Besluit van het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier houdende regels omtrent mandaat (Mandaatregeling Alliantie Markermeerdijken 2016)

Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier houdende regels omtrent mandaat (Mandaatregeling Alliantie Markermeerdijken 2016)

[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke bekendmaking is op 31 maart 2016 is beschikbaar via Waterschapsblad 2016, 2380, de regeling is gewijzigd op 22 november 2016, waarvan de bekendmaking heeft plaatsgevonden op 5 december 2016, beschikbaar via Waterschapsblad 2016, 9686, voor deze wijziging is op 12-01-2017 een aanvulling bekendgemaakt, beschikbaar via Waterschapsblad 2017, 271.]

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier;

gelezen het voorstel van 11 maart 2016 met registratienummer 16.12061;

BESLUIT:

  • 1.

    Aan het door de directie van het hoogheemraadschap benoemde lid van het alliantiemanagementteam Markermeerdijken - hierna: de mandaathouder - de in onderdeel 1 genoemde bevoegdheden te mandateren;

  • 2.

    dit mandaatbesluit de naam Mandaatregeling Alliantie Markermeerdijken 2016 te geven en te bepalen dat de regeling in werking treedt op de eerste dag na datum van bekendmaking van dit besluit;

  • 3.

    de mandaathouder op te dragen om na afloop van elk kwartaal verantwoording af te leggen aan het college over de wijze waarop hij invulling heeft gegeven aan zijn mandaat;

  • 4.

    de Mandaatregeling Alliantie Markermeerdijken 2016 in september 2016 te evalueren op de aspecten effectiviteit, noodzakelijke aanvullingen of inperkingen en de wisselwerking met de aan de secretaris-directeur gemandateerde gelijksoortige bevoegdheden.

1. De aan de mandaathouder gemandateerde bevoegdheden

De aan de mandaathouder gemandateerde bevoegdheden

Nr.

Bevoegdheid

voorwaarden/beperkingen/bijzonderheden1

1

Bestuursrechtelijke procedures: het instellen en voeren van bestuursrechtelijke bezwaar- en beroepsprocedures

1. Deze bevoegdheid is in de voorbereidingsfase en de besluitvormende fase beperkt tot besluiten van de bevoegde gezagen over het namens het hoogheemraadschap aanvragen van de voor de uitvoering van het projectplan Versterking Markermeerdijken vereiste vergunningen en ontheffingen en de in dat verband verschuldigde leges en rechten.

2. In de besluitvormende fase geldt deze voor de bevoegdheid tevens het namens het hoogheemraadschap voeren van beroepsprocedures, tegen besluiten die het kunnen uitvoeren van dit projectplan vertragen of blokkeren.

2

Burgerrechtelijke procedures: aangaan en voeren van burgerrechtelijke rechtsgedingen

Deze bevoegdheid is beperkt tot niet-bestuursrechtelijke besluiten en handelingen van derden die het kunnen uitvoeren van dit projectplan vertragen of blokkeren.

3

Aansprakelijkheidsstelling: het aansprakelijk stellen van derden voor schade aan eigendommen, rechten of belangen van het hoogheemraadschap

Deze bevoegdheid is beperkt tot eigendommen, rechten of belangen van het hoogheemraadschap voor zover deze door het hoogheemraadschap zijn ingebracht in het project of enig onderdeel zijn van de Markermeerdijken en aanhorigheden.

4

Aansprakelijkheid hoogheemraadschap: het beslissen op aansprakelijkheidsstellingen en verzoeken van derden om schadevergoeding voor bij het voorbereiden en uitvoeren van het project toegebrachte schade aan hun zaken en rechten

Het mandaat geldt uitsluitend voor tijdens de werkzaamheden door de alliantie toegebrachte schade, voor zover toe te rekenen aan het hoogheemraadschap. Het mandaat geldt niet voor verzoeken om nadeelcompensatie, planschade en andere verzoeken waarvoor in de tweede tranche van dit mandaatbesluit een bijzondere procedure zal worden getroffen.

5

Vergoeding van schade aan persoonlijke eigendommen: beslissen op verzoeken van gedetacheerde personeelsleden van het hoogheemraadschap om vergoeding van schade ontstaan bij of als gevolg van hun taakuitoefening binnen de alliantie, waarvoor het hoogheemraadschap niet wettelijk aansprakelijk is

Voor dit mandaat gelden niet de beperkingen, zoals opgenomen in mandaatnummer 10 Mandaatregeling HHNK 2012.

6

Klachtenbehandeling: het beslissen op klachten ingediend tegen een binnen de alliantie werkzame medewerker van HHNK, niet zijnde de mandaathouder.

1. Deze bevoegdheid is beperkt tot de klachten die de alliantie ontvangt over gedragingen en handelingen van een medewerker die het hoogheemraadschap aan de alliantie heeft uitgeleend.

2. De afhandeling van een klacht tegen een van de vijf personen die de directie van het hoogheemraadschap heeft benoemd tot lid van het oorspronkelijk dialoogteam, berust bij het bestuursorgaan.

