Regeling vervallen per 01-01-2013

Besluit voorzieningen WMO gemeente Hoorn 2012

Geldend van 19-07-2012 t/m 31-12-2012

Intitulé

Besluit voorzieningen WMO gemeente Hoorn 2012

Corsaregistratienummer: 12.03122

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn,

  • ·

    gelezen de raadsbesluiten van 17 april 2012 en 22 mei 2012 met Corsanummers 12.01062 en 12.16029;

  • ·

    gelezen het voorstel “Besluit voorzieningen Wmo gemeente Hoorn 2012” van de afdeling Sociale Zaken, d.d. 23 mei 2012;

  • ·

    gelet op het bepaalde in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en artikel 5 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning.

Besluit:

tot het vaststellen van het

Besluit voorzieningen Wmo gemeente Hoorn 2012

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet : Wet maatschappelijke ondersteuning;

    • b.

      Verordening : Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Hoorn 2012;

    • c.

      Instelling : het organisatorisch verband dat strekt tot verlening van zorg.

    • d.

      Gekwalificeerde Zzp-er : een persoon met minimaal het niveau van een verzorgende niveau 1 (Thuishulp A) en een passende opleiding van minimaal één jaar:

    • a.

      zonder gezagsverhouding met degene voor wie het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt verstrekt;

    • b.

      die zich aan de buitenwereld als ondernemer presenteert;

    • c.

      met minimaal drie verschillende opdrachtgevers per kalenderjaar;

    • d.

      die bedrijfsmatig op lange termijn een positief financieel resultaat behaalt;

    • e.

      die in het bezit is van een “Verklaring Arbeidsrelatie Winst uit Onderneming”, afgegeven door de Belastingdienst.

  • 2. Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de wet, de verordening en de Algemene wet bestuursrecht.

HOOFDSTUK 2 EIGEN BIJDRAGEN EN EIGEN AANDEEL

Artikel 2 Omvang eigen bijdragen en aandeel

  • 1. De bedragen en het percentage die gelden voor een eigen bijdrage of eigen aandeel zijn:

    • a.

      Voor ongehuwde personen jonger dan 65: € 18,00 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 22.905,-- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 1/13 deel vn 15% bedraagt;

    • b.

      Voor ongehuwde personen van 65 jaar of ouder: € 18,00 per vier weken, terwijl het percentage van ht inkomen boven € 16.007,-- dat boven dit bedrag per vier weken betaald moet worden 1/13 deel van 15% bedraagt;

    • c.

      Voor gehuwde personen indien (een van) beiden jonger zijn dan 65 jaar: € 25,80 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 28.306,-- dat boven dit bedrag per vier weken moet worden betaald 1/13 deel van 15% bedraagt;

    • d.

      Voor gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn: € 25,80 per vier weken, terwijl het percentage van het inkomen boven € 22.319,-- dat boven dit bedrag per vier weken moet worden btaald 1/13 deel van 15% bedraagt;

  • 2. Een eigen bijdrage geldt alleen voor personen van 18 jaar en ouder. De hoogte van de eigen bijdrage is inkomensafhankelijk en wordt door het CAK (Centraal Administratie Kantoor) berekend en bij de belanghebbende in rekening gebracht;

  • 3. Indien de voorziening bestaat uit het verschaffen in eigendom van een roerende zaak dan wel een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning van de aanvrager, kan gedurende maximaal 39 perioden van vier weken een eigen bijdrage in rekening worden gebracht dan wel bij de vaststelling van de hoogte van de financiële tegemoetkoming gedurende maximaal die periode een met toepassing van de daarvoor geldende regels berekende bedrag in mindering worden gebracht.

Artikel 3 Duur en maximalisering van de eigen bijdrage en het eigen aandeel

  • 1. Voor een voorziening die in natura of als persoonsgebonden budget wordt verstrekt, uitgezonderd rolstoelen, is een eigen bijdrage verschuldigd ter hoogte van het bepaalde in artikel 2 van dit besluit;

  • 2. De eigen bijdrage is verschuldigd over de totale periode waarover deze voorziening wordt verstrekt, maar voor een voorziening die bestaat uit het in eigendom verschaffen van een roerende zaak dan wel een bouwkundige of woontechnische aanpassing van een woning wordt gedurende maximaal 39 perioden van 4 weken een eigen bijdrage in rekening gebracht;

  • 3. Het eigen aandeel bij een financiële tegemoetkoming in de kosten van een (bouwkundige of woon-technische) woonvoorziening is gelijk aan het bepaalde in artikel 2 van het Besluit. Vaststelling van dit eigen aandeel geschiedt gedurende maximaal 39 perioden van 4 weken;

  • 4. Voor de overige financiële tegemoetkomingen is geen eigen aandeel verschuldigd;

  • 5. De eigen bijdrage of het eigen aandeel wordt gemaximeerd op de (periodieke) kosten van de verstrekte voorziening.

