Regeling vervallen per 06-03-2020

Besluit van de dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard houdende regels omtrent natuurvriendelijke oevers (Subsidieregeling natuurvriendelijke oevers 2016-2021)

Geldend van 28-02-2020 t/m 05-03-2020

Intitulé

Besluit van de dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard houdende regels omtrent natuurvriendelijke oevers (Subsidieregeling natuurvriendelijke oevers 2016-2021)

Dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard;

Gelet op de bepalingen in titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 1.3 van de Algemene Subsidie Verordening Schieland en de Krimpenerwaard,

B E S L U I T:

Vast te stellen de Subsidieregeling natuurvriendelijke oever 2016-2021:

Doel

Dijkgraaf en hoogheemraden kunnen op aanvraag een subsidie verlenen voor de aanleg van natuurvriendelijke oevers, ter verbetering van de waterkwaliteit, de ecologie en de vergroening van de woonomgeving binnen het beheersgebied van Schieland en de Krimpenerwaard.

1. Begripsomschrijving

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Natuurvriendelijke oever: een geleidelijk oplopende of een ondiepe zone langs de slootkant waar inheemse gebiedseigen oeverplanten groeien die met hun voeten in het water staan. Het droge deel van de oever wordt voor de toepassing van deze regeling niet tot de natuurvriendelijke oever gerekend.

  • b.

    Keur: keur van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard.

  • c.

    Watervergunning: een vergunning afgegeven op grond van de Waterwet en de keur.

  • d.

    Melding: een melding gedaan volgens de algemene regel voor de inrichting van de natuurvriendelijke oever.

  • e.

    ASV: de Algemene Subsidie Verordening Schieland en de Krimpenerwaard.

  • f.

    Ecokleurenkoers: alle watergangen in het beheergebied van HHSK hebben een kleur gekregen. Deze kleur geeft aan op welke wijze de watergangen onderhouden moeten/mogen worden. Blauwe watergangen zijn van groot belang voor de waterafvoer en hier is intensief onderhoud noodzakelijk. Groene watergangen zijn zo breed dat minder vaak onderhoud noodzakelijk is. Bij oranje watergangen is dit wisselend. De actuele ecokleurenkoers is te vinden op: http://www.schielandendekrimpenerwaard.nl/regels/ onderhoud-watergangen-1/ecokleurenkoers-1/ecokleurenkoers

  • g.

    Oeverlijn: de oeverlijn is de plaats waar het water tegen de kant komt. De oeverlijn ligt op de overgang van water naar land. Bij verschillende waterstanden kan de oeverlijn op verschillende plaatsen liggen. In dit geval is de laagste waterstand bepalend.

  • h.

    Overige watergang: alle watergangen die in de legger niet als hoofdwatergang of boezemwatergang zijn aangegeven.

  • i.

    Hoofdwatergang: watergang die een hoofdfunctie vervult voor het waterbeheer. Hoofdwatergangen worden gebruikt voor de wateraanvoer, waterafvoer en waterberging, zie http://www.schielandendekrimpenerwaard.nl/kaart/water/.

  • j.

    Algemene regel: regel voor handelingen in het watersysteem ter vervanging van de vergunningplicht.

Toelichting bij art. 1

Natuurvriendelijke oevers kunnen op een aantal wijzen worden gerealiseerd. Bijvoorbeeld door de bestaande oever (deels) te ontgraven. In de Krimpenerwaard kan de natuurvriendelijke oever ook gerealiseerd worden door verondieping van de watergang. Voorwaarde hierbij is dat het gaat om een overige watergang van minimaal 6 meter breed met de ecokleurenkoers groen. In dit geval dient minimaal 3 meter van het middenprofiel vrij te blijven van vegetatie (conform ecokleurenkoers ). In hoofdwatergangen in de Krimpenerwaard mag verondieping van de watergang ten behoeve van een natuurvriendelijke oever alleen buiten het leggerprofiel plaatsvinden in een hoofdwatergang met ecokleurenkoers groen.

Onderstaand worden de mogelijke aanlegprofielen weergegeven in voorkeursvolgorde. Dat wil zeggen dat profiel 1 de voorkeur heeft boven profiel 2, etc.

Indien er onvoldoende ruimte is kan gekozen worden voor een combinatie van de profielen, zoals bijvoorbeeld een geknikt profiel. Voor de beoordeling wordt met name gekeken naar de overgang water/land en vandaar naar minimaal 100 cm het water in. Voor de waterkwaliteit is dit het belangrijkste deel van de natuurvriendelijke oever.

Bij hoge stroomsnelheden kan het nodig zijn om een extra oeverbescherming aan te brengen. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van kokosmatten, waar planten doorheen kunnen groeien. Na verloop van tijd verteren de matten en nemen de planten de oever beschermende functie over. Ook kan gekozen worden voor niet-afbreekbare , doorgroeibare matten, zoals bijvoorbeeld betumat of enkamat . De keuzes hangen onder andere af van de grondsoort en de kans op afkalving van de oever. Bij diepe watergangen met steile oevers kan het aanbrengen van een onderwaterbeschoeiing nodig zijn om te voorkomen dat de grond van de onderwateroever wegzakt in de watergang. Bij golfslag (door wind of boten) kan het aanbrengen van een vooroeverbeschoeiing noodzakelijk zijn om het risico van afslag van de oever tegen te gaan.

