Regeling vervallen per 02-06-2018

Beleidsregel voor het verwijderen van weesfietsen en buiten de stalling gestalde fietsen 2012

Geldend van 18-05-2012 t/m 01-06-2018

Intitulé

Beleidsregel voor het verwijderen van weesfietsen en buiten de stalling gestalde fietsen 2012

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente hoorn,

gelet op artikel 5:12 lid 1 en artikel 5:12 lid 3 van de Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010 APV (2e wijz).

besluit

tot het vaststellen van de volgende beleidsregel

Beleidsregel voor het verwijderen van weesfietsen en buiten de stalling gestalde fietsen 2012

1.Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

AFAC Hoorn Algemene Fiets Afhandel Centrale Hoorn, het fietsdepot waar de verwijderde fietsen worden geregistreerd en bewaard.

APV Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010 APV (2e wijz).

Buiten de stalling gestalde fietsen Fietsen of bromfietsen die onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te staan, zowel gevaarlijk als ongevaarlijk.

Medewerker De daartoe bevoegde integraal toezichthouder werkzaam bij het bureau Stadstoezicht, gemeente Hoorn.

Weesfietsen Fietsen of bromfietsen die in een aangewezen openbare (brom)fietsstallingsgebied langer dan een bepaalde maximum stallingsduur gestald zijn.

2. Algemeen

  • 1.

    Regelmatig worden buiten de stalling gestalde fietsen verwijderd uit een door het college daarvoor aangewezen gebied. Regelmatig betekent een periode van twee maanden met hoogfrequente verwijdering na start handhaving, waarna de frequentie wordt aangepast op de mate van overlast.

  • 2.

    Minimaal vier maal per jaar worden weesfietsen gelabeld en verwijderd uit het aangewezen gebied.

  • 3.

    De verwijdering wordt op de voor de eigenaar minst bezwarende manier uitgevoerd. Dit betekent dat zo weinig mogelijk schade aan een fiets wordt veroorzaakt als de fiets bijvoorbeeld voorzien is van een kettingslot dat voor verwijdering moet worden doorgeknipt. Het kettingslot wordt doorgeknipt ter hoogte van de laatste schakel zodat de ketting hergebruikt kan worden. Het betekent ook dat goederen die bij de fiets zijn aangetroffen bewaard blijven en, als de rechtmatige eigenaar de fiets terugkrijgt, worden teruggegeven.

  • 4.

    De kosten van toepassing van bestuursdwang worden niet op de overtreder verhaald.

3. Verwijdering buiten de stalling gestalde fietsen in aangewezen gebied (art. 5:12 lid 1 APV)

  • 1.

    Fietsen die in een fietsenrek tussen andere fietsen staan, maar niet met een wiel in een stander, worden aangemerkt als buiten de stalling gestalde wanneer een deel van de fiets uitsteekt buiten de rij fietsen.

  • 2.

    Verwijdering op grond van 5:31 lid 1 Algemene wet bestuursrecht (spoedeisende bestuursdwang). Van spoedeisende bestuursdwang wordt alleen gebruik gemaakt wanneer de fiets op een wijze is geplaatst die tot gevaarlijke situaties kan leiden en/of de doorgang ernstig hindert. Voorbeelden hiervan zijn (niet limitatief) fietsen die op een blindengeleidestrook, een fietspad of op de voetpaden tussen de rijen fietsenrekken zijn geplaatst of liggen. Alvorens tot verwijdering over te gaan:

  • a.

    constateert een medewerker een overtreding;

  • b.

    stelt de medewerker per te verwijderen fiets een bestuursdwangbeschikking op;

  • c.

    wordt van elke te verwijderen fiets twee foto’s gemaakt (een van dichtbij en een overzichtsfoto). Uit de foto’s blijkt om welke fiets het gaat. Zo nodig worden extra foto’s gemaakt waaruit blijkt waarom de fiets met spoedeisende bestuursdwang is verwijderd.

  • d.

    hierna wordt de fiets onmiddellijk verwijderd.

  • 3.

    Verwijdering op grond van 5:24 Algemene wet bestuursrecht (bestuursdwang). Van bestuursdwang wordt gebruik gemaakt bij fout gestalde fietsen in een daarvoor aangewezen gebied waarbij geen sprake is van gevaarlijk gestalde fietsen. Alvorens tot verwijdering over te gaan:

    • a.

      constateert de medewerker een overtreding;

    • b.

      stelt de medewerker per te verwijderen fiets een bestuursdwangbeschikking op;

    • c.

      plakt de medewerker op elke te verwijderen fiets de bestuursdwangbeschikking (label/sticker) waarop wordt meegedeeld dat een last onder bestuursdwang is aangezegd aan de overtreder en dat de fiets binnen 4 uur moet worden verwijderd;

    • d.

      verloopt in ieder geval 4 uur tussen het aanbrengen van de label/sticker en het verwijderen van de fiets waarop dit label/sticker is aangebracht;

    • e.

      wordt van elke te verwijderen fiets twee foto’s gemaakt (een van dichtbij en een overzichtsfoto). Uit de foto’s blijkt om welke fiets het gaat.

  • 4.

    De medewerker noteert op het formulier ‘Inschrijving verwijderde fiets’ per fiets in ieder geval:

    • a.

      de datum en het tijdstip waarop het besluit is genomen en de sticker aan de te verwijderen fiets is bevestigd;

    • b.

      het tijdstip van verwijderen van de fiets;

    • c.

      de locatie waar de fiets is aangetroffen;

    • d.

      een beschrijving van de fiets en de aan/op de fiets aangetroffen goederen (merk, dames-, heren- of kinderfiets, type, kleur, of er een slot geflext moet worden en eventuele bijzonderheden).

