Regeling vervallen per 01-01-2015

Nadere regel Subsidie natuurvriendelijke oevers

Geldend van 01-01-2011 t/m 31-12-2014

Intitulé

Inleiding en doel

Ter verbetering van de waterkwaliteit worden binnen het beheergebied van Schieland en de Krimpenerwaard regelmatig natuurvriendelijke oevers aangelegd. Met de aanleg van deze oevers wordt het volgende bewerkstelligd:

•
een biologisch gezonder watersysteem,
•
een betere en uitgebreidere ecologische infrastructuur,
•
een verbetering van de chemische kwaliteit en
•
een natuurlijke aanblik.

De aanleg van deze oevers gebeurt vaak vanuit het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard zelf of vanuit plannen en projecten van andere (overheids-)organisaties waarbij afspraken met dit hoogheemraadschap zijn gemaakt. Daarnaast zijn er ook initiatieven van derden buiten plannen en/of projecten om. Deze subsidieverordening is opgesteld om de realisatie van natuurvriendelijke oevers die buiten plannen en projecten van HHSK vallen mogelijk te maken en om nieuwe initiatieven voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers te stimuleren. Daarbij wordt een voorkeursvolgorde gehanteerd zoals omschreven in de toelichting bij artikel 1.

1. Begripsomschrijving

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a.
natuurvriendelijke oever: een geleidelijk oplopende of een ondiepe zone langs de slootkant waar inheemse gebiedseigen oeverplanten groeien die met hun voeten in het water staan, een en ander zoals nader beschreven in de toelichting behorend bij deze regeling. Oeverplanten die op het droge deel van de oever staan, worden voor de toepassing van deze regeling niet tot de natuurvriendelijke oever gerekend.
b.
keur: keur van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.
c.
watervergunning: een vergunning afgegeven op grond van de Waterwet en de keur.
d.
ASV: de Algemene Subsidie Verordening Schieland en de Krimpenerwaard.

Op de verstrekking van een bijdrage op grond van deze regeling zijn de regels van de Algemene subsidie verordening Schieland en de Krimpenerwaard (ASV) van toepassing, tenzij hiervan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

2. Voorwaarden en criteria

Artikel 2.1

Voor de volgende projecten en activiteiten wordt een financiële bijdrage verstrekt:
1. Projecten of activiteiten waarbij een natuurvriendelijke oever wordt aangelegd en een bestaande beschoeiing wordt verwijderd of onder de waterbodem wordt gedrukt, zodat een geleidelijke overgang van land naar water wordt gecreëerd, zonder obstakels voor fauna.
2. Projecten of activiteiten waarbij een steile oever wordt omgevormd tot een natuurvriendelijke oever met een plasberm of een oever met een zeer flauw talud (+/- 1:3 of flauwer) eventueel beschermd tegen afslag door een vooroever (die aan de gestelde eisen voldoet).

Artikel 2.2

1. In afwijking van artikel 3.1 van de ASV komen publiekrechtelijke rechtspersonen niet in aanmerking voor een financiële bijdrage op grond van deze regeling.
2. Een financiële bijdrage wordt niet verleend indien er al andere afspraken zijn over medefinanciering door het hoogheemraadschap of bij een project waarin sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling.
2

Artikel 2.3

Het aanleggen van een natuurvriendelijke oever komt niet in aanmerking voor een financiële bijdrage op grond van deze regel wanneer er al andere afspraken zijn over medefinanciering door het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard of bij een project waarin sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling.

Artikel 2.4

De aanvraag voor een bijdrage moet voldoen aan de in bijlage 1 gestelde criteria.