Profiel 1 Flauwe oever

afbeelding binnen de regeling

Een oever met een zeer flauw talud (niet steiler dan 1:3 maar bij voorkeur 1:5 of flauwer) dat loopt vanaf de insteek tot de bodem van de waterloop, is de meest natuurvriendelijke oever. Dit type is vooral toepasbaar bij watergangen met een geringe afvoer waarin veel ruimte beschikbaar is. Een flauwe oever biedt de meeste ontwikkelingsmogelijkheden voor planten en dieren. Als de watergang breed genoeg is, zijn er soms mogelijkheden om een deel van de extra breedte van het water te gebruiken voor de aanleg van een natuurvriendelijke oever. In dit geval kan in de watergang zelf een verondieping worden gemaakt. De waterberging dient echter te allen tijde behouden te blijven. In watergangen met een ecokleurenkoers blauw dient het doorstroomprofiel volledig in stand te blijven.

Profiel 2 Plasberm

afbeelding binnen de regeling

Een oever met een plasberm van 20 tot 50 cm diep (de voorkeursdiepte is 20-30 cm) met een minimale breedte van 100 cm vanaf de oeverlijn (=overgang van water naar land) heeft daarna de voorkeur. Bij watergangen met een geringe over dimensionering kan een plasberm ook in het water worden aangelegd . Een plasberm heeft meestal een eenzijdige floraontwikkeling (bijvoorbeeld alleen riet) omdat de waterbodem op één niveau ligt.

Profiel 3 Geknikt talud

afbeelding binnen de regeling

Op plaatsen waar minder ruimte aanwezig is voor de aanleg van een natuurvriendelijke oever, kan gekozen worden voor een geknikt profiel. Van belang hierbij is dat over een breedte van minimaal 100 cm vanaf de oeverlijn wel een talud aanwezig is met een helling die flauwer is dan 1:3 en bij voorkeur zelfs 1:5. De helling van de oever daarboven en daaronder kan dan steiler zijn, doch niet steiler dan 1:2.

Profiel 4 Natuurvriendelijke oever met een vooroever

afbeelding binnen de regeling

Op plaatsen waar veel oeverafslag is kan gekozen worden voor de aanleg van een plasberm achter een vooroever. De plasberm dient dan wederom minimaal 100 cm breed te zijn met een diepte van 20 cm tot 50 cm. Om verversing van het water en migratie van fauna achter de vooroever te garanderen is het noodzakelijk om in de vooroever minimaal om de 50 m een opening van 1 m breed te hebben van minstens 30 cm diep. Op de koppen van de vooroever dient deze open te zijn. De vooroever zelf mag niet meer dan 10 cm hoger zijn dan het zomerpeil.

2. Voorwaarden en beoordelingscriteria

Artikel 2.1

Subsidie kan worden aangevraagd voor:

  • 1.

    Projecten of activiteiten waarbij een natuurvriendelijke oever wordt aangelegd en een bestaande beschoeiing wordt verwijderd of onder de waterbodem wordt gedrukt, zodat een geleidelijke overgang van land naar water wordt gecreëerd, zonder obstakels voor fauna.

  • 2.

    Projecten of activiteiten waarbij een steile oever wordt omgevormd tot een natuurvriendelijke oever met een plasberm of een oever met een flauw talud (1:3 of flauwer) eventueel beschermd tegen afslag door een vooroever (die aan de gestelde eisen voldoet).

  • 3.

    Projecten of activiteiten waarbij een plasberm of een flauw talud wordt aangelegd in een watergang die breder is dan 6 meter met ecokleurenkoers groen of oranje.

Artikel 2.2

  • 1. In afwijking van artikel 3.1 van de ASV komen publiekrechtelijke rechtspersonen niet in aanmerking voor een financiële bijdrage op grond van deze regeling.

  • 2. Een subsidie wordt niet verleend indien er al andere afspraken zijn over medefinanciering door het hoogheemraadschap. Of bij een project waarin sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling.

  • 3. Al gerealiseerde natuurvriendelijke oevers komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 4. Aanvrager draagt zelf tenminste 10% van de projectkosten bij.

Toelichting artikel 2.2

Een subsidie kan worden aangevraagd door een privaatrechtelijke rechtspersoon met volledige

Rechtsbevoegdheid of een natuurlijke persoon.

Publiekrechtelijke rechtspersonen komen niet in aanmerking voor een financiële.

De aanleg levert een verbetering op voor het watersysteem. Dat is niet het geval als de oever al natuurvriendelijk is. Een oever is al natuurvriendelijk als er al een zone is met oeverplanten met een gemiddelde breedte van 1 meter of meer en als daarbinnen de horizontale bedekking 50% of meer is: zie figuur 1. Oevers die al natuurvriendelijk zijn komen niet in aanmerking voor subsidie;

Figuur 1. Bovenaanzicht van een oever

afbeelding binnen de regeling

Een oever is al natuurvriendelijk als de gemiddelde breedte van de zone met oeverplanten 1 meter of meer is en als daarbinnen de bedekking met oeverplanten minstens 50% is.

