Regeling vervallen per 01-01-2009

Verordening op de organisatie van het financieel beheer van het hoogheemraadschap van Rijnland

Geldend van 24-03-2005 t/m 31-12-2008

Intitulé

Verordening op de organisatie van het financieel beheer van het hoogheemraadschap van Rijnland

Begripsbepalingen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • de administratie:

    het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van gegevens gericht op het verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, beheren en functioneren van het hoogheemraadschap en ten behoeve van de verantwoording die daar over moet worden afgelegd;

  • financiële administratie:

    de financiële administratie is een onderdeel van de administratie en omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van de organisatie van het hoogheemraadschap, om te komen tot een goed inzicht in:

    -de financieel-economische positie;

    -het beheer van vermogenswaarden;

    -de uitvoering van de begroting;

    -het afwikkelen van vorderingen en schulden;

  • administratieve organisatie:

    De organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging.

  • Rechtmatigheid:

    De administratieve verantwoording en het beheer van vermogenswaarden moeten formeel en materieel juist zijn;

  • Doelmatigheid:

    Het leveren van prestaties bij gegeven doelstellingen met inzet van zo weinig mogelijk middelen;

  • Doeltreffendheid:

    De mate waarin het beoogde effect van het beleid ook daadwerkelijk wordt behaald;

  • het beheer van vermogenswaarden:

    alle beheerdaden die voortvloeien uit het door de algemene vergadering vastgestelde beleid en die gevolgen hebben voor de financiële middelen van het hoogheemraadschap;

  • het financieel beheer:

    het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van financiële middelen en het uitoefenen van financiële rechten voor het Hoogheemraadschap.

  • Planning en Control:

    Planning is het in plannen vastleggen wat: 

    -de doelstellingen zijn

    -met welke omgevingsfactoren moet rekening worden gehouden,

    -welke instrumenten moeten worden ingezet om de doelstellingen te bereiken

    -wat je met de doelstellingen wilt bereiken

    Control heeft betrekking op de middelen die worden gebruikt om het plan uit te voeren: het gaat hier om het vergelijken van de actuele en geplande uitkomsten, hetgeen moet resulteren in verdere besluitvorming en acties.

Organisatie van de administratie en van het beheer van vermogenswaarden.

Artikel 2

  • 1. De organisatie van het financieel beheer is geregeld in de functie- en takenboeken van de sector Financiën.

  • 2. Hierin is vastgelegd een beschrijving van de functies van het financieel beheer, waarbij wordt aangegeven welke functies uit het oogpunt van de interne controle gescheiden dienen te worden;

  • 3. De onderstaande regelingen worden apart door het dagelijks bestuur vastgesteld en ter kennisneming aan het Algemeen bestuur aangeboden:

    • a.

      een budgethoudersregeling

    • b.

      een regeling van de teken- en beschikkingsbevoegdheden;

    • c.

      een regeling van de beveiliging van programma- en gegevensbestanden;

    • d.

      procedurebeschrijvingen betreffende onderdelen van het treasurybeleid;

    • e.

      activabeleid;

    • f.

      reserves en voorzieningenbeleid

    • g.

      kostentoerekening

    • h.

      invorderingsbeleid

    • i.

      mandateringsverordening

  • 4. De in het eerste en tweede lid bedoelde regeling dient zodanig te worden opgesteld dat aan de eisen van controle, rechtmatigheid en doelmatigheid wordt voldaan.

  • 5. De registeraccountant van het hoogheemraadschap wordt gehoord over het ontwerp van de voorschriften en regelingen bedoeld in het eerste, tweede en derde lid van dit artikel.

Artikel 3

Dijkgraaf en hoogheemraden wijzen een ambtenaar aan -hierna te noemen hoofd afdeling financieel beheer- die zelfstandig verantwoordelijk is voor de uitvoering van de administratie en van het beheer van de vermogenswaarden van het hoogheemraadschap.

Artikel 4

  • 1. Hoofd afdeling financieel beheer is verantwoordelijk voor het voeren van de administratie van het hoogheemraadschap.