HOOFDSTUK 3 HET PERSOONSGEBONDEN BUDGET

Artikel 4 De hoogte van een persoonsgebonden budget

  • 1. Het bedrag voor een persoonsgebonden budget voor een zaak, wordt bepaald als tegenwaarde van de goedkoopst compenserende zaak die de aanvrager op dat moment ontvangen zou hebben als de zaak in natura zou zijn verstrekt;

  • 2. Als de goedkoopst compenserende voorziening in natura een nieuwe voorziening zou zijn geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, rekening houdend met een eventueel door de gemeente te ontvangen korting en rekening houdend met onderhoud en verzekering;

  • 3. Als de goedkoopst compenserende voorziening in natura niet een nieuwe voorziening zou zijn geweest, dan wordt de tegenwaarde daarop gebaseerd, met een looptijd gelijk aan de verkorte afschrijvingstermijn, rekening houdend met onderhoud en verzekering.

Artikel 5 Vaststelling bedrag persoonsgebonden budget hulp bij het huishouden

  • 1. Het bedrag van het persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden wordt vastgesteld op basis van het aantal geïndiceerde uren, de geïndiceerde categorie hulp bij het huishouden en het aantal daadwerkelijk ingekochte uren;

  • 2. Het tarief voor hulp bij het huishouden bedraagt voor categorie HH1:

    • a.

      Voor hulp bij het huishouden dat verricht wordt door een persoon die niet werkzaam is voor een instelling: € 15,71 per uur;

    • b.

      Voor hulp bij het huishouden dat verricht wordt door een persoon werkzaam voor een instelling: € 20,95 per uur;

  • 3. Het tarief voor hulp bij het huishouden bedraagt voor categorie HH2:

    • a.

      Voor hulp bij het huishouden, aangevuld met activiteiten behorende bij het organiseren van het huishouden, dat verricht wordt door een persoon die niet werkzaam is voor een instelling: € 15,71 per uur;

    • b.

      Voor hulp bij het huishouden, aangevuld met activiteiten behorende bij het organiseren van het huishouden, dat verricht wordt door een gekwalificeerde Zzp-er die niet werkzaam is voor een instelling: € 21,37 per uur;

    • c.

      Voor hulp bij het huishouden, aangevuld met activiteiten behorende bij het organiseren van het huishouden, dat verricht wordt door een persoon die werkzaam is voor een instelling: € 25,14 per uur.

HOOFDSTUK 4 WOONVOORZIENINGEN

Artikel 6 Financiële tegemoetkomingen

  • 1. Verhuiskostenvergoeding

    • a.

      De forfaitaire financiële tegemoetkoming voor de verhuiskosten bedraagt € 2.500,-;

    • b.

      Indien men afziet van verhuizing naar een andere meer geschikte woning en zelf in de kosten wil voorzien wordt een forfaitaire tegemoetkoming toegekend van € 2.500,-.

  • 2. Bezoekbaar maken van een woning De financiële tegemoetkoming voor het bezoekbaar maken van een woning bedraagt maximaal € 7.650,00. De tegemoetkoming in de kosten is alleen mogelijk voor het aanpassen van de toegang tot de woonruimte, de toegang tot de woonkamer en de toegang en het gebruik van de toiletruimte.

  • 3. Terugbetaling van meerwaarde

    • a.

      De eigenaar-bewoner die een woonvoorziening heeft ontvangen bestaande uit een aanbouw die leidt tot waardestijging van de woning, dient bij verkoop van deze woning binnen een periode van vijf jaar na gereedmelding van de voorziening, deze verkoop van de woning onverwijld aan het college te melden;

    • b.

      De meerwaarde van de woning dient volgens onderstaand afschrijvingsschema te worden terugbetaald:

  • 1. voor het eerste jaar: 100% van de meerwaarde;

  • 2. voor het tweede jaar: 80% van de meerwaarde;

  • 3. voor het derde jaar: 60% van de meerwaarde;

  • 4. voor het vierde jaar: 40% van de meerwaarde;

  • 5. voor het vijfde jaar: 20%van de meerwaarde. In alle gevallen verminderd met het percentage dat voor rekening van de eigenaar van de woonruimte is gebleven.

HOOFDSTUK 5 ZICH LOKAAL VERPLAATSEN PER VERVOERMIDDEL

Artikel 7 (Forfaitaire) financiële tegemoetkoming bij gebruik (eigen) auto en (rolstoel)taxi

  • 1. Het bedrag van de forfaitaire financiële tegemoetkoming voor het gebruik van een (eigen) auto bedraagt € 1.080,00 per jaar;

  • 2. Voor zover de behoeften van echtgenoten niet samenvallen, wordt niet meer dan twee maal 75% van een vergoeding als genoemd in lid 1 van dit artikel vergoed;

  • 3. Het bedrag van de financiële tegemoetkoming voor gebruik van een (rolstoel)taxi wordt op declaratiebasis verstrekt. Het te vergoeden bedrag is gebaseerd op een verplaatsing van maximaal 2.000 verreden kilometers op jaarbasis verminderd met een algemeen gebruikelijk deel van € 0,08 per kilometer.

Artikel 8 Tarieven Regiotaxi West-Friesland

  • 1. De belanghebbende is voor het vervoer met de Regiotaxi West-Friesland een betaling verschuldigd, waarbij het tarief gebaseerd is op het reizigerstarief van het openbaar vervoer.

