Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR271704
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR271704/2
Regeling vervallen per 27-10-2016
Verordening behandeling bezwaarschriften Schieland en de Krimpenerwaard
Geldend van 29-10-2009 t/m 26-10-2016
Intitulé
Verordening behandeling bezwaarschriften Schieland en de KrimpenerwaardVerordening behandeling bezwaarschriften Schieland en de Krimpenerwaard
Begripsomschrijvingen - Artikel 1
-
In deze verordening wordt verstaan onder:
-
a. een bestuursorgaan: de verenigde vergadering, dijkgraaf en hoogheemraden, de dijkgraaf of een andere persoon of een ander college met enig openbaar gezag
bekleed, ieder voor zover hun bevoegdheid betreffende;
-
b. de wet: de Algemene wet bestuursrecht;
-
c. de commissie: de personen, bedoeld in art. 7:13, eerste lid van de wet;
-
d. een bezwaarschrift: een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 6:4 en volgende van de wet, uitgezonderd bezwaarschriften tegen besluiten welke door bestuursorganen van Schieland en de Krimpenerwaard zijn genomen in het kader van de heffing of invordering van belastingen of rechten, en besluiten genomen op grond van een regeling die voorziet in een afzonderlijke bezwaarprocedure.
Commissie - Artikel 2
-
1. Er is een commissie voor de voorbereiding van de beslissing op bezwaren, als bedoeld in artikel 1:5 van de wet, uitgezonderd bezwaren tegen besluiten welke door bestuursorganen van Schieland en de Krimpenerwaard zijn genomen in het kader van de heffing of invordering van belastingen of rechten.
-
2. De (plaatsvervangend) voorzitter van de commissie geeft advies bij klaagschriften, ingediend op grond van hoofdstuk 9 van de wet, die zijn gericht tegen de dijkgraaf van Schieland en de Krimpenerwaard.
-
3. De (plaatsvervangend) voorzitter en de leden van de commissie tekenen tijdens de vergadering de presentielijst.
-
4. Alleen de leden die de presentielijst hebben getekend ontvangen de vergoeding die dijkgraaf en hoogheemraden voor het bijwonen van de vergadering hebben vastgesteld.
Samenstelling en benoeming - Artikel 3
De commissie bestaat uit zes leden, die op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden worden benoemd, geschorst en ontslagen door de verenigde vergadering. De commissie wijst uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan. Per vergadering zijn de voorzitter of de plaatsvervangend voorzitter en twee leden aanwezig. De leden mogen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder de verantwoordelijkheid van de in artikel 1 genoemde bestuursorganen.
Zittingsduur - Artikel 4
-
1. De leden worden benoemd voor een periode die gelijkloopt met de zittingstermijn van de leden van de verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard, met de mogelijkheid van herbenoeming. Zij blijven na afloop van hun benoemingstermijn in functie, totdat in hun opvolging c.q. herbenoeming is voorzien.
-
2. De leden van de commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij blijven voor wat betreft lopende zaken hun functie waarnemen tot in hun opvolging is voorzien.
Secretariaat - Artikel 5
Het secretariaat van de commissie wordt gevoerd door dijkgraaf en hoogheemraden aangewezen ambtenaren.
Beslissing op bezwaren - Artikel 6
Het bestuursorgaan beslist op de bij hem ingediende bezwaren na aan hem uitgebracht advies van de commissie.
Ontvangst bezwaarschrift - Artikel 7
-
1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.
-
2. Het bestuursorgaan stelt het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken zo spoedig mogelijk in handen van de commissie.
Inlichtingen en advies - Artikel 8
-
1. De (plaatsvervangend) voorzitter kan ten behoeve van de voorbereiding van het advies rechtstreeks alle inlichtingen inwinnen of doen inwinnen.
-
2. De (plaatsvervangend) voorzitter kan uit eigen beweging bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en dezen zo nodig uitnodigen daartoe in de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van dijkgraaf en hoogheemraden vereist.
Verweerschrift - Artikel 9
-
1. De secretaris verzoekt het bestuursorgaan dat de bestreden beslissing heeft genomen, binnen twee weken na dagtekening van het verzoek een verweerschrift in te dienen daarbij alle stukken te overleggen die betrekking hebben op het geschil.
-
2. De secretaris kan afwijking toestaan van de in het eerste lid bedoelde termijn.
Plaats en tijdstip hoorzitting - Artikel 10
-
1. De (plaatsvervangend) voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting, waarin de belanghebbenden en het bestuursorgaan in de gelegenheid worden gesteld zich in persoon of bij gemachtigde door de commissie te doen horen.
-
2. Een gemachtigde moet ter zitting een schriftelijke en door de belanghebbende respectievelijk door het betreffende bestuursorgaan ondertekende machtiging overleggen, tenzij hij als advocaat of procureur is ingeschreven of de belanghebbende zelf met hem verschijnt.
Oproep belanghebbenden - Artikel 11
-
1. Door of namens de (plaatsvervangend) voorzitter wordt aan belanghebbenden en het bestuursorgaan tenminste twee weken voor de hoorzitting schriftelijk medegedeeld, dat zij in de gelegenheid worden gesteld zich te doen horen tijdens de zitting.
