Regeling vervallen per 01-07-2015

Besluit ondermandaten Rijnland 2014

Geldend van 19-09-2014 t/m 30-06-2015 met terugwerkende kracht vanaf 01-09-2014

Intitulé

Besluit ondermandaten Rijnland 2014

BESLUIT ONDERMANDATEN RIJNLAND 2014

De secretaris-algemeen directeur van het hoogheemraadschap van Rijnland;

Gezien het Mandaat- en volmachtbesluit Rijnland 20 14 , zoals vastgesteld door het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland d.d. 2 september 2014 (14.54761),

Besluit vast te stellen:

Besluit ondermandaten 2014

  • A.

    ALGEMENE MANDATEN

  • A.

    1 Directeuren

Aan de directeuren zijn de volgende ondermandaten verleend:

  • 1.

    Het voeren van correspondentie voor zover deze naar zijn oordeel door hemzelf kan worden afgedaan.

  • 2.

    Het voeren van correspondentie ter voorbereiding en uitvoering van besluiten van dijkgraaf en hoogheemraden of de Verenigde Vergadering.

  • 3.

    Het besluiten tot het inwinnen van extern advies, alsmede het selecteren van en het voeren van correspondentie met deze adviseurs.

  • 4.

    Het met inachtneming van de budgethoudersregeling geven van opdrachten, doen van bestellingen van goederen en diensten en het goedkeuren van facturen zonder verplichting.

  • 5.

    De verdeling van de werkruimten aan de onderscheiden afdelingen.

  • 6.

    Het met inachtneming van de ter zake geldende regelingen ten aanzien van alle medewerkers uitvoering geven aan de navolgende artikelen van de SAW:

    • a.

      artikel 3.1.11: het toekennen en intrekken van een persoonlijke toelage

    • b.

      artikel 3.1.13: het toekennen van extra verlof of een bijzondere beloning wegens buitengewone toewijding of bijzonder loffelijke vervulling van de betrekking

    • c.

      artikel 3.1.14: het toekennen van een arbeidsmarkttoelage

    • d.

      artikel 3.5.1: het opleggen van de verplichting te gaan of blijven wonen binnen een bepaald gebied

    • e.

      artikel 3.6.2: het toekennen van schadevergoeding

    • f.

      artikel 4.2.6: het intrekken van vakantie wegens dienstbelang en vergoeding van schade ten gevolge van die intrekking

  • 7.

    Het met inachtneming van de ter zake geldende regelingen ten aanzien van de afdelingshoofden van de sector uitvoering geven aan de bepalingen in de SAW, met uitzondering van:

    • a.

      de in onderdeel 7a en 7b van de bijlage bij het Mandaat- en volmachtbesluit genoemde onderwerpen

    • b.

      hoofdstuk 6: ziekte en arbeidsongeschiktheid

    • c.

      hoofdstuk 8: aanspraken tijdens herplaatsingstermijn en werkloosheid

    • d.

      artikel 3.5.4: verplaatsingskosten.

    • A.

      2 Afdelingshoofden

Aan de afdelingshoofden zijn - voor zover betrekking hebbende op de afdeling dan wel het taakgebied van de afdeling - de volgende ondermandaten verleend:

  • 1.

    Het voeren van correspondentie van beperkt of niet beleidsgevoelige aard voor zover deze naar zijn oordeel door hemzelf kan worden afgedaan.

  • 2.

    Het voeren van correspondentie ter voorbereiding of uitvoering van door dijkgraaf en hoogheemraden te nemen of genomen besluiten.

  • 3.

    Het met inachtneming van het bepaalde in onderdeel B.2. sub 1 van dit besluit besluiten tot het inwinnen van extern advies, alsmede het selecteren van en het voeren van correspondentie met deze adviseurs.

  • 4.

    Het beantwoorden van enquêteformulieren.

  • 5.

    De besluiten ten aanzien van de inrichting van de aan de afdeling toegewezen werkruimten en de aanwijzing van de werkplekken aan de individuele medewerkers.

  • 6.

    Het met inachtneming van de budgethoudersregeling geven van opdrachten, doen van bestellingen van goederen en diensten en het goedkeuren van facturen zonder verplichting.

