Regeling vervallen per 29-11-2017

Afstemming bezwarenprocedures

Geldend van 03-02-2000 t/m 28-11-2017

Intitulé

Afstemming bezwarenprocedures

Het college van burgemeester en wethouders op 11 januari 2000 het volgende besluit heeft vastgesteld:

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Hoorn;

gelezen het voorstel d.d. 3 januari 2000,

inzake het op elkaar afstemmen van bepaalde elementen in de verschillende bezwaren-procedures;

overwegende dat het noodzakelijk is om op een aantal aspecten in het kader van de behandeling van bezwaarschriften nader beleid te formuleren om zodoende meer eenduidig naar buiten te treden;

gelet op het bepaalde in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op de hen toekomende bevoegdheden ingevolge de artikelen 2:1.2, 6:5, 6:6, 6:21, 7:4.4, 7: 1 0.1 en 7: 18.3, van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede de wetgeving betrekking hebbende op de gemeentelijke belastingheffing;

besluiten:

1. vast te stellen de navolgende beleidsregel ten aanzien van de behandeling van bezwaarschriften:

  • A.

    In verband met het gestelde in artikel 2:1.2 Awb wordt bepaald dat er in het kader van de behandeling van bezwaarschriften geen machtiging behoeft te worden overgelegd door de volgende vertegenwoordigers:

  • 1.

    advocaten en procureurs, alsmede de raadslieden verbonden aan het 8uro voor Rechtshulp te Hoorn;

  • 2.

    personen waarbij een directe familierelatie tot in de tweede lijn duidelijk is;

Er wordt uitdrukkelijk wél een machtiging verlangd van alle overige vertegenwoordigers zoals bijvoorbeeld werkzaam in dienst van rechtsbijstandverzekeraars, accountants en boekhoudkantoren, vakbonden, het Werkkollektief Hoorn, en overige personen die al dan niet bedrijfsmatig rechtsbijstand verlenen.

  • A1.

    daarbij verder te bepalen dat bij het ontbreken van een schriftelijke machtiging:

  • -

    het probleem per brief duidelijk gesteld wordt;

  • -

    daarbij twee weken de tijd wordt gegund voor het indienen van de machtiging; er

  • -

    ook aangeven wordt dat er een sanctie is (niet-ontvankelijk verklaren);

  • -

    dat deze brieven via een door een andere persoon dan de behandelend ambtenaar gevoerde postregistratie verzonden dienen te worden.

  • B.

    In verband met het gestelde in de artikelen 6:5 en 6:6 Awb wordt bepaald dat er een termijn van vier weken wordt gegund voor het herstel van verzuimen bij de behandeling van bezwaarschriften.

  • B1.

    waarbij verder wordt bepaald dat:

  • -

    het probleem per brief duidelijk gesteld wordt;

  • -

    er ook aangeven wordt dat er een sanctie is in de vorm van een niet-ontvankelijk verklaring;

  • -

    dat deze brieven via een door een andere persoon dan de behandelend ambtenaar gevoerde postregistratie verzonden dienen te worden.

  • B2.

    Tenslotte wordt in geval dat de indiener van het bezwaarschrift heeft aangekondigd dat aanvullende gronden zullen volgen, bij de ontvangstbevestiging ofwel het verzenden van de dossierstukken, hiervoor een termijn van twee weken gesteld;

  • C.

    Ten aanzien van artikel 7:4.4 en 7:18.4 Awb wordt bepaald dat de Legesverordening dient te worden toegepast als belanghebbenden (en hun vertegenwoordigers) afschriften willen krijgen van de ter inzage liggende stukken.

  • D.

    Ten aanzien van artikel 6:21 Awb wordt bepaald dat als het probleem terstond hersteld is, er maar éénmaal schriftelijk verzocht hoeft te worden om het bezwaarschrift schriftelijk in te trekken. Bij het uitblijven van een reactie dient er via de postregistratie een brief verzonden te worden met de inhoud dat het uit praktisch oogpunt de beste oplossing is dat geconstateerd wordt dat de kwestie naar wederzijds genoegen is opgelost en het bezwarendossier wordt gearchiveerd. Bij een telefonische of mondelinge mededeling van een bezwaarde of diens gemachtigde dat het bezwaarschrift is ingetrokken, dient dit schriftelijk bevestigd te worden via het postregistratiesysteem.

  • E

    Ten aanzien van de artikelen 7:18.3 en 7: 10.1 Awb wordt bepaald dat als oproepingstermijn twee weken een goed werkbaar uitgangspunt is, ook omdat de terinzagelegging/toezending van de stukken in een eerder stadium geregeld is. Verder moet het tot de mogelijkheden behoren dat op verzoek van een bezwaarde of andere belanghebbende de hoorzitting éénmaal verzet kan worden. Wel moet er rekening mee worden gehouden dat het de bedoeling is om de behandeling van bezwaarschriften binnen de wettelijke behandeltermijnen (inclusief de eventueel noodzakelijke verdaging) af te ronden.

  • 2.

    te bepalen dat deze beleidsregel wordt bekendgemaaktdoor opname in het Gemeenteblad en vervolgens bij de afdeling Voorlichting gedurende zes weken op werkdagen van 09.00 tot 15.00 uur voor een ieder ter inzage leggen van dit besluit;

  • 3.

    daarnaast deze beleidsregel onderhands bekend te maken aan:

  • -

    SRK Rechtsbijstand, Postbus 3020, 2700 LA Zoetermeer;

  • -

    ARAG Rechtsbijstand, Kastanjelaan 2, 3833 AN Leusden;

  • -

    DAS Rechtsbijstand NV, Karspeldreef 15, 1102 BB Amsterdam;

  • -

    Stichting Centraal Beheer Rechtbijstand, Postbus 9150, 7300 HZ Apeldoorn;

  • -

    Belastingadviesbureau mr D.J. Gouwetor, Grote Oost 72, 1621 BX Hoorn;

  • -

    Boekhoudburo Westfriesland BV, Nieuwe Steen 54, 1625 HV Hoorn;

  • -

    Werkkollektief Hoorn, Kloosterpoort 3, 1621 EZ Hoorn;

  • -

    FNV afd. Hoorn, Muntstraat 6, 1621 GB Hoorn.