  • 2. Als onderdeel van de in het eerste lid genoemde taak richt het hoofd afdeling financieel beheer de financiële administratie van het hoogheemraadschap in met inachtneming van de voor het hoogheemraadschap van toepassing zijnde comptabiliteitsvoorschriften en interne richtlijnen en regelgeving en voert deze zodanig dat de financiële rechten en verplichtingen, de ontvangsten en de betalingen, de vermogensrechten en -verplichtingen alsmede de bezittingen en schulden van het hoogheemraadschap juist en volledig blijken.

  • 3. Vanuit de administratie stelt hoofd afdeling financieel beheer alle informatie beschikbaar die de andere medewerkers van het hoogheemraadschap ten behoeve van hun functioneren nodig hebben.

  • 4. De informatie uit de administratie is een belangrijke ondersteuning bij de uitvoering van de control-taak van hoofd afdeling Financiële planning en control.

    De administratie geeft informatie over de financiële middelen die zijn ingezet om de planning te realiseren.

Artikel 5

  • De directeur financiën draagt er zorg voor dat:

  • 1. tijdig voorstellen tot wijziging van de regeling bedoeld in artikel 2 van dit besluit, aan dijkgraaf en hoogheemraden worden gedaan, indien daartoe naar zijn mening aanleiding bestaat;

  • 2. aan dijkgraaf en hoogheemraden tijdig voorstellen worden gedaan voor het verzekeren van de financiële risico's die verband houden met de taakuitoefening van het hoogheemraadschap;

  • 3. tijdig voorstellen aan dijkgraaf en hoogheemraden worden gedaan met betrekking tot de financiering van de activiteiten van het hoogheemraadschap;

  • 4. het beheer van de geldmiddelen van het hoogheemraadschap doelmatig wordt gevoerd.

Artikel 6

Het hoofd afdeling invordering draagt er zorg voor dat de uit rechten en verplichtingen van het hoogheemraadschap voortspruitende invorderingen en betalingen tijdig in behandeling worden genomen.

Artikel 7

  • 1. De bepaling van de posten van de begroting, waarop de inkomsten en uitgaven worden geboekt, geschiedt in overeenstemming met de desbetreffende bestuursbesluiten.

  • 2. Indien de door de daartoe bevoegde ambtenaren gegeven aanwijzingen op de desbetreffende stukken niet in overeenstemming zijn met de post of posten waarop verantwoording naar het oordeel van hoofd afdeling financieel beheer dient te geschieden, doet deze daarvan door tussenkomst van de secretaris, mededeling aan dijkgraaf en hoogheemraden.

Artikel 8

  • 1. De afdeling Financieel beheer draagt zorg voor de betalingen op grond van gefiatteerde betalingsbescheiden.

  • 2. De hieruit voortvloeiende betalingsopdrachten worden voorzien van de handtekeningen van tenminste twee daartoe aangewezen personen.

Artikel 9

  • 1. Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks de Planning en Control-kalender vast, de afdeling FPC is verantwoordelijk voor de uitvoering van hetgeen in de Planning en Control-kalender is bepaald.

  • 2. Het algemeen bestuur stelt jaarlijks een plan vast voor de uit te voeren onderzoeken naar doelmatigheid en doeltreffendheid.

De ontwerpjaarrekening van het hoogheemraadschap

Artikel 10

  • 1. De ontwerpjaarrekening van het hoogheemraadschap en het daarbij behorende verslag ter verantwoording van het financieel beheer worden opgemaakt onder verantwoordelijkheid van hoofd afdeling financieel beheer en ondertekend door hoofd afdeling financieel beheer en de directeur

    financiën.

  • 2. De ontwerpjaarrekening en het verslag ter verantwoording van het financieel beheer worden tezamen met het verslag van de registeraccountant zoals bedoeld in artikel 109, tweede lid, van de Waterschapswet, aan dijkgraaf en hoogheemraden aangeboden.