7a

Grondtransacties: aankoop, verkoop en ruiling van grond

Het mandaat is slechts van toepassing op gronden die vallen binnen het ruimtebeslag van de dijkver-sterking, zoals dat in het projectplan is begrensd.Het mandaat is beperkt tot transacties van onbebouwde grond passend binnen het eigendommenbeleidvan het hoogheemraadschap, waarbij de aankoopprijs, verkoopprijs of bij een ruiling de toegift nietmeer bedraagt dan € 150.000,- in totaal

7b

Beperkte rechten: vestiging, verlenging, wijziging en opheffing van beperkte rechten (opstal, erfpacht, e.d.)

Het mandaat is slechts van toepassing op gronden die vallen binnen het ruimtebeslag van de dijkversterking, zoals dat in het projectplan is begrensd.

Het mandaat is beperkt tot vestiging, verlenging, wijziging en opheffing van beperkte rechten passend binnen het eigendommenbeleid van het hoogheemraadschap.

7c

Gebruiks- en genotsrechten: verhuring, verpachting, ingebruikgeving e.d. van gronden alsmede verhuring van visrecht, jachtrecht e.d.

Het mandaat is van toepassing op gronden die vallen binnen het ruimtebeslag van de dijkversterking, zoals dat in het projectplan is begrensd. Voor zover sprake is van tijdelijke gebruiks- en genotsrechten is het mandaat ook van toepassing op gronden die vallen buiten het ruimtebeslag van de dijkversterking, voor zover benodigd in het kader van de versterking Markermeerdijken.

Het mandaat geldt zowel voor door als aan het hoogheemraadschap verleende gebruiks- en genotsrechten.

7d

Gedoogplichten: het opleggen van gedoogplichten op grond van artikel 10.17 Omgevingswet

Het mandaat is slechts van toepassing voor zover benodigd in het kader van de versterking Markermeerdijken.

Voor zover er sprake is van het opleggen van een permanente gedoogplicht, vereist het besluit van de mandaathouder de voorafgaande schriftelijke instemming van het afdelingshoofd VHIJG.

8

Openbaarheid: het nemen van beslissingen in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur of, nainwerkingtreding daarvan, de Wet Open Overheid.

Deze bevoegdheid omvat het voorbereiden en nemen van besluiten n.a.v. verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, met de verplichting terstond de Wob-coördinator van HHNK over het verzoek te informeren.

9

Taak- en functie-inhoud van de door HHNK aan de alliantie uitgeleende medewerkers: het vaststellen en wijzigen van de taak- en functie-inhoud binnen afdelingen

1. Deze bevoegdheid is beperkt voor zover en voor zo lang de medewerker rechtstreeks werkzaam is onder het gezag van de alliantie.

2. De door de mandaathouder vast te stellen taak- en functie-inhoud wordt eerst van kracht nadat de secretaris-directeur van het hoogheemraadschap het op grond van art. 25 Wet op de ondernemingsraden [WOR] bij de Ondernemingsraad HHNK ingewonnen advies aan de mandaathouder bekend heeft gemaakt.

10

Secundaire arbeidsvoorwaarden: het nemen van beslissingen in het kader van secundaire arbeidsvoorwaardenregelingen

1. Het mandaat betreft beslissingen in het kader van de uitvoering van secundaire arbeidsvoorwaardenregelingen, zoals opgesomd in mandaatnummer 33, kolom 4, Mandaatregeling HHNK 2012.

2. De door de mandaathouder vast te stellen arbeidsvoorwaarden worden eerst van kracht nadat de secretaris-directeur van het hoogheemraadschap hem kenbaar heeft gemaakt dat Ondernemingsraad HHNK, gelet op art. 27 WOR, heeft ingestemd met de aan haar voor advies voorgelegde ontwerpregeling.

11

Verkeersbesluiten te land: het, krachtens het door college van hoofdingelanden vast te stellen projectplan Versterking Markermeerdijken, nemen van besluiten tot het plaatsen of verwijderen van verkeersborden of verkeerstekens en het treffen of verwijderen van verkeers- of inrichtingsmaatregelen of voorzieningen ter regeling van het verkeer

Deze bevoegdheid is beperkt tot wegen die in beheer zijn van het hoogheemraadschap en die in het projectplan staan beschreven of aangegeven. Langdurige afsluitingen waarvoor een verkeersbesluit wettelijk is vereist, zullen in ieder geval gaan gelden voor de weg onderlangs de binnenberm van de dijk Hoorn – Edam – Amsterdam. Het primaire beginselbesluit neemt het hoogheemraadschap gelijktijdig met het vaststellen van het projectplan Versterking Markermeerdijken.

12

Verkeersbesluiten te water: het, krachtens het door college van hoofdingelanden vast te stellen projectplan Versterking Markermeerdijken, nemen van besluiten tot het plaatsen of verwijderen van verkeerstekens voor het scheepvaartverkeer of tot een bekendmaking met dezelfde strekking

Deze bevoegdheid is beperkt tot vaarwegen die in beheer zijn van het hoogheemraadschap en die in het projectplan staan beschreven of aangegeven. Het primaire beginselbesluit neemt het hoogheemraadschap gelijktijdig met het vaststellen van het projectplan Versterking Markermeerdijken.

