Regeling vervallen per 05-02-2015

Beleidsregel voor het opleggen van een bestuurlijke boete WWB, IOAW IOAZ

Geldend van 29-08-2013 t/m 04-02-2015

Intitulé

Beleidsregel voor het opleggen van een bestuurlijke boete WWB, IOAW IOAZ

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn,

-gelezen het voorstel van Sociale Zaken over de beleidsregel bestuurlijke boete WWB, IOAW en IOAZ

betreft:

Beleidsregel voor het opleggen van een stuurlijke boete op grond van de WWB, de IOAW en de IOAZ

gelet op :

  • ·

    Artikel 18a WWB, artikel 20a IOAW en artikel 20a IOAZ en aanverwante artikelen uit deze wetten

  • ·

    Artikel 2a van het Boetebesluit sociale zekerheidswetten

  • ·

    De verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013 gemeente Hoorn

overwegende dat:

  • ·

    het nodig is een aantal aspecten van het opleggen van een bestuurlijke boete in een beleidsregel te regelen vanwege de bevoegdheid om

    • 1.

      een schriftelijke waarschuwing te geven in plaats van een boete op te leggen bij nulfraude

    • 2.

      een bestuurlijke boete te verlagen bij verminderde verwijtbaarheid en

    • 3.

      af te zien van het opleggen van een boete bij dringende redenen en bij gebrek aan verwijtbaarheid

Besluit de beleidsregel Bestuurlijke boete WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Hoorn vast te stellen

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze beleidsregel zijn de begripsbepalingen van de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere gewezen zelfstandigen, de Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen en de Algemene wet bestuursrecht van toepassing en wordt verstaan onder:

  • a.

    het college : het college van burgemeester en wethouders van Hoorn

  • b.

    WWB : de Wet werk en bijstand

  • c.

    IOAW : Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte

    werkloze werknemers

  • d.

    IOAZ : Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

  • e.

    Wet Suwi : Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen

  • f.

    inlichtingenplicht : verplichting als genoemd in artikel 17 lid 1 WWB, artikel 13 lid 1

    IOAW, artikel 13 lid 1 IOAZ en artikel 30c lid 2 en 3 van de Wet Suwi

  • g.

    nulfraude : schending van de inlichtingenplicht waarbij geen sprake is van teveel

    of ten onrechte verstrekte uitkering of inkomensvoorziening

Artikel 2. Schriftelijke waarschuwing in plaats van boete

Het college geeft bij schending van de inlichtingenplicht een schriftelijke waarschuwing als:

  • a.

    er niet teveel bijstand is verleend

  • b.

    in de twee jaar voorafgaand aan de start van de boetewaardige gedraging geen waarschuwing is afgegeven

  • c.

    er geen sprake is van het opzettelijk schenden van de inlichtingenplicht

Artikel 3. Verwijtbaarheid bij opleggen van een boete

Het college beoordeelt op grond van de omstandigheden waarin de belanghebbende verkeerde op het moment dat hij/zij de inlichtingenplicht had moeten nakomen of het niet of niet behoorlijk nakomen ervan aan de belanghebbende kan worden verweten.

In artikel 2a lid 2 van het Boetebesluit sociale zekerheidswetten staat in welke situaties er in ieder geval sprake is van verminderde verwijtbaarheid.

Er is geen sprake van verminderde verwijtbaarheid of ontbreken van verwijtbaarheid als:

  • ·

    de belanghebbende de inhoud van de correspondentie niet begrijpt

  • ·

    belanghebbende langere tijd niet in staat is zijn belangen te behartigen

In beide situaties wordt de belanghebbende geacht iemand te zoeken die de correspondentie begrijpt en/of de belangen kan behartigen

Artikel 4. Hoogte boete bij verminderde verwijtbaarheid

Het college halveert de boete als er sprake is van verminderde verwijtbaarheid.

Het college ziet af van het opleggen van een boete bij het ontbreken van verwijtbaarheid.

Artikel 5. Dringende redenen

Het college ziet af van het opleggen van een boete als hiervoor dringende redenen zijn.