Artikel 2.3

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    De aan te leggen natuurvriendelijke oever minder dan 50 meter lang is en het natte deel van de oever smaller is dan 1 meter;

  • b.

    De natuurvriendelijke oever niet voldoet aan de Algemene regel “Het aanleggen van natuurvriendelijke oevers langs oppervlaktewaterlichamen” of niet in aanmerking komt voor een watervergunning;

  • c.

    De oever binnen 50 meter van een riool overstort ligt;

  • d.

    De oever te schaduwrijk is;

  • e.

    De hellingshoek van een flauwe oever steiler is dan 1:3;

  • f.

    De aanleg van een plasberm niet voldoet aan de voorwaarde van minimaal 20 en maximaal 50 cm diepte;

  • g.

    Een vooroeverconstructie niet voldoet aan de voorwaarde dat er in de vooroever om de 50 meter een opening van minimaal 1 meter breed en 30 cm diep aanwezig moet zijn. De vooroeverconstructie niet aan beide zijden open is en meer dan 10 cm boven het zomerpeil uitkomt;

  • h.

    Aanvrager niet akkoord gaat met het aanbrengen van een muskusrattenvangvoorziening op plaatsen waar muskusratten schade veroorzaken.

Toelichting artikel 2.3

Ad a

Vanuit het oogpunt van efficiëntie en effectiviteit is een minimale lengte van de aan te leggen oever vereist van 50m. De oever mag in eigendom zijn van meerdere eigenaren, mits deze (vrijwel) aaneengesloten is gelegen. Alle eigenaren dienen in dit geval de aanvraag mede te ondertekenen en/of het machtigingsformulier in te vullen.

Ad b

De natuurvriendelijke oever is vergun baar of voldoet aan de algemene regel (bij Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en andere instanties) en aan de overige wet- en regelgeving;

Ad h

Op sommige plekken in het beheergebied van Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is sprake van schade door muskusratten. Het kan daarom noodzakelijk zijn om een vangvoorziening in de aangelegde natuurvriendelijke oever aan te brengen waarmee muskusrattenvangers de bestrijding van muskusratten goed kunnen uitvoeren. De kosten voor het aanbrengen van een dergelijke vangvoorziening worden door Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard betaald. Aanvrager dient op voorhand akkoord te gaan met het plaatsen van een dergelijke vangvoorziening in gebieden waar dit noodzakelijk is.

Artikel 2.4

Alle aanvragen voor subsidie als bedoeld in deze regeling worden beoordeeld op de volgende aspecten:

  • a.

    Locatie: de aan te leggen oever moet een merkbaar effect hebben op het watersysteem;

  • b.

    Ruimte voor natuurvriendelijk onderhoud van de oever;

  • c.

    Het ontwerp en de uitvoering van de oever is gericht op een verbetering van de ecologie en groene beleving van de oever;

  • d.

    De aanleg van de oever creëert extra waterberging en of is duurzaam gericht op het voorkomen van oeverafkalving;

  • e.

    De aanleg van de oever is kosteneffectief.

Toelichting artikel 2.3

Ad a

De aanleg van een natuurvriendelijke oever moet zinvol en mogelijk zijn. De bijdrage of inzet van HHSK staat in verhouding tot het beoogde resultaat voor de waterkwaliteit. Bij een natuurvriendelijke oever mag geen sprake zijn van een te hoge stroming. Aanleg binnen 400m van een gemaal is ongewenst tenzij voorzieningen worden getroffen om afslag tegen te gaan;

  • -

    De afstand van bomen, struikbeplanting en gebouwen tot de locatie in de watergang waar de natuurvriendelijke oever wordt aangelegd bedraagt dient minimaal 5 meter;

  • -

    Schaduw werpende objecten als bomen, struiken en gebouwen staan op minimaal de afstand van hun hoogte van de natuurvriendelijke oever;

Ad b

  • -

    Er is een goed uitvoerbaar onderhoudsplan voor de natuurvriendelijke oever opgesteld dat aangeeft hoe de doelstelling op langere termijn in stand blijft en welk beeld wordt nagestreefd;

Ad c

Het resultaat na aanleg moet voldoende ecologisch perspectief hebben: Dit is het geval als:

  • -

    Het natte deel van de natuurvriendelijke oever is minimaal 100cm breed;

  • -

    Er worden alleen inheemse streekeigen planten en/of zaden gebruikt;

  • -

    Na realisatie van de natuurvriendelijke oever is een eventueel probleem van afkalving ter plaatse opgelost;

  • -

    Er alleen milieuvriendelijke materialen worden toegepast. De oeververdediging mag geen fysieke belemmering vormen voor de mobiliteit van organismen;

  • -

    Het percentage oevervegetatie in de watergang bedraagt bij voorkeur tussen de 10 en 20% van de breedte en/of het oppervlak van de watergang.

3. Begrotingsvoorbehoud en subsidieplafond

Artikel 3

  • 1. Het college stelt een subsidieplafond vast als bedoeld in art. 2.1 van de ASV, onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Verenigde vergadering.

  • 2. Het beschikbare bedrag wordt verdeeld conform artikel 2.2 sub b van de ASV.