  • 3. Indien de directeur financiën, op grond van zijn verantwoordelijkheid voor de financiële administratie, meent de ontwerpjaarrekening en het verslag ter verantwoording van het financieel beheer niet te kunnen tekenen, vindt de in het tweede lid van dit artikel bedoelde aanbieding plaats onder overlegging van een verslag van de bevindingen van de directeur financiën.

Artikel 11

Indien dijkgraaf en hoogheemraden de ontwerpjaarrekening, het verslag ter verantwoording van het financieel beheer en het verslag van de registeraccountant bedoeld in artikel 109, tweede lid, van de Waterschapswet aanvaardt, strekt dit mede tot décharge van de directeur financiën, behoudens later in rechte gebleken valsheid in bewijsstukken of andere onregelmatigheden.

Slotbepalingen

Artikel 12

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 24 maart 2005.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de organisatie van het financieel beheer van het hoogheemraadschap Rijnland”.

  • Leiden,  23 maart 2005.    

Bijlage 3: Artikel 108 en 109 van de waterschapswet

Artikel 108 van de Waterschapswet luidt:

Het algemeen bestuur stelt bij verordening regels vast met betrekking tot de organisatie van de administratie en van het beheer van vermogenswaarden. Deze regels dienen te waarborgen dat aan de eisen van doelmatigheid en controle wordt voldaan.

De verordening wordt binnen twee weken na de vaststelling toegezonden aan gedeputeerde staten.

De administratie en het beheer, bedoeld in het eerste lid, worden verricht door ingevolge die verordening aan te wijzen ambtenaren. De secretaris kan niet worden aangewezen, behoudens ontheffing van gedeputeerde staten.

Gedeputeerde staten kunnen te allen tijde een onderzoek instellen naar de wijze waarop de administratie en het beheer, bedoeld in het eerste lid, worden gevoerd.

Artikel 109 van de Waterschapswet luidt:

Het algemeen bestuur stelt bij verordening regels vast met betrekking tot de controle op de administratie en op het beheer van vermogenswaarden. De regels dienen ondermeer te waarborgen dat de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de administratie en het beheer worden getoetst.

De regels, bedoeld in het eerste lid, voorzien ondermeer in de aanwijzing van een of meer accountants, als bedoeld in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek, belast met het onderzoek van de rekening alsmede met het ter zake uitbrengen van een verslag, dat behalve de verklaring bij de rekening bevindingen bevat over de vraag of de administratie en het beheer voldoen aan de eisen van rechtmatigheid en doelmatigheid.

Toelichting op artikelen 108 en 109

Artikel 108 van de Waterschapswet bevat ondermeer de norm waaraan de in de verordening vast te leggen regels met betrekking tot de organisatie van de administratie en van het beheer van vermogenswaarden moeten voldoen, namelijk het voldoen aan de eisen van doelmatigheid en controle. Met het begrip “controle” wordt het verband gelegd met artikel 109 van de Waterschapswet. In artikel 109 wordt namelijk bepaald dat het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap ook een verordening dient vast te stellen met betrekking tot de controle op de administratie en op het beheer van vermogenswaarden, waarin wordt gewaarborgd dat de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de administratie en het beheer worden getoetst.

Uit het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de organisatie van de administratie en van het beheer van vermogenswaarden aan de eisen van controle, rechtmatigheid en doelmatigheid moet voldoen. Hierna wordt beschreven wat precies onder die eisen wordt verstaan.

Eis van controle

De “eis van controle” houdt in dat de administratie en het beheer van vermogenswaarden binnen een waterschap zodanig moeten worden georganiseerd, dat voldaan wordt aan de eisen die de interne controle stelt en dat een goede (externe) controle-uitoefening mogelijk wordt.

Regelmatig dient te worden nagegaan of de door het algemeen en het dagelijks bestuur verstrekte opdrachten zijn uitgevoerd en hoe ze zijn uitgevoerd. Om deze controle mogelijk te maken, moeten de opdrachten systematisch en volledig worden vastgelegd. De controle omvat ook toetsing van de rechtmatigheid en de doelmatigheid van de administratieve verantwoording en van het beheer van vermogenswaarden.

