Regeling vervallen per 18-10-2019

Verordening vaste commissies verenigde vergadering Schieland en de Krimpenerwaard

Geldend van 08-01-2009 t/m 17-10-2019

Intitulé

Verordening vaste commissies verenigde vergadering Schieland en de Krimpenerwaard

De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard besluit :

verordening vaste commissies verenigde vergadering 2009

I. vast te stellen de Verordening vaste commissies verenigde vergadering Schieland en de Krimpenerwaard 2009

Artikel 1

De verenigde vergadering kent de volgende vaste commissies van advies:

  • 1.

    commissie algemene zaken en middelen;

  • 2.

    commissie integraal waterbeheer;

  • 3.

    commissie waterkeringen en wegen;

Artikel 2

  • 1. De commissie algemene zaken en middelen adviseert over :

    • aangelegenheden van bestuurlij­ke en juridische aard, handhaving, grondzaken, in- en externe communicatie, personeels- en organisatiebe­leid, huisvestingsaangelegenheden;

    • het financiële bestel van Schieland en de Krimpenerwaard, de begroting en meerjarenbegroting, de reke­ning, de investeringen, belastingen en invordering, plan­ning & control en informatie-voorziening en automatisering; alsmede over

    • algemene aangelegenheden voor zover deze niet behoren tot het werk­ter­rein van één der overige commissies.

  • 2. De commissie integraal waterbeheer adviseert over integraal waterbe­heer, algeme­ne beleidsaspecten betreffende beheer en onder­houd van boezemwateren en hoofdwatergangen, peilbesluiten, bemalings­installaties en riole­ringszaken. Deze commissie adviseert tevens over aangelegenheden betreffende het transport en zuivering van afvalwater en de verwerking van zuiveringsslib.

  • 3. De commissie waterkeringen en wegen adviseert over aanleg, beheer en onderhoud van waterkeringen, instand­houding vaarwe­gen en het wegenbeheer.

Artikel 3

  • 1. De commissies dienen de verenigde vergadering desgevraagd of uit eigen beweging van advies.

  • 2. Een onderwerp dat het taakveld van meer dan één commissie raakt, kan door het college aan meer dan één commissie worden voorgelegd.

  • 3. Niet tot de taak van de commissies behoren die onderwerpen die aan het oordeel van een bijzondere commissie uit de verenigde vergadering worden onderworpen, tenzij de verenig­de vergadering anders bepaalt bij het besluit tot instelling van de bijzondere commissie.

Artikel 4

  • 1. Elke commissie bestaat naast de door en uit het college aangewezen leden uit minimaal 10 en maximaal 12 leden.

  • 2.

    • a.

      De leden van de commissies, met uitzondering van de door en uit het college aangewezen leden, worden door de verenigde vergadering uit de hoofdingelanden benoemd, op voordracht van de betreffende belangencategorie en fractie;

    • b.

      Iedere categorie en fractie van de categorie ingezetenen is in principe vertegenwoordigd in een vaste adviescommissie, naar rato van de verdeling in de verenigde vergadering.

    • c.

      Bij de voordracht van leden voor de vaste adviescommissies dragen de gezamenlijke fracties van de categorie ingezetenen zorg voor een evenwichtige vertegenwoordiging van alle in de verenigde vergadering aanwezige fracties in de vaste adviescommissies.

    • d.

      Bij de voordracht van leden voor de vaste adviescommissies dragen de categorieën bedrijven, ongebouwd en natuurterreinen gezamenlijk zorg voor een evenwichtige vertegenwoordiging van deze categorieën in de vaste adviescommissies.

  • 3. De door en uit het college aangewezen leden treden beurtelings op als voorzitter.

  • 4. Bij ziekte, afwezigheid of ontstentenis van een lid, kan dat lid in de bijeen­komst van de commissie worden vervangen door een hoofd­ingeland uit dezelfde belangencategorie.

Artikel 5

De zittingsperiode van de commissieleden is gelijk aan die van de leden van de verenigde vergadering. In tussentijds ontstane vacatu­res wordt zo spoedig mogelijk voor­zien. Wanneer een lid de werkzaam­heden van één der hoogheem­raden waar­neemt, kan de verenigde vergadering in zijn plaats een hoofdinge­land uit dezelfde categorie benoe­men tot lid van de commissie.