3. Subsidieplafond

Artikel 3

1. Jaarlijks stelt het college een subsidieplafond vast als bedoeld in art. 2 .1 van de ASV.
2. Het beschikbare bedrag wordt verdeeld conform artikel 2.2 sub b van de ASV.
3. Bij de verdeling als bedoeld in het tweede lid wordt gebruik gemaakt van het beoordelingskader als bedoeld in bijlage 2 van deze regeling.
4. De aangevraagde bijdrage kan geheel of gedeeltelijk worden verleend.
4

4. Hoogte van de bijdrage -

Artikel 4

1. De hoogte van de bijdrage is maximaal 90% van de kosten voor het aanleggen van de natuurvriendelijke oever.
2. De kosten die voor vergoeding in aanmerking komen, zijn:
- •
  Voorbereidingskosten die noodzakelijk zijn ten behoeve van het indienen van de aanvraag (incl. legeskosten). Deze kosten mogen maximaal 10% van de totaalkosten bedragen;
- •
  Kosten voor het verwijderen van bestaande beschoeiing;
- •
  Kosten voor het aanbrengen van onderwaterbeschoeiing en/of oeverbeschermingsmateriaal;
- •
  Kosten voor grondverzet;
- •
  Kosten voor herprofileren;
- •
  Kosten voor het inzaaien en/of aanplanten;
- •
  Kosten voor het plaatsen van een afrastering tegen inlopen van vee en/of een veedrenkplaats. De kosten voor de afrastering mogen maximaal 10% van de totaalkosten bedragen;
3. In het geval dat voor een project al een gedeeltelijke bijdrage wordt verleend door een andere (overheids)organisatie, wordt deze bijdrage in mindering gebracht op de door het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard beschikbaar gestelde financiële bijdrage.

5. De aanvraag en vaststelling

Artikel 5.1 De aanvraag tot verlening van een bijdrage

1. De aanvragen tot verlening van een bijdrage dienen uiterlijk op 31 maart van ieder jaar te worden ingediend.
2. In afwijking van artikel 4.3 sub a van de ASV kan het college besluiten een aanvraag die (mede) betrekking heeft op een project waarvan de uitvoering reeds is gestart, toch in behandeling te nemen.
3. De aanvraag moet schriftelijk worden ingediend met een volledig ingevuld aanvraagformulier. De aanvrager is verplicht het ‘Aanvraagformulier tot verlening van een bijdrage voor het aanleggen van natuurvriendelijke oevers' (uit bijlage 3) te gebruiken met de daarbij gevraagde stukken, (mede) ondertekend door de eigenaar van de grond en indien noodzakelijk het ‘Toestemming- en machtigingsformulier' (uit bijlage 6).

5

Artikel 5.2 De vaststelling van de bijdrage

1. Voor de vaststelling van de bijdrage moet binnen de in artikel 6.1 van de ASV gestelde termijn een volledig ingevuld formulier zijn ontvangen. De aanvrager is verplicht het "Aanvraagformulier tot vaststelling van een bijdrage voor het aanleggen van natuurvriendelijke oevers " (uit bijlage 4) te gebruiken , vergezeld van de daarbij gevraagde stukken.
2. De bijdrage kan op een lager bedrag worden vastgesteld dan bij de verlening van de bijdrage is bepaald of worden geweigerd indien:
- a.
  de aanleg van de natuurvriendelijke oever niet of niet geheel heeft plaatsgevonden;
- b.
  de aanleg van de natuurvriendelijke oever niet conform de aanvraag of in strijd met of zonder een watervergunning is uitgevoerd.
- c.
  niet voldaan is aan de verplichtingen en/of nadere uitvoeringsvoorschriften zoals bedoeld in artikel 5.6 van de ASV.
- d.
  de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit op de aanvraag tot verlenen van de bijdrage zou hebben geleid.
- e.
  de verlening van de bijdrage anderszins onjuist was en de aanvrager dit wist of behoorde te weten.
6

6. Verplichtingen van de aanvrager

Artikel 6

1. Binnen 12 maanden na de beschikking tot het verlenen van een bijdrage moet met de aanleg van een natuurvriendelijke oever zijn gestart.
2. Binnen 24 maanden na de beschikking tot het verlenen van een bijdrage moet de aanleg van een natuurvriendelijke oever zijn afgerond.
3. De aanvrager van een bijdrage moet het college ten minste een week voor de start van de aanleg van een natuurvriendelijke oever schriftelijk in kennis stellen van de start, tenzij de aanleg reeds bij de aanvraag in uitvoering was en het college heeft besloten deze aanvraag toch in behandeling te nemen. Hiertoe dient het " Meldingsformulier start aanleg natuurvriendelijke oever " (uit bijlage 5 ) te worden opgestuurd.
4. Voldoet de aanvrager niet aan één van de hiervoor gestelde eisen, dan wordt het subsidiebesluit ingetrokken.