13

Tijdelijke verkeersmaatregelen te land en te water: het plaatsen van verkeerstekens of treffen van maatregelen voor het (scheepvaart)verkeer in verband met de uitvoering van werken, dreigend gevaar of andere dringende omstandigheden

Deze bevoegdheid is beperkt tot (vaar)wegen die in beheer zijn van het hoogheemraadschap en die in het projectplan zijn gelegen.

14

Verzekeringen: Besluiten tot het aangaan, verlengen en opzeggen van verzekeringen

1. Deze bevoegdheid is beperkt tot die verzekeringen die naar het oordeel van het alliantiemanagementteam noodzakelijk zijn in aanvulling op of ter vervanging van die uit de verzekeringsportefeuille van het hoogheemraadschap zelf.

2. De mandaathouder neemt het betreffende besluit gehoord de specialist van de afdeling Financiën, Control & Belastingen.

15

Algemeen uitvoeringsmandaat: het nemen van beslissingen ter realisatie van de taken van het hoogheemraadschap, voor zover elders in deze regeling anders niet is geregeld.

Dit mandaat betreft een algemeen uitvoeringsmandaat aan het alliantiemanagementteamlid namens HHNK tot het uitoefenen van uitvoerende bevoegdheden uitsluitend ter voorbereiding en uitvoering van het projectplan Versterking Markermeerdijken. Hiertoe behoort het:

a. aangaan van overeenkomsten, met inachtneming van het door het alliantiemanagementteam vastgestelde inkoopproces waarbij de algemene voorwaarden van HHNK en private partner in fase 1 gestand gedaan worden c.a.;

b. houden van aanbestedingen, met inachtneming van het door het alliantiemanagementteam vastgestelde inkoop- en aanbestedingsproces c.a.;

c. gunnen of opdragen van werkzaamheden, met inachtneming van het door het alliantiemanagementteam vastgestelde inkoop- en aanbestedingsproces;

d. inzetten van het door het hoogheemraadschap bij de alliantie gedetacheerde HHNK-medewerkers en het gebruiken van het aan haar in bruikleen gegeven of verhuurd materieel;

e. beantwoorden van brieven;

f. verstrekken van informatie;

g. aanvragen van vergunningen en uitvoeringsbesluiten, voor zover benodigd voor het kunnen uitvoeren van het projectplan Versterking Markermeerdijken;

h. aangaan van financiële verplichtingen binnen het projectbudget tot een maximum van € 100 miljoen per betaling;

i. accepteren van opgeleverde producten.

16

Budgetbeheer

De mandaathouder is bevoegd uitvoeringsbesluiten te nemen en –regelingen vast te stellen voor het slagvaardig kunnen voorbereiden en uitvoeren van het projectplan Versterking Markermeerdijken vastgestelde budget beheer. Zowel de Kadernota Budgetbeheer als het Statuut Budgetbeheer strekken het alliantiemanagementteam tot aanbeveling bij het vaststellen van dit budgetbeheer.

17a

Nadeelcompensatie: beslissen op een verzoek om nadeelcompensatie als bedoeld in artikel 4:126,eerste lid, Awb .

Het mandaat is beperkt tot gevallen waarvoor op grond van artikel 8 van de 'Verordening nadeelcompensatie 2015' geen advies hoeft te worden ingewonnen.

De mandaathouder:

1. is uitsluitend bevoegd kennis te nemen van:

a. een verzoek dat het gevolg is van de rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid in het kader van de versterking Markermeerdijken en

b. geen hogere waarde vertegenwoordigt dan € 10.000;

2. laat zich voorafgaand aan het nemen van zijn besluit schriftelijk adviseren door een team medewerkers dat de instemming heeft van dijkgraaf en hoogheemraden;

draagt de afdoening van het verzoek over aan dijkgraaf en hoogheemraden indien verzoeker aangeeft zich ten principale niet te kunnen verenigen met het aan hem kenbaar gemaakte advies van het team.