  • 7.

    Het met inachtneming van de ter zake geldende regelingen ten aanzien van de medewerkers van de afdeling uitvoering geven aan de bepalingen in de SAW, met uitzondering van:

    • a.

      de in onderdeel 7a en 7b van de bijlage bij het Mandaat- en volmachtbesluit genoemde onderwerpen

    • b.

      de in onderdeel A.1, sub 6, van dit besluit genoemde onderwerpen

    • c.

      hoofdstuk 6: ziekte en arbeidsongeschiktheid

    • d.

      hoofdstuk 8: aanspraken tijdens herplaatsingstermijn en werkloosheid

    • e.

      artikel 3.5.4: verplaatsingskosten.

    • A.

      3 Teamleiders

Aan de teamleiders zijn - voor zover betrekking hebbende op het team, het taakgebied van het team dan wel op basis van een door het afdelingshoofd verleend ondermandaat - de volgende ondermandaten verleend:

  • 1.

    Het voeren van correspondentie van niet-beleidsgevoelige aard.

  • 2.

    Het doen uitgaan van standaardbrieven, die als zodanig door het afdelingshoofd zijn aangemerkt.

  • 3.

    Het met inachtneming van de ter zake geldende regelingen met de medewerkers van zijn team voeren van gesprekken conform de Rijnlandse gesprekssystematiek.

  • 4.

    Het met inachtneming van de budgethoudersregeling geven van opdrachten, doen van bestellingen van goederen en diensten en het goedkeuren van facturen zonder verplichting.

    • A.

      4 Opdrachtgevers

Aan de opdrachtgevers is – voor zover betrekking hebbende op de projecten – het volgende ondermandaat verleend:

  • 1.

    De vaststelling van een projectplan als bedoeld in artikel 5.4 van de Waterwet voor zover de begrote kosten van een project niet meer bedragen dan 5 miljoen euro.

    • A.

      5 Opdrachtgevers, projectmanagers en projectleiders

Aan de opdrachtgevers, projectmanagers en projectleiders zijn - voor zover betrekking hebbende op de projecten - de volgende ondermandaten verleend:

  • 1.

    Het voeren van correspondentie van niet-beleidsgevoelige aard ter zake van de projecten.

  • 2.

    Het met inachtneming van de budgethoudersregeling geven van opdrachten, doen van bestellingen van goederen en diensten en het goedkeuren van facturen zonder verplichting.

    • A.

      6 Financieel mandaat andere medewerkers

Aan andere in de budgethoudersregeling aangegeven functionarissen dan de onder A.1 tot en met A.5 van dit besluit genoemden is het volgende mandaat verleend:

  • 1.

    Het met inachtneming van de budgethoudersregeling geven van opdrachten, doen van bestellingen van goederen en diensten en het goedkeuren van facturen zonder verplichting.

    • B.

      SPECIFIEKE MANDATEN

    • B.

      1 Hoofd afdeling Administratie

Aan het hoofd van de afdeling Administratie zijn - met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat - de volgende ondermandaten verleend:

  • 1.

    Het met inachtneming van de ter zake geldende regelingen uitvoering geven aan de navolgende hoofdstukken van de SAW:

    • a.

      hoofdstuk 6: ziekte en arbeidsongeschiktheid

    • b.

      hoofdstuk 8: aanspraken tijdens herplaatsingstermijn en werkloosheid

    • c.

      artikel 3.5.4: verplaatsingskosten.

  • 2.

    Het aantekenen van bezwaar tegen en/of akkoord gaan met door gemeenten afgegeven beschikkingen met betrekking tot de vastgestelde WOZ-waarde van Rijnlandse eigendommen (gebouwen, woningen en installaties).

  • 3.

    Het aangaan van langgeldleningen tot een bedrag als aangegeven in de vastgestelde begroting van het hoogheemraadschap van het desbetreffende jaar.

  • 4.

    Het aangaan van rekening-courantovereenkomsten tot een kredietlimiet als aangegeven in de vastgestelde begroting van Rijnland van het desbetreffende jaar.

  • 5.