-
2. Indien een belanghebbende of het bestuursorgaan wijziging wenst van het tijdstip van de hoorzitting, dient zulks binnen drie dagen na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde mededeling, onder opgaaf van redenen, te worden verzocht aan de (plaatsvervangend) voorzitter.
-
3. De beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter op een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt zo spoedig mogelijk, doch tenminste één week voor de hoorzitting, schriftelijk aan de belanghebbende en het bestuursorgaan medegedeeld.
-
4. De (plaatsvervangend) voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden af te wijken of afwijking toe te staan van de termijnen, als genoemd in de voorgaande leden.
Overdracht bevoegdheden - Artikel 12
-
De commissie oefent voor de toepassing van deze verordening de volgende wettelijke bevoegdheden van het bestuursorgaan uit:
-
a. de bevoegdheden van artikelen 2:1 tweede lid van de wet;
-
b. de bevoegdheden van artikel 6:6 van de wet voor wat betreft het stellen van een termijn aan de indiener waarbinnen het verzuim in de zin van het niet voldoen aan de vereisten als gesteld in artikel 6:5 van de wet kan worden hersteld;
-
c. de bevoegdheden van artikel 7:3 van de wet;
-
d. de bevoegdheden van artikel 7:4 zesde lid van de wet;
-
e. de bevoegheden van artikel 7:5 tweede lid van de wet;
-
f. de bevoegdheden van artikel 7:6 vierde lid van de wet.
Quorum - Artikel 13
Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat drie leden van de commissie, waaronder de (plaatsvervangend) voorzitter, aanwezig zijn. In geval van overmacht volstaat de aanwezigheid van twee leden waaronder de (plaatsvervangend) voorzitter.
Onpartijdigheid voorzitter en leden, wraking en verschoning - Artikel 14
-
1. De (plaatsvervangend) voorzitter en de leden nemen niet deel aan de voorbereiding van en de beraadslaging over het advies inzake de beslissing op het bezwaar, indien daarbij hun onpartijdigheid ter discussie zou kunnen komen te staan.
-
2. Uiterlijk bij de aanvang van de hoorzitting kan elk van de leden van de commissie door een belanghebbende worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden die het vormen van een onpartijdig oordeel door het desbetreffende lid zouden kunnen bemoeilijken.
-
3. Indien ten aanzien van een of meer leden van de commissie een verzoek tot wraking is gedaan, wordt de behandeling van het bezwaarschrift aangehouden totdat door de commissie, niet bestaande uit leden ten aanzien waarvan het verzoek tot wraking is gedaan, is beslist.
-
4. Op grond van de in het tweede lid genoemde feiten en omstandigheden kan elk van de leden van de commissie zich verschonen. Alsdan wordt een ander lid van de commissie aangewezen.
Openbaarheid zitting - Artikel 15
-
1. De hoorzitting is openbaar.
-
2. De deuren worden gesloten, indien de voorzitter of een van de leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.
-
3. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.
Verslaglegging zitting - Artikel 16
-
1. Het verslag van de hoorzitting, als bedoeld in artikel 7:7 van de wet, vermeldt de namen van de aanwezige belanghebbenden en de namen van de vertegenwoordigers van het bestuursorgaan, alsmede hun hoedanigheid. Het vermeldt voorts kort hetgeen tijdens de zitting is gezegd en voorgevallen.
-
2. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk niet openbaar was, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, wordt dit in het verslag vermeld.
-
3. Het verslag verwijst naar de tijdens de zitting overgelegde bescheiden, die aan het verslag worden gehecht.
-
4. Het verslag wordt ondertekend door de (plaatsvervangend) voorzitter en de secretaris.
Nader onderzoek - Artikel 17
-
1. Indien na afloop van de hoorzitting, doch voor het uitbrengen van advies, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de (plaatsvervangend) voorzitter uit eigen beweging dit onderzoek houden. Verkregen informatie of adviezen worden in afschrift aan de leden, het bestuursorgaan en de belanghebbenden toegezonden.
-
2. De leden, het bestuursorgaan en de belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het eerste lid bedoelde nadere informatie of adviezen, aan de (plaatsvervangend) voorzitter een verzoek richten tot het houden van een nieuwe hoorzitting. De commissie beslist op een dergelijk verzoek.
-
3. Op een zitting als bedoeld in het voorgaande lid, zijn de bepalingen van de verordening betreffende de hoorzitting zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
Raadkamer en advies - Artikel 18
-
1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar aan het bestuursorgaan uit te brengen advies.
-
2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Van minderheidsstandpunten wordt bij het advies melding gemaakt, indien deze minderheid dat verlangt.
-
3. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel aan het bestuursorgaan voor de te nemen beslissing op het bezwaar.
-
4. Het advies wordt door de (plaatsvervangend) voorzitter en de secretaris ondertekend.
Verdaging beslissing - Artikel 19
-
1. Indien naar het oordeel van de (plaatsvervangend) voorzitter de termijn van twaalf weken, als bedoeld in artikel 7:10 van de wet, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van advies en het nemen van een beslissing op het bezwaar door het bestuursorgaan, verzoekt hij het bestuursorgaan tijdig de beslissing op het bezwaar te verdagen.
-
2. Van de beslissing tot verdagen ontvangt de commissie een afschrift.
Inwerkingtreding - Artikel 20
Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl