Regeling vervallen per 07-03-2014

Beleidsregel Stimuleringsbijdragen CPO-initiatieven

Geldend van 08-03-2012 t/m 06-03-2014

Intitulé

Beleidsregel Stimuleringsbijdragen CPO-initiatieven

Corsaregistratienummer: 11.34646

 

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn,

 

  • -

    gelet op artikel 4:81 van de Algemene Wet bestuursrecht en het besluit van de raad van 12 juli 2011 tot vaststelling van het beleid Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO);

  • -

    gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Hoorn 2011.

 

Overwegende dat:

  • -

    de gemeente Hoorn CPO-initiatieven die passen binnen het door de raad op 12 juli 2011 vastgestelde beleid, wil stimuleren door onder meer het beschikbaar stellen van stimuleringsbijdragen

  • -

    dat de raad binnen het op 27 april 2010 vastgestelde ISV3 Ontwikkelingsprogramma Stedelijke Vernieuwing 2010-2014, een bedrag van € 205.000,-- heeft gereserveerd voor het stimuleren van CPO-initiatieven.

 

Besluit:

 

tot het vaststellen van een

Beleidsregel Stimuleringsbijdragen CPO-initiatieven

en daartoe de volgende regeling vast te stellen:

Artikel 1 Begripsomschrijving

stimuleringsbeleid: het beleid zoals opgenomen in het door de raad op 12 juli 2011 vastgestelde beleid Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO);

CPO-initiatief: een kopersvereniging die in het kader van het stimuleringsbeleid is opgericht en die als doel heeft om op één van de beschikbaar gestelde locaties in groepsverband woningen te realiseren voor eigen bewoning;

college: college van burgemeester en wethouders van Hoorn

Artikel 2 Stimuleringsregelingen

Het college kan aan een CPO-initiatief:

  • a.

    een startsubsidie van € 3.000,-- verlenen ten bate van de oprichting van een CPO-initiatief;

  • b.

    een subsidie van € 3.000,-- verlenen, indien er in de ogen van het college sprake is van vernieuwende architectuur;

  • c.

    een subsidie van € 3.000,-- verlenen, indien er sprake is van het realiseren van extra duurzame woningen;

  • d.

    een renteloze lening verstrekken van maximaal € 15.000,--.

Artikel 3 Aanvragen, verlenen en vaststelling subsidies

  • 1. De subsidies zoals bedoeld in artikel 2, sub a t/m c kan door het CPO-initiatief bij het college worden aangevraagd nadat door het college schriftelijk is verklaard dat het initiatief voor verdere ontwikkeling in aanmerking komt. Ten behoeve van deze verklaring dient bij het college een projectvoorstel te worden ingediend dat voldoet aan de volgende kenmerken:

    • a.

      opgave van het aantal en de namen van de deelnemers aan het project;

    • b.

      het aantal deelnemers dient voldoende te zijn voor het realiseren van het beoogde aantal woningen met een minimum van 3 woningen;

    • c.

      een omschrijving van de wijze waarop de zeggenschap binnen het initiatief is geregeld. Daaruit moet blijken dat de deelnemers volledige zeggenschap hebben over het ontwerp en gezamenlijk optreden als opdrachtgever;

    • d.

      een opgave van eventuele professionele partijen die bij het project betrokken zijn en de wijze waarop de rol en verantwoordelijkheid van deze partijen is geregeld. De inschakeling van professionele partijen mag er niet toe leiden tot de zeggenschap van de deelnemers wordt beperkt;

    • e.

      een bouwprogramma op basis van ten minste een globaal schetsontwerp dat inzicht geeft in het aantal woningen, het woningtype, de specifieke kenmerken, de uitstraling, de oppervlakte en de situering op de gekozen locatie;

    • f.

      globaal beeld van de financiële haalbaarheid en inzicht in de totale geraamde en onderbouwde ontwikkelingskosten aangevuld met hypotheekverklaringen van de deelnemers waaruit blijkt dat deze de kosten kunnen dragen;

    • g.

      een verklaring waaruit blijkt dat het initiatief bereid is om voor het totale proces een bouwbegeleidingsbureau in te schakelen. De keuze van het bureau moet vooraf worden goedgekeurd door de gemeente;

    • h.

      een verklaring waaruit blijkt dat het initiatief bereid is om door middel van een notariële akte een kopersvereniging op te richten waaruit blijkt dat de vereniging volledige rechtsbevoegdheid heeft met als doelstelling op te treden als collectief particulier opdrachtgever en waarin de zeggenschap van de deelnemers in voldoende mate is geregeld;

    • i.

      een bewijs dat het project voldoet aan prestatieniveau 7 op alle modules van het meetinstrument GPR-Gebouw;

  • 2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 eerste volzin, kan de subsidie zoals bedoeld in artikel 2, sub b bij het college worden aangevraagd nadat het college schriftelijk heeft verklaard dat de uitstraling van het project voldoet aan het criterium van vernieuwende architectuur;