7. Slotbepaling

Artikel 7

1. Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2011 en loopt tot 1 januari 2015
2. Deze regeling kan worden aangehaald als Nadere regel Subsidie natuurvriendelijke oevers.

Bijlagen

1. Criteria

2. Onderlinge beoordeling aanvragen

3. Aanvraagformulier tot verlening van een bijdrage voor het aanleggen van natuurvriendelijke oevers

4. Aanvraagformulier tot vaststelling van een bijdrage voor het aanleggen van natuurvriendelijke oevers

5. Meldingsformulier start aanleg natuurvriendelijke oever

6. Toestemmings- en machtigingsformulier

7. Het aanvraagformulier voor de watervergunning

Algemene toelichting op de nadere regel Subsidie natuurvriendelijke oevers

Bij de aanvraag om subsidie dienen in eerste instantie het ‘Aanvraagformulier tot verlening van de bijdrage voor het aanleggen van de natuurvriendelijke oever' (bijlage 3) en het aanvraagformulier voor de watervergunning (bijlage 7) te worden ingezonden (uiterlijk op 31 maart). Indien er sprake is van een subsidieaanvraag voor de aanleg van een natuurvriendelijke oever die niet op eigen grond van de aanvrager plaats vindt, dient ook het toestemmings- en machtigingsformulier (bijlage 6) te worden meegezonden met de aanvraag.

Nadat de subsidie is toegekend aan de aanvrager, dient voor de start van de aanleg, een watervergunning te zijn afgegeven door HHSK en dient het meldingsformulier start aanleg natuurvriendelijke oever (bijlage 5) te zijn ingezonden.

Na aanleg van de natuurvriendelijke oever dient het ‘Aanvraagformulier tot vaststelling van de bijdrage voor het aanleggen van natuurvriendelijke oevers' (bijlage 4) te worden ingezonden met de daarbij vereiste bijlagen.

Bijlagen 1 tm 6, 2011-2015

Bijlage 1 Criteria

De aanleg van een natuurvriendelijke oever moet zinvol en mogelijk zijn. Elke aanvraag moet voldoen aan:

•
De aan te leggen oever moet een merkbaar effect ter plaatse kunnen hebben op het watersysteem. De bijdrage of inzet van HHSK moet wel in verhouding staan tot het beoogde resultaat voor de waterkwaliteit. Vanuit het oogpunt van efficiëntie en effectiviteit is een minimale lengte van de aan te leggen oever vereist van 50m. De oever mag in eigendom zijn van meerdere eigenaren, mits deze (vrijwel) aaneengesloten is gelegen. Alle eigenaren dienen in dit geval de aanvraag mede te ondertekenen en/of het machtigingsformulier in te vullen.
•
Bij een natuurvriendelijke oever mag geen sprake zijn van een te hoge stroming. Aanleg binnen 400m van een gemaal is ongewenst;
•
Een natuurvriendelijke oever mag niet binnen 50m van een riooloverstort liggen;
•
De afstand van bomen, struikbeplanting en gebouwen tot de locatie in de watergang waar de natuurvriendelijke oever wordt aangelegd dient minimaal 5 meter te bedragen;
•
De aanleg moet een verbetering opleveren voor het watersysteem. Dat is niet het geval als de oever al natuurvriendelijk is. Een oever is al natuurvriendelijk als er reeds een zone is met oeverplanten met een gemiddelde breedte van 1 meter of meer en als daarbinnen de horizontale bedekking 50% of meer is: zie "figuur 1 in Bijlage 1. Criteria ".

