Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften gemeente Houten

Geldend van 23-06-2011 t/m heden

Intitulé

Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften gemeente Houten

De raad van de gemeente Houten, gelezen het voorstel van het college d.d. 5 april 2011 nr. BWV11.0140;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en artikel 84 van de Gemeentewet;

overwegende dat het, teneinde de behandelingsduur van bezwaarschriften te bekorten, wenselijk is niet langer alle bezwaarschriften door een onafhankelijk adviescommissie in de zin van artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht te laten behandelen, maar de bezwaren tegen eenvoudige besluiten te laten behandelen door een onafhankelijk adviseur, zijnde een persoon in de zin van artikel 7:5, eerste lid, onder a van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat de raad, het college en de burgemeester in het verleden, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft, hebben besloten een gezamenlijke bezwaarschriftencommissie in te stellen en dat derhalve niet opnieuw een bezwaarschriftencommissie hoeft te worden ingesteld;

overwegende dat het college en de burgemeester bij besluit van 5 april 2011, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft, hebben ingestemd met de nieuwe werkwijze voor de behandeling van bezwaarschriften en de daarbij behorende criteria aan de hand waarvan wordt bepaald of een bezwaarschrift door de bezwaarschriftencommissie dan wel door een onafhankelijk adviseur wordt behandeld;

besluit vast te stellen de

VERORDENING INZAKE DE BEHANDELING VAN BEZWAARSCHRIFTEN GEMEENTE HOUTEN

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

  • b.

    commissie: bezwaarschriftencommissie, zijnde een vaste commissie van advies voor de bezwaarschriften als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • c.

    onafhankelijk adviseurs: vaste externe adviseurs, ieder zijnde een persoon als bedoeld in artikel 7:5, eerste lid, onder a, van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Eenvoudige en complexe besluiten

  • 1. Er wordt onderscheid gemaakt tussen bezwaar tegen complexe besluiten en bezwaar tegen eenvoudige besluiten.

  • 2. Het college stelt de criteria vast aan de hand waarvan onderscheid wordt gemaakt tussen complexe en eenvoudige besluiten.

  • 3. Een als eenvoudig aangemerkt besluit kan tijdens de behandeling van het bezwaar daartegen alsnog worden aangemerkt als complex besluit, waarna het bezwaar door de bezwaarschriftencommissie wordt behandeld.

Artikel 3 Bezwaarschriftencommissie en onafhankelijk adviseurs

Er is een bezwaarschriftencommissie en er zijn onafhankelijk adviseurs.

Artikel 4 Horen

  • 1. Het horen naar aanleiding van en het adviseren van het verwerend bestuursorgaan over een bezwaarschrift tegen een complex besluit geschiedt door de commissie.

  • 2. Het horen naar aanleiding van en het adviseren van het verwerend bestuursorgaan over een bezwaarschrift tegen een eenvoudig besluit geschiedt door een onafhankelijk adviseur.

Artikel 5 Van behandeling uitgesloten bezwaarschriften

De commissie en de onafhankelijk adviseurs zijn niet bevoegd ten aanzien van bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

  • a.

    de rechtspositieregelingen voor personeel in dienst van de gemeente Houten;

  • b.

    een wettelijk voorschrift inzake belastingen of de Wet waardering onroerende zaken.

Artikel 6 Jaarverslag

  • 1. Jaarlijks wordt een verslag van de behandeling van de bezwaarschriften uitgebracht aan de burgemeester, het college en de gemeenteraad.

  • 2. Het jaarverslag betreft zowel de bezwaarschriften tegen complexe besluiten als de bezwaarschriften tegen eenvoudige besluiten.

HOOFDSTUK 2 BEHANDELING VAN BEZWAAR TEGEN COMPLEXE BESLUITEN

Artikel 7 Samenstelling commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en maximaal zeven leden.

  • 2. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen. Twee leden worden benoemd tot plaatsvervangend voorzitter.

  • 3. De voorzitter en de leden maken geen deel uit en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Houten.