  • 3. Bij de verdeling als bedoeld in het tweede lid wordt gebruik gemaakt van het beoordelingskader als bedoeld in bijlage 1 van deze regeling.

  • 4. De aangevraagde bijdrage kan geheel of gedeeltelijk worden verleend.

Toelichting artikel 3

Als het beschikbare budget ontoereikend is, kan HHSK besluiten een aanvraag slechts deels toe te kennen. In dit geval hoeft de aanleg ook maar deels te worden uitgevoerd. Door HHSK wordt in dat geval aangegeven welk deel van de aanvraag dient te worden uitgevoerd.

Als een aanvraag volledig toegekend wordt en de aanvrager besluit minder aan te leggen dan wordt de subsidie naar rato verlaagd met dien verstande dat indien de natuurvriendelijke oever korter wordt dan 50m er in het geheel geen subsidie wordt uitgekeerd omdat dan niet meer wordt voldaan aan één van de randvoorwaarden van deze regeling.

De aangelegde natuurvriendelijke oevers dienen over de gehele lengte te voldoen aan de gestelde criteria.

4. Hoogte van de bijdrage

Artikel 4

  • 1. De maximale bijdrage voor een natuurvriendelijke oever inclusief het aanbrengen dan wel verwijderen van een (onderwater) beschoeiing of een vooroever is € 175 per meter.

    De maximale bijdrage voor andere natuurvriendelijke oevers is € 100 per meter.

  • 2. De hoogte van de bijdrage is maximaal 90% van de subsidiabele kosten.

  • 3. De kosten die voor vergoeding in aanmerking komen, zijn:

    • Voorbereidingskosten die noodzakelijk zijn ten behoeve van het indienen van de aanvraag. Deze kosten mogen maximaal 10% van de subsidiabele kosten bedragen;

    • Kosten voor:

      • »

        Het verwijderen van bestaande beschoeiing;

      • »

        Het aanbrengen van onderwaterbeschoeiing en/of oeverbeschermingsmateriaal;

      • »

        Grondverzet;

      • »

        Herprofilering;

      • »

        Het inzaaien en/of aanplanten;

      • »

        Het plaatsen van een afrastering tegen inlopen van vee en/of een vee drenkplaats. De kosten voor de afrastering mogen maximaal 10% van de subsidiabele kosten bedragen;

  • 4. In het geval dat voor een project al een gedeeltelijke bijdrage wordt verleend door een andere (overheids-)organisatie, wordt deze bijdrage in mindering gebracht op de door het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard beschikbaar gestelde financiële bijdrage.

Toelichting artikel 4

Onder voorbereidingskosten vallen kosten voor het maken van het ontwerp en de benodigde onderzoeken maar ook eventuele legeskosten voor vergunningen.

5. De aanvraag en vaststelling

Artikel 5.1 De subsidieaanvraag

  • 1. De subsidie aanvraag wordt uiterlijk op 31 maart of 30 september van het kalenderjaar ingediend.

  • 2. In afwijking van artikel 4.3 sub a van de ASV kan het college besluiten een aanvraag die (mede) betrekking heeft op een project waarvan de uitvoering reeds is gestart, toch in behandeling te nemen.

  • 3. De aanvraag moet schriftelijk worden ingediend met een volledig ingevuld aanvraagformulier. De aanvrager is verplicht het ‘Aanvraagformulier tot verlening van een bijdrage voor het aanleggen van natuurvriendelijke oevers’ (uit bijlage 3) te gebruiken met de daarbij gevraagde stukken, (mede) ondertekend door de eigenaar van de grond en indien noodzakelijk het ‘Toestemming- en machtigingsformulier’ (uit bijlage 4).

Toelichting artikel 5.1

Bij de aanvraag tot verlening van de subsidie worden de volgende onderdelen aangeleverd:

  • Kaart van de locatie (schaal 1:500 of 1:1000)

  • Foto(‘s) van de huidige situatie van de locatie

  • Schetsontwerp met dwarsprofiel(en) met zowel de huidige als de toekomstige situatie in één tekening

  • Volledig ingevuld aanvraagformulier

  • Een gespecificeerde kostenraming/begroting of offerte waarin de subsidiabele kosten zoals vermeld in art. 4 lid 2 van deze regeling gespecificeerd worden.

Indien beschikbaar:

