Regeling vervallen per 09-12-2014

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003

Geldend van 01-04-2003 t/m 08-12-2014

Intitulé

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003

Registratienummer: 03.00118

De Raad van de gemeente Hoorn;

gelezen het voorstel van het Presidium van 29 januari 2003;

gezien het advies van het Seniorenconvent van 6 februari 2003;

gezien het advies van de commissie Bestuur en Middelen van 18 februari 2003;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de ambtelijke bijstand en de fractieondersteuning 2003

Paragraaf 1: Ambtelijke bijstand

Artikel 1 indienen verzoeken en verlening bijstand

  • 1. Een raadslid wendt zich tot de griffier of een ambtenaar met een verzoek om:

    • a

      feitelijke informatie van geringe omvang;

    • b

      inzage in of afschrift van documenten die openbaar zijn.

  • 2. Indien de ambtenaar twijfelt of het verzoek betrekking heeft op informatie bedoeld onder het eerste lid, onderdeel a of b, stelt hij de secretaris daarvan in kennis. De secretaris beslist.

  • 3. Een raadslid wendt zich tot de griffier met een verzoek om bijstand bij het opstellen van voorstellen, amendementen en moties of andere bijstand.

  • 4. De bijstand, bedoeld in het derde lid, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Indien de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de secretaris verzoeken, één of meer ambtenaren aan te wijzen, die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.

Artikel 2 weigering bijstand

  • 1. Een ambtenaar verleent op verzoek van de griffier of de secretaris ambtelijke bijstand tenzij:

    • a

      het raadslid niet aannemelijk heeft gemaakt dat de bijstand betrekking heeft op de werkzaamheden van de raad;

    • b

      dit het belang van de gemeente kan schaden;

    • c

      de gevraagde bijstand een dusdanig groot beslag legt op de ambtelijke capaciteit dat de uitvoering van de aan de dienst of een onderdeel daarvan opgedragen werkzaamheden in het gedrang komt.

  • 2. De secretaris beoordeelt of ambtelijke bijstand op grond van het eerste lid geweigerd wordt.

  • 3. Indien de bijstand op grond van het eerste lid wordt geweigerd deelt de secretaris dit met redenen omkleed mee aan de griffier en aan het raadslid dat het verzoek heeft ingediend.

Artikel 3 heroverweging

Indien het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de secretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek.

Artikel 4 conflictregeling

  • 1. Indien een raadslid niet tevreden is over door een ambtenaar verleende bijstand, doet hij of de griffier hiervan mededeling aan de secretaris.

  • 2. Indien overleg met de secretaris niet leidt tot een voor beide partijen bevredigende oplossing leggen zij de zaak voor aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk over de zaak.

Artikel 5 limitatieve beperking verzoeken

Elk raadslid heeft recht op ambtelijke bijstand zonder voorafbepaald limiet in uren of aantal keren maar met inachtneming van hetgeen in deze verordening in artikel 2 lid 1 onder c. hierover is bepaald..

Artikel 6 informatie aan portefeuillehouder

De secretaris verstrekt de desbetreffende portefeuillehouder in het college desgewenst een afschrift van het verzoek.

Artikel 7 geheimhouding

  • 1. Een raadslid kan aangeven dat een verzoek om ambtelijk bijstand of de inhoud van het gegeven advies geheim wordt gehouden.

  • 2. Indien het college of leden van het college informatie wensen over een verzoek om ambtelijke bijstand of de inhoud van het gegeven advies wenden zij zich daartoe rechtstreeks tot het betrokken raadslid.

  • 3. Als er toch problemen rond de geheimhouding ontstaan is voor de ambtenaar de secretaris en voor het raadslid en de wethouder de burgemeester de eerstaangewezene voor hulp om hieruit te komen.

  • 4. Wanneer de betrokken ambtenaar van mening is dat op de gevraagde bijstand waarover geheimhouding is opgelegd artikel 2 lid 1 van toepassing is, is het de ambtenaar toegestaan om deze kwestie voor te leggen aan de secretaris, die daarmee vervolgens omgaat zoals in artikel 2 de leden 2 en 3 is aangegeven.

Paragraaf 2: Fractieondersteuning

Artikel 8 hoogte van de bijdrage

  • 1. De fracties, zoals bedoeld in artikel 5 van het Reglement van orde voor de gemeenteraad, ontvangen jaarlijks een financiële bijdrage als tegemoetkoming in de kosten voor het functioneren van de fractie.