Eis van rechtmatigheid

De “eis van rechtmatigheid” houdt in dat de administratieve verantwoording en het beheer van vermogenswaarden juist moeten zijn. Onder juistheid wordt begrepen de formele juistheid en de materiële juistheid.

De formele juistheid betreft de vraag of de geadministreerde handelingen zijn verricht binnen het kader van de bevoegdheid van de handelende personen en overeenkomstig de daarvoor geldende wetten, verordeningen en interne richtlijnen.

De materiële juistheid heeft betrekking op de vraag of de administratie en de administratieve verantwoording overeenstemmen met de werkelijkheid en op de eis dat het beheer van vermogenswaarden ordelijk en controleerbaar moet zijn vormgegeven.

Eis van doelmatigheid

De “doelmatigheidseis” houdt in dat het dagelijks bestuur binnen het kader van het door het algemeen bestuur vastgestelde beleid een zo doelmatig mogelijk beheer moet voeren.

Onder het begrip “doelmatig” wordt verstaan “de mate waarin de te leveren prestaties bij gegeven doelstellingen met inzet van zo weinig mogelijk middelen zijn bereikt” of “het leveren van zoveel mogelijk prestaties bij een gegeven hoeveelheid middelen”.

Naast doelmatig moet het beheer ook doeltreffend zijn. Dat wil zeggen de mate waarin het beoogde (maatschappelijk) effect van het beleid ook daadwerkelijk wordt behaald.

Om een doelmatig beheer te kunnen voeren moeten regelmatig de werkelijke prestaties van het gevoerde beheer worden gemeten en getoetst. Hierbij hoort ook de registratie van de geleverde prestaties.

Voor een doeltreffend beheer moeten regelmatig effecten van het gevoerde beheer worden gemeten en getoetst. 

Bijlage 4: Toelichting op Verordening op de organisatie van het financieel beheer van het hoogheemraadschap Rijnland

4.1 Algemeen

Het doel van het financieel beheer is het voeren van de financiële huishouding van Rijnland overeenkomstig het door het Algemeen bestuur vastgestelde beleid.

Binnen Rijnland oefent het Algemeen bestuur het budgetrecht uit. Dit komt tot uitdrukking in het vaststellen van de begroting en het beschikbaar stellen van investeringskredieten.

Nadat het Algemeen bestuur de begroting heeft vastgesteld, krijgt het dagelijks bestuur mandaat voor de uitvoering van het financieel beleid. Voor het op grond van dit financieel beleid gevoerde financieel beheer is het dagelijks bestuur verantwoording schuldig tegenover het Algemeen bestuur. Dit gebeurt door het overleggen van de jaarrekening en het verslag dat ingevolge artikel 109, tweede lid, door de registeraccountant van het hoogheemraadschap wordt uitgebracht.

Voor de uitoefening van het financieel beheer beschikt het dagelijks bestuur over het ambtelijk apparaat. Omdat verschillende financiële middelen van Rijnland door verschillende afdelingen wordt aangewend, heeft de organisatie van het financieel beheer niet alleen betrekking op de administratieve afdelingen van Rijnland maar op het gehele ambtelijk apparaat.

In het voorafgaande is al opgemerkt dat de organisatie van het financieel beheer betrekking heeft op de totale financiële huishouding van Rijnland.

Ingevolge artikel 2 van de verordening moet de organisatie van het financieel beheer worden beschreven. Hierbij moeten ondermeer de werkprocedures die in het kader van het financieel beheer een rol spelen worden vastgelegd. Zo kan worden beoordeeld of een juiste verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden tot stand is gebracht. Bij de beoordeling daarvan zullen de volgende inzichten een rol spelen:

  • de beslissingsbevoegdheid van functionarissen op verschillend hiërarchisch niveau in samenhang met de bevoegdheden op grond van hun taken;

  • de controleverplichtingen van de onderscheiden functionarissen op grond van door hen aan andere medewerkers gemandateerde bevoegdheden;

  • de informatie die betrokkenen nodig hebben;

  • de betekenis die moet worden toegekend aan de mate van betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van informatie en de periodiciteit daarvan;

  • de communicatiebehoeften die uit één en ander voortvloeien.