  • Een geaccepteerde melding of een verleende vergunning

Bij de subsidieaanvraag wordt de locatie waar de natuurvriendelijke oever wordt aangelegd duidelijk aangegeven. Op het aanvraagformulier en op het schetsontwerp wordt de lengte, de breedte en het type van de aan te leggen natuurvriendelijke oever met de beoogde hellingshoek en of beoogde diepte (ingeval van een plasberm) weergegeven. Omschreven wordt welke doelvegetatie men nastreeft en hoe men dit doel wil bereiken en in stand wil houden. Tevens wordt een dwarsprofiel van de aan te leggen oever bijgevoegd of een gedetailleerdere bestekstekening. In de kostenraming of begroting zijn de kosten zodanig gespecificeerd dat de subsidiabele kosten hieruit goed af te leiden zijn. Uit evaluaties blijkt dat de gemiddelde kosten van een natuurvriendelijke oever € 66 per strekkende meter bedragen. Kostenverhogende aspecten zijn onderwaterbeschoeiing, vooroeverbescherming en de plaatselijke situatie. Om voor subsidie in aanmerking te komen dient een melding te worden gedaan of een watervergunning te worden aangevraagd. Indien al een melding is gedaan of een watervergunning is verleend voor de aanleg, dan moet deze melding of vergunning ook worden bijgevoegd. De behandelingstermijn voor een melding bedraagt ca. 2 weken en voor een watervergunning ca. 8 weken. Voor de start van de aanleg dient door HHSK een melding of een watervergunning te zijn verleend. Als zonder goedgekeurde melding niet binnen 12 maanden met de aanleg is gestart, wordt de subsidie op nihil vastgesteld en kan HHSK het gereserveerde bedrag weer vrijgeven voor een andere subsidieaanvraag.

Artikel 5.2 De vaststelling van de bijdrage

  • 1. Voor de vaststelling van de bijdrage moet binnen de in artikel 6.1 van de ASV gestelde termijn een volledig ingevuld formulier zijn ontvangen. De aanvrager is verplicht het ‘Aanvraagformulier tot vaststelling van een bijdrage voor het aanleggen van natuurvriendelijke oevers’ (uit bijlage 2) te gebruiken, vergezeld van de daarbij gevraagde stukken.

  • 2. De bijdrage kan op een lager bedrag worden vastgesteld dan bij de verlening van de bijdrage is bepaald of worden geweigerd indien:

    • a.

      De aanleg van de natuurvriendelijke oever niet binnen 12 maanden is gestart of niet geheel heeft plaatsgevonden;

    • b.

      De aanleg van de natuurvriendelijke oever niet conform de aanvraag of in strijd met of zonder een melding of watervergunning is uitgevoerd.

    • c.

      Niet voldaan is aan de verplichtingen en/of nadere uitvoeringsvoorschriften zoals bedoeld in artikel 5.6 van de ASV.

    • d.

      De aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit op de aanvraag tot verlenen van de bijdrage zou hebben geleid.

    • e.

      De verlening van de bijdrage anderszins onjuist was en de aanvrager dit wist of behoorde te weten.

Toelichting artikel 5.2

Om het toegekende bedrag uitbetaald te krijgen dient het ‘Aanvraagformulier tot vaststelling van een bijdrage voor het aanleggen van natuurvriendelijke oevers’ (uit bijlage 3) te worden ingezonden. Bij dit formulier dienen de nota’s, de eindafrekening en een kostenoverzicht van de aanleg te worden bijgevoegd. Indien er wijzigingen in de aanleg zijn aangebracht ten opzichte van het in de aanvraag vermelde schetsprofiel, dient dit duidelijk te worden aangegeven.

6. Verplichtingen van de aanvrager

Artikel 6

  • 1. Binnen 12 maanden na de beschikking tot het verlenen van een bijdrage moet met de aanleg van een natuurvriendelijke oever zijn gestart.

  • 2. Binnen 24 maanden na de beschikking tot het verlenen van een bijdrage moet de aanleg van een natuurvriendelijke oever zijn afgerond.

  • 3. De aanvrager van een bijdrage moet het college ten minste een week voor de start van de aanleg van een natuurvriendelijke oever in kennis stellen van de start, tenzij de aanleg al bij de aanvraag in uitvoering was en het college besloten heeft deze aanvraag toch in behandeling te nemen.

  • 4. Voldoet de aanvrager niet aan één van de hiervoor gestelde eisen, dan wordt het subsidiebesluit ingetrokken.

7. Slotbepalingen

Artikel 7

  • 1.

    Deze regeling is in werking getreden op 1 januari 2016 en loopt tot 1 januari 2022.

  • 2.

    Deze regeling kan worden aangehaald als Subsidieregeling natuurvriendelijke oevers 2016-2021.

  • 3.

    Dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard hebben op 30 juli 2019 ingestemd met een herziening op onderdelen van de subsidieregeling.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van dijkgraaf en hoogheemraden van 30 juli 2019.

Dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard,

Secretaris-directeur,

M.J.H. van Kuijk

Dijkgraaf,

drs. A.J.B. van der Klugt

Bijlage 1 Onderlinge beoordeling aanvragen

Als de correct en tijdig ingediende aanvragen het subsidieplafond van de subsidieregeling overschrijden, zal het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard een keuze maken welke aanvragen wel en welke niet voor subsidie in aanmerking komen. Op basis van onderstaande aspecten worden de subsidieaanvragen beoordeeld op hun verwachte nut voor het watersysteem. Daarnaast zal gekeken worden naar landschappelijke inpassing en kosten/effectiviteit.

