Regeling vervallen per 01-01-2007

Stimuleringsregeling afkoppelen 2002-2007

Geldend van 01-08-2002 t/m 31-12-2006

Intitulé

Stimuleringsregeling afkoppelen 2002-2007

Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

op het voorstel van het dagelijks bestuur d.d. 18 maart 2002 met nr. WB/02.052,

Besluit:

de Stimuleringsregeling afkoppelen 2002-2007 vast te stellen, als volgt:

Inhoud

Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt met de volgende begrippen bedoeld:

  • a.

    waterschap: het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden;

  • b.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur van het waterschap;

  • c.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het waterschap;

  • d.

    gemeente: de gemeente waartoe het gebied behoort waar afkoppelen gaat plaatsvinden;

  • e.

    rwzi: rioolwaterzuiveringsinrichting;

  • f.

    afkoppelen: het aanpassen van de afvoer van regenwater van verhard oppervlak zodat dit niet meer direct of indirect op een rwzi geloosd wordt;

  • g.

    afkoppelplan: een door of in opdracht van een gemeente opgesteld plan, dat beschrijft wat de mogelijkheden van afkoppelen zijn binnen het bebouwde gebied van de gemeente, alsmede welke gebieden de gemeente gaat afkoppelen, op welke manier en wanneer;

  • h.

    onverdachte oppervlakken: schoon verhard oppervlak waarvan naar het oordeel van het waterschap verwacht mag worden dat het afstromende regenwater niet verontreinigd is of kan worden;

  • i.

    projectgebied: een gebied waar een project wordt uitgevoerd en waarbinnen afgekoppeld wordt;

  • j.

    regeling: deze stimuleringsregeling;

  • k.

    subsidie: financiële middelen die door het waterschap in het kader van deze regeling beschikbaar worden gesteld;

  • l.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1. Deze regeling is in beginsel alleen van toepassing op het daadwerkelijk afkoppelen van verharde oppervlakken.

  • 2. Afkoppelen komt alleen voor subsidie in aanmerking als deze vooraf door de opdrachtgever (gemeente of andere rechtspersoon) wordt aangevraagd.

  • 3. Subsidie wordt verleend per projectgebied, d.w.z. een (aaneengesloten) gebied waar een project wordt uitgevoerd; voor dit gebied mag in het kader van deze regeling niet eerder subsidie zijn verleend.

  • 4. Afkoppelen wordt alleen financieel door het waterschap ondersteund als tenminste 75 % van het regenwater dat op het onverdachte oppervlak van het betreffende projectgebied terechtkomt niet meer op een rwzi wordt geloosd.

Artikel 3 Omvang subsidie

  • 1. Per m2 afgekoppeld oppervlak stelt het waterschap maximaal € 2,50 ter beschikking.

  • 2. De bijdrage is nooit hoger dan 50 % van de daadwerkelijk gemaakte (extra) kosten voor het afkoppelen.

  • 3. Als afgekoppeld wordt om aan andere verplichtingen te voldoen (bijvoorbeeld voldoen aan de basisinspanning), kan het dagelijks bestuur besluiten een lager subsidiebedrag vast te stellen.

  • 4. Indien minder dan 100 % van het regenwater van het onverdachte oppervlak in het betreffende projectgebied wordt afgekoppeld, wordt het subsidiebedrag evenredig aangepast (wanneer minder dan 75 % van het regenwater wordt afgekoppeld vervalt het recht op een bijdrage, zie artikel 2).

  • 5. Gedurende de looptijd (2002 t/m 2007) wordt voor deze regeling jaarlijks door het waterschap een maximum bedrag beschikbaar gesteld; in 2002 is dit: €106.000,--, in 2003: €138.000,--, in 2004: €170.000,--, in 2005 en 2006: €270.000,-- en in 2007: €300.000,--.

  • 6. Wanneer meer subsidie wordt aangevraagd dan in enig jaar beschikbaar is worden de laatst aangevraagde subsidies niet toegekend of -in overleg met de aanvrager(s)- doorgeschoven naar een volgend jaar.

  • 7. Wanneer minder subsidie wordt aangevraagd dan in enig jaar beschikbaar is wordt het resterende bedrag toegevoegd aan het bedrag dat in het daarop volgende jaar beschikbaar wordt gesteld; na afloop van het laatste jaar vervalt een eventueel resterend bedrag.

Subsidieaanvraag en -toewijzing

Artikel 4 Aanvraag tot toewijzen van subsidie

  • 1. Subsidie wordt alleen op aanvraag toegewezen.

  • 2. De subsidie wordt aangevraagd bij het dagelijks bestuur van het waterschap.