Uit het bovenstaande blijkt dat ook de wijze van informatievoorziening aandacht vraagt in het kader van de organisatie van het financieel beheer. De informatiebehoefte strekt verder dan de gegevens van de financiële administratie. Bij de organisatie van het financieel beheer komt de totale administratieve organisatie van het hoogheemraadschap aan de orde.

4.2 De sector Financiën

Hierna worden de taken van de verschillende afdelingen van de sector Financiën kort samengevat. Deze taken vallen onder de verantwoordelijkheid van de verschillende afdelingen en afdelingshoofden. Bij iedere taak staat vermeld welke afdelingshoofd verantwoordelijk is.

Hoofd Financiële Planning en Control

Het verstrekken van beleidsadviezen op het gebied van het financieel beheer (adviserende taak);

Tot het financieel beheer behoort ook de advisering omtrent die financiële aspecten van beleidsvoorstellen die aan het bestuur worden voorgelegd. Gelet op zijn zelfstandige verantwoordelijkheid zal hoofd financiële planning en control in beginsel degene zijn die met deze taak wordt belast.

Bij de voorbereiding van beleidsadviezen zal hij zich vooral richten op aspecten van bedrijfseconomische aard

De kwaliteit van de advisering wordt bevorderd als hoofd financiële planning en control in een vroeg stadium bij de voorbereiding van beleidsadviezen wordt betrokken. De indiener van het voorstel zorgt voor een integrale afstemming van het voorstel.

Het oordeel van hoofd financiële planning en control moet bij voorkeur in het voorstel worden verwerkt, zodat er sprake is van een integraal advies. Dit betekent overigens niet dat hoofd financiële planning en control zijn goedkeuring moet geven aan ieder voorstel dat vanuit het ambtelijk apparaat aan het dagelijks bestuur wordt voorgelegd. Het betekent ook niet dat hoofd financiële planning en control bij ieder voorstel aan het dagelijks bestuur een afzonderlijk advies inbrengt.

Hoofd Financieel Beheer

Hoofd afdeling financieel beheer zorgt voor het effectief en efficiënt beheer van financiële gegevens.  Hiermee kan de organisatie voorzien worden van  tijdige, volledige en juiste financiële informatie.

Het betreft het volledige proces van binnenkomende en uitgaande facturen en de administratieve en fysieke afhandeling en bewaking van betalingen.

Door een juiste en tijdige registratie kan de exploitatiebegroting worden gecontroleerd op overschrijdingen en worden daar waar nodig de budgethouders geïnformeerd.

Hoofd Belastingen en hoofd Invordering

Naast de adviserende en registrerende taak is de sector Financiën tevens belast met de heffing en invordering van de waterschapsbelastingen. Hoofd afdeling belastingen is verantwoordelijk voor het tijdig opleggen van de juiste aanslagen waterschapsbelasting. Zo wordt het hoogheemraadschap op het gewenste moment voorzien van inkomsten zodat de taken van het hoogheemraadschap kunnen worden uitgevoerd.

Hoofd afdeling invordering zorgt voor tijdig, juist en volledig verwerken van de betalingen van belastingaanslagen. Door het treffen van invorderingsmaatregelen tracht hij zoveel mogelijk belastingaanslagen te innen. Hierbij wordt het wettelijk kader en het vastgestelde kwijtscheldingsbeleid in acht genbomen.

4.3 De positie van de secretaris in het kader van financieel beheer

De secretaris is degene binnen het ambtelijk apparaat van het hoogheemraadschap die het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter ter zijde staat bij de uitoefening van hun taak.

In het kader van het financieel beheer houdt dit in de praktijk in dat de secretaris verantwoordelijk is voor het doen van een voorstel aan het dagelijks bestuur inzake de organisatie van het financieel beheer.

4.4 Interne controle en functiescheiding

Onder interne controle wordt verstaan die controle die het dagelijks bestuur moet uitoefenen om de verantwoording voor de gang van zaken in de organisatie te kunnen dragen.