Beoordelingscriterium

Totaalaantal punten te verdelen

Locatie

Ligging natuurvriendelijke oever in:

Afstand tot KRW-waterlichaam

Aanwezigheid Ecologische verbindingszone (PEHS), natuur en/of recreatiegebied

Woonwijk of stedelijk park voorkeur boven industriegebied, voorkeur boven agrarisch gebied

Toegankelijkheid van het gebied

50 punten

Ruimte voor natuurvriendelijk onderhoud

Ecokleurenkoers indeling

Goed beheer- en onderhoudsplan

50 punten

Uitvoering oever

Helling flauwe oever

Diepte plasberm

Lengte en breedte van de oever

Beschaduwing

Aanleg landinwaarts of water inwaarts

Percentage oevervegetatie (bij voorkeur tussen 10 of 20%)

50 punten

Waterkwantiteit

Voorkomen oeverafkalving of herstel ingezakte oever

Creëren extra waterberging op locaties met een bergingstekort

25 punten

Kosteneffectiviteit

Verwerking grond binnen het werk

Kosten van voorbereiding en aanleg

50 punten

Bijlage 2: Aanvraagformulier tot verlening van een bijdrage voor het aanleggen van natuurvriendelijke oevers

(Formulier behorende bij de Subsidieregeling Natuurvriendelijke oevers)

1.Gegevens aanvrager

Naam : .............................................................................................

Adres : .............................................................................................

Postcode : .............................................................................................

Plaats : .............................................................................................

Naam contactpersoon : .............................................................................................

Functie contactpersoon : .............................................................................................

Telefoonnummer : .............................................................................................

E-mailadres : .............................................................................................

Bankrekeningnummer (IBAN):

Tenaamstelling Bank : ………………………………………………………………………………………………………

2.Gegevens eigenaar (indien de aanvrager geen eigenaar van de grond is)*

Naam : .............................................................................................

Adres : .............................................................................................

Postcode : .............................................................................................

Plaats : .............................................................................................

Naam contactpersoon : .............................................................................................

Functie contactpersoon : .............................................................................................

Telefoonnummer : .............................................................................................

E-mailadres : .............................................................................................

Bankrekeningnummer (IBAN): .............................................................................................

Tenaamstelling Bank : ………………………………………………………………………………………………………

*Indien er sprake is van meerdere eigenaren dan per eigenaar een toestemmingsformulier toevoegen.

3.Subsidie derden

Is er voor het aanleggen van de natuurvriendelijke oever ook subsidie aangevraagd bij andere instanties?

0 Ja 0 Nee

Zo ja, bij welke instanties: .............................................................................................

.............................................................................................

.............................................................................................

.............................................................................................

Zo ja, voor welk bedrag: € 

Maakt de aanleg van de natuurvriendelijke oever deel uit van een herinrichtingsproject (landinrichting of ruilverkaveling) of een andere ruimtelijke ontwikkeling?

0 Ja 0 Nee

Zo ja, welk project:

.............................................................................................

.............................................................................................

4.Gegevens project

  • Naam project

.............................................................................................

  • Locatie (woonkern, straat, kadastraal nummer)

.............................................................................................

  • Kosten van aanleg en voorbereiding

Geef hieronder aan wat de kosten zijn waarvoor u de subsidie aanvraagt:

Voorbereidingskosten: € .............................................................................................

Kosten van aanleg: € .............................................................................................

Kosten van een eventuele afrastering: € .............................................................................................

Totale projectkosten bedragen: €………………………………………………………………………………………….

Bijgevoegd dient te worden:

  • Kaart van de locatie (schaal 1:500 of 1:1000)

  • Schetsontwerp met dwarsprofiel van zowel de huidige als de nieuwe situatie in één tekening

  • Een gespecificeerde offerte of een gespecificeerde eigen kostenraming/begroting waarin de subsidiabele kosten zoals vermeld in art. 4.3 van de subsidieregeling gespecificeerd worden.

Indien beschikbaar:

  • Een verleende watervergunning

De start van de uitvoering is gepland op: .............................................................................................

De vermoedelijke opleveringsdatum is: .............................................................................................

Eventuele toelichting:

.............................................................................................

.............................................................................................

.............................................................................................

.............................................................................................

5. Vergunningaanvraag of melding

Voor de aanleg van een natuurvriendelijke oever is ook een watervergunning vereist of dient een melding te worden gedaan. U dient het aanvraagformulier voor de watervergunning of het meldingsformulier volledig ingevuld toe te voegen. Deze formulieren kunnen worden gedownload van de website van HHSK: http://www.schielandendekrimpenerwaard.nl/wat_doet_hhsk/waterkwaliteit/natuurvriendelijke oevers/;

https://www.schielandendekrimpenerwaard.nl/diensten/vergunningen-of-meldingen/activiteiten-bij-water

Indien uw subsidieaanvraag wordt afgewezen, wilt u dan nog steeds dat de vergunningaanvraag of melding wordt afgehandeld zodat u toestemming krijgt om de oever aan te leggen? Ja/Nee

6. Randvoorwaarden en Criteria

a Hoeveel meter natuurvriendelijke oever wordt aangelegd?

…… …………………………………

b Welk type natuurvriendelijke oever wordt aangelegd

(zie ook de toelichting bij art. 1)

Type oever

Lengte van de oever

in m

Breedte van de oever

in m

Hellingshoek van een flauwe oever

Waterdiepte van de plasberm

in cm

Flauwe oever

Plasberm

Flauwe oever met vooroever

Plasberm met vooroever

Indien een vooroever wordt aangelegd, zijn er om de 50m openingen van 1m breed met een diepte van minimaal 30 cm?