  • 3. De aanvraag voor subsidie moet uiterlijk 1 oktober zijn ingediend om een beroep te kunnen doen op de in dat kalenderjaar beschikbare subsidiegelden.

  • 4. Indien een aanvraag wel tijdig, maar onvolledig is ingediend, geeft het waterschap de aanvrager de gelegenheid de aanvraag aan te vullen binnen een vooraf door het dagelijks bestuur vastgestelde termijn; de dag waarop de aanvulling is ontvangen geldt dan als datum van aanvraag.

Artikel 5 Gegevens nodig voor de subsidieaanvraag

  • 1. Bij de aanvraag dienen tenminste de volgende gegevens te worden verstrekt:

    • a.

      naam (eventueel ook contactpersoon) en (post)adres van de aanvrager;

    • b.

      voor welk projectgebied subsidie wordt aangevraagd; het gebied wordt op een kaart duidelijk aangegeven; wanneer door de gemeente een afkoppelplan is opgesteld wordt hier naar verwezen;

    • c.

      een opgave van de gedeelten binnen het projectgebied met bijbehorende oppervlakten die afgekoppeld gaan worden en de planning daarvan;

    • d.

      een opgave van de gedeelten binnen het projectgebied met bijbehorende oppervlakten die niet afgekoppeld gaan worden en de motivatie waarom deze niet afgekoppeld worden;

    • e.

      een zo nauwkeurig mogelijke schatting van de te maken kosten voor het afkoppelen, waar mogelijk onderbouwd met offertes van adviesbureaus;

    • f.

      het dagelijks bestuur kan aanvullende gegevens vragen die nodig zijn voor het toewijzen van de subsidie.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1. Subsidie wordt niet toegewezen als het in artikel 3, lid 5 genoemde maximum, eventueel verhoogd met een in eerdere jaren niet uitgekeerd bedrag, wordt overschreden; in overleg met de gemeente kan de subsidieaanvraag aangehouden worden om in een volgend kalenderjaar behandeld te worden.

  • 2. De subsidie wordt niet toegewezen indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

    • a.

      het afkoppelen niet of niet binnen de in de aanvraag aangegeven termijn zal zijn uitgevoerd;

    • b.

      de aanvrager niet of niet geheel voldoet of zal voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de regeling;

    • c.

      de aanvrager onvoldoende verantwoording aflegt over de in het kader van deze regeling verrichte of te verrichten activiteiten voor zover deze voor de toewijzing van de subsidie van belang zijn; hetzelfde geldt voor de financiële verantwoording.

  • 3. De subsidietoewijzing kan ook worden geweigerd als de aanvrager bij de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt die tot een onjuiste beschikking kunnen leiden.

Artikel 7 Beslistermijn

Het dagelijks bestuur beslist op de aanvraag van de vereniging binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag of aanvulling daarop.

Artikel 8 Beschikking

  • 1. In de beschikking maakt het dagelijks bestuur bekend welk besluit naar aanleiding van de aanvraag is genomen.

  • 2. De beschikking bevat een duidelijke omschrijving van de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt toegewezen.

  • 3. De beschikking vermeldt het bedrag dat ten hoogste wordt uitgekeerd, alsmede de wijze waarop dit is berekend.

  • 4. In de beschikking staan de verplichtingen vermeld waaraan de subsidieontvanger moet voldoen; hiertoe behoren in ieder geval:

    • a.

      de termijn waarbinnen het afkoppelen moet zijn gerealiseerd; bij overschrijding van deze termijn kan het dagelijks bestuur besluiten de subsidie vast te stellen op nihil of een lager bedrag dan toegewezen;

    • b.

      het voeren van een inzichtelijke en betrouwbare administratie;

    • c.

      de wijze en frequentie waarop rapportage dient plaats te vinden;

    • d.

      het opstellen van een eindrapportage waarin alle daadwerkelijk verrichte werkzaamheden worden genoemd; deze eindrapportage dient tevens het overzicht van daadwerkelijk gemaakte kosten te bevatten ter verantwoording van de verrichte werkzaamheden en daaraan verbonden inkomsten en uitgaven; eerder verstrekte gegevens kunnen onderdeel uitmaken van deze rapportage.

  • 5. In de beschikking kan het dagelijks bestuur nadere uitvoeringsvoorschriften geven.

Subsidievaststelling

Artikel 9 Aanvraag tot vaststelling en uitbetaling van de subsidie

  • 1. De aanvrager dient binnen 2 maanden na afloop van de termijn (artikel 8, lid 4, sub a) waarbinnen het afkoppelen moet zijn gerealiseerd een aanvraag in voor het vaststellen van de subsidie.

