Regeling vervallen per 10-05-2011

Algemene regel 7 Peilbuizen en sonderingen

Geldend van 16-12-2009 t/m 09-05-2011

Intitulé

Algemene regel 7 Peilbuizen en sonderingen

Algemene regel 7 Peilbuizen en sonderingen

1 Inleiding

Rijnland is verantwoordelijk voor het waterbeheer in het gebied tussen Wassenaar, Gouda, Amsterdam en IJmuiden. Via vergunningverlening en handhaving stelt Rijnland eisen aan activiteiten die het watersysteem in dit beheergebied kunnen beïnvloeden. De basis hiervoor is de zogenoemde Keur: een set van gebods- en verbodsbepalingen. Deze bepalingen zijn nader uitgewerkt in beleidsregels en algemene regels.

Deze notitie betreft de algemene regel voor het aanbrengen van sonderingen en peilbuizen. Na een inhoudelijke toelichting (paragrafen 2 en 3), volgt een overzicht van de formele artikelen uit de algemene regel in kwestie (paragraaf 4). In paragraaf 5 is aangegeven hoe met de meldingsplicht moet worden omgegaan.

Het kan behulpzaam zijn om, naast deze notitie, ook de algemene toelichting op de beleidsregels en algemene regels te raadplegen. Verder is er een begrippenlijst, die uitleg geeft aan de vaktermen. Alle documentatie is te vinden op www.rijnland.net.

2 Kader

2.1 Verbod in de Keur

Op grond van de Keur (artikel 3.1.4, lid 1 en 3) is het zonder vergunning van het bestuur verboden in het beheergebied van Rijnland werkzaamheden te verrichten als gevolg waarvan een toename van de kwel of wegzijging van het grondwater zal ontstaan en werken te maken of te hebben of handelingen te verrichten die direct of indirect verzilting kunnen veroorzaken of bevorderen. Hieronder is ook begrepen het aanbrengen en hebben van sonderingen en peilbuizen.

2.2 Toepassingsgebied

Deze algemene is alleen van toepassing op de op de kaart ‘Zoute kwel polders, zie kaartenbijlage 2’ aangegeven gebieden.

Let op! Deze algemene regel heeft alleen betrekking op oppervlaktewateren en land en niet op waterkeringen. Bij werkzaamheden op waterkeringen is een Keurvergunning vereist!

2.3. Raakvlakken met ander beleid

  • Beleidsregels ‘Werkzaamheden in de bodem’.

3  Toelichting van de activiteit

Het uitvoeren van werkzaamheden in de bodem in gebieden met sterke (zilte)kwel  of wegzijging van het grondwater, kan tot gevolg hebben dat de (zilte)kwel of wegzijging ongewenste vormen aanneemt waardoor de waterkwaliteit afneemt en/of een verstoring van de waterbalans optreedt.  Het betreft hier onder andere de diepe polders zoals de Haarlemmermeerpolder, Polder Nieuwkoop, Polder de Noordplas en polder Tempel Middelburg.

4   Voorwaarden

Voor het aanbrengen van sonderingen en peilbuizen is geen ontheffing op grond van de Keur (artikel 3.1.4, lid 1 en 3 ) vereist indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden.

Artikel 1: begripsomschrijving

Begripsomschrijving. In deze voorwaarden wordt verstaan onder:

Niet van toepassing.

Artikel 2: uitzonderingsgebieden

De aan te brengen sonderingen en peilbuizen mogen niet worden aangelegd in de volgende gebieden:

  • In de kern- en beschermingszones van primaire of overige waterkeringen. Waterkeringen zijn niet altijd goed in het veld zichtbaar. Neem in geval van twijfel contact op met het hoogheemraadschap van Rijnland.

Artikel 3: uitvoeringsvoorschrift

Te maken boringen en te plaatsen filters, meetbuizen, detectiebuizen en peilbuizen met een maximale diameter van 15 centimeter mogen alleen door middel van het boren (of pulsen) worden aangebracht, het (voor)spuiten is niet toege­staan.

Artikel 4: voorkomen van kwel

Kwel door het aanbrengen van peilbuizen, spanningsbemaling inclusief de retourbemaling moet worden voorkomen.

Artikel 5: herstel van ondoorlatende lagen

Doorboring c.q. perforatie van ondoorlatende lagen moet onmiddellijk worden hersteld door het aanbrengen van zwelklei (bentoniet).

Artikel 6: controle na afloop werkzaamheden

Na afloop van de werkzaamheden moeten alle gemaakte boorgaten en/ of locaties gecontroleerd worden op eventuele kwel. De resultaten van deze controle moeten tezamen met tekeningen waarop de locaties van de sonderingen, boringen en meetbuizen (volgens de coördinaten van de Rijksdriehoekmeting of op “as built” tekeningen) zijn weergegeven binnen 1 maand na afloop van de werkzaamheden aan het hoofd van de afdeling handhaving worden overlegd.

Artikel 7: dichten cq. opheffen ontstane wellen/kwel

Indien tijdens de uitvoering van de werkzaamheden (of binnen vijf jaar na uitvoering) wellen ontstaan dan wel een toename van de kwel geconstateerd wordt, moet dit direct aan het hoofd van de afdeling handhaving worden gemeld. De vergunninghouder moet ontstane wellen dichten en ontstane kwel opheffen.

5 Meldingsplicht

Artikel 8

  • a.

    Het aanbrengen van sonderingen en peilbuizen oppervlaktewater en/of de landbodem dient 2 weken voorafgaand aan de uitvoering schriftelijk te worden gemeld.

  • b.

    Als het werk niet binnen 2 maanden na melding is uitgevoerd komt de melding te vervallen.

  • c.

    Een melding als bedoeld in het eerste lid wordt schriftelijk gedaan via het daartoe bestemde formulier (www.###) en omvat in ieder geval:

    I. Naam en adres van degene die het werk gaat uitvoeren of daartoe opdracht heeft verstrekt.

    II. Het adres of de locatie waar het betreffende werk uitgevoerd zal worden.

    III. De gegevens omtrent het aan te leggen werk, zoals:

    De aard van de werkzaamheden.

    Een situatietekening

    X en Y coördinaten van de plaats van peilbuis c,q,   sondering