0 Ja 0 Nee

Indien een vooroever wordt aangelegd, is de hoogte van deze vooroever maximaal 10 cm boven het zomerpeil?

0 Ja 0 Nee

c Wordt de natuurvriendelijke oever landinwaarts of waterinwaarts aangelegd?

0 waterinwaarts 0 landinwaarts 0 zowel landinwaarts als waterinwaarts

d. Wordt een bestaande beschoeiing verwijderd of onder de waterbodem gedrukt?

0 Ja 0 Nee

e Is er sprake van oeverafkalving of een ingezakte oever waar de natuurvriendelijke oever wordt aangelegd?

0 Ja 0 Nee

f Is er sprake van (gedeeltelijke) demping van water in het project?

0 Ja 0 Nee

Zo ja, hoeveel water wordt gedempt (in m2). Hoeveel m2 water wordt er nieuw gegraven ?

Gedempt:……………………………………………

Gegraven: ………………………………………

Welke oevervegetatie wordt nagestreefd na aanleg?

…… ………………………………………………………………………………………………………………………………….…..

…………………………………………………………………………………………………………………………………………….

(zie in de toelichting voor mogelijke antwoorden op deze vraag)

g Om de natuurvriendelijke oever in stand te houden is onderhoud van de oever noodzakelijk. U kunt ook een eigen onderhoudsplan toevoegen aan deze vragenlijst. De onderstaande vragen dient u ook dan te beantwoorden.

Wordt jaarlijks de houtige opslag (jonge bomen) verwijderd?

0 Ja 0 Nee

Wordt jaarlijks minimaal 50% van de oever gemaaid in het najaar?

0 Ja 0 Nee

Wordt maaisel dat uit de oever komt, afgevoerd uit de oever?

0 Ja 0 Nee

Blijft jaarlijks minimaal 20% van de oever ongemaaid, elk jaar een ander deel?

0 Ja 0 Nee

Evt. toelichting: ………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………

…………………………………………………………………………………………………………………………………………

…… ………………………………………………………………………………………………………………………………….…..

h. Gaat u akkoord met het aanbrengen van een muskusrattenvangvoorziening op plekken waar muskusratten schade veroorzaken?

0 Ja 0 Nee

7.Ondertekening

Ondergetekende verklaart als daartoe bevoegd persoon dit formulier en de daarbij behorende bescheiden, te weten bijlage(n), naar waarheid te hebben ingevuld.

Plaats: …………………………………………………………………

Datum: ………………………………………………………………..

Handtekening: ………………………………………………………

Naam en functie (in blokletters): …………………………………………………………………

…………………………………………………………………

Dit aanvraagformulier verzenden naar:

Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Afdeling Publiekszaken

Postbus 4059

3006 AB Rotterdam

Of naar:

vergunningen@hhsk,nl

Bij dit formulier gevoegde bijlagen (aantal: ) betreffen:

1. ………………………………………………………………………

2. ………………………………………………………………………

3. ………………………………………………………………………

4. ………………………………………………………………………

5. …………………………………………………………………………………………………………………………………

Toelichting op het aanvraagformulier tot verlening van een bijdrage

Als doelvegetatie wordt een inheemse streekeigen vegetatie nagestreefd. Dus oeverplanten die van nature al zouden groeien in het gebied waar de oever wordt aangelegd. Omdat in het beheergebied van HHSK veelal sprake is van matig voedselrijk tot voedselrijk water zal dit in kleisloten gaan om de gemeenschap van egelskop en pijlkruid of de gemeenschap van watertorkruid. In veensloten met voedselrijk water zal het gaan om de gemeenschap van slangenwortel en waterscheerling of de gemeenschap van waterscheerling en hoge cyperzegge .

Dit zijn de natte doelvegetaties die door HHSK worden nagestreefd voor het bijdragen aan de waterkwaliteit. De meer kleurige vegetaties zoals moerasspirea gemeenschappen of harig wilgenroosje gemeenschappen komen veelal voor net onder of net boven de waterlijn. Deze vegetaties dragen minder bij aan de waterkwaliteit maar kunnen wel naast de bovenstaande vegetaties als doelvegetatie worden aangegeven. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt door het aanleggen van een flauwe oever die deels onder en deels boven water ligt. De minimale breedte-eis blijft echter gelden voor het natte gedeelte van de oever.

Bijlage 3: Aanvraagformulier tot vaststelling van een bijdrage voor het aanleggen van natuurvriendelijke oevers

(Formulier behorende bij de Subsidieregeling Natuurvriendelijke oevers)

1.Gegevens aanvrager

Naam : …………………………………………………………………………………………………

Adres : …………………………………………………………………………………………………

Postcode : …………………………………………………………………………………………………

Plaats : …………………………………………………………………………………………………

Naam contactpersoon : …………………………………………………………………………………………………

Functie contactpersoon : …………………………………………………………………………………………………

Telefoonnummer : …………………………………………………………………………………………………

Door het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is in de brief d.d. ………………………… (invullen) met kenmerk ………………………… (invullen) een bijdrage toegezegd aan het aanleggen van een natuurvriendelijke oever. Met deze aanvraag meldt de aanvrager dat de werkzaamheden zijn uitgevoerd en verzoekt de aanvrager de bijdrage definitief vast te stellen.