Het doel van de interne controle is het verkrijgen van zekerheid over de rechtmatigheid en doelmatigheid van handelingen en werkzaamheden.

In tegenstelling tot de externe controle leent die interne controle zich nauwelijks voor vastlegging in een verordening.  Interne controle moet in beginsel overal aanwezig zijn, niet zozeer in de vorm van een speciaal daarvoor aangewezen functionaris die op elke handeling toeziet, maar juist in de handeling zelf.

Maatregelen om een goede interne controle tot stand te brengen zijn onder andere:

  • transparante administratieve organisatie

  • functiescheiding tussen het beheer, die administratie en de bewaring van gelden;

  • voorafgaande fiattering van betalings- en inningsstukken;

  • bevordering van het giraal geldverkeer;

  • verantwoord ontworpen procedures.

De interne controle is er op gericht in handelingen of werkzaamheden een controlerend element te leggen, zodat daarmee direct of indirect controle wordt uitgeoefend op één of meer andere handelingen.

De uitoefening van deze controle “verzekert” een objectieve berichtgeving en juiste verslaglegging in de administratie. De basisgegevens in de administratie en de verwerking daarvan vormen het uitgangspunt voor het nemen van veel beslissingen en voor het uitoefenen van controle.

De organisatie van het financieel beheer moet vanuit het oogpunt van de interne controle zo worden opgezet, dat daarin een functiescheiding is aangebracht. Dit houdt in dat er bij de verdeling van taken op is gelet dat geen werkzaamheden en verantwoordelijkheden in één taak worden verenigd die elkaar “kwaad kunnen doen”.

De beherende functie, de registratieve functie en de bewarende functie moeten van elkaar worden gescheiden.

De beherende functie:

Het beschikken over de middelen van het hoogheemraadschap.

Het beschikken over de begrotingskredieten behoort in beginsel tot de bevoegdheden van het dagelijks bestuur en wordt overgedragen aan functionarissen in het ambtelijk apparaat. Een belangrijk aspect van de interne controle hierbij is dat de bevoegdheden van deze functionarissen tot het geven van bestellingen en/of opdrachten (aard, voorwaarden en limiet van de bestellingen c.q. opdrachten) schriftelijk worden vastgelegd in de mandateringsverordening

Hoofd Financieel Beheer moet er op toe te zien dat de bij hem ingediende stukken aan de daaraan gestelde eisen voldoen.

De verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur brengt met zich mee dat dit college toezicht uitoefent op de uitvoering van het financieel beheer.

De registratieve functie:

Het op de juiste wijze vastleggen van de inkomende en uitgaande facturen in de financiële administratie. Waar in de financiële administratie de facturen moeten worden vastgelegd wordt aangegeven door de budgetverantwoordelijken. Medewerkers van de afdeling Financieel Beheer checken of dat wat door de budgethouder wordt aangegeven in overeenstemming is met de begroting en de beschikbaar gestelde investeringskredieten.

De kassiersfunctie (=bewarende functie):

Bewaring van de middelen van het hoogheemraadschap.

Een medewerker van de afdeling Financieel Beheer vervult de functie van kassier.

De kassier is uitsluitend bewaarder van de chartale en girale gelden van het hoogheemraadschap. Het initiatief tot het afgeven c.q, ontvangen van gelden mag nooit van deze functionaris zelf uitgaan, maar van budgethouders. De kassier mag de geldmiddelen uitsluitend regelen ingevolge schriftelijke opdrachten van de budgethouders.

Van belang is dat zo min mogelijk geldtransacties in contanten worden uitgevoerd. Het gebruikmaken van de diensten van banken en girodienst staat voorop. In de administratieve organisatie wordt het maximum dat wordt gesteld aan het kassaldo vastgelegd.