4. Verwijdering weesfietsen uit aangewezen gebied (art. 5:12 lid 3 APV)

  • 1.

    Verwijdering op grond van 5:24 Algemene wet bestuursrecht (bestuursdwang) Alvorens tot verwijdering over te gaan:

  • a.

    constateert de medewerker een overtreding; (of sprake is van een overtreding wordt geconstateerd aan de hand van een aan de fiets bevestigd label/sticker waarop de datum van bevestiging van dit label is aangegeven.)

  • b.

    stelt de medewerker per te verwijderen fiets een bestuursdwangbeschikking op;

  • c.

    plakt de medewerker op elke te verwijderen fiets de bestuursdwangbeschikking (label/sticker) waarop wordt meegedeeld dat een last onder bestuursdwang is aangezegd aan de overtreder en dat de fiets binnen 2 dagen moet worden verwijderd;

  • d.

    verloopt in ieder geval 2 dagen tussen het aanbrengen van de sticker en het verwijderen van de fiets waarop deze sticker is aangebracht.

  • 2.

    De medewerker noteert op het formulier ‘Inschrijving verwijderde fiets’ per fiets in ieder geval:

    • a.

      de datum en het tijdstip waarop het besluit is genomen en de sticker aan de te verwijderen fiets is bevestigd;

    • b.

      het tijdstip van verwijderen van de fiets;

    • c.

      de locatie waar de fiets is aangetroffen;

    • d.

      een beschrijving van de fiets (merk, dames-, heren- of kinderfiets, type, kleur, of er een slot geflext moet worden en eventuele bijzonderheden).

5. AFAC Hoorn

  • 1.

    De oude brandweerkazerne van de gemeente Hoorn gevestigd aan de Dorpsstraat 84a te Hoorn (hierna: AFAC Hoorn) wordt als AFAC Hoorn aangewezen voor verwijderde fietsen. Verwijderde fietsen worden direct na verwijdering afgevoerd naar de AFAC Hoorn. De fietsen worden na registratie in een afzonderlijk gedeelte van de AFAC Hoorn opgeslagen.

6. Afhalen van verwijderde fietsen

  • 1.

    Bewaartermijn fietsen

    • a.

      Verwijderde fietsen worden bij de AFAC Hoorn geregistreerd, gecheckt op diefstal en minimaal 13 weken opgeslagen. Na afloop van deze termijn worden de verwijderde en niet opgehaalde fietsen die als niet-gestolen zijn aangemerkt aan Esdégé Reigersdaal in eigendom overgedragen.

    • b.

      Fietsen waarvan niet kan worden nagegaan of deze gestolen zijn (bijvoorbeeld bij afwezigheid van framenummer) en waarvoor de eigenaar zich niet heeft gemeld, worden na het bewaartermijn vernietigd;

    • c.

      In een register wordt bijgehouden wanneer welke fietsen aan Esdégé Reigersdaal in eigendom zijn overgedragen.

  • 2.

    De eigenaar kan zijn/haar fiets alleen op afspraak afhalen. Meer informatie over het zoeken van de fiets en de contactgegevens van de AFAC Hoorn om de fiets op te halen zijn te vinden op www.hoorn.nl.

  • 3.

    De eigenaar heeft zijn of haar fiets via de website gevonden en weet zo dat de fiets gestald is bij de AFAC Hoorn. Als blijkt dat het meegebrachte fietssleuteltje op het slot past dan wordt er van uitgegaan dat die burger de rechtmatige eigenaar is. Als de burger niet het passende fietssleuteltje bij zich heeft, maar wel anderszins kan aantonen, bijvoorbeeld met behulp van een factuur, dat hij of zij de rechtmatige eigenaar is, dan kan de fiets toch worden teruggegeven. De burger dient zich dan te legitimeren.

  • 4.

    De medewerker registreert wanneer de fiets is meegegeven. De eigenaar van de fiets ontvangt bij teruggave een brief waarin staat waarom de fiets is verwijderd, gegevens van de fiets en wanneer de fiets is opgehaald. Het originele exemplaar is voor de burger, het archiefexemplaar wordt bewaard. De bestuursdwangbeschikking en eventueel andere toebehoren van de fiets worden bij teruggave meegegeven.

  • 5.

    De medewerker noteert wie de verwijderde fiets heeft opgehaald en noteert de NAW gegevens.

  • 6.

    Als bij de verwijdering goederen zijn aangetroffen en/of een slot is doorgeknipt dan krijgt de eigenaar behalve de fiets ook eventueel aangetroffen goederen en het (doorgeknipte) slot terug.

7. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

8.Citeertitel

De officiële titel van de beleidsregel is “Beleidsregel voor het verwijderen van weesfietsen en buiten de stalling gestalde fietsen”. De beleidsregel kan worden aangehaald als “Aanpak fietsenoverlast”.

te bepalen dat deze beleidsregel wordt bekendgemaakt door:

  • ·

    opname in het Gemeenteblad;

  • ·

    ter inzage legging bij bureau Communicatie gedurende zes weken op werkdagen van 09.00 tot 15.00 uur;

  • ·

    opname in de openbare bekendmakingen in het Westfries Weekblad.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 17 april 2012

College van burgemeester en wethouder

De secretaris,                                de burgemeester,