  • 2. Bij deze aanvraag worden ten minste de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een rapportage zoals genoemd in artikel 8, lid 4 onder d;

    • b.

      de wijze waarop aan de overige verplichtingen in het kader van de subsidie is voldaan;

  • 3. Het dagelijks bestuur kan nadere gegevens vragen.

  • 4. De aanvraag dient tevens als verzoek om uitbetaling van de subsidie.

Artikel 10 Beslistermijn

Het dagelijks bestuur beslist op de aanvraag binnen 8 weken na ontvangst van de aanvraag of aanvulling daarop.

Artikel 11 Beschikking tot subsidievaststelling

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt het bedrag van de subsidie in beginsel in overeenstemming met de beschikking tot subsidietoewijzing vast.

  • 2. De subsidie kan door het dagelijks bestuur lager worden vastgesteld indien:

    • a.

      de activiteiten waarvoor subsidie is toegewezen niet of niet geheel hebben plaatsgevonden;

    • b.

      aanvrager niet of niet geheel heeft voldaan aan alle verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn;

    • c.

      onjuiste gegevens bij de aanvraag zijn verstrekt die tot toewijzing van een te hoog maximaal subsidiebedrag hebben geleid;

    • d.

      de subsidieverlening om andere redenen niet of slechts gedeeltelijk terecht was en de aanvrager dit wist, of kon of behoorde te weten.

Artikel 12 Intrekking en wijziging

Het dagelijks bestuur kan de subsidietoewijzing intrekken en wijzigen. Hierbij is afdeling 4.2.6. van de Awb van toepassing.

Artikel 13 Betaling

  • 1. De aanvraag om de subsidie vast te stellen dient tevens een verzoek om uitbetaling te bevatten.

  • 2. Het subsidiebedrag wordt binnen 8 weken na de subsidievaststelling betaald.

Artikel 14 Rapportage

Het dagelijks bestuur rapporteert in het kader van de jaarrekening aan het algemeen bestuur over de verstrekte subsidies.

Slotbepalingen

Artikel 15 Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 16 Terugvordering

In gevallen waarin blijkt dat vaststelling en uitbetaling van subsidie onterecht zijn gebleken, stelt het dagelijks bestuur de aanvrager daarvan op de hoogte; als de aanvrager dit niet kan weerleggen is deze verplicht het te veel ontvangen bedrag terug te betalen.

Artikel 17 Geldigheidsduur

Deze regeling treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking; de regeling is geldig tot en met 2006; het dagelijks bestuur kan de regeling voortijdig intrekken indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.

Artikel 18 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als 'Stimuleringsregeling Afkoppelen 2002-2007 Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden'.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 12 juni 2002.

ir. D. Vergunst, voorzitter.

mr. D. Wijtmans, secretaris.

Toelichting op de regeling

1. Algemeen

Het waterschap wil het afkoppelen van verhard oppervlak stimuleren, omdat daardoor minder relatief schoon regenwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinrichtingen. De rwzi's worden dan lager en regelmatiger belast. Daardoor zal het effluent minder vuil lozen op oppervlaktewater. Daarnaast is uitbreiding van zuiveringsinrichtingens minder snel nodig.

Deze regeling heeft als doel met name gemeenten te stimuleren (schone) verharde oppervlakken die nu nog via (gemengde) rioolstelsels lozen op rwzi's af te koppelen. Dit kan door het rechtstreeks of via schoonwaterriolen lozen op oppervlaktewater. Maar de beste optie is infiltratie. In dit laatste geval moet dit uiteraard wel technisch mogelijk zijn. De kostenfactor is vaak een drempel om tot afkoppelen over te gaan. Het waterschap wil door deze regeling de drempel verlagen.

De regeling geldt voor een periode van 6 kalenderjaren en eindigt in 2007.

De subsidievaststelling verloopt in 2 stappen: eerst wordt de subsidie aangevraagd en toegewezen op basis van plannen. Na uitvoering stelt het waterschap het uiteindelijk te betalen bedrag vast op basis van de daadwerkelijk uitgevoerde werkzaamheden.

2. Artikelsgewijze toelichting

Een aantal artikelen uit de regeling wordt toegelicht. De artikelen die niet toegelicht worden spreken voor zich.

Artikel 2 Voorwaarden

De regeling is bedoeld voor afkoppelen in bestaande situaties. Niet aankoppelen, bijvoorbeeld bij nieuwbouw, ziet het waterschap als een maatschappelijke verplichting waar alleen bij hoge uitzondering (bijvoorbeeld infiltratie of lozing op oppervlaktewater is onmogelijk of onevenredig duur) van mag worden afgeweken. In voorkomende gevallen kan het dagelijks bestuur besluiten van deze regeling gebruik te maken als daarmee aankoppelen voorkomen kan worden.