    Het uitlenen, beleggen of herbeleggen van kasgelden.

  • 6.

    Het doen van af- en overschrijvingen per waterschapstaak, voor zover het budget onvoorzien in de exploitatiebegroting niet wordt aangesproken en het niet te koste gaat van de (afgesproken) prestaties.

  • 7.

    Het bepalen van voorschotten en afrekeningen van kosten van wateronttrekkingen aan en waterlozingen op Rijnlands boezem.

  • 8.

    Het bepalen van voorschotten en afrekeningen grensoverschrijdend afvalwater.

  • 9.

    Het doen van aangiften omzetbelasting.

  • 10.

    Het verlenen van vermindering of kwijtschelding aan hen die hebben aangenomen ten behoeve van het hoogheemraadschap iets te doen of te leveren voor zover een en ander een bedrag van € 25.000,-- niet te boven gaat.

  • 11.

    Het doen uitgaan van dwangbevelen.

  • 12.

    De vaststelling van afrekening van subsidies aan derden.

  • 13.

    Het goedkeuren van budgettaire regelingen binnen het totaalbudget van de taken watersysteembeheer en waterkwaliteitsbeheer voor zover het budget onvoorzien in de exploitatie­begroting niet wordt aangesproken en het niet ten koste gaat van (afgesproken) prestaties.

  • 14.

    Het goedkeuren van verzoeken tot het inhuren van personeel binnen het in de exploitatiebegroting geraamde budget voor personeelskosten.

  • 15.

    Eigendommenbeheer:

    • a.

      Het kopen, ruilen en vervreemden van onroerende goederen,

    • b.

      Het aangaan en verlenen, wijzigen en beëindigen van persoonlijke en zakelijke gebruik- en genotrechten, en

    • c.

      Het kwijtschelden van vorderingen wegens huur, pacht en gebruik van onroerende eigendommen van het hoogheemraadschap,

alles voor zover nodig een passend krediet is verleend en voor zover een en ander een bedrag van €100.000 per geval per jaar. Deze beperking geldt niet voor de verkoop van de daartoe aangewezen dienstwoningen.

B.2 Hoofd afdeling Ondersteuning & Advies

Aan het hoofd van de afdeling Ondersteuning & Advies zijn - met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat - de volgende ondermandaten verleend:

  • 1.

    Het nemen van besluiten over het inwinnen van extern advies op de vakgebieden van de afdeling alsmede het selecteren van de adviseurs.

  • 2.

    Het nemen van procesbesluiten inzake tegen het hoogheemraadschap of een besluit van een bestuursorgaan van het hoogheemraadschap ingestelde rechtsgedingen voor burgerlijke en administratieve gerechten.

  • 3.

    Het nemen van procesbesluiten inzake rechtsgedingen voor burgerlijke of administratieve gerechten, waarbij het hoogheemraadschap of een bestuursorgaan van het hoogheemraadschap als belanghebbende als bedoeld in artikel 8:26 Algemene wet bestuursrecht kan worden aangemerkt.

  • 4.

    Het nemen van procesbesluiten ter zake van het voeren van rechtsgedingen voor burgerlijke en administratieve gerechten, waaronder begrepen het indienen van administratief bezwaar of het instellen administratief beroep, indien deze rechtsgedingen strekken of mede strekken tot uitvoering van door een bestuursorgaan van het hoogheemraadschap genomen besluiten.

  • 5.

    Eigendommenbeheer:

    • a.

      Het kopen, ruilen en vervreemden van onroerende goederen,

    • b.

      het aangaan en verlenen, wijzigen en beëindigen van persoonlijke en zakelijke gebruik- en genotrechten, en

    • c.

      het kwijtschelden van vorderingen wegens huur, pacht en gebruik van onroerende eigendommen van het hoogheemraadschap,

alles voor zover nodig een passend krediet is verleend en voor zover een en ander een bedrag van €100.000 per geval per jaar. Deze beperking geldt niet voor de verkoop van de daartoe aangewezen dienstwoningen.

  • 6.

    Het verdagen van een beslissing als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 7.

    Het verdagen van een beslissing op bezwaar als bedoeld in artikel 7:10, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

    • B.