De betaling:

De organisatie van de betalingen gericht  op het voorkomen van onrechtmatige betalingen en op het zo doelmatig mogelijk verrichten van het betalingsverkeer. Betalingsopdrachten voor bank of giro moeten worden voorzien van de handtekening van tenminste twee daartoe aangewezen personen. Voor zij hun handtekening plaatsen worden de betalingsopdrachten gecontroleerd op juistheid.

Budgetbewaking:

Een belangrijk aspect van de administratieve functie is budgetbewaking. Regelmatig moeten betrokken functionarissen op de hoogte worden gehouden van de stand van de diverse budgetten. Doel is op de verschillende niveaus in de organisatie die gegevens te verstrekken die op dat niveau belangrijk zijn, met een snelheid en frequentie die bij dat niveau passen en in een vorm die aanspreekt. Voor het overige verwijzen we hier naar de budgethoudersregeling.

4.5 De “Verordening op de organisatie van het financieel beheer van het hoogheemraadschap Rijnland” artikelsgewijs toegelicht  

Artikel 2

Tot de taak van het dagelijks bestuur behoort het beheren van de inkomsten en uitgaven van het hoogheemraadschap alsmede de controle op het geldelijk beheer. Het dagelijks bestuur stelt dan ook de regeling betreffende de organisatie van het financieel beheer vast.

Voor een goede organisatie van het financieel beheer is het van belang dat de leiding en verantwoordelijkheden op alle niveaus duidelijk zijn beschreven.

In het kader van het financieel beheer heeft de administratie tot taak een zodanige registratie te vervullen dat op basis daarvan controle en analyse van alle activiteiten kan plaatsvinden.

In het tweede en derde lid van dit artikel is aangegeven aan welke eisen de regeling van de organisatie van het financieel beheer in elk geval moet voldoen. De beschrijving van de functies van het financieel beheer en de financiële administratie, hebben betrekking op de zeven functies die bij het financieel beheer worden onderscheiden, te weten:

  • de beherende functie;

  • de administratieve functie;

  • de bewarende functie;

  • de controlerende functie;

  • de financiële beleids- en beheerfunctie;

  • de bedrijfseconomische functie;

  • de prognose functie.

Het derde lid van dit artikel is afgeleid uit bepalingen uit de artikel 108 en 109 van de Waterschapswet.

In deze artikelen wordt namelijk bepaald dat de verordening op het financieel beheer dient te waarborgen dat aan de eisen van rechtmatigheid, doelmatigheid en controle wordt voldaan. Uiteraard geldt dit ook voor de regeling van de organisatie van het financieel beheer.

Tussen de organisatie van het financieel beheer en de externe controle bestaat een nauwe relatie. Het vijfde lid geeft aan dat de registeraccountant van het hoogheemraadschap tijdig om advies moet worden gevraagd over de vast te stellen regeling van het financieel beheer.

Dat wil zeggen voorafgaand aan de vaststelling door het dagelijks bestuur.

Artikel 3

Dit artikel vindt zijn basis in artikel 108, derde lid, van de Waterschapswet, waarin wordt bepaald dat er in de verordening aparte functionarissen, niet zijnde de secretaris, moeten worden aangewezen voor het verrichten van de administratie en van het beheer van vermogenswaarden.

In dit artikel wordt de zelfstandige verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze taken gelegd bij het hoofd financieel beheer.

Artikel 4

De informatiestroom naar het dagelijks bestuur heeft betrekking op informatie omtrent de uitvoering van genomen beslissingen.

De eis die aan deze informatie wordt gesteld is dat deze juist, volledig en tijdig het dagelijks bestuur moet bereiken.

Dit impliceert dat de daarmee verband houdende werkzaamheden zodanig worden georganiseerd dat aan deze eis kan worden voldaan.

Artikel 5

Dit artikel regelt de algemene verantwoordelijkheid van de directeur financiën met betrekking tot die maatregelen die nodig zijn voor een goede organisatie van het financieel beheer. De bedoeling van het eerste lid van artikel 6 is dat de regelingen die genoemd zijn in artikel 2 van deze verordening tijdig worden geactualiseerd om te voorkomen dat er in de loop van de tijd constructies ontstaan die de uitgangspunten van de organisatie van het financieel beheer geweld aan doen.