2.Gegevens project

  • Naam project

    …………………………………………………………………

  • Definitieve startdatum project: …………………………………………………………………

  • …………………………………………………………………

  • Definitieve opleveringsdatum project: …………………………………………………………………

  • Locatie (woonkern, straat, kadastraal nummer):

    …………………………………………………………………

  • Nummer en vaststellingsdatum van de watervergunning:

    …………………………………………………………………

  • Is het project uitgevoerd conform de eerder ingediende en door het hoogheemraadschap goedgekeurde aanvraag voor verlening van een bijdrage voor het aanleggen van een natuurvriendelijke oever?

    …………………………………………………………………

    …………………………………………………………………

    (Overzicht van eventuele wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke plan in de vorm van een tekening en een eventuele begeleidende tekst meesturen met dit formulier).

    • Voeg foto’s bij van de gerealiseerde natuurvriendelijke oever

3.Projectkosten

De werkelijk met de aanleg van de natuurvriendelijke oever(s) verband houdende kosten van het project bedragen:

Voorbereidingskosten: € …………………………………………………………………

Kosten van aanleg: € …………………………………………………………………

Kosten van een eventuele afrastering: € …………………………………………………………………

Totale projectkosten bedragen: €………………………………………………………………………………………….

(Eindafrekening(en)en kostenspecificatie met dit formulier meesturen)

4.Ondertekening

Ondergetekende verklaart als daartoe bevoegd persoon dit formulier en de daarbij behorende bescheiden, te weten bijlage(n), naar waarheid te hebben ingevuld.

Plaats: ………………………………………………………………….

Datum: ………………………………………………………………….

Handtekening:

Naam en functie (in blokletters): …………………………………………………………………

Dit aanvraagformulier verzenden naar:

Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Afdeling Publiekszaken

Postbus 4059

3006 AB Rotterdam

Of naar:

vergunningen@hhsk,nl

Bij dit formulier gevoegde bijlagen (aantal: ) betreffen:

  • 1.

    Eindafrekening

  • 2.

    Foto’s van de aangelegde oever

  • 3.

    …………………………………………………………………

  • 4.

    …………………………………………………………………

  • 5.

    …………………………………………………………………

Bijlage 4 Toestemmings- en machtigingsformulier

Gegevens eigenaar (indien de aanvrager geen eigenaar van de grond is)*

Naam : …………………………………………………………………

Adres : …………………………………………………………………

Postcode : …………………………………………………………………

Plaats : …………………………………………………………………

Naam contactpersoon : …………………………………………………………………

Functie contactpersoon : …………………………………………………………………

Telefoonnummer : …………………………………………………………………

E-mailadres : …………………………………………………………………

Aanleg Locatie (adres en kadastraal nr):

………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

*Indien er sprake is van meerdere eigenaren dan per eigenaar een toestemmings-/machtigingsformulier toevoegen.

Hierbij machtig ik onderstaande rechtspersoon om namens mij op te treden:

Gegevens aanvrager

Naam : …………………………………………………………………

Adres : …………………………………………………………………

Postcode : …………………………………………………………………

Plaats : …………………………………………………………………

Naam contactpersoon : …………………………………………………………………

Functie contactpersoon : …………………………………………………………………

Telefoonnummer : …………………………………………………………………

E-mailadres : …………………………………………………………………

Hierbij geef ik toestemming voor de aanleg van een natuurvriendelijke oever op mijn eigendom en stem ik in met de criteria en randvoorwaarden van de subsidieregeling Natuurvriendelijke oevers van HHSK.

Datum Handtekening

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

(Ondertekening door de eigenaar van de grond)

Bijlagen

  • 1.

    Onderlinge beoordeling aanvragen

  • 2.

    Aanvraagformulier tot verlening van een bijdrage voor het aanleggen van natuurvriendelijke oevers

  • 3.

    Aanvraagformulier tot vaststelling van een bijdrage voor het aanleggen van natuurvriendelijke oevers

  • 4.

    Toestemmings- en machtigingsformulier

Algemene toelichting op de Subsidieregeling natuurvriendelijke oevers

Bij de aanvraag om subsidie dienen in eerste instantie het ‘Aanvraagformulier tot verlening van de bijdrage voor het aanleggen van de natuurvriendelijke oever’ (bijlage 2) en het aanvraagformulier voor een watervergunning of meldingsformulier te worden ingezonden (uiterlijk op 31 maart of 30 september). Indien er sprake is van een subsidieaanvraag voor de aanleg van een natuurvriendelijke oever die niet op eigen grond van de aanvrager plaats vindt, dient ook het toestemmings- en machtigingsformulier (bijlage 4) te worden meegezonden met de aanvraag.

Nadat de subsidie is toegekend aan de aanvrager, dient voor de start van de aanleg, de melding te zijn bevestigd of de watervergunning te zijn afgegeven door HHSK.

Na aanleg van de natuurvriendelijke oever dient het ‘Aanvraagformulier tot vaststelling van de bijdrage voor het aanleggen van natuurvriendelijke oevers’ (bijlage 3) te worden ingezonden met de daarbij vereiste bijlagen.