  • 2. De betaling van de belanghebbende wordt door de vervoerder in ontvangst genomen, in naam en voor rekening van de gemeente die het vervoer aanbiedt.

HOOFDSTUK 6 DE MOGELIJKHEID OM CONTACTEN TE HEBBEN MET MEDEMENSEN EN DEEL TE NEMEN AAN RECREATIEVE, MAATSCHAPPELIJKE OF RELIGIEUZE ACTIVITEITEN

Artikel 9 Forfaitaire financiële tegemoetkoming sportrolstoel

Voor een sportrolstoel wordt een forfaitaire financiële tegemoetkoming verstrekt. De hoogte van deze tegemoetkoming bedraagt € 2.725,-. Dit bedrag is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van aanschaf en onderhoud van een sportrolstoel voor een periode van drie jaar.

HOOFDSTUK 7 OVERGANGSREGELINGEN, INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL

Artikel 10 Overgangsregelingen

  • 1.

    De overgangsregelingen die de gemeenteraad van Hoorn in zijn vergadering van 17 april 2012 in het kader van de Wmo heeft vastgesteld (raadsbesluit met Corsanummer 12.01062), geldt voor:

    • a.

      alle inwoners aan wie voor 1 mei 2012 in het kader van de Wmo een vervoersvoorziening voor de kortere afstand is toegekend;

    • b.

      alle inwoners die voor 1 mei 2012 in het kader van de Wmo een hulpvraag hadden ingediend die na 30 april 2012 geleid heeft tot verstrekking van een vervoersvoorziening voor de kortere afstand;

    • c.

      alle inwoners aan wie voor 1 mei 2012 in het kader van de Wmo een verhuiskostenvergoeding is toegekend en op 1 mei 2012 nog niet waren verhuisd;

    • d.

      alle inwoners die voor 1 mei 2012 in het kader van de Wmo een hulpvraag hadden ingediend die na 30 april 2012 geleid heeft tot verstrekking van een verhuiskostenvergoeding;

    • e.

      alle inwoners aan wie voor 1 mei 2012 in het kader van de Wmo een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden als bedoeld in artikel 5 lid 2 sub a is toegekend;

    • f.

      alle inwoners die voor 1 mei 2012 in het kader van de Wmo een hulpvraag hadden ingediend die na 30 april 2012 geleid heeft tot verstrekking van een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden als bedoeld in artikel 5 lid 2 sub a.

  • 2.

    Artikel 5 lid 3 sub a en artikel 5 lid 3 sub b treden met ingang van 1 juni 2012 in werking.

  • Het tarief voor hulp bij het huishouden voor categorie HH2 bedraagt voor de periode van 1 mei 2012 tot en met 31 mei 2012:

    • 1.

      Voor hulp bij het huishouden, aangevuld met activiteiten behorende bij het organiseren van het huishouden, dat verricht wordt door een persoon die niet werkzaam is voor een instelling: € 22,63 per uur;

    • 2.

      Voor hulp bij het huishouden, aangevuld met activiteiten behorende bij het organiseren van het huishouden, dat verricht wordt door een gekwalificeerde Zzp-er die niet werkzaam is voor een instelling: € 22,63 per uur.

  • 3.

    De overgangsregeling die de gemeenteraad van Hoorn in zijn vergadering van 22 mei 2012 in het kader van de Wmo heeft vastgesteld (raadsbesluit met Corsanummer 12.16029), geldt voor:

    • a.

      alle inwoners aan wie voor 1 mei 2012 in het kader van de Wmo een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden als bedoeld in artikel 5 lid 3 sub a of artikel 5 lid 3 sub b is toegekend;

    • b.

      alle inwoners die voor 1 mei 2012 in het kader van de Wmo een hulpvraag hadden ingediend die na 30 april 2012 geleid heeft tot verstrekking van een persoonsgebonden budget voor hulp bij het huishouden als bedoeld in artikel 5 lid 3 sub a of artikel 5 lid 3 sub b.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

De regeling treedt met ingang van 1 mei 2012 in werking.

Gelijktijdig vervalt de voorgaande regeling: Besluit voorzieningen Wmo gemeente Hoorn (2012).

De officiële titel is Besluit voorzieningen Wmo gemeente Hoorn 2012.

De regeling kan worden aangehaald als Besluit voorzieningen Wmo gemeente Hoorn 2012.

te bepalen dat dit besluit wordt bekendgemaakt door:

·opname in het Gemeenteblad

de gemeentebladen kunnen worden geraadpleegd:

  • °

    onder ‘Openbare Bekendmakingen’ op de website van de gemeente Hoorn;

  • °

    bij de Openbare Bibliotheek, Wisselstraat 8 in Hoorn;

  • °

    bij de leestafel in de centrale hal van het Stadhuis, Nieuwe Steen 1 in Hoorn

  • ·

    middels publicatie in Westfries Weekblad

Aldus vastgesteld in de vergadering d.d. 12 juni 2012

College van burgemeester en wethouders,

De secretaris,                de burgemeester,