      3 Hoofd afdeling Dienstverlening, Voorzieningen en ICT

Aan het hoofd van de afdeling Dienstverlening, Voorzieningen en ICT zijn - met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat - de volgende ondermandaten verleend:

  • 1.

    Het toekennen van bijdragen aan derden ter hoogte van maximaal 25% van de begrote kosten van incidentele activiteiten indien deze activiteiten:

    • a.

      binnen het gebied van Rijnland worden ontplooid of daarop betrekking hebben, en

    • b.

      aan water, de taken van Rijnland of Rijnland als organisatie zijn gerelateerd.

  • 2.

    Het verlenen van vaarvergunningen als bedoeld in artikel van de Vaarwegenverordening Rijnland 2013.

  • 3.

    Het nemen van besluiten over de uitleen van archiefstukken en kunstvoorwerpen.

  • 4.

    Het nemen van besluiten tot het vernietigen van archiefstukken.

    • B.

      4 Hoofd afdeling Vergunningverlening en Handhaving

Aan het hoofd van de afdeling Vergunningverlening en Handhaving zijn - met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat - de volgende ondermandaten verleend met inachtneming van het bepaalde in artikel 7.4 lid 1 sub b van het Besluit Omgevingsrecht (functiescheiding handhaving en vergunningverlening):

  • 1.

    Plantoetsing

    • a.

      De uitvoering van artikel 3.1.1 en 5.1.1 Besluit ruimtelijke ordening juncto de artikelen 3.8, 3.26 en 3.28 Wet ruimtelijke ordening juncto artikel 3.10 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: het voeren van vooroverleg over bestemmings-, inpassings- en projectplannen (watertoets).

    • b.

      De uitvoering van artikel 3.9a Wet ruimtelijke ordening: het indienen van bedenkingen en het maken van bezwaar in het kader van wijziging of uitwerking van bestemmingsplannen.

    • d.

      De uitvoering van artikel 4.17, lid 3 Wet Milieubeheer: de voorbereiding van gemeentelijke milieubeleidsplannen.

    • e.

      De uitvoering van artikel 4.23, lid 1, Wet Milieubeheer: de voorbereiding van gemeentelijke rioleringsplannen.

    • f.

      De uitvoering van hoofdstuk 7 Wet Milieubeheer: het vooroverleg over en het indienen van bedenkingen ter zake van milieueffectrapportages.

  • 2.

    Vergunningverlening

    • a.

      Het krachtens artikel 6.2, eerste lid, van de Waterwet verlenen van een vergunning inzake het verbod stoffen te brengen in een oppervlaktewaterlichaam.

    • b.

      Het krachtens artikel 6.2, tweede lid, van de Waterwet verlenen van een vergunning inzake het verbod om met behulp van een werk, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, water of stoffen te brengen op een zuiveringtechnisch werk.

    • c.

      Het krachtens de artikelen 3.1.1, 3.1.2, 3.1.3, 3.1.4, 3.2.3 en 3.3.3 van de Keur Rijnland 2009 verlenen van een watervergunning.

    • d.

      Het krachtens de artikelen 3.2.1, 3.3.1 en 3.4.1 van de Keur Rijnland 2009 opleggen van een meldplicht voor de aan- en afvoer van water en het onttrekken en lozen van water en het onttrekken van grondwater.

    • e.

      Het krachtens de artikelen 3.2.2 en 3.3.2 van de Keur Rijnland 2009 opleggen van een meet- en registratieplicht voor de aan- en afvoer van water en het onttrekken en lozen van water en het onttrekken en infiltreren van grondwater.

    • f.

      Het krachtens artikel 6.17 van de Waterwet afhandelen van een aanvraag die betrekking heeft op een handeling of samenstel van handelingen ten aanzien waarvan meer dan één bestuursorgaan bevoegd is.

    • g.

      Het krachtens artikel 6.18, eerste lid, van de Waterwet bepalen dat een revisievergunning moet worden aangevraagd.

    • h.

      Het krachtens artikel 6.19, eerste lid, van de Waterwet ambtshalve verlenen van een revisievergunning.

    • i.