2. Nota van toelichting

2.1 Algemeen deel

2.1.1 Oprichten alliantie vraagt een eigen regeling

Kenmerkend voor deze samenwerking is dat de standaardrelatie opdrachtgever (lees: HHNK) – opdrachtnemer (lees: het consortium) is vervangen door een samenwerkingsverband tussen gelijkwaardige partners. De consequentie hiervan is dat noch de bestuursorganen, noch de directieleden van het hoogheemraadschap opdrachten of instructies kunnen geven aan de medewerkers die HHNK in dat samenwerkingsverband heeft geattacheerd. De invloed, zeggenschap en verantwoordelijkheden van HHNK zijn begrensd door datgene dat HHNK met het consortium overeenkwam en is neergelegd in hun alliantie-overeenkomst Markermeerdijken. Om dat samenwerkingsverband slagvaardig en zo onafhankelijk mogelijk te kunnen laten werken aan zowel het voorbereiden als aan het uitvoeren van de dijkversterkingsplannen, is het noodzakelijk dat de alliantie wordt bekleed met diverse bevoegdheden die normaliter bij zo'n project door het hoogheemraadschap worden uitgevoerd. Omdat het consortium van de deelnemende marktpartijen en het hoogheemraadschap gelijkwaardige partners zijn kan het hoogheemraadschap niet bepalen dat zijn regelingen, besluiten en beleidsregels één op één van overeenkomstige toepassing zijn. Daarnaast verzet het alliantiemodel zich er tegen dat de op rechtsgevolgen gerichte besluiten en handelingen van de alliantiemanagers eerst rechtskracht krijgen na een besluit van het college van dijkgraaf en hoogheemraden of van een in mandaat door de secretaris-directeur of andere mandaathouder genomen besluit. Daarom hebben dijkgraaf en hoogheemraden besloten om in de vorm van de Mandaatregeling Alliantie Markermeerdijken 2016 een uitgebalanceerd pakket aan mandaten te geven aan het lid van het Alliantiemanagementteam dat de directie van het hoogheemraadschap heeft benoemd. Om de medewerkers van HHNK die in alliantieverband aan het project (gaan) werken optimaal te kunnen inzetten, is het noodzakelijk dat de inhoud van deze mandaten zijn afgestemd op de specifieke omstandigheden van deze omvangrijke dijkversterking, die zich ook nog eens uitstrekt over een projectgebied van ruim dertig kilometer.

 

De eerste tranche van het Mandaatbesluit is in werking getreden op 23 maart 2016. Bij de eerste tranche ging het om bevoegdheden en verantwoordelijkheden die voornamelijk zagen op interne werkwijzen en procedures. De nieuwe mandaten hebben betrekking op bevoegdheden van HHNK in de omgang met natuurlijke en rechtspersonen, de 'buitenwereld'. Daarmee hebben deze besluiten externe werking. Door die externe werking is de burgerlijke of de bestuursrechter bevoegd de in mandaat genomen besluiten te toetsen als een belanghebbende er zich niet mee kan verenigen. Bij deze rechterlijke toetsing is en blijft het hoogheemraadschap te allen tijde de procespartij. De alliantie kan deze positie nimmer overnemen omdat de oprichters haar geen rechtspersoonlijkheid hebben gegeven. Dit brengt met zich mee dat het in mandaat genomen besluit aangeeft dat het is genomen namens het college.

 

De bevoegdheden in de voorliggende mandaten zijn grotendeels gelijk aan het mandaat dat D&H heeft gegeven aan de directie, afdelingshoofden of soortgelijke programma's. Alleen daar waar de specifieke projectomstandigheden dat vereisen, krijgt het betreffend mandaat een aangepaste inhoud.

2.1.2 De bedrijfsvoering van de alliantie Markermeerdijken

Betrof het de gelijkwaardige samenwerking met een andere overheid, dan had het aangaan van een samenwerking door de Wet gemeenschappelijke regelingen [hierna: WGR] voor de hand gelegen. Vanwege het gegeven dat de in het projectgebied van de dijkversterking woonachtige bewoners, gevestigde bedrijven en daar actieve belangenorganisaties in de komende tijd op allerlei wijzen in aanraking zullen komen met de activiteiten, zouden HHNK en zijn partners zeer waarschijnlijk over zijn gegaan tot het oprichten van een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam, zoals de WGR dat mogelijk maakt. Aan dat lichaam had HHNK de betreffende taak in al zijn onderdelen overgedragen. Het bestuur van dat lichaam – waarin de deelnemende overheden zijn vertegenwoordigd – had voor zijn bedrijfsvoering en het door hem aan het rechtsverkeer kunnen deelnemen de benodigde regelingen opgesteld: voor het budgetbeheer tot het sluiten van verzekeringen, van het in rechte optreden tot het voeren van beroepsprocedures. Een recent voorbeeld van een zo'n rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam zijn de Regionale uitvoeringsdiensten die voor gemeenten en provincie diverse milieuwetten zelfstandig uitvoeren. In de aanloop naar het oprichten van de Alliantie Markermeerdijken bleek dat vanwege het Europeesrechtelijk risico van verboden staatssteun en fiscale complicaties het geven van rechtspersoonlijkheid aan de alliantie niet tot de mogelijkheden te behoren. In het rechtsverkeer – al het optreden in het veld en in al de contacten met de buitenwereld – zal formeel het hoogheemraadschap handelen en besluiten voor zover dit het overheidsoptreden betreft. In de praktijk gebeurt dat wél door de alliantie in de persoon die de directie heeft benoemd in diens alliantiemanagementteam. Zijn besluiten dienen derhalve te worden afgesloten met de volgende formulering: ‘namens het college van dijkgraaf en hoogheemraden, naam mandaathouder, lid Alliantiemanagementteam Markermeerdijken’. Gaat het om de duidelijkheid voor de eigen afdelingen en clusters van het hoogheemraadschap en om de eigen medewerkers, draagt het hoogheemraadschap uit dat de alliantie een op afstand van HHNK staande organisatie is waarin HHNK gelijkwaardig kan optreden met markpartijen. Deze heeft een geheel eigen taak en verantwoordelijkheid. Daarmee is het ook voor een ieder binnen zijn organisatie begrijpelijk dat het één op één van toepassing verklaren van zijn intern geldende regelingen, procedures en mandaten geen recht doen aan die bijzondere structuur.