  • 3. Deze bijdrage bestaat uit tweeduizend euro voor elke fractie

Artikel 9 besteding

  • 1. Fracties besteden de bijdrage om hun volksvertegenwoordigende, kaderstellende en controlerende rol te versterken.

  • 2. De bijdrage mag niet gebruikt worden ter bekostiging van:

    • a

      uitgaven die in strijd zijn met wettelijke bepalingen en overige regelingen;

    • b

      betalingen aan politieke partijen, met politieke partijen verbonden instellingen of natuurlijke personen anders dan ter vergoeding van prestaties (diensten of goederen) geleverd ten behoeve van de fractie op basis van een gespecificeerde, reële declaratie;

    • c

      giften;

    • d

      uitgaven welke dienen bestreden te worden uit vergoedingen die de leden ingevolge het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden toekomen;

    • e

      opleidingen voor raads- en commissieleden, met uitzondering van commissieleden niet zijnde raadsleden.

Artikel 10 bevoorschotting

  • 1. De bijdrage voor fractieondersteuning wordt, voor 1 april van een kalenderjaar, als voorschot op dat kalenderjaar verstrekt.

  • 2. In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.

  • 3. Het voorschot wordt verrekend met teveel ontvangen voorschotten in jaren waarvoor de raad de bedragen heeft vastgesteld.

Artikel 11 verandering in grootte van een fractie

  • 1. Bij splitsing van een fractie wordt de op grond van artikel 8 verstrekte bijdrage voor dat kalenderjaar verstrekt aan de fractie die de oorspronkelijke naam van de gesplitste fractie behoudt, als bedoeld in het tweede lid. Eventuele verdeling in dat kalenderjaar van de bijdrage wordt aan de betrokken fracties overgelaten.

  • 2. Onder de oorspronkelijke naam van de fractie wordt verstaan de lijstnaam waaronder de betreffende partij aan de laatstgehouden gemeenteraadsverkiezingen heeft deelgenomen.

  • 3. Vanaf het op de afsplitsing volgende kalenderjaar ontvangt het afgesplitste raadslid c.q. de afgesplitste groepering wel zelf een vaste bijdrage, zoals bedoeld in artikel 8.

Artikel 12 reservering

  • 1. De raad reserveert het in enig jaar niet gebruikte gedeelte van de bijdrage toekomend aan een fractie ter besteding door die fractie in volgende jaren.

  • 2. De reserve is niet groter dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam ingevolge artikel 8.

  • 3. Het beroep in enig jaar op de opgebouwde reserve, komt tot uitdrukking in de afrekening als bedoeld in artikel 13 over dat jaar. Bevoorschotting vindt desgevraagd plaats.

  • 4. De reserve blijft na verkiezingen beschikbaar voor de fractie die onder dezelfde naam terugkeert, dan wel voor de fractie die naar het oordeel van de raad als rechtsopvolger daarvan kan worden beschouwd.

  • 5. Bij splitsing van een fractie, komt de reserve toe aan de fractie die de oorspronkelijke naam, als bedoeld in artikel 11, tweede lid, behoudt. Dit voor zover deze reserve niet meer bedraagt dan 30% van de bijdrage die de oorspronkelijke fractie in het voorgaande kalenderjaar ontving.

Artikel 13 verantwoording

  • 1. Elke fractie legt, binnen drie maanden na het einde van een kalenderjaar, aan de raad verantwoording af over de besteding van de bijdrage voor fractieondersteuning onder overlegging van een verslag.

  • 2. Indien een fractie uit de gemeenteraad verdwijnt, dient deze fractie binnen drie maanden na het verdwijnen uit de raad verantwoording af te leggen aan de raad.

  • 3. Controle van het verslag vindt plaats door de accountant, belast met de controle van de jaarrekening. De accountant brengt advies uit aan de raad.

  • 4. De raad stelt na ontvangst van het advies van de accountant de bedragen vast van:

    • a

      de uitgaven van een fractie die in het vorige kalenderjaar uit de bijdrage bekostigd zijn;

    • b

      de wijziging van de reserve;

    • c

      de resterende reserve;

    • d

      de verrekening tussen de in onderdeel a. genoemde uitgaven en het ontvangen voorschot en, voor zover nodig, de hoogte van de terugvordering van ontvangen voorschotten.

Paragraaf 3 Slotbepaling

Artikel 14

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de datum van de openbare bekendmaking.

  • 2. De vaste bijdrage voor het jaar 2003 wordt in zijn geheel en zo spoedig mogelijk aan de fracties uitbetaald.