Regeling vervallen per 01-01-2015

Verordening Subsidies Oeverherstel

Geldend van 01-01-1998 t/m 31-12-2014

Intitulé

Verordening Subsidies Oeverherstel

Verordening Subsidies Oeverherstel

VERORDENING SUBSIDIES OEVERHERSTEL

Vaststelling:  Besluit Verenigde Vergadering, 19 oktober 1994

Laatstelijk gewijzigd: Besluit Verenigde Vergadering 11 december 2002

Inwerkingtreding: 1 januari 1998

Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. werk:

Oeverherstelwerk of -werken die naar het oordeel van het college dienen tot herstel van schade door gemotoriseerde scheepvaart toegebracht aan een oever langs boezemwateren, voorzover voor het varen daarin door het college algemene vaarvergunningen worden afgegeven.

b.  fonds oeverherstel:

Fonds dat wordt gevormd door een heffing (retributie) voor het varen in de onder a. bedoelde boezemwateren.

c.   college:

Het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland.

De subsidie

Artikel 2

1. Het college verstrekt aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon, die als onderhoudsplichtige van een oever of uit anderen hoofde een werk op zich neemt en daarvoor vergunning krachtens Rijnlands Keur heeft verkregen, een subsidie uit het fonds oeverherstel voor de kosten van dat werk.

2. Een subsidie als bedoeld in lid 1 wordt bepaald op basis van de driejaarlijks door het college vast te stellen normbedragen en bedraagt 90% van de ten laste van de gesubsidieerde blijvende kosten, die direct met het oeverherstel verband houden, met een maximum van 90% van de hiervoor bedoelde normbedragen.

3. Voor een strekking oever wordt slechts éénmaal in de 20 jaar subsidie verstrekt.

4. De kosten die op grond van deze verordening voor subsidiëring in aanmerking komen, worden voor het berekenen van de hoogte van de te verstrekken subsidie verminderd met het bedrag van door derden verleende of vastgestelde subsidies of andere toegezegde of uitbetaalde bijdragen.

5. Het vierde  lid lijdt uitzondering, voor zover uit de voorschriften verbonden aan de door derden verstrekte subsidie of bijdragen blijkt dat die subsidie of bijdrage betrekking heeft op andere kosten dan in het tweede lid bedoeld.

Subsidieplafond

Artikel 3

1. Per begrotingsjaar stelt de Verenigde Vergadering vast welk deel van de opbrengst van het fonds geldt als het subsidieplafond dat beschikbaar is voor het verstrekken van subsidies. Daarbij wordt een deel van het beschikbare budget bestemd voor het verstrekken van subsidies aan natuurlijke personen.

2. Het college verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, met betrekking tot die verdeling, de dag waarop de aanvraag is aangevuld als datum van ontvangst geldt.

3. De subsidies die worden geweigerd, omdat door verstrekking het subsidieplafond zou worden overschreden, worden ten laste gebracht van het volgende begrotingsjaar.

Behandeling van de aanvraag

Artikel 4

1. Een aanvraag om verlening van subsidie wordt bij het college ingediend uiterlijk twaalf weken  vóór het begin van het werk.

2. Naast de in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde eisen, waar een aanvraag aan moet voldoen, gaat de aanvraag vergezeld van een overzichtelijk plan, ten minste inhoudende tekeningen, werkomschrijving en begroting, welk plan voorts ten  genoegen van het college voldoet aan eisen van duidelijkheid en volledigheid.

Artikel 5

Rijnland verleent voor zover mogelijk desgevraagd technische bijstand voor het opstellen van een plan als bedoeld in artikel 4 door onder meer het verstrekken van technische gegevens en technische en administratieve adviezen.

Subsidieverplichtingen

Artikel 6

1. Het college kan aan de gesubsidieerde naast de in artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde verplichtingen, ook andere verplichtingen opleggen die als dan niet strekken tot verwezenlijking van het doel.

2. Bij de subsidieverlening worden in elk geval de volgende verplichtingen opgelegd:

a.de subsidie-ontvanger doet ten minste één week vóór de aanvang van het werk daarvan mededeling aan de directeur Waterbeheer van Rijnland.

b. De subsidie-ontvanger wijst een vertegenwoordiger aan voor overleg met Rijnland over het werk.

c. De subsidie-ontvanger verstrekt aan het college alle inlichtingen die in verband met de subsidieverplichtingen en de uitvoering c.a. van het werk van belang kunnen zijn. Hieronder valt in elk geval de verplichting om de verlening en vaststelling van subsidies of verstrekking van bijdragen van derden voor het werk, onmiddellijk en in elk geval binnen acht weken na ontvangst van het besluit omtrent de subsidie of de andere bijdrage, schriftelijk onder opgave van het bedrag aan het college te berichten;

d. Het werk moet worden uitgevoerd overeenkomstig het ingediende plan met bijbehorende tekeningen en binnen het raam van de begroting waarop subsidieverlening heeft plaatsgevonden;

e. Voor wijziging van het plan of de begroting dient de subsidie-ontvanger afzonderlijk aan het college toestemming te vragen.

Vaststelling

Artikel 7

De subsidie-ontvanger dient binnen 12 weken na de oplevering van het werk een aanvraag tot vaststelling van de verleende subsidie in. Naast hetgeen artikel 4:45 van de Algemene wet bestuursrecht bepaalt omtrent het bij deze aanvraag aantonen dat de activiteiten hebben plaatsgevonden, gaat de aanvraag vergezeld van alle voor de berekening van de hoogte van de vaststelling benodigde bewijsstukken, zoals nota’s, betalingsbewijzen en werkrapporten. Het college kan nadere gegevens verlangen.

Wijziging en intrekking

Artikel 8

Subsidies of bijdragen van derden door de gesubsidieerde verkregen na vaststelling van de op grond van deze verordening verleende subsidie, zullen met inachtneming van het bepaalde in artikel 2 een herberekening daarvan tot gevolg hebben.

Bevoorschotting

Artikel 9

Indien het werk naar het oordeel van het college voor de helft gereed is gekomen, kan het college, met inachtneming van artikel 3, derde lid aan de subsidie-ontvanger een voorschot verlenen van ten hoogste 75% van de verleende subsidie. Een aanvraag daartoe wordt schriftelijk ingediend bij het college.

Slotbepaling

Artikel 10

Het college doet jaarlijks aan de Verenigde Vergadering verslag van de op grond van deze verordening verstrekte subsidies. Het verslag geeft inzicht in de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk. Een publicatie van dit verslag zoals bedoeld in artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht kan achterwege blijven.

Citeertitel en Inwerkingtreding

Artikel 11

1. Deze verordening is in werking getreden  op 1 januari 1998.

2. De verordening kan worden aangehaald als: Verordening subsidies oeverherstel.