenoeg geen maaivelddaling plaats gevonden. Het is aangegeven als ecologisch aandachtsgebied, waarbij het waterbeheer erop gericht moet zijn de bestaande aquatische waarden te behouden. In het laagste gebied bevindt zich een onderbemaling, waarvoor in 1996 door het waterschap vergunning is verleend. Hierdoor heeft het lage gebied minder invloed op de gemiddelde maaiveldhoogte. De gemiddelde drooglegging is 0,60 m. Voorgesteld wordt het peil ongewijzigd vast te stellen.

In Negenviertel-West (PG 130) is voor het grootste deel voldoende drooglegging (gemiddeld 0,60 m) aanwezig. Het lage gedeelte valt binnen het zoekgebied voor natuurontwikkeling. Voorgesteld wordt het peil ongewijzigd vast te stellen.

In Negenviertel-Oost (PG 131) is de drooglegging in de huidige situatie onvoldoende voor de agrarische functie. Voorgesteld wordt het peil aan te passen aan de maaivelddaling. Hierdoor ontstaat een gemiddelde drooglegging van 0,45 m. De landbouwkundige droogleggingsnorm is 0,60 m. Het huidige beleid ten aanzien van de veenweidegebieden is echter dat peilaanpassing tot hooguit de maaivelddaling zal plaatsvinden.

In peilgebied Lange Weide (PG 105) waren in het vigerende peilbesluit voor het beheersgebied en het agrarisch gebied verschillende peilen vastgesteld. Zoals boven omschreven bij Natuur, is afgesproken het verzoek van de agrariërs in de planuitwerking van de herinrichting op te nemen en in een nieuw peilbesluit uit te werken. Dit houdt in dat voor zowel het beheersgebied als het agrarisch gebied één peil wordt voorgesteld, uitgaande van een gemiddelde drooglegging van 0,60 m. Hierdoor ontstaat een droogleggingsverbetering van ca. 0,12 m. voor het hele gebied, ten opzichte van het huidige peil.

Peilgebied 104, gelegen ten noorden van de A12, tegen de Enkele Wiericke, maakt in de huidige situatie deel uit van het bovengenoemde agrarisch gebied (deel peilgebied 105). Momenteel wordt in dit gebied een peil gehandhaafd van NAP minus 2,40 m. Het gebied is in beeld als zoekgebied voor natuurontwikkeling. Er zijn al meerdere percelen bij het bureau beheer Landbouwgronden (B.B.L.) in eigendom. In dit deel van het gebied bevinden zich enkele gebouwen waarvoor (nog) geen hoogwatervoorzieningen zijn aangelegd, maar waarbij de schadeverwachting bij verdergaande peilverlaging niet duidelijk is. Voorgesteld wordt voor dit gebied het huidige peil van NAP minus 2,40 vast te stellen. Dit peil is in 2000 ingesteld op grond van het vigerende peilbesluit. De instelling van dit peil was noodzakelijk om de aangelegde kunstwerken in de landinrichting voor de hoogwaterzones Laageind, Kern Driebruggen en hoogeind te kunnen laten functioneren. Door dit peil wordt de opgetreden maaivelddaling gecompenseerd. Het gebied heeft een gemiddelde drooglegging van 0,48 m. Bij de begrenzing van de natuurontwikkeling ontstaat duidelijkheid over de definitieve inrichting van het gebied en de daarbij gewenste peilen.

Bebouwing

In Negenviertel-Oost (PG 131) wordt voorgesteld het peil aan te passen aan de maaivelddaling. Uit een verkennend bebouwingsonderzoek blijkt dat de schadekans aan bebouwing door deze peilaanpassing nihil is.

In peilgebied Lange Weide (PG1 105) vindt droogleggingsverbetering plaats. In het kader van de herinrichting Driebruggen zijn hoogwatervoorzieningen aangelegd, bestaande uit de zones Laageind, Kern Driebruggen en Hoogeind. Deze zones hebben ten doel de bebouwing en infrastructuur in het peilgebied veilig te stellen. In het vigerende peilbesluit was voor deze zones één peil vastgesteld. In dit peilbesluit wordt voorgesteld voor de Hoogwagerzones Laageind en Kern Driebruggen het peil ongewijzigd vast te stellen. Voor de Hoogwaterzone Hoogeind wordt voorgesteld het 0,03 m hoger liggende praktijkpeil van NAP minus 2,27 vast te stellen. Door belanghebbenden is na het instellen van de hoogwaterzones verzocht om een iets hoger peil. Het waterschap heeft in een periode ervaring opgedaan met een hoger afgestemd peil. Uiteindelijk blijkt in de praktijk het peil van NAP minus 2,27 te voldoen.

In peilgebied 104, dat in de huidige situatie onderdeel uitmaakt van peilgebied Lange Wiede (PG 105), zijn enkele gebouwen gelegen, waarbij de schadeverwachting bij een peilverlaging die verder gaat dan de opgetreden maaivelddaling nader in beeld moet worden gebracht. Omdat het gebied is aangewezen als zoekgebied voor natuurontwikkeling, waarbij al meerdere percelen bij B.B.L. in eigendom zijn, wordt vooreerst voorgesteld voor dit gebied het in 2000 ingestelde peil van NAP minus 2,40 vast te stellen. Dit sluit aan bij het vigerende peilbesluit. Met dit peil was de opgetreden maaivelddaling gecompenseerd. Verdergaande peilaanpassing, ook binnen het vorige peilbesluit, wordt achterwege gelaten, totdat de toekomstige functie is vastgesteld.

Peilafwijkingen

Afwijkende peilen liggen hoger of lager dan de vastgestelde peilen van de peilgebieden. Voorbeelden zijn stoepslootjes bij oude bebouwing (hoger peil) en onderbemalingen (lager peil). De afwijkende peilen zijn geïnventariseerd en weergegeven op de kaart die bij het peilbesluit hoort.

In de Weijpoortsche Polder (PG 103) komen afwijkende peilen voor. Het betreft het natuurgebied de Weijpoortsche Plas, waarin door de beheerder van het gebied een hoger gelegen peil wordt gehandhaafd dan het omliggende peilgebied. Daarnaast komen in dit peilgebied stoepsloten voor. Deze sloten in de omgeveing van de bebouwing langs de Oude Rijn, worden door particulieren op een hoger peil gehandhaafd.

Naast de afwijkende hogere peilen is er in de Weijpoortsche Polder ook een afwijkend peil door een onderbemaling. Voor deze onderbemaling is in 1996 door het waterschap vergunning verleend. In het kader van het peilbesluit is de vergunning getoetst aan het beleid van het waterschap. Tevens is de vergunning beoordeeld in het licht van de Nota Uitwerking Peilbeheer (de NUP) van provincie Zuid-Holland. De onderbemaling voldoet aan het huidige beleid van het waterschap. In de NUP wordt een zeer terughoudend beleid voor onderbemalingen voorgestaan maar wordt de mogelijkheid voor onderbemalingen niet uitgesloten. In het kader van der regulering zal dan ook opnieuw vergunning worden verleend, waarbij de duur van de vergunning wordt gekoppeld aan de duur van het peilbesluit.

Peilindexering

Peilindexering houdt in dat het peil in de periode tot de volgende herziening (doorgaans een periode van 10 jaar), tussentijds wordt aangepast aan de optredende maaivelddaling. Hiervoor geldt wel dat de maaivelddaling moet worden berekend aan de hand van representatieve maaiveldmetingen. Metingen die genomen zijn vóór 1980 mogen daar niet voor worden gebruikt. Hierdoor kan voor dit peilbesluit geen peilindexering worden toegepast.

Kaart peilbesluit Lange Weide 2003.pdf