2.1.3 Citeertitel en datum van in werking treden

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling Alliantie Markermeerdijken 2016. Deze mandaatregeling ten behoeve van voorbereiden en uitvoeren project versterking Markermeerdijken treedt in werking op 8 november 2016. 

2.2 Toelichting Mandatenlijst

2.2.1 Inleiding

De mandatenlijst kent drie kolommen:

  • een volgnummer (kolom 1);

  • de omschrijving van de (categorie van) gemandateerde bevoegdheden (kolom 2) en

  • de voorwaarden, beperkingen en bijzonderheden die gelden voor de gemandateerde bevoegdheid (kolom 3).

 

De Mandaatregeling Alliantie Markermeerdijken 2016 volgt weliswaar wel de volgorde van de mandatenlijst bij de Mandaatregeling HHNK 2012, maar houdt wel een eigen nummering aan. In een enkel geval voegt de voorliggende mandaatregeling mandaten samen die in de mandaatregeling voor het hoogheemraadschap zelf zijn verdeeld over verschillende nummers.

 

De mandaatverlening aan het door het hoogheemraadschap benoemde lid van het alliantiemanagementteam beoogt niet wijziging te brengen in bestaande functies, takenpakketten, gebiedsverdelingen, verantwoordelijkheden of hiërarchische structuren die binnen het hoogheemraadschap gelden. Om te weten aan wie dijkgraaf en hoogheemraden hun bevoegdheden al dan geclausuleerd hebben overgedragen, raadpleegt men de Mandaatregeling HHNK 2012 (12.22776). Deze regeling heeft exclusieve werking voor de Alliantie Markermeerdijken.

Mandaat is wettelijk omschreven als: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. De wettelijke regels voor mandaatverlening zijn te vinden in de artikelen 10:1 t/m 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht [hierna; Awb].

 

Mandaatverlening is een algemene bevoegdheid, waarvoor geen wettelijke basis is vereist. In bepaalde gevallen is mandaat echter niet toegestaan, namelijk wanneer de wet het uitdrukkelijk verbiedt of wanneer de aard van een bevoegdheid zich ertegen verzet. In elk geval kan de bevoegdheid tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften (verordeningen e.d.) niet worden gemandateerd.

 

Mandatering houdt niet de overdracht[4] van een bevoegdheid in, maar de opdracht een bevoegdheid namens het bestuursorgaan uit te oefenen. Een besluit, dat door een gemandateerde binnen de grenzen van zijn bevoegdheid genomen wordt, geldt dan ook als een besluit van de mandaatverlener. Doordat geen sprake is van overdracht van de bevoegdheid, kan het bestuursorgaan de gemandateerde bevoegdheid ook zelf nog uitoefenen, eventueel incidenteel. In praktijk van de alliantie zal het college daar alleen toe overgaan indien de wet zich verzet tegen het door de mandaathouder nemen van het betreffende besluit, zoals het in ontwerp vaststellen van het projectplan Versterking Markermeerdijken en de benodigde eigen uitvoeringsbesluiten en het doen van voorstellen aan het college van hoofdingelanden. Zelfstandig handelen van het college kan ook nodig zijn als de alliantie besluiten neemt die indruisen tegen de wet of de taakbelangen van het hoogheemraadschap en de escalatieladder uit de alliantie-overeenkomst niet genoegzaam functioneert. Het mandaterende orgaan kan de uitoefening van gemandateerde bevoegdheden binden aan algemene regels, voorschriften en beperkingen. Ook kan een verleend mandaat te allen tijde worden ingetrokken.

 

De Mandaatregeling Alliantie Markermeerdijken 2016 is opgezet volgens het zogenaamde positieve stelsel. Dit houdt in dat alleen uitdrukkelijk vermelde bevoegdheden gemandateerd zijn. Niet in de regeling opgenomen bevoegdheden blijven dus de bevoegdheid van dijkgraaf en hoogheemraden.

De mandaatregeling omvat een mandaatbesluit (de regeling) met een mandatenlijst. In de regeling wordt een aantal zaken geregeld die met mandatering samenhangen. De lijst bevat de gemandateerde bevoegdheden, de functionarissen aan wie de bevoegdheden worden gemandateerd en de voorwaarden/beperkingen die aan de mandatering zijn gesteld.

[4] Deze figuur wordt delegatie genoemd en is geregeld in Afdeling 10.1.2 (Delegatie) van de Algemene wet bestuursrecht.