Artikel 8 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden voor een termijn van vier jaar benoemd. Zij kunnen één maal voor een termijn van vier jaar worden herbenoemd.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3. De aftredende of ontslagnemende voorzitter of leden blijven zo mogelijk hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 9 Vergoeding

  • 1. De leden van de commissie ontvangen per bijeenkomst tweemaal de maximumvergoeding genoemd in tabel IV behorende bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

  • 2. De voorzitter ontvangt per bijeenkomst driemaal de maximumvergoeding genoemd in tabel IV behorende bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 10 Secretaris

Het college wijst een of meer ambtenaren aan als secretaris van de commissie. Deze ambtenaren vormen tezamen met een secretarieel ondersteuner het secretariaat van de commissie.

Artikel 11 Uitoefening bevoegdheden

  • 1. In het kader van de behandeling van een bezwaarschrift door de commissie, worden de bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie:

    • a.

      artikel 2:1, tweede lid;

    • b.

      artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie;

    • c.

      artikel 7:6, vierde lid.

  • 2. De bevoegdheid ingevolge artikel 7:4, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt uitgeoefend door het secretariaat van de commissie.

Artikel 12 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter van de commissie is bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter kan uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

Artikel 13 Afzien van horen

  • 1. In het kader van de behandeling van een bezwaarschrift door de commissie beslist de voorzitter over de toepassing van artikel 7:3, onder a en b, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Indien de voorzitter op grond van het tweede lid besluit af te zien van het horen, doet hij daarvan mededeling aan belanghebbenden en het verwerend orgaan.

Artikel 14 Samenstelling van de commissie ter zitting

  • 1. Per hoorzitting hebben de voorzitter en twee leden van de commissie zitting.

  • 2. Voor het houden van een zitting is vereist dat ten minste één lid en de (plaatsvervangend) voorzitter van de commissie aanwezig zijn of ten minste twee leden van de commissie. Bij afwezigheid van de voorzitter treedt een lid op als voorzitter.

  • 3. De secretaris van de commissie is bij de zitting aanwezig.

Artikel 15 Onpartijdigheid

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de behandeling van een bezwaarschrift indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn. Zij laten zich zo nodig vervangen.

Artikel 16 Openbaarheid zitting

  • 1. De zitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De voorzitter, een van de aanwezige leden of een belanghebbende kan verzoeken om de zitting achter gesloten deuren te laten plaatsvinden. De commissie beslist op dit verzoek.

  • 3. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

Artikel 17 Bemiddeling

  • 1. De commissie kan ter zitting onderzoeken of de zaak in de minne kan worden geschikt.

  • 2. Indien de zaak in de minne wordt geschikt, worden de gemaakte afspraken vastgelegd in het verslag van de zitting. De commissie brengt in dat geval geen advies uit.

Artikel 18 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting, maar voordat het advies wordt uitgebracht, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de voorzitter uit eigen beweging of op verlangen van de commissie dit onderzoek (laten) verrichten. Indien daaraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het college vereist.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in afschrift aan de commissie, het verwerend orgaan en de belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De voorzitter van de commissie kan uit eigen beweging dan wel op verzoek van de leden van de commissie, het verwerend orgaan of de belanghebbenden besluiten een nieuwe hoorzitting te houden. Het verzoek dient binnen een week na verzending van de nadere informatie aan de voorzitter te worden gericht.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting zo veel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 19 Uitbrengen advies en verdaging

  • 1. Het advies wordt schriftelijk en tijdig uitgebracht aan het bestuursorgaan dat op het bezwaarschrift dient te beslissen.

  • 2. Indien naar het oordeel van de voorzitter of de secretaris van de commissie de termijn van twaalf weken, genoemd in artikel 7:10, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van een advies en het nemen van een beslissing, verzoekt de secretaris het verwerend orgaan tijdig de beslissing te verdagen.

HOOFDSTUK 3 BEHANDELING VAN BEZWAAR TEGEN EENVOUDIGE BESLUITEN

Artikel 20 Benoeming

  • 1. Er zijn ten minste twee en ten hoogste vier onafhankelijk adviseurs.

  • 2. Aan de deskundigheid van de onafhankelijk adviseurs worden dezelfde eisen gesteld als aan de leden van de commissie.

