Regeling vervallen per 01-01-2012

Verordening op de heffing en invordering van havengeld 2011 (1e wijziging)

Geldend van 28-04-2011 t/m 31-12-2011 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2011

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van havengeld 2011 (1e wijziging)

Corsaregistratienummer: 10.54358

De Raad van de gemeente Hoorn;

  • -

    gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 16 november 2010;

  • -

    gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a van de Gemeentewet;

Besluit

vast te stellen de:

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN HAVENGELD 2011(VERORDENING HAVENGELD 2011)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt, voorzover niet anders bepaald, verstaan onder:

  • a.

    vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam een geheel uitmakende goederen;

  • b.

    meetbrief: het document als bedoeld in artikel 782, vierde lid, van het Wetboek van Koophandel juncto het besluit van 24 oktober 1983, Stb.548 (Besluit binnenschependocumenten);

  • c.

    schip: een binnenschip of een vissersschip;

  • d.

    bedrijfsvaartuig: een schip dat in hoofdzaak voor de uitoefening van een beroep wordt gebruikt en/of bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd;

  • e.

    varend monument: een vaartuig dat geregistreerd staat onder klasse A en B in het Nationaal Register Varende Monumenten van de Federatie Oud Nederlandse Vaartuigen.

  • f.

    aanhorigheden: die zaken die aan de oorspronkelijke staat van het vaartuig zijn verbonden en voorheen geen vast onderdeel van het schip uitmaakten;

  • g.

    termijn: een in de tabel genoemd tijdvak waarin het gebruik als bedoeld in artikel 2 plaatsvindt:

  • -

    dag: een aaneengesloten tijdvak van 24 uur;

  • -

    maand: een kalendermaand;

  • -

    jaar: een kalenderjaar.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "havengeld" worden rechten geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene, die het schip heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.

Artikel 4 Vrijstellingen

Geen havengeld wordt geheven voor:

  • 1.

    vaartuigen van het rijk, de provincie Noord Holland, waterschappen en de gemeente;

  • 2.

    vaartuigen, die in opdracht van de gemeente worden gebruikt voor werkzaamheden ten behoeve van de in artikel 2 bedoelde wateren, werken en inrichtingen;

  • 3.

    open roeiboten en kano's;

  • 4.

    woonschepen als bedoeld in de Verordening op de heffing en invordering van precariobelasting;

  • 5.

    reddingsvaartuigen;

  • 6.

    hospitaalschepen, bedoeld in de wet van 30 december 1905, Stb.383;

  • 7.

    vaartuigen waarvan de lengte niet groter is dan 6 strekkende meters;

  • 8.

    vaartuigen die, ten gevolge van storm, ijsgang of andere weersomstandigheden, e.e.a. ter beoordeling van de havenmeester, gedwongen zijn gebruik te maken of te blijven maken van de openbare gemeentelijke wateren, gedurende het tijdvak van dat gebruik;

  • 9.

    bedrijfsvaartuigen die, zonder te lossen of te laden, gebruik maken van de openbare gemeentelijke wateren ter verkrijging van geneeskundige behandeling voor zich aan boord bevindende zieken, mits het gebruik niet langer duurt dan voor het e.e.a. noodzakelijk is en de duur van één maand per jaar niet te boven gaat;

  • 10.

    opleidingsvaartuigen voor zee- en binnenvaart voor zolang zij voor dit doel gebruikt worden;

  • 11.

    vaartuigen welke niet laden of lossen en gebruik van de haven maken tussen 10.00 uur en 16.00 uur.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

Grondslag voor de berekening van het havengeld wordt bepaald aan de hand van de lengte inclusief aanhorigheden van het vaartuig, uitgedrukt in meters; zoals deze blijken uit de meetbrief of ambtshalve worden vastgesteld.

Excl. BTW

Incl. BTW

1

Het havengeld bedraagt voor vaartuigen, niet zijnde vrachtschepen, met een vaste ligplaats, per meter lengte per jaar

€ 81,34

€ 96,80

2.1

Het havengeld bedraagt voor vaartuigen, niet zijnde bedrijfsvaartuigen, zonder vaste ligplaats, per meter lengte per dag

€ 0,88

€ 1,05

2.2

Het havengeld bedraagt voor bedrijfsvaartuigen, zonder vaste ligplaats, per meter lengte per dag

€ 1,08

€ 1,30

3

Het havengeld bedraagt voor vaartuigen, zonder vaste ligplaats, bij abonnement in de maanden oktober tot en met april: per meter lengte per maand

€ 4,73

€ 5,65

4

Het havengeld voor meerrompschepen bedraagt anderhalf maal het nder 3 aangegeven tarief.

5

Het havengeld bedraagt voor een varend monument de helft van het tarief zoals bepaald in 1 tot en met 4.

6

Het havengeld voor vaartuigen, die op aanwijzing van burgemeester en wethouders in de Buitenhaven, achter de Middeldijk ten anker moeten gaan, bedraagt een derde gedeelte van het onder 3 aangegeven tarief.

7

Voor vaartuigen waarvoor de mogelijkheid van reservering van een ligplaats bestaat, bedraagt de verhoging van het havengeld, per reservering

€ 108,20

€ 128,75

Artikel 6 Tarieftoepassing

Voor de toepassing van de tarieven:

  • 1.

    wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende binnenvaart meetbrief;

  • 2.

    wordt een gedeelte van een eenheid van een lengte of van een tijdsduur voor een volle eenheid gerekend;

  • 3.

    wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het betreffende soort vaartuig genoemde termijnen gesteld tenzij bij de aanmelding het gebruik voor een langere termijn is gevraagd.

Artikel 7 Wijze van heffing

De rechten worden geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een nota, een aanslag of andere schriftuur.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1. Met betrekking tot het per bezoek geheven havengeld neemt de belastingplicht een aanvang, zodra gebruik van de openbare gemeentelijke wateren wordt gemaakt.

  • 2. Indien havengeld bij wijze van abonnement of per jaar wordt geheven, wordt teruggaaf verleend over het aantal volle kalendermaanden waarin geen gebruik van de haven wordt gemaakt.

Artikel 9 Aanmeldingsplicht

Zodra gebruik van de openbare gemeentelijke wateren een aanvang neemt is de belastingplichtige gehouden zulks te melden aan de aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen b en d van de Gemeentewet.

Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1. Het recht moet, behoudens het bepaalde in het tweede lid, worden voldaan op het moment van uitreiken van de kennisgeving.

  • 2. Het recht moet worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 8 wordt toegezonden binnen 30 dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van havengelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van havengelden.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De "Verordening havengeld 2010" van 15 december 2009 als mede de eerste wijziging van de verordening Havengeld 2010 van 5 juli 2010 worden ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan en voor zover de Verordening havengeld 2011 geen rechtskracht krijgt.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening havengeld 2011".

Artikel 14 Bekendmaking

Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in het gemeenteblad. Alsmede wordt in een huis-aan-huisblad meegedeeld dat de verordening voor een ieder kosteloos ter inzage ligt in het gemeentehuis.

Daarnaast zal de tekst van de verordening worden geplaatst op de website van de gemeente.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 14 december 2010 te Hoorn.

De griffier,                                 De Voorzitter,