 

2.2.2 Onderdeelsgewijze toelichting

Mandaatnummers 1 en 2

Het college van hoofdingelanden is volgens de Waterschapswet het bestuursorgaan dat is bevoegd te besluiten om in beroep te gaan tegen een hem onwelgevallig besluit of om een (rechts)persoon te dagvaarden. Dit college heeft deze bevoegdheid gedelegeerd aan het college van dijkgraaf en hoogheemraden, dat op zijn beurt zijn bevoegdheid heeft gemandateerd aan de secretaris-directeur. Op grond van de alliantie-overeenkomst zullen de afdelingen van het hoogheemraadschap geen eigen bemoeienis met de werkzaamheden van de alliantie hebben[5]. De voorliggende mandaatregeling beperkt het toepassingsbereik tot de besluiten die rechtstreeks verband houden met het voorbereiden en uitvoeren van het projectplan Versterking Markermeerdijken. Hoofdstuk 5 Waterwet, paragraaf 1, Algemene bepalingen, verzet zich tegen het in mandaat besluiten tot het (in ontwerp) vaststellen van het projectplan, de eigen uitvoeringsbesluiten, de planproducten en de Nota Beantwoording zienswijzen. Deze bevoegdheden blijven berusten bij de bestuursorganen van het hoogheemraadschap.

Mandaatnummer 3

Ter uitvoering van de alliantie-overeenkomst stelt het hoogheemraadschap de alliantie bij hem in eigendom berustende zaken en rechten ter beschikking om te worden gebruikt bij het voorbereiden en uitvoeren van de dijkversterking. Het kan gebeuren dat derden schade aan deze zaken toebrengen. De mandaathouder is bevoegd om in naam van het hoogheemraadschap hiertegen op te treden.

Mandaatnummer 4

Bij de eerste evaluatie nemen dijkgraaf en hoogheemraden een beslissing over de vraag of het mogelijk is het nemen van een besluit op verzoeken om nadeelcompensatie, planschade en soortgelijke verzoeken in mandaat te laten nemen door de mandaathouder. Het mandaat beperkt zich vooralsnog tot het tijdens het voorbereiden en uitvoeren van de versterkingswerkzaamheden beschadigd raken van eigendommen van derden.

Mandaatnummer 5

Het komt voor dat personeelsleden die het hoogheemraadschap aan de alliantie uitleent door of tijdens de uitoefening van hun werkzaamheden schade lijden. Te denken valt aan schade aan of verlies van persoonlijke bezittingen tijdens of door het werk, diefstal van persoonlijke bezittingen uit kantoorruimten e.d. Voor dergelijke schade is de alliantie in principe niet aansprakelijk. Niettemin kan het redelijk zijn hiervoor een gehele of gedeeltelijke vergoeding te verlenen. Anders dan in de Mandaatregeling 2012 neemt het college, gegeven de samenwerking met marktpartijen, geen maximum bedrag op.

Mandaatnummer 6

De krachtens de Awb door het hoogheemraadschap ingevoerde procedure voor interne klachtbehandeling kan gegeven de aard en de bijzondere positie die de alliantie inneemt[6], niet voor de alliantie gelden. Daarom stelt het alliantiemanagementteam een eigen interne klachtregeling in die in ieder geval van toepassing is op de door HHNK uitgeleende medewerkers. De klachtregeling van het hoogheemraadschap strekt hem tot aanbeveling. Lichte klachten die gegrond zijn, kan de mandaathouder bestraffen met de sancties die genoemd zijn in art. 7.2, eerste lid, onder a tot en met c, SAW[7]. Als de mandaathouder tot het oordeel komt dat een klacht in aanmerking komt voor een sanctie als bedoeld in art. 7.2, eerste lid, onder d tot en met j, SAW, draagt hij het dossier over aan het bestuursorgaan en verzoekt het de uitlening van de betreffende medewerker per direct te beëindigen[8]. Voor de betreffende medewerker geldt dat hij in beginsel terugkeert in de functie die hij voorafgaand aan het uitlenen bekleedde. Het klachtdossier wordt vervolgens behandeld door de functionaris die daartoe is bevoegd op grond van de mandaatregeling van het hoogheemraadschap zelf.

Mandaatnummer 7

Ten aanzien van deze bevoegdheid is er nadrukkelijk voor gekozen slechts die mandaten die nu al ambtelijk zijn belegd, te mandateren aan het door het hoogheemraadschap benoemde lid van het alliantiemanagementteam Markermeerdijken.