  • 3. De onafhankelijk adviseurs worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 4. De onafhankelijk adviseurs maken geen deel uit en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Houten. Zij maken geen deel uit van de commissie.

Artikel 21 Zittingsduur

  • 1. De onafhankelijk adviseurs worden voor een termijn van vier jaar benoemd. Zij kunnen één maal voor een termijn van vier jaar worden herbenoemd.

  • 2. De onafhankelijk adviseurs kunnen op elk moment ontslag nemen.

  • 3. De ontslagnemende adviseurs blijven zo nodig en zo mogelijk hun functie vervullen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 22 Vergoeding

De onafhankelijk adviseurs ontvangen per bijeenkomst waarbij zij belanghebbenden horen tweemaal de maximumvergoeding genoemd in tabel IV behorende bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

Artikel 23 Onpartijdigheid

De onafhankelijk adviseur behandelt een bezwaarschrift niet indien daarbij zijn onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 24 Beslotenheid zitting

De hoorzitting is in beginsel openbaar. Indien de persoonlijke levenssfeer van belanghebbenden naar het oordeel van de onafhankelijk deskundige door openbare behandeling wordt of kan worden aangetast, vindt de hoorzitting achter gesloten deuren plaats.

Artikel 25 Bemiddeling

  • 1. De onafhankelijk adviseur en de vertegenwoordiger van het verwerende orgaan kunnen ter zitting onderzoeken of de zaak in de minne kan worden geschikt.

  • 2. Indien de zaak in de minne wordt geschikt, worden de gemaakte afspraken schriftelijk vastgelegd.

Artikel 26 Doorgeleiding naar bezwaarschriftencommissie

  • 1. Indien de onafhankelijk adviseur tijdens de behandeling van het bezwaar tot het inzicht komt dat het bezwaarschrift ten onrechte is aangemerkt als te zijn gericht tegen een eenvoudig besluit, maakt hij dit kenbaar aan het verwerend orgaan.

  • 2. Het verwerend orgaan draagt er in dat geval zorg voor dat het bezwaar alsnog door de commissie wordt behandeld.

Artikel 27 Advies

De onafhankelijk adviseur adviseert het verwerend orgaan zo mogelijk meteen na het horen van de belanghebbenden mondeling over de te nemen beslissing op bezwaar.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALINGEN

Artikel 28 Overgangsregeling

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 9, eerste lid, van deze verordening, ontvangen de leden die op de dag van inwerkingtreding van deze verordening deel uitmaken van de commissie per bijeenkomst een vergoeding van driemaal de maximumvergoeding genoemd in tabel IV behorende bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. Zij ontvangen deze vergoeding tot de eerste benoemingstermijn van het laatst benoemde lid is verstreken.

  • 2. Naast de vergoeding genoemd in artikel 9, tweede lid, van deze verordening ontvangt degene die op de dag van inwerkingtreding van deze verordening voorzitter van de commissie is een vergoeding van € 20,- per bijeenkomst. Hij ontvangt deze extra vergoeding tot de eerste benoemingstermijn van het laatst benoemde lid van de commissie is verstreken.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in artikel 21, eerste lid, van deze verordening, worden de onafhankelijk adviseurs die voor 1 januari 2012 worden benoemd, benoemd voor een termijn van één jaar. Aansluitend vindt een herbenoeming voor een termijn van drie jaar plaats, tenzij besloten wordt het horen niet langer te laten geschieden door onafhankelijk adviseurs. Na het verstrijken van de termijn van drie jaar kunnen de onafhankelijk adviseurs vervolgens nog één maal voor een termijn van vier jaar worden herbenoemd.

Artikel 29 Intrekking en inwerkingtreding

  • 1. De Verordening inzake de behandeling van bezwaarschriften, vastgesteld door de raad op 26 september 2006, wordt ingetrokken met ingang van de datum waarop de onderhavige verordening in werking treedt.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking in het Houtens Nieuws.

Artikel 30 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening bezwaarschriften.

Dit is besloten in de openbare vergadering van de raad op 24 mei 2011.

De raad van de gemeente Houten,

de griffier,

de voorzitter,

P.M.H. van Ruitenbeek

C.H.J. Lamers