      Het krachtens artikel 6.21 van de Waterwet weigeren van een vergunning.

    • j.

      Het krachtens artikel 6.22, eerste lid, van de Waterwet wijzigen of aanvullen van een vergunning en de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen;

    • k.

      Het krachtens artikel 6.22, tweede en derde lid, van de Waterwet geheel of gedeeltelijk intrekken van een vergunning.

    • l.

      Het krachtens artikel 2 tot en met 7 van de Aansluitverordening Rijnland verlenen, wijzigen, intrekken en weigeren van een aansluitvergunning, alsmede het opleggen van de verplichting aan een vergunninghouder om aanvullende gegevens te verstrekken ter bescherming van het belang waarvoor de aansluitvergunning is afgegeven, het opleggen van nadere lozingseisen en lozingsvoorschriften aan een vergunninghouder, die moeten worden doorvertaald naar de aangeslotenen en het opleggen van een onderzoeksverplichting aan een vergunninghouder naar de oorzaken van overschrijdingen van grens- en/of signaleringswaarden.

    • m.

      Het verlenen van vaarvergunningen als bedoeld in artikel 3 van de Vaarwegenverordening Rijnland 2013.

    • n.

      het verlenen van ontheffingen op grond van artikel 7 van de Scheepvaartverkeerswet van een gebod of verbod, aangegeven met een verkeersteken.

  • 3.

    Handhaving

    • a.

      De uitvoering van artikel 61 van de Waterschapswet juncto hoofdstuk 8 van de Waterwet juncto afdeling 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht.

    • b.

      De uitvoering van artikel 61 van de Waterschapswet juncto de Keur Rijnland 2009 juncto afdeling 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht.

    • c.

      Het uitvoering geven aan artikel 257ba Wetboek van Strafvordering juncto artikel 4.2 lid 1 sub b Besluit OM-afdoening.

    • d.

      Het verlengen van de beslistermijn als bedoeld in artikel 3:18 en 4:14 van de Algemene wet bestuursrecht ter zake van verzoeken tot handhaving.

    • e.

      Het uitvoering geven aan artikel 257ba Wetboek van Strafvordering juncto artikel 4.2 lid 1 sub b Besluit OM-afdoening.

    • B.

      5 Hoofd afdeling Projecten

Aan het hoofd van de afdeling Projecten is het volgende ondermandaat verleend:

  • 1.

    De vaststelling van een projectplan als bedoeld in artikel 5.4 van de Waterwet voor zover de begrote kosten van een project niet meer bedragen dan 5 miljoen euro.

    • B.

      6 Hoofd afdeling Staf Bestuur & Directie

Aan het hoofd van de afdeling Staf Bestuur & Directie is het volgende ondermandaat verleend:

  • 1.

    Het uitvoeren van de materiële controle en parafering van declaraties reis- en verblijfskosten van de leden van het algemeen bestuur en van alle leden van de vaste commissies van het algemeen bestuur.

    • B.

      7 Hoofd afdeling Beleid- & Planontwikkeling:

Aan het hoofd van de afdeling Beleid- & Planontwikkeling is - met de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat - het volgende ondermandaat verleend:

  • 1.

    De uitvoering van hoofdstuk 2 van de Wet ruimtelijke ordening: het voeren van (ambtelijk) vooroverleg over structuurvisies en andere strategische plannen.

    • B.

      8 Projectleiders afdeling Onderhoud en afdeling Projecten

Aan de projectleiders van de afdeling Onderhoud en van de afdeling Projecten is het volgende ondermandaat verleend:

1.het ondertekenen van IIA-verklaringen in het kader van CE-markering.

Wijziging wetten en regelingen

De in dit besluit opgenomen mandaten worden geacht te zijn gewijzigd voor zoveel en op het tijdstip dat de hierin genoemde wetten en regelingen zijn gewijzigd.

Inwerkingtreding; citeerartikel

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 september 2014 en vervangt:

• Besluit Ondermandaten Rijnland 2008 zoals vastgesteld door de secretaris-algemeen directeur op 24 juli 2007 en laatstelijk gewijzigd op 23 mei 2013.

Leiden, 15 september 2014

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 september 2014.