Mandaatnummer 8Deze bevoegdheid omvat het voorbereiden en nemen van besluiten n.a.v. verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur, met de verplichting terstond de WOB-coördinator van HHNK over het verzoek te informeren. Daarmee is verzekerd dat het hoogheemraadschap a) snel op de hoogte is van een verzoek dat bestuurlijk gevoelig ligt en b) kunnen mandaathouder en WOB-coördinator afspraken maken voor het geval het verzoek eveneens bij het hoogheemraadschap zelf is ingediend. Mandaatnummers 9 en 10

Op grond van de Wet op de ondernemingsraden heeft het hoogheemraadschap de verplichting een ondernemingsraad in te stellen. Bij een overheid – een publiekrechtelijke rechtspersoon – is degene die belast is met de hoogste ambtelijke leiding de overlegpartner en onderhandelaar. Vanwege het ontbreken van de rechtspersoonlijkheid kan de alliantie geen ondernemingsraad instellen[9]. Tegelijkertijd kan het door het hoogheemraadschap uitlenen van een medewerker aan de alliantie niet betekenen dat de rechtspositie van die medewerker verslechtert. Daartoe behoort ook de wetenschap van die medewerker dat de Ondernemingsraad van het hoogheemraadschap waar nodig ook zijn belangen behartigt. Het kan niet genoeg worden benadrukt dat het als HHNK-medewerker gaan werken voor de alliantie op vrijwillige basis gebeurt en niet inhoudt dat zijn rechtspositie verslechtert. Omdat de plaats waar de werkzaamheden worden verricht tijdens de voorbereiding, maar zeker tijdens de uitvoering van de dijkversterking niet vastligt, zullen taak- en functie-inhoud en de secundaire arbeidsvoorwaarden verschillen laten zien met die voor hem golden voorafgaand aan de uitlening. Het gegeven dat zijn rechtspositie wordt beheerst door de Ambtenarenwet en de op die wet gebaseerde Sectorale arbeidsvoorwaardenregelingen waterschapspersoneel, 2016, vraagt om een specifieke oplossing. Deze bestaat uit het door het alliantiemanagementteam opstellen van taak- en functieprofielen en secundaire arbeidsvoorwaarden. De mandaathouder legt deze voor aan de secretaris-directeur die in zijn hoedanigheid van WOR-bestuurder de Ondernemingsraad HHNK om advies, respectievelijk om instemming vraagt. Beide kunnen eerst van kracht worden als de mandaathouder het advies van de raad heeft verwerkt, c.q. de instemming heeft verkregen. Gelijktijdig met het vaststellen van de mandaatregeling heeft het college de secretaris-directeur gevraagd deze mandaten ter kennis te brengen van de Ondernemingsraad HHNK.

Mandaatnummers 11 tot en met 13

Dijkwegen

Voor het verwijderen en plaatsen van verkeerstekens die een gebod of verbod inhouden is een verkeersbesluit nodig. Een dergelijk besluit is ook nodig voor inrichtingsmaatregelen aan een weg die leiden tot een beperking of uitbreiding van het aantal categorieën weggebruikers dat van de weg gebruik maakt (art. 15 Wegenverkeerwet [hierna; Wvw]). De procedure voor de totstandkoming van een verkeersbesluit is vervat in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer [hierna: BABW]. Dit schrijft ook voor met wie de mandaathouder overleg moet plegen over een voorgenomen verkeersbesluit. Voor wegen onder beheer van een waterschap worden verkeersbesluiten genomen door het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur kan die bevoegdheid overdragen aan het dagelijks bestuur (art. 18, eerste lid Wvw). Dit is geschied bij de Delegatieregeling van het hoogheemraadschap. Gezien het grote aantal wegen dat bij het hoogheemraadschap in beheer is, heeft het college het nemen van verkeersbesluiten gemandateerd aan de ambtelijke organisatie. Het is onvermijdelijk dat delen van wegen in het projectgebied van de dijkversterking die in beheer zijn bij het hoogheemraadschap voor korte of lange duur zullen moeten worden afgesloten voor het openbaar verkeer. Omdat een besluit daartoe open staat voor bezwaar en beroep zal het college van hoofdingelanden gelijktijdig met het vaststellen van het projectplan Versterking Markermeerdijken het beginselbesluit nemen tot kunnen afsluiten van de betreffende wegen. De mandaathouder is vervolgens bevoegd over te gaan tot het nemen van het uitvoeringsbesluit. Het kan bij de voorbereiding van de dijkversterking noodzakelijk blijken ook wegen die niet in beheer zijn van het hoogheemraadschap tijdelijk af te sluiten. Of dat zo is, wordt duidelijk als de alliantie het ontwerpprojectplan aan het college ter vaststelling aanbiedt. Waar nodig vraagt de alliantie gelijktijdig de betreffende wegbeheerders het hiervoor noodzakelijke verkeersbesluit te nemen. Ook deze besluiten doorlopen de projectprocedure van paragraaf 5.2 Waterwet.

Wegen te water

Voor de waterwegen die in beheer zijn bij het hoogheemraadschap geldt hetgeen is toegelicht voor de dijkwegen in beheer bij het hoogheemraadschap. Voor vaarwegen niet in beheer bij het hoogheemraadschap vraagt de alliantie de betreffende scheepvaartbeheerder een dergelijk besluit te nemen. Al deze besluiten doorlopen de projectprocedure van paragraaf 5.2 Waterwet.