Artikel 6

  • 1. Aan elke commissie wordt door het college een ambte­naar van het hoogheem­raadschap als secretaris toegevoegd.

  • 2. In voorkomende gevallen wordt verdere ambtelijke bijstand in overleg met de voorzitters geregeld op aanwijzing van de directeur.

Artikel 7

  • 1. Elke commissie vergadert zo dikwijls haar voorzitter zulks nodig oordeelt of tenminste de helft van het aantal leden aan de voorzit­ter, onder opgaaf van redenen, het verlangen daar­toe schriftelijk kenbaar maakt.

  • 2. De oproeping ter vergadering geschiedt namens de voorzitter door de secreta­ris met opgaaf, voor zover mogelijk, van de te behandelen onderwer­pen, tenminste zes dagen tevoren, spoedei­sende gevallen uitgezonderd.

  • 3. Wanneer een lid de vergadering niet kan bijwonen, geeft hij hiervan kennis aan de secretaris onder vermelding of een andere hoofdingeland uit dezelfde categorie hem vervangt.

Artikel 8

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie tekenen vóór het begin van de vergadering de presentielijst; de voorzitter en de secretaris onderteke­nen de lijst na afloop.

  • 2. Alleen de leden, niet zijnde de door het college benoemde leden, die de presentielijst hebben getekend, ont­vangen de voor het bijwonen van de vergadering vastgestelde vergoeding.

Artikel 9

De vergadering wordt niet gehouden, indien blijkens de presentie­lijst minder dan de helft van het aantal commissieleden opgekomen is.

Artikel 10

  • 1. De standpunten van de commissie worden bepaald bij meerder­heid van de uitgebrachte stemmen. Bij staking der stemmen wordt geacht geen standpunt te zijn bepaald. In dat geval worden de beide standpun­ten aan de verenigde vergadering medege­deeld.

  • 2. Over personen wordt met gesloten en ongetekende briefjes ge­stemd.

Artikel 11

  • 1. De leden van het college en de leden van de verenigde verga­dering kunnen de vergaderin­gen van een commissie, waarvan zij geen deel uitmaken, desge­wenst bijwonen. De secretaris en de directeur kunnen eveneens de vergaderingen bijwonen.

  • 2. In dat geval kunnen de aanwezige niet-leden, na toestemming van de voorzit­ter, deelnemen aan de discussies. Zij kunnen echter niet deelnemen aan de besluitvorming.

Artikel 12

  • 1. De vergaderingen der commissies worden in het openbaar gehou­den. Met inachtneming van artikel 35 Waterschapswet kan worden besloten tot vergade­ren met gesloten deuren.

  • 2. Toehoorders kunnen de vergaderingen van de commissies bijwo­nen. Artikel 43 van het Reglement van orde voor de verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13

  • 1. Van het behandelde in de commissies wordt een digitaal verslag beschikbaar gesteld en een lijst van adviezen van de commissie.

  • 2. Voor het digitale verslag en de lijst van adviezen is van toepassing het gestelde in artikel 17 van het reglement van orde van de verenigde vergadering 2009, met dien verstande dat voor besluitenlijst moet worden gelezen lijst van adviezen.

Artikel 14

Bij twijfel omtrent de toepassing van deze verordening en in de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, wordt door de vergadering beslist, zo veel mogelijk met inachtneming van het Reglement van orde voor de verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard.

Artikel 15

  • 1. Deze verordening treedt direct in werking.

  • 2. Deze verordening kan worden aange­haald als "Verordening vaste commis­sies Verenigde Vergade­ring".

II in te trekken de ‘Verorde­ning op de vaste commissies’ van Schieland van 24 november 1999 en de ‘Verordening regelende de samenstelling en de bevoegdheden van de vaste commissies van advies en bijstand’ van de Krimpenerwaard van 14 december 1989.

Ondertekening

Aldus besloten door de verenigde vergadering op 3 januari 2005 en gewijzigd op 8 januari 2009.