Beleidsregels bestuurlijke boete Wet basisregistratie personen gemeente Houten

Geldend van 25-05-2016 t/m heden

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten;

gelet op de artikelen 1.1, 2.38, 2.39, 2.40 lid 5, 2.43 tot en met 2.47, 2.50, 2.51, 2.52 en 4.17 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP);

gelet op titel 5.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor het verbaliseren van personen die de verplichtingen die voortvloeien uit de Wet basisregistratie personen niet nakomen;

besluit vast te stellen de:

BELEIDSREGELS BESTUURLIJKE BOETE WET BASISREGISTRATIE PERSONEN GEMEENTE HOUTEN

Artikel 1 Hoogte bestuurlijke boete

  • 1. Overeenkomstig de bijlage kan worden opgelegd:

    • a.

      een standaardboete van 200 euro of

    • b.

      de maximale boete van 325 euro.

  • 2. De maximale boete kan tevens worden opgelegd indien er sprake is van gelegenheid geven, als bedoeld in artikel 4.17 onder b van de Wet basisregistratie personen.

Artikel 2 Waarschuwing

Alvorens de overtreder een bestuurlijke boete wordt opgelegd, geeft het college hem schriftelijk een termijn waarbinnen hij alsnog aan de verplichting kan voldoen, waarbij wordt vermeld dat een bestuurlijke boete kan worden opgelegd indien niet alsnog binnen die termijn aan de verplichting wordt voldaan.

Artikel 3 Samenloop

De totale bij boetebeschikking op te leggen boete bestaat, ingeval er sprake is van meerdere overtredingen, uit de som van de boetebedragen per overtreding.

Artikel 4 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels bestuurlijke boete Wet BRP”.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders op 17 mei 2016.

De secretaris

De burgemeester,

H.S. den Bieman

W.M. de Jong

 

Bijlage bij de Beleidsregels bestuurlijke boete Wet BRP

Overtreding

Bestuurlijke boete

Migratie

Artikel 2.38: vestiging uit buitenland

Lid 1: betrokkene weigert aangifte te doen

€ 325

Lid 2: betrokkene weigert het adres binnen de gemeente Houten te overleggen

€ 325

Lid 4; betrokkene weigert aangifte te doen na wijziging status als bedoeld in art. 2.6 Wet BRP

€ 325

Artikel 2.39: adreswijziging

Lid 1: betrokkene weigert aangifte te doen van de nieuwe verblijfplaats binnen Nederland

€ 325

Artikel 2.47: inlichtingen verstrekken

Indien betrokken weigert inlichtingen te verstrekken over een mogelijke adreswijziging

€ 325

Briefadres

Artikel 2.39: adreswijziging

Lid 3: betrokkene geeft briefadres op terwijl er sprake is van een woonadres

€ 325

Artikel 2.45: het briefadres

Lid 4: de briefadresgever weigert informatie te verstrekken over de briefadreshouder

€ 200

Bij recidive

€ 325

Brondocumenten

Artikel 2.38: vestiging uit het buitenland

Lid 3: betrokkene weigert documenten te overleggen betreffende zijn burgerlijke staat of nationaliteit, indien noodzakelijk voorzien van legalisaties en vertaling door een beëdigd vertaler

€ 200

Artikel 2.44: overleggen wijzigingen in het buitenland

betrokkene weigert documenten te overleggen betreffende zijn burgerlijke staat of nationaliteit, welke zich buiten Nederland hebben voorgedaan, indien noodzakelijk voorzien van legalisaties en vertaling door een beëdigd vertaler

€ 200

Artikel 2.46: verstrekken documenten op verzoek

betrokkene weigert documenten te overleggen betreffende zijn burgerlijke staat of nationaliteit, wanneer hierom verzocht wordt, indien noodzakelijk voorzien van legalisaties en vertaling door een beëdigd vertaler

€ 200

Artikel 2.51: verstrekken documenten bij overlijden in buitenland

de echtgenoot, de geregistreerde partner of andere nabestaande tot en met de tweede graad van een ingezetene die in het buitenland is overleden weigert inlichtingen over dit overlijden te verstrekken indien hierom verzocht wordt

€ 200

Artikel 2.52: overleggen identiteitsdocumenten

Lid 1: betrokkene weigert een document te overleggen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht

€ 200