Calamiteuze omstandigheden

Verkeersmaatregelen te land kunnen worden getroffen zonder verkeersbesluit wanneer dat nodig is vanwege de uitvoering van werken, opdooi, de doorweekte toestand van een weg, dreigend gevaar of een andere dringende omstandigheid van tijdelijke aard (art. 34 BABW). Als dringende omstandigheid van tijdelijke aard worden ook aangemerkt evenementen waarvoor afsluiting van een weg nodig of gewenst is. Duurt de afsluiting van een weg langer dan vier maanden of doet deze zich regelmatig voor, dan is wel een verkeersbesluit nodig (art. 37 BABW). Art. 39 BABW bevat een calamiteitenregeling voor wegen op dijken. Krachtens het voornoemd beginselbesluit van het college van hoofdingelanden kan de mandaathouder de alliantie eveneens laten overgaan tot spoedmaatregelen voor de vaarwegen van HHNK in dat projectgebied.

Mandaatnummer 14

Als het alliantiemanagementteam tot conclusie komt dat de verzekeringen die HHNK kent voor dijkversterkingen niet toereikend of geschikt zijn, is mandaathouder bevoegd aanvullende of vervangende verzekeringen te sluiten. Alvorens hij hiertoe overgaat, raadpleegt hij de specialist van de afdeling Financiën, Control & Belastingen.

Mandaatnummer 15

Naast de voorafgaande mandaten geeft het college de mandaathouder een algemeen mandaat om beslissingen te nemen om de dijkversterking voor te bereiden en uit te voeren. Strekking van het mandaat is dat de mandaathouder alle – min of meer routinematige – beslissingen kan nemen die behoren tot taakverantwoordelijkheid, voortvloeiend uit het benoemingsbesluit van de directie van het hoogheemraadschap. Een aantal daarvan zijn genoemd, maar de opsomming is niet uitputtend bedoeld.

Mandaatnummer 16

De Mandaatregeling HHNK 2012 kent geen financiële mandaten. Deze mandaten zijn vastgelegd in het Statuut budgetbeheer en budgetbevoegdheden van het hoogheemraadschap (11.39047). Deze zijn echter vanwege de aard en positie van de alliantie[10] niet van overeenkomstige toepassing te verklaren, zodat ook hier een specifieke oplossing geboden is. Dit leidt tot het in deze mandaatregeling opnemen van een mandaat in deze regeling die nieuw is ten opzichte van de mandaatregeling die geldt voor het hoogheemraadschap zelf. Evenals bij de mandaatnummers 9, 10 en 15, onder b en c, stelt het alliantiemanagementteam een voor de alliantie geldend Statuut budgetbeheer en budgetbevoegdheden vast en stuurt dat ter kennisneming naar de secretaris-directeur. De corresponderende regeling die voor het hoogheemraadschap zelf geldt, strekt het alliantiemanagementteam tot aanbeveling. Eenmaal ingevoerd dient de mandaathouder binnen de alliantieregeling te blijven.

Mandaatnummer 17

Deze bevoegdheid beperkt zich tot die gevallen waarvoor op grond van artikel 8 van de 'Verordening nadeelcompensatie 2015' geen advies hoeft te worden ingewonnen. Dit is in wezen vergelijkbaar met de manier waarop in andere (HWBP) projecten tot overeenstemming met verzoeker om nadeelcompensatie wordt gezocht. Met dien verstande dat bij de andere projecten de overeengekomen nadeelcompensatie ter finale besluitvorming aan het bestuur wordt voorgelegd, en onder dit mandaat nadeelcompensatie tot maximaal € 10.000 (inclusief btw) door mandaathouder kan worden afgedaan.

[5] Gegeven het uitgangspunt in de alliantie-overeenkomst dat de deelnemende partijen paritair medewerkers aan de alliantie uitlenen, zal de secretaris-directeur niet in de positie komen de aan hem gegeven mandaten 1 en 2 te moeten gebruiken. In zijn plaats heeft de directie de heer Koolhaas benoemd in het alliantiemanagementteam aan wie het college de betreffende bevoegdheden in mandaat opdraagt.

[6] Zie onderdeel 2.1.1.

[7] Sectorale arbeidsvoorwaardenregelingen waterschapspersoneel, 2016, Deel 1.

[8] De gedraging is in dat geval zo ernstig dat het in de alliantie blijven werken niet wenselijk is. Betrokkene keert in beginsel terug naar zijn vroegere functie en het bevoegd gezag neemt de verdere behandeling van de klacht over.

[9] Zie onderdeel 2.1.1.

[10] Zie 2.1.1.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van 22 maart 2016 van het college van dijkgraaf en hoogheemraden,

de secretaris,

M.J. Kuipers

de dijkgraaf,

drs. L.H.M. Kohsiek


Noot
1

Onverminderd het bepaalde in Titel 10.1 van de Algemene wet bestuursrecht, Mandaat, delegatie en attributie, in bijzondere wetten en regelingen, zijn deze neergelegd in de door HHNK vastgestelde of vast te stellen beleidsregels.