De in het vierde lid bedoelde maatregelen zijn met name gericht op het voorkomen van renteverliezen.

Artikel 6

Dit artikel legt de bevoegdheid en verantwoordelijkheid voor invordering belastingen en kwijtschelding belastingen bij hoofd afdeling invordering.

Artikel 7

Met het bepaalde in dit artikel wordt beoogd waarborgen te verschaffen voor de betrouwbaarheid van de registratie en van de te verstrekken informatie aan de beleids- en beheerorganen van het hoogheemraadschap.

Artikel 8

Ter verzekering van de rechtmatigheid van de betalingsopdrachten voor bank en giro zijn maatregelen van interne controle noodzakelijk, zoals functiescheiding en voorafgaande goedkeuring.

De juistheid van de betalingsbescheiden zoals facturen en dergelijke zal daarbij blijken uit de aanwezigheid van alle parafen c.q. handtekeningen die de interne controle eist.

Artikel 9

D&H stellen jaarlijks de Planning en Control-kalender vast. Hierin wordt vastgelegd welke plannen en (tussentijdse)rapportages in een jaar moeten worden opgesteld. Door deze kalender jaarlijks vast te stellen kan worden ingespeeld op de actuele informatiebehoefte. Tevens kan jaarlijks worden vastgelegd wanneer welke (meerjaren)plannen moeten worden opgesteld.

De afdeling FPC is belast met operational auditing, jaarlijks beslist het bestuur welke afdelingen of bedrijfsprocessen van de organisatie zullen worden onderzocht op doelmatigheid en doeltreffendheid.

Artikel 10

Het spreekt van zelf dat in het kader van de organisatie van het financieel beheer wordt geregeld door wie de werkzaamheden worden verricht, die verbonden zijn aan het opstellen van de ontwerpjaarrekening en het daarbij behorende verslag ter verantwoording van het financieel beheer.

Deze werkzaamheden behoren te worden verricht onder de verantwoordelijkheid van het hoofd financieel beheer met in achtneming van de geldende wettelijke voorschriften.

De directeur financiën en hoofd financieel beheer dragen de verantwoording dat de cijferopstelling in de ontwerpjaarrekening in overeenstemming zijn met hetgeen is voorgeschreven in de comptabiliteitsvoorschriften voor Waterschappen 1992 en andere wet- en regelgeving van:

  • Belastingdienst

  • Ministeries

  • Provincies voor subsidieverklaringen

  • CBS i.v.m. EMU-voorschriften

Dit komt tot uitdrukking in de medeondertekening van de jaarrekening door de directeur financiën en hoofd financieel beheer bij de aanbieding aan het dagelijks bestuur.

Het kan voorkomen dat het dagelijks bestuur ten aanzien van de inhoud of de inrichting van de ontwerpjaarrekening een standpunt heeft dat afwijkt van de opvattingen van de directeur financiën. Als in deze gevallen niet tot overeenstemming kan worden gekomen, maakt de directeur financiën de ontwerpjaarrekening en het verslag op overeenkomstig de door het dagelijks bestuur gegeven aanwijzingen. Immers, de ontwerp-jaarrekening is uiteindelijk een verantwoording van het gevoerde beheer van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur.

Het derde lid geeft de directeur financiën de mogelijkheid om zijn afwijkende standpunt mede te delen, waardoor gestalte wordt gegeven aan zijn verantwoordelijkheid voor een correcte verslaglegging.

Artikel 11

In artikel 106, vijfde lid, van de Waterschapswet, wordt bepaald dat de vaststelling van de jaarrekening door het algemeen bestuur de leden van het dagelijks bestuur ontlast ten aanzien van het in de jaarrekening verantwoorde financieel beheer.

Voorafgaand hieraan strekt het aanvaarden van de ontwerp-jaarrekening door het dagelijks bestuur, hetgeen tot uitdrukking komt in het aanbieden aan het algemeen bestuur, tot décharge van de directeur financiën.

De Algemene vergadering voornoemd,