Oevers die al natuurvriendelijk zijn komen niet in aanmerking voor subsidie;
•
Er dient een goed uitvoerbaar onderhoudsplan voor de natuurvriendelijke oever aanwezig te zijn dat aangeeft hoe de doelstelling op langere termijn in stand blijft en welk beeld wordt nagestreefd;
•
De natuurvriendelijke oever moet vergunbaar zijn (bij hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en andere instanties) en tevens voldoen aan de overige wet- en regelgeving;
•
De natuurvriendelijke oever wordt aangelegd op eigen grond van de aanvrager. Indien men geen eigenaar van de grond is, dient het toestemmings- en machtigingsformulier uit bijlage 6, ondertekend door de eigenaar, te worden toegevoegd;

Het resultaat na aanleg moet vervolgens voldoende ecologisch perspectief hebben. Aanlegeisen zijn daarom:

•
Bij de aanleg van een flauwe oever mag hellingshoek niet steiler zijn dan 1:3;
•
Bij de aanleg van een plasberm moet deze een diepte hebben van minimaal 10 en maximaal 50 cm;
•
Bij de aanleg van een vooroeverconstructie (kunnen takkenbossen zijn) dient in deze oever om de 50m een opening van minimaal 1m breed en 30 cm diep in de vooroever aanwezig te zijn. Deze vooroeverconstructie dient aan beide zijden open te zijn en mag niet meer dan 10 cm boven het zomerpeil uitkomen;
•
De natuurvriendelijke oever dient minimaal 100cm breed te zijn;
•
Indien de aangelegde natuurvriendelijke oever wordt ingeplant of ingezaaid dienen inheemse streekeigen planten en/of zaden te worden gebruikt;
•
Bij afkalving van de oever in huidige situatie dient dit probleem na realisatie van de natuurvriendelijke oever opgelost te zijn.
•
Bij toepassing oeververdediging in de natuurvriendelijke oever mogen alleen milieuvriendelijke materialen worden toegepast. De oeververdediging mag geen fysieke belemmering vormen voor de mobiliteit van organismen.

Bijlage 2 Onderlinge beoordeling aanvragen

Indien de correct en tijdig ingediende aanvragen het subsidieplafond van de subsidieregeling overschrijden, zal het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard een keuze maken welke aanvragen wel en welke niet voor subsidie in aanmerking komen. Op basis van onderstaande aspecten worden de subsidieaanvragen beoordeeld op hun verwachte nut voor het watersysteem. Daarnaast zal gekeken worden naar landschappelijke inpassing en kosten/effectiviteit.

Beoordelingscriteria en totaal aantal te verdelen punten :

Locatie : 50 punten totaal

Ligging natuurvriendelijke oever in:

•
Ecologische verbindingszone (PEHS), natuur en/of recreatiegebied
•
Woonwijk of stedelijk park
•
Industriegebied
•
Agrarisch gebied
•
Afstand tot KRW waterlichaam
•
Toegankelijkheid van het gebied

Ruimte voor natuurvriendelijk onderhoud : 50 punten totaal

•
Ecokleurenkoers indeling

Uitvoering oever : 50 punten totaal

•
Helling flauwe oever
•
Diepte plasberm
•
Lengte en breedte van de oever
•
Beschaduwing

Waterkwantiteit : 25 punten totaal

•
Voorkomen oeverafkalving of herstel ingezakte oever
•
Creëren extra waterberging op locaties met een bergingstekort

Kosteneffectiviteit : 50 punten totaal

•
Verwerking grond binnen het werk
•
Kosten van voorbereiding en aanleg

Bijlage 3: Aanvraagformulier tot verlening van een bijdrage voor het aanleggen van natuurvriendelijke oevers (Formulier behorende bij de Nadere regel Subsidie Natuurvriendelijke oevers)

•1. Gegevens aanvrager

Naam : ......................................................................................

Adres : ......................................................................................

Postcode : ......................................................................................

Plaats : ......................................................................................

Naam contactpersoon : ......................................................................................

Functie contactpersoon : ......................................................................................

Telefoonnummer : ......................................................................................

E-mailadres : ......................................................................................

•2. Gegevens eigenaar (indien de aanvrager geen eigenaar van de grond is)*