  • 3. Onverminderd het bepaalde in lid 1 eerste volzin kan de subsidie zoals bedoeld in artikel 2, sub c bij het college worden aangevraagd nadat in voldoende mate is/wordt aangetoond dat het project een cijfer 8 scoort ten aanzien van de module ‘energie’ van het meetinstrument ‘GPR-Gebouw’ en nadat het college schriftelijk heeft verklaard dat dit het geval is;

  • 4. De subsidie zoals bedoeld in artikel 2, sub a en/of b wordt door het college verleend, vastgesteld en uitbetaald binnen zes weken na de verklaring zoals bedoeld in lid 1 en/of lid 2 en nadat een kopersvereniging is opgericht die voldoet aan het bepaalde in lid 1, sub h;

  • 5. De subsidie zoals bedoeld in artikel 2, sub c wordt door het college verleend, vastgesteld en uitbetaald binnen zes weken na een verklaring zoals bedoeld in lid 1 en lid 3.

Artikel 4 Aanvragen renteloze lening

  • 1. De renteloze lening zoals bedoeld in artikel 2,lid d kan bij het college worden aangevraagd nadat het college op basis van artikel 3, lid 1 heeft verklaard dat het CPO-initiatief voor verdere ontwikkeling in aanmerking komt;

  • 2. Het doel van deze renteloze lening is het leveren van een bijdrage in de voorfinanciering van de kosten van de planontwikkeling en de inschakeling van een deskundig begeleidingsbureau;

  • 3. De gevraagde lening bedraagt niet meer dan de werkelijke kosten zoals bedoeld onder lid 2, met een maximum van € 15.000,--;

  • 4. De hoogte van de kosten zoals bedoeld in lid 3 dient aan de hand van rekeningen en/of betalingsbewijzen en overeenkomsten te worden aangetoond.

Artikel 5 Verlenen renteloze lening

  • 1. De renteloze lening kan worden toegekend onder de voorwaarden, dat:

    • a.

      de aanvrager een CPO-initiatief is met volledige rechtsbevoegdheid die als doelstelling heeft op te treden als collectief particulier opdrachtgever;

    • b.

      het CPO-initiatief heeft voldaan aan het bepaalde in artikel 3,lid 1 en het college heeft verklaard dat het initiatief voor verdere ontwikkeling in aanmerking komt;

    • c.

      er in voldoende mate is aangetoond dat het initiatief realistisch en betaalbaar is;

    • d.

      indien er sprake is van een achtervangpartij voldoende is gewaarborgd dat de keuzevrijheid van de deelnemers aan het initiatief maximaal in stand blijft;

    • e.

      het CPO-initiatief een overeenkomst heeft ondertekend gericht op het verstrekken van de renteloze lening;

  • 2. het CPO-initiatief past binnen de door de gemeente gestelde kaders in het bestemmingsplan en de daarop gebaseerde regels, dan wel het CPO-initiatief door middel van een binnenplanse of buitenplanse procedure wordt gerealiseerd;

  • 3. Indien aan alle voorwaarden wordt voldaan wordt de renteloze lening binnen 2 maanden na het indienen van de aanvraag uitbetaald.

Artikel 6 Vaststelling renteloze lening

  • 1. Binnen twee maanden na overdracht van de grond aan het CPO-initiatief stuurt de aanvrager van de lening een overzicht van de gemaakte kosten in het kader van de bouwplanontwikkeling en de projectbegeleiding vergezeld van de nodige bewijsstukken naar het college;

  • 2. De gemeente stelt binnen één maand na ontvangst van de stukken de renteloze lening definitief vast. De uitbetaalde renteloze lening dient vervolgens zo spoedig mogelijk daarna aan de gemeente te worden terugbetaald;

  • 3. Indien een CPO-initiatief het project waarvoor een renteloze lening is toegekend niet realiseert, dient het initiatief de gemeente hiervan zo spoedig mogelijk in kennis te stellen. Het college stelt binnen één maand na ontvangst van deze kennisgeving de renteloze lening definitief vast. De uitbetaalde renteloze lening dient vervolgens zo spoedig mogelijk aan de gemeente te worden terugbetaald.

Artikel 7 Aanvullende voorwaarden verlenen subsidie en renteloze lening

  • 1. Bijdragen zoals bedoeld in artikel 2, sub a en d, zijn niet mogelijk indien een beroep kan worden gedaan op naar het oordeel van het college vergelijkbare provinciale regelingen;

  • 2. Voor de bijdragen zoals bedoeld in artikel 2 a,b,c en d geldt een subsidie- c.q. bijdrageplafond die beperkt is tot het nog beschikbare budget van in totaal € 205.000,-- dat door de raad bij het in de aanhef van deze beleidsregel genoemde besluit van 27 april 2010, beschikbaar is gesteld.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na de bekendmaking van deze beleidsregel.

te bepalen dat bovenstaand wordt bekendgemaakt:

Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 10 januari 2012

College van burgemeester en wethouders

de secretaris,                                      de burgemeester,