Artikel 6. Hardheidsclausule

In gevallen waarin deze beleidsregel niet voorziet of waarin toepassing leidt tot onevenredig nadelige gevolgen voor de belanghebbende kan het college besluiten om op individuele gronden af te wijken.

Artikel 7. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregel boeteoplegging WWB, IOAW en IOAZ 2013 gemeente Hoorn

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na publicatie

Bepaalt dat bovenstaand wordt bekendgemaakt door opname en publicatie in het gemeenteblad

Aldus vastgesteld d.d. 6 augustus 2013

college van burgemeester en wethouders

de secretaris, de burgemeester

Toelichting

Artikel 1. Begripsbepaling

Schending van de inlichtingenplicht

De belanghebbende moet op verzoek of uit eigen beweging mededeling doen van alle feiten en omstandig-heden die van invloed zijn op het recht op en op de hoogte van de uitkering of inkomensvoorziening. Dit kan gaan om informatie over inkomsten of het vermogen van de belanghebbende (of partner en/of zijn inwonende kinderen) maar ook over de woonsituatie van de belanghebbende en verblijf buiten Nederland.

Gebeurt dit niet dan is er sprake van schending van de inlichtingenplicht. Dit is ook het geval als de belanghebbende gegevens of informatie moet verstrekken en dit niet (binnen de gestelde) termijn doet.

Artikel 2. Schriftelijke waarschuwing in plaats van boete

Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om te volstaan met een waarschuwing bij schending van de inlichtingenplicht. In dit artikel staan de voorwaarden genoemd.

Als de belanghebbende in de voorafgaande 2 jaar eerder een waarschuwing heeft gehad dan is het college verplicht om een boete op te leggen (ook als het gaat om een nulfraude).

Artikel 3 en 4. Verwijtbaarheid bij opleggen van een boete en hoogte boete bij verminderde verwijtbaarheid

Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om de boete te verlagen bij verminderde verwijtbaarheid.

De mate van verwijtbaarheid wordt bepaald op grond van objectieve en subjectieve verwijtbaarheid:

  • ·

    Objectief: heeft de belanghebbende feitelijk de inlichtingenplicht geschonden?

  • ·

    Subjectief: wist de belanghebbende of kon hij redelijkerwijs weten dat hij de inlichtingenplicht schond?

Het college beoordeelt de situatie op het moment waarop de belanghebbende de verplichting moest nakomen.

In artikel 3 is opgenomen wat hier niet onder valt. Daarnaast wordt verwezen naar artikel 2a lid 2 van het Boetebesluit sociale zekerheidswetten. Hierin staat dat er in ieder geval sprake is van verminderde verwijtbaarheid als:

a.

de betrokkene verkeerde in onvoorziene en ongewenste omstandigheden, die niet tot het normale levenspatroon behoren en die hem weliswaar niet in de feitelijke onmogelijkheid brachten om aan de inlichtingenverplichting te voldoen, maar die emotioneel zo ontwrichtend waren dat hem niet volledig valt toe te rekenen dat de inlichtingen niet tijdig of volledig zijn verstrekt;

b.

de betrokkene verkeerde in een zodanige geestelijke toestand dat hem de overtreding niet volledig valt aan te rekenen, of

c.

de betrokkene heeft wel inlichtingen verstrekt, die echter onjuist of onvolledig waren, of heeft anderszins een wijziging van omstandigheden niet onverwijld gemeld, maar uit eigen beweging alsnog de juiste inlichtingen verstrekt voordat de overtreding is geconstateerd, tenzij de betrokkene deze inlichtingen heeft verstrekt in het kader van toezicht op de naleving van een inlichtingenverplichting.

In artikel 4 staat hoe het college omgaat met boeteoplegging bij het ontbreken van verwijtbaarheid en bij verminderde verwijtbaarheid.

Artikel 5. Dringende redenen

Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om af te zien van boete bij dringende redenen. Het moet gaan om zeer uitzonderlijke situaties in het individuele geval waarin het opleggen van een bestuurlijke boete onaanvaardbare gevolgen heeft voor de belanghebbende.

Artikel 6. Hardheidsclausule

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 7. Citeertitel

Dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Dit artikel spreekt voor zich.