Afkoppelen heeft alleen zin als het om schoon regenwater gaat. Hemelwater van verdachte terreingedeelten moet dus via vuilwaterriolen worden geloosd. Per situatie moet dit bekeken worden. Bedrijfsterreinen, parkeerplaatsen voor vrachtwagens en wegen zijn al gauw 'verdacht', daken en parkeerplaatsen (voor personenauto's en waar geen auto's gewassen worden) worden juist niet. De vergunningverlenende instantie (waterschap bij lozing op oppervlaktewater, WM-gezag bij infiltratie) beslist hierover.

Subsidie kan worden aangevraagd en wordt verleend voor het afkoppelen binnen een projectgebied, d.w.z. een aaneengesloten gebied met duidelijk afgebakende, logische grenzen.

Als niet al het schone regenwater van het betreffende oppervlak wordt afgekoppeld, vermindert het effect van het afkoppelen. Daarom wil het waterschap alleen financieel ondersteunen als minimaal 75 % van het onverdachte deel van het projectgebied niet meer op een rwzi wordt geloosd.

Artikel 3 Omvang subsidie

Het waterschap stelt € 2,50 per m2 afgekoppeld oppervlak ter beschikking, maar vergoedt nooit méér dan 50 % van de daadwerkelijk gemaakte (extra) kosten voor het afkoppelen. Als minder dan 100 % van het regenwater in het onverdachte gedeelte wordt afgekoppeld, vermindert het waterschap het subsidiebedrag evenredig. Wanneer minder dan 75 % wordt afgekoppeld verliest de aanvrager het recht op subsidie. Als de kosten naar de mening van het dagelijks bestuur ook zouden zijn gemaakt als niet zou zijn afgekoppeld, kan het dagelijks bestuur besluiten minder of niet te subsidiëren.

Het waterschap stelt jaarlijks een maximum bedrag beschikbaar. Een eventueel niet uitgekeerd bedrag blijft voor het volgende jaar beschikbaar. Bij overtekening van dat bedrag (eventueel aangevuld met een overschot van het jaar daarvoor), worden subsidies niet toegewezen. Met de aanvrager kan dan afgesproken worden de aanvraag aan te houden voor een volgend subsidiejaar, uiteraard voor zover er nog geld beschikbaar is.

Na afloop van de regeling (1 januari 2008) evalueert het dagelijks bestuur het effect daarvan. Als nog niet al het gereserveerde geld is uitbetaald of gereserveerd beslist het dagelijks bestuur over de aanwending daarvan.

["1 januari 2008" moet zijn "1 januari 2007"]

Subsidieaanvraag en -toewijzing

Het waterschap moet van de aanvrager voldoende gegevens krijgen om het juiste subsidiebedrag te kunnen vaststellen. Bovendien moet het dagelijks bestuur kunnen beoordelen of de subsidie op de juiste wijze zal worden besteed.

Op basis van de aanvraag neemt het dagelijks bestuur een besluit, waarin het maximale bedrag wordt vermeld dat kan worden toegewezen. In dit besluit worden ook de voorwaarden vastgesteld waaraan moet worden voldaan om voor uitbetaling in aanmerking te komen. Belangrijk hierbij zijn tenminste een goede administratie en een duidelijke rapportage.

Subsidievaststelling

De subsidietoewijzing (artikel 2) is uitgangspunt bij de vaststelling van de subsidie. Er kan een lager bedrag worden vastgesteld om in artikel 11, lid 2 genoemde redenen.

De aanvrager vraagt na voltooiing van de werkzaamheden om de subsidie vast te stellen en uit te betalen. Dit moet wel tijdig gebeuren (binnen 2 maanden na afloop van de in artikel 8, lid 8, lid 4 sub a vermelde termijn. Hierbij worden de daadwerkelijk afgekoppelde oppervlakken opgegeven. Als is afgeweken van het plan waarop het besluit tot subsidietoewijzing is genomen, dan wordt dit helder aangegeven en toegelicht.

Het dagelijks bestuur stelt op basis van deze aanvraag het subsidiebedrag vast, dat nooit hoger kan zijn dan het in de aanvraag voor subsidieverlening gevraagde bedrag of het in artikel 3 vermelde maximum. Als het dagelijks bestuur besluit de subsidie lager vast te stellen dan was toegewezen, dan wordt